Regeling vervallen per 29-09-2017

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de Gemeente Roermond

Geldend van 09-07-2010 t/m 28-09-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de Gemeente Roermond

De Raad van de gemeente Roermond

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen de

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Roermond

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    sector: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college heeft.

  • b.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Roermond en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • c.

    financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Roermond, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • ·

      de financieel-economische positie;

    • ·

      het financiële beheer;

    • ·

      de uitvoering van de begroting;

    • ·

      het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • ·

      alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • d.

    administratieve organisatie: systeem van organisatorische maatregelen gericht op het verkrijgen, vastleggen, verwerken en verstrekken van gegevens ten behoeve van de bedrijfsvoering evenals voor het afleggen van verantwoording.

  • e.

    financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Roermond.

  • f.

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.

  • g.

    doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • h.

    doeltreffendheid: de mate waarin beleid, producten en dienstverlening daadwerkelijk bijdragen aan beoogde maatschappelijke effecten.

Titel 1. Begroting en verantwoording

Kaderstellen

Artikel 2. Programmabegroting

  • 1. De raad stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.

  • 2. De raad stelt per programma vast:

    • a.

      de beoogde maatschappelijke effecten;

    • b.

      de te leveren goederen en diensten;

    • c.

      de baten en lasten;

  • 3. De raad stelt op voorstel van het college daar waar mogelijk per programma relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid;

  • 4. Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, teneinde de doelmatigheid en doeltreffendheid van het vastgestelde beleid te kunnen toetsen.

Artikel 3. Producten

  • 1. Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productraming aan de programma's

  • 2. De onderverdeling van de programma's in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

Artikel 4. Begrotingscyclus

  • 1. Voor aanvang van een begrotingsjaar biedt het college een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de jaarstukken, kadernota, tussentijdse rapportages en de begroting met de meerjarenraming.

  • 2. Het in lid 1 genoemd overzicht bevat naast de data van de diverse producten uit de begrotingscyclus ook de criteria waaraan afwijkingen op de ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten in de begroting worden getoetst.

Artikel 5. Kaders begroting

  • 1.

    Het college biedt elk jaar een nota aan over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 8 en de jaarstukken bedoeld in artikel 10.

  • 2.

    De raad stelt deze nota vast in de voorbereiding op de begroting.

Uitvoering

Artikel 6. Uitvoering begroting

  • 1.

    Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2.

    Het college draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor dat:

    • a.

      de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productraming;

    • b.

      de budgetten uit de productraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de programmabegroting;

  • 3.

    Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de programma's zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

  • 4.

    Daar waar sprake is van vrij inzetbare meevallers komen deze, tenzij de raad hierover anders besluit, ten gunste van de algemene middelen.

  • 5.

    Uitzonderingen op de uitgangspunten in lid 3 vormen overschrijdingen van een programma, met een maximum van € 50.000,- per keer, welke worden gecompenseerd met een direct gerelateerde inkomstenpost (bijvoorbeeld subsidies of bijdragen van derden);

  • 6.

    Het college stelt de onder lid 5 genoemde overschrijdingen vast via een begrotingswijziging.

  • 7.

    Door derden beschikbaar gestelde middelen met een specifiek bestedingsdoel worden, voor zover de middelen worden aangewend voor dit doel, via een administratieve wijziging of collegebesluit in de begroting verwerkt tot het bedrag van de beschikking.

Beheersing en Interne controle

Artikel 7. Interne controle

Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Rapportage en Verantwoording

Artikel 8. Tussentijdse rapportage en verantwoording

  • 1. Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages (Burap) over de realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 2. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 3. De tussentijdse rapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:

    • a.

      De baten en lasten per programma;

    • b.

      Het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;

    • c.

      Het resultaat voor bestemming volgend uit de onderdelen a en b;

    • d.

      De (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;

    • e.

      Het resultaat na bestemming volgend uit de onderdelen c en d, alsmede een realisatie en raming van de productenrealisatie en de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten.

  • 4. In de tussentijdse rapportages worden afwijkingen op de (bijgestelde) ramingen van de baten en de lasten en investeringskredieten in de begroting toegelicht. Uitgangspunt vormen hierbij de criteria zoals genoemd in het overzicht van artikel 4 lid 2.

Artikel 9. Informatieplicht.

  • 1. Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voorzover het betreft niet bij begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:

    • a.

      investeringen groter dan € 750.000,-;

    • b.

      aankoop en verkoop van (onroerende)goederen en diensten groter dan € 750.000,-;

    • c.

      het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 750.000,-;

    • d.

      het aangaan van realiseringsovereenkomsten groter dan € 750.000.

  • 2. Lid 1 geldt niet voor besluiten tot het innemen van een achtervangpositie in het kader van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Hierover wordt de raad achteraf geïnformeerd bij het vaststellen van de jaarrekening.

Artikel 10. Jaarstukken

  • 1.

    Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma's. In de verantwoording geeft het college aan:

    • a

      wat is bereikt;

    • b

      welke goederen en diensten zijn geleverd;

    • c

      wat de kosten zijn;

    • d

      hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

  • 2.

    In de verantwoording worden afwijkingen op de (bijgestelde) ramingen van de baten en de lasten en investeringskredieten in de begroting toegelicht. Uitgangspunt vormen hierbij de criteria zoals genoemd in het overzicht van artikel 4 lid 2.

  • 3.

    Bij de vaststelling van de jaarrekening en de daarin opgenomen resultaatbestemming stelt het college de gemeenteraad voor in te stemmen met het overhevelen van de niet aangewende middelen als gevolg van nog niet uitgevoerde activiteiten naar het nieuwe begrotingsjaar. Deze middelen worden toegevoegd aan de reguliere exploitatie. Dekking vindt plaats door een eenmalige onttrekking uit de algemene reserve. De uitgave van deze middelen voorafgaand aan de besluitvorming van de jaarrekening worden niet aangemerkt als onrechtmatige uitgaven.

Titel 2. Financiële positie

Kaderstellen

Artikel 11. Waardering & afschrijving vaste activa

Het beleid inzake de waardering en afschrijving van vaste activa is vastgelegd in de Nota vaste activa beleid.

Minstens eenmaal in de 4 jaar wordt een integrale nota over het beleidskader onderhoud kapitaalgoederen aangeboden. De hoofdlijnen daarvan worden jaarlijks opgenomen in de paragraaf kapitaalgoederen in de begroting.

Artikel 12. Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor de openstaande vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid.

Artikel 13. Reserves en voorzieningen

  • 1. Het college biedt jaarlijks gelijktijdig met de in artikel 5 genoemde nota de (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan.

  • 2. De nota behandelt:

    • ·

      de vorming en besteding van reserves;

    • ·

      de vorming en besteding van voorzieningen;

    • ·

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen, in relatie tot het weerstandsvermogen en de risicoparagraaf zoals opgenomen in de programmabegroting.

Artikel 14. Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Roermond wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten, reinigingsrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3. Het beleid inzake de rentetoerekening is vastgelegd in de Rentenota.

Artikel 15. Financieringsfunctie

Het beleid inzake de financieringsfunctie is vastgelegd in het Treasury-statuut.

Titel 4. Financiële organisatie en administratie

Artikel 16. Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de sectoren;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen de sectoren van de gemeente;

  • e.

    de te maken afspraken met de sectoren over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    de regels voor de verlening van décharge over het gevoerde beheer van de sectoren.

Artikel 17. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de sectoren;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, contracten enzovoorts.;

  • c.

    het verschaffen van informatie aan de budgethouders over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 18 Interne regelgeving

Het college zorg voor en legt vast de interne regels ter uitvoering van gemeentelijke verordeningen alsmede interne regels welke relevant zijn voor een goed functioneren van de organisatie.

Titel 5. Slotbepalingen

Artikel 19. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

  • 2. Deze verordening treedt in de plaats van de “Financiële verordening gemeente Roermond 2010” vastgesteld door de raad op 17 december 2009.

Artikel 20. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam "Financiële verordening gemeente Roermond juli 2010".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 juli 2010.
De voorzitter,
De griffier,