Regeling vervallen per 01-04-2018

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissielden 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-03-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2014

Intitulé

De raad van de gemeente Roermond;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014, raadsvoorstel 2014/090/1;

gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

gezien het advies van de commissie Bestuur en Middelen van 1 december 2014;

besluit

vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2015.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

  • b.

    Commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

  • c.

    Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

  • d.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

  • e.

    Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriele regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

  • f.

    Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87174|U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;

  • g.

    Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;

  • h.

    Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;

  • i.

    Raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

  • j.

    Griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • k.

    Gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden

Van de vergoeding, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, kan de burgemeester in overleg met presidium besluiten dat 20%, met ingang van 1 januari 2015, wordt uitgekeerd op basis van het aantal bijgewoonde raadsvergaderingen.

Artikel 3 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1.

    Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoeding, bedoeld in de artikel 2, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2.

    De betaling van de vergoeding, bedoeld in de artikel 2, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 4 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen

  • 1.

    Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die op grond van de Verordening behandeling bezwaarschriften als commissielid een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96, tweede lid van de Gemeentewet ontvangt.

  • 4.

    De betaling van de vergoeding, bedoeld in artikel 4, geschiedt eenmaal per kwartaal.

Artikel 5 Reis-en verblijfkosten

  • 1.

    Aan raads- en commissieleden worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte reis- en verblijfkosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2.

    De vergoeding als bedoeld in het eerste lid is:

    • a.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.

  • 4.

    De reis- en verblijfkosten worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 6 Scholing

  • 1.

    Raads- of commissieleden die aan scholing als bedoeld in artikel 13, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden willen deelnemen, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    De aanvraag bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    Kosten van scholing die wordt georganiseerd door de beroepsvereniging van raadsleden of door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten komt altijd voor vergoeding door de gemeente in aanmerking als voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in het eerste lid.

  • 4.

    Aanvragen die niet overeenkomstig de bepalingen in deze verordening worden ingediend komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 5.

    In voorkomende gevallen beslist de burgemeester in overleg met het presidium.

Artikel 7 Computer en internetverbinding

  • 1.
    • a.

      Raads- of commissieleden aan wie een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

    • b.

      Beschikbaarstelling geschiedt voor de duur van het raads- of commissielidmaatschap.

    • c.

      ln dit verband wordt verstaan onder bijbehorende apparatuur een printer of een all-in-one printer en onder software Microsoft Windows, Microsoft Office en beveiligingssosftware.

  • 2.

    lndien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, maar het raads- of commissielid voor de uitoefening van het raads- of commissielidmaatschap gebruik maakt van eigen computerapparatuur, bijbehorende apparatuur en software, wordt door het college hetzij voor de aanschaf, hetzij het gebruik van dergelijke apparatuur op aanvraag voor een periode van maximaal vier jaar een tegemoetkoming verstrekt van 17,5% per jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raads- of commissieleden in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 3.
    • a.

      Op aanvraag vergoedt het college het raads- of commissielid de aanleg- en een deel van de abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of tweede lid genoemde computerapparatuur.

    • b.

      De abonnementskostenvergoeding bedraagt 50% van een gebruikelijk abonnementstarief gebaseerd op een gemiddelde verbindingssnelheid, een en ander op advies van de afdeling Personeel, Organisatie & Informatie. De vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.

Artikel 8 Fietsregeling

  • 1.

    Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Het raadslid heeft de mogelijkheid de raadsvergoeding te verminderen met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2.

    Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 9 Ziektekostenvoorziening

  • 1.

    Een raadslid ontvangt ten laste van de gemeente een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering van € 203,21 per jaar.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt bij ministeriële regeling gewijzigd overeenkomstig de wijzigingen die de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk ondergaat.

  • 3.

    In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 4.

    De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 10 Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

  • 1.

    De artikelen 2 en 3, 7 tot en met 9 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 2 lid 3 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepaling van toepassing is.

  • 2.

    De artikelen 1 tot en met 3, 5 en 6, 7 eerste en derde lid, en 9 van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel Xl0 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.

Artikel 11 Werkkostenregeling

Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 12 Reiskosten woon-werkverkeer en vergoeding verhuiskosten

  • 1.

    Aan de wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend als bedoeld in artikel 1 van Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2.

    Bij verhuizing naar de gemeente heeft de wethouders als bedoeld in lid 1 recht op een vergoeding van verhuiskosten als bedoeld in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 13 Zakelijke reiskosten

  • 1.

    Aan de wethouder wordt, naast de tegemoetkoming bedoeld in artikel 12, vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 12 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt. De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;

    • c.

      een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten;

  • 2.

    Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. lndien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989

Artikel 14 Buitenlandse dienstreis

  • 1.

    lndien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijf kosten vergoed.

  • 2.

    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 15 Computer en internetverbinding

  • 1.
    • a.

      Wethouders aan wie een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

    • b.

      Beschikbaarstelling geschiedt voor de duur van het wethouderschap.

    • c.

      ln dit verband wordt verstaan onder bijbehorende apparatuur een printer of een all-in-one printer en onder software Microsoft Windows, Microsoft Office en beveiligingssoftware.

  • 2.

    lndien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, maar de wethouder voor de uitoefening van het wethouderschap gebruik maakt van eigen computerapparatuur, bijbehorende apparatuur en software, wordt door het college hetzij voor de aanschaf, hetzij het gebruik van dergelijke apparatuur op aanvraag voor een periode van maximaal vier jaar een tegemoetkoming verstrekt van 17,5% per jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raads- en commissieleden in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 3.
    • a.

      Op aanvraag vergoedt het college de wethouder de aanleg- en een deel van de abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur.

    • b.

      De abonnementskostenvergoeding bedraagt 50% van een gebruikelijk abonnementstarief gebaseerd op een gemiddelde verbindingssnelheid, een en ander op advies van de afdeling Personeel, Organisatie & Informatie. De vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.

Artikel 16 Communicatieapparatuur

De wethouder aan wie communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld voor uitsluitend de uitoefening van zijn ambt tekent hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 17 Fietsregeling

  • 1.

    De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. De wethouder heeft de mogelijkheid de bezoldiging te verminderen met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2.

    Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 18 Schadevergoeding zakelijk autogebruik

Naar analogie van de terzake geldende regeling voor gemeentepersoneel wordt aan de wethouder de schade vergoed van een aan hem toebehorend motorrijtuig in de zin van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen welke hij lijdt ten gevolge van de uitoefening van zijn ambt.

Artikel 19 Werkkostenregeling

Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

Hoofdstuk IV De procedure van declaratie

Artikel 20 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 21 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1.

    De declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en de vergoeding van reiskosten met de eigen auto vindt plaats door gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Het formulier wordt binnen twee maanden na de betaling cq de datum van de gemaakte rit volledig ingevuld en ondertekend door het raads- of het commissielid respectievelijk de wethouder en ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de bewijsstukken.

Artikel 22 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1.

    Raads- en commissieleden en wethouders dragen ten behoeven van het vergoeden van kosten zorgen voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

  • 2.

    Verantwoording van de vergoeding door het raadslid, het commissielid respectievelijk de wethouder vindt plaats door een door het college vastgesteld formulier volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3.

    Facturen komen alleen voor vergoeding in aanmerking als voldaan wordt aan de bepalingen in deze verordening.

  • 4.

    Het formulier wordt ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk VI Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 23 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2015 en werkt terug tot en met 1 juli 2014.

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2015.

Ondertekening

Raadsbesluitnummer Raadsbesluitnummer 2014/090/2 vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Roermond d.d. 18 december 2014.
De griffier,
J.Vervuurt
De voorzitter,
mr. P.A.G. Cammaert