Regeling vervallen per 18-07-2013

Verordening parkeerbelastingen 2009

Geldend van 27-11-2008 t/m 17-07-2013

Intitulé

Verordening parkeerbelastingen 2009

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ROERMOND,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 september 2008,

raadsvoorstelnummer 2008/109/1;

gezien het advies van de commissie voor Openbare Werken van 9 oktober 2008;

gelet op het bepaalde in artikel 225 van de Gemeentewet

besluit :

vast te stellen de volgende

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen

Artikel 1 Belastbaar feit.

Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting terzake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

parkeren:

het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

b.

houder:

degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aan-gehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aan- gemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

c.

parkeerapparatuur:

parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

d.

gehandicaptenparkeerplaats:

een gehandicaptenparkeerplaats zoals bedoeld in artikel 26 van het Reglement Verkeersregels en Verkeertekens 1990 (RVV 1990), aangeduid met verkeerstekens op een bord volgens model E6 van bijlage 1 van het RVV 1990.

Artikel 3 Belastingplicht.

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 1, onderdeel a, heeft plaatsgevonden:

      de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

      • 1.

        indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

      • 2.

        indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

      • 3.

        De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

      • 4.

        De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Ontstaan van de belastingschuld.

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak.

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling.

  • 1 De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3. In afwijking van het tweede lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de belasting moet worden betaald in vier gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op 1 januari van het betreffende kalenderjaar en elk van de volgende termijnen telkens drie maanden later.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de gestelde termijnen.

  • 4. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 6A Vrijstelling

Houders van een geldige Europese Gehandicapten Parkeerkaart, landelijke invalidenparkeerkaart (zowel voor bestuurders als passagiers) of buitenlandse invalidenparkeerkaart die parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zijn vrijgesteld mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats direct achter de voorruit van het voertuig is geplaatst. Indien geen voorruit aanwezig is, dient de vergunning op een van buitenaf zichtbare plaats leesbaar te worden aangebracht.

Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen.

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 8 Bevoegdheid tot naheffingsaanslag, wielklem en wegsleepregeling.

  • 1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, kan aan het voertuig ook een wielklem worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het voertuig wordt weggereden.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

  • 3. Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het voertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 9 Kosten.

  • 1. De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, bedragen € 41,10.

  • 2. De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem bedragen € 34,00.

  • 3. De kosten voor de overbrenging en bewaring bedragen € 38,00, alsmede € 0,60 per gereden kilometer voor het overbrengen en € 12,70 per dag voor het bewaren. Indien het verbrengen op werkdagen geschiedt tussen 18.00 uur en 08.00 uur wordt het bedrag voor het overbrengen verhoogd met € 12,70; geschiedt het overbrengen op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag, dan wordt het bedrag voor het overbrengen verhoogd met € 25,40. Neemt het overbrengen meer tijd in beslag dan 2 uur, dan wordt het bedrag voor het overbrengen bovendien verhoogd met € 25,40 per uur, waarbij een gedeelte van een uur voor een vol uur wordt gerekend.

  • 4. Het bedrag van de ingevolge het tweede en derde lid in rekening te brengen kosten wordt bij beschikking vastgesteld.

Artikel 10 Kwijtschelding.

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1. De "Verordening parkeerbelastingen 2008" van 19 december 2007, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening parkeerbelastingen 2009".

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Roermond in zijn openbare vergadering van 13 november 2008.

De griffier
De voorzitter

Bijlage Tarieventabel, behorende bij de "Verordening parkeerbelastingen 2009".

Zone:

in het gebied

Bedrag per tijdseenheid

A.

Binnen de singelring voor alle straten in het gebied begrensd door Buitenop, Roersingel,Roerkade, Minderbroederssingel, Zwartbroekplein, Willem II singel, Stationsplein, Godsweerdersingel en Wilhelminasingel, uitgezonderd de straten vermeld in de zone B

€ 1,10 per uur

B.

Binnen de singelring voor de straten: Kruisherenstraat, St. Cornelisstraat, Maria Gardestraat, Achter de Oranjerie, Emile Seipgensstraat, Joep Nicolasstraat, Kloosterwandplein, Kloosterwandstraat, Zwartbroekstraat, Minderbroedersstraat, Peregrinus Vogelstraat, Neerstraat, Bakkerstraat en Schuitenberg

€ 1,30 per uur

C.

Voorstad St. Jacob voor de straten en pleintjes in het gebied begrensd door de Maasboulevard, de Ster, de weg Voorstad St. Jacob over ca.300 m.in zuidelijke richting en de rivier de Roer

€ 0,90 per uur

D.

Roerzicht voor de straten in het gebied begrensd door B. Lindanussingel, Molenweg, Minderbroederssingel, Zwartbroekplein, Kapellerpoort, Andersonweg en Roerzicht, uitgezonderd de straten vermeld in zone E

€ 0,90 per uur

E.

Roerzicht voor de straten:

parallelweg van de B. Lindanussingel tussen de Deemselstraat en Minderbroederssingel, Gr. Reinaldstraat tussen Minderbroederssingel en B. Boermansstraat, B. Drehmansstraat tussen B. Boermansstraat en Secr. Moonenstraat, Secr. Moonenstraat, Mgr. van Gilsstraat en P. Cuypersstraat tussen de H. Luytenstraat en Kapellerpoort

€ 1,10 per uur

F.

Alle overige straten in het gebied begrensd door:

Arlo, Kazerneterrein, Wilhelminasingel, Slachthuisstraat tot aan de spoorwegovergang, de spoorlijn Eindhoven-Maastricht tot aan de Koninginnelaan, Zwartbroekplein, Kapellerpoort, Andersonweg, Roerzicht, B. Lindanussingel, Molenweg, de Ster en de rivier de Maas

€ 0,90 per uur

G.

Het gebied begrensd door de Spoorlaan Noord, Hendrik Uwensstraat, Maria Theresialaan en Oranjelaan

€ 0,90 per uur

H.

De Wilhelminasingel voor zover deze dient als parallelweg van de N280

€ 1,10 per uur, € 4,40 per 24 uur

I.

Alle parkeerplaatsen ingericht als kort-parkeerplaatsen (maximale parkeerduur 30 minuten)

€ 1,10 per 30 min.

2. Tarieven voor het parkeren bij parkeerapparatuurplaatsen op parkeerterreinen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, bedragen:

Terrein:

Bedrag per tijdseenheid

A.

Maashaven

€ 0,90 per uur met een maximum van € 4,40 per 24 uur;

B.

Kazerneterrein € 1,30 per uur met een maximum van € 4,40 per 24 uur;

C.

Wilhelminaplein

€ 1,10 per uur met een maximum van € 4,40 per 24 uur;

D.

Stationspark (Spoorlaan Noord) ECI-terrein (B.Lindanussingel) Loesbleik (Roersingel/De Ster) Arlo (gemeentelijk parkeerterrein)

€ 2,20 per dag;

E.

Brandweer

€ 0,90 per uur;

3. Tarieven voor het parkeren anders dan met betaling bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 1, onderdeel a bedragen:

Terrein /gebied:

Bedrag per tijdseenheid

A.

Kazerneterrein, Wilhelminaplein, parkeerplaats Roersingel / De Ster (Loesbleik), Wilhelminasingel (parallelweg N280), ECI-terrein, Acrosterrein en straten rondom de Reinald Residentie (Bisschop Boermansstraat – Bisschop Drehmansstraat – Secr. Moonenstraat)(abonnement)

€ 27,50 per maand

of

€ 302,50 per jaar;

B.

Alle parkeerapparatuurplaatsen (dagkaart)

€ 6,60 per dag.

4. Tarieven voor het parkeren middels een vergunning als bedoeld in artikel 1, onderdeel b bedragen:

Bewoners:

-

voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 2a van de Parkeerverordening, waarin een bepaald gebied van de gemeente is aangewezen voor het parkeren bij parkeerapparatuurplaatsen en vergunninghouders (bord model E9) en geldend voor één of meerdere kentekens:

€ 10,00 per maand;

-

voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 2c van de Parkeerverordening, waarin een bepaald gebied van de gemeente is aangewezen voor het parkeren bij parkeerapparatuur- en vergunningshoudersplaatsen met een beperkte tijd:

€ 20,00 voor 20 dagen met een maximum van 100 dagen per jaar.

Zakelijk belanghebbenden:

-

voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 2b van de Parkeerverordening, voor het parkeren bij parkeerapparatuurplaatsen of vergunninghouders (bord model E9) in de gehele gemeente en geldend voor één of meerdere kentekens (kenmerk):

€ 50,00 per maand;

Bedrijven met een wisselend bezoek- of werkadres:

-

voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 4 van de Parkeerverordening, voor het parkeren bij parkeerapparatuurplaatsen en vergunninghouders (bord model E9) in de gehele gemeente en geldend voor één of meerdere kentekens (kenmerk):

€ 50,00 per maand;

-

idem voor een dagvergunning

€ 6,00 per dag.

Eerste-lijnshulp in de gezondheidszorg:

-

voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 4 van de Parkeerverordening, voor het parkeren bij parkeerapparatuurplaatsen en vergunninghouders (bord model E9) in de gehele gemeente met beperkte parkeerduur en geldend voor één of meerdere kentekens (kenmerk):

€ 10,00 per maand.

Mantelzorg.:

-

voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 4 van de Parkeerverordening, waarin een bepaald gebied /straat is aangewezen voor het parkeren bij parkeerapparatuurplaatsen en vergunninghouders (bord model E9) met beperkte parkeerduur en geldend voor één of meerdere kentekens (kenmerk):

€ 5,00 per maand.

Non-profit organisaties met ambulante functies gevestigd in de binnenstad e.o.:

-

voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 4 van de Parkeerverordening, waarin een bepaald gebied is aangewezen voor het parkeren bij parkeerapparatuurplaatsen met per dag onbeperkte parkeerduur en geldend voor één of meerdere kentekens (kenmerk):

€ 10,00 per maand.