Regeling vervallen per 01-01-2024

Procedureverordening planschadevergoedingen gemeente Roermond 2008

Geldend van 01-10-2008 t/m 31-12-2023

Intitulé

Procedureverordening planschadevergoedingen gemeente Roermond 2008

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ROERMOND,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 augustus 2008, raadsvoorstelnummer 2008/090/1;

gezien het advies van de commissie voor Economische Zaken van 3 september 2008;

gelet op artikel 6.7 Wet ruimtelijke ordening en artikel 6.1.3.3 Besluit ruimtelijke ordening;

besluit :

vast te stellen de volgende verordening:

Procedure verordening planschadevergoedingen gemeente Roermond 2008

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening indient.

  • 2.

    adviseur: de door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon als bedoeld in artikel 6.1.1.1,onder c, Besluit ruimtelijke ordening.

  • 3.

    adviescommissie: schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 6.1.1.1,onder c, Besluit ruimtelijke ordening.

  • 4.

    Besluit: Besluit ruimtelijke ordening.

  • 5.

    college: het college van burgemeester en wethouders.

  • 6.

    derdebelanghebbende: degene als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, Wet ruimtelijke ordening.

  • 7.

    gemeente: gemeente Roermond.

  • 8.

    planologische maatregel: oorzaak als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, Wet ruimtelijke ordening.

  • 9.

    planschade: schade als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening.

  • 10.

    Wet: Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 2: opdrachtverstrekking adviseur(s)

  • 1. Binnen twaalf weken na het verstrijken van de termijnen als bedoeld in artikel 6.1.3.1 van het Besluit verstrekt het college aan één of meerdere adviseurs gezamenlijk opdracht om terzake van een aanvraag advies uit te brengen, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 6.1.3.1 van het Besluit of aan artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Indien er aan meerdere adviseurs opdracht is verleend gezamenlijk een advies over de betreffende aanvraag te geven, vormen deze adviseurs de adviescommissie.

  • 3. De opdracht aan de adviseur dan wel aan de adviescommissie wordt verleend onder de ontbindende voorwaarde dat het college niet positief beslist op het verzoek om wraking van de adviseur dan wel van één van de leden van de adviescommissie.

  • 4. Bij de opdrachtverlening tot advisering inzake een aanvraag om planschade wordt bepaald wie als voorzitter van de adviescommissie gaat fungeren.

Artikel 3: Adviescommissie

  • 1. De adviseur dan wel adviescommissie beschikt zover nodig voor een zorgvuldige en goede advisering aangaande het planschadeverzoek over voldoende deskundigheid inzake de advisering op het gebied van planschade, terzake van accountancy of financiële bedrijfsvoering en terzake van de waardering van onroerende zaken.

  • 2. Voordat aan een adviseur dan wel commissie opdracht wordt verstrekt advies uit te brengen kan het college verlangen dat deze aantoont op grond van opleiding en ervaring deskundig te zijn met betrekking tot de in lid 1 bedoelde aspecten waarop de aanvraag moet worden beoordeeld.

  • 3. De adviseur(s) mag/ mogen niet werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van het college en de raad noch mag hij/mogen zij betrokken zijn bij de planologische maatregel waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 4. De adviescommissie wijst uit haar midden een rapporteur aan.

Artikel 4: Wraking

  • 1. Na de verstrekking van de opdracht aan één of meer adviseurs stelt het college de aanvrager, eventuele andere bestuursorganen en derdebelanghebbenden in de gelegenheid, om binnen twee weken nadat het college daarvan schriftelijk mededeling heeft gedaan, een schriftelijk en gemotiveerd verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs in te dienen.

  • 2. Het college beslist binnen 4 weken na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn over een ingediend verzoek om wraking.

Artikel 5: Ter beschikking stellen stukken en ambtelijke ondersteuning

  • 1. Het college stelt aan de adviseur of adviescommissie alle op de aanvraag betrekking hebbende informatie alsmede de voor de beoordeling daarvan naar oordeel van de adviseur of adviescommissie noodzakelijke bescheiden ter beschikking.

  • 2. Het college wijst uit de ambtelijke organisatie een of meer personen aan die de adviseur bij de uitvoering van de adviesopdracht bijstaat.

Artikel 6: Hoorzitting bezichtiging ter plaatse en uitbrengen concept advies en eindadvies

  • 1. De adviseur dan wel voorzitter van de adviescommissie organiseert een of meerdere hoorzittingen, waarbij de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld de aanvraag toe te lichten en een gemeentelijke vertegenwoordiger in de gelegenheid wordt gesteld het standpunt van de gemeente over de aanvraag aan de adviseur of de adviescommissie kenbaar te maken. Ook worden eventuele andere bestuursorganen, alsmede derde belanghebbenden in de gelegenheid gestel hun standpunt ten aanzien van de aanvraag kenbaar te maken.

  • 2. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie bepaalt het tijdstip waarop de adviseur of de adviescommissie de situatie ter plaatse zal bezichtigen en nodigen de aanvrager

  • 3. Ten behoeve van een taxatie een bij de aanvraag betrokken onroerende zaak wordt door dan wel onder verantwoording van de adviseur of voorzitter van de adviescommissie met de aanvrager een afspraak gemaakt.

  • 4. Van hetgeen tijdens de in lid 1 genoemde hoorzitting naar voren is gebracht en van de bevindingen van de bezichtiging genoemd in het tweede lid wordt door, dan wel onder verantwoordelijkheid van de adviseur dan wel voorzitter van de commissie een verslag gemaakt dat onderdeel vormt van het uit te brengen advies.

  • 5. De adviseur dan wel de adviescommissie brengt binnen 16 weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een conceptadvies uit en verzendt een afschrift van het concept-advies aan het college, aan de aanvrager, aan eventuele andere bestuursorganen en derdebelanghebbenden.

  • 6. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie kan de in lid 5 genoemde termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn met hoogste vier weken verlengen.

  • 7. De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen en derdebelanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na de toezending van het concept-advies hierop schriftelijk te reageren.

  • 8. In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen vier weken na het verstrijken van de in het zevende lid bedoelde termijn het definitieve advies uit aan het college, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken.

  • 9. Ingeval geen reacties op het concept advies zijn ingediend brengt de adviseur of de advies-commissie binnen twee weken na het verstrijken van de in het zevende lid bedoelde termijn advies uit aan het college.

Artikel 7: Slotbepalingen

  • 1. Aanvragen om planschade ingekomen voor de inwerkingtreding van deze verordening, maar na inwerkingtreding van de Wet en het Besluit en waarop nog geen beslissing is genomen of waarop de beslissing is aangehouden, worden behandeld met in achtname van deze verordening.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking conform art. 139 Gemeentewet.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als “Procedureverordening planschadevergoedingen gemeente Roermond 2008”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Roermond in zijn openbare vergadering van 18 september 2008

De griffier

J. Vervuurt

De voorzitter

H.M.J.M. van Beers