Regeling vervallen per 07-01-2015

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting

Geldend van 07-01-2015 t/m 06-01-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting

De raad van de gemeente Roermond

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013,

raadsvoorstelnummer 2013/083/1;

gelet op het bepaalde in artikel 226 van de Gemeentewet

besluit:

vast te stellen de “verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting

(Verordening hondenbelasting 2014)

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 2. 1 Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2. 2 Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook, een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 2. 3 Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • a.

    die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden;

  • b.

    die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden;

  • c.

    die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en Kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • d.

    die uitsluitend ter verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en Kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • e.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;

  • f.

    waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma der Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging, mits de houder zich verbindt zijn hond met een begeleider aan wiens bevelen de hond gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de politie te stellen;

  • g.

    waarvan de houder geen ingezetene van de gemeente is en de hond niet langer dan 90 dagen van het belastingjaar in de gemeente verblijft.

Artikel 5 Belastingtarief

5.1

De belasting bedraagt per belastingjaar:

a.voor een eerste hond

c.voor een tweede hond

d.voor iedere hond boven het aantal van

twee is het tarief bovenop het tarief

van de voorafgaande hond:

€ 75,-

€102,-

€ 26,-

5.2

In afwijking van de voorgaande leden bedraagt de belasting voor honden gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer

op Kynologisch gebied in Nederland, per

kennel, ongeacht het aantal honden, per belastingjaar:

€216,-

5.3

Het tweede lid blijft buiten toepassing als belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijk aantal honden, als blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 8. 1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 8. 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 8. 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 9. 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn één maand later.

  • 9. 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 9. 3 In afwijking van het bepaalde in het tweede lid geldt dat, indien er minder dan 10 volle maanden na de dagtekening van de aanslag in een belastingjaar resteren de betaling via automatische incasso maandelijks plaats vindt in de resterende volle maanden van dat jaar, met een minimum van 4 maanden

  • 9. 4 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 12. 1 De "Verordening hondenbelasting 2013" van 8 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 12. 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 12. 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 12. 4 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening hondenbelasting 2014".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2013.
De griffier,
J.Vervuurt
De voorzitter,
mr. P.A.G. Cammaert