Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Roermond houdende regels omtrent lijkbezorging Verordening lijkbezorgingsrechten 2017

Geldend van 29-12-2016 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017

De raad van de gemeente Roermond

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2016,

raadsvoorstelnummer 2016/054/1;

gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet

besluit :  

vast te stellen de ‘verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017’

(verordening lijkbezorgingsrechten 2017)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen ‘Tussen de Bergen’, ‘nabij Kapel in 't Zand’, ‘Brummeberg’ en ‘Herten’;

  • eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor door het college van burgemeester en wethouders aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon een grafvergunning is verleend houdende het uitsluitend recht voor onbepaalde tijd tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • huurgraf: een graf, waarvoor door het college van burgemeester en wethouders aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon een grafvergunning is verleend houdende het uitsluitend recht voor 20 jaren tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

      en dat tegen betaling van een bepaald recht opnieuw kan worden ingehuurd voor een periode van 10 jaren telkens wanneer het aan de beurt komt om te worden geruimd;

  • huurgraf voor urnen: een urnennis of een urnenbewaarplaats in de urnentuin, waarvoor door het college van burgemeester en wethouders aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon een grafvergunning is verleend houdende het uitsluitend recht voor 20 jaren tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen en dat tegen betaling van een bepaald recht opnieuw kan worden ingehuurd voor een periode van 10 jaren telkens wanneer het aan de beurt komt om te worden geruimd;

  • urnennis: een nis in een urnenmuur (columbarium) op een daartoe door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gedeelte van een begraafplaats alwaar asbussen kunnen worden geplaatst;

  • asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • kindergraf: een graf voor het begraven van een lijk van een persoon beneden 13 jaar;

  • grafbedekking: een gedenkteken en / of beplanting op een graf;

  • de ambtenaar: de ambtenaar van de burgerlijke stand belast met het administratief beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen;

  • de beheerder: de ambtenaar die belast is met het dagelijkse beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen of diens vervanger;

  • rechthebbende: de houder van een grafvergunning.

De in dit artikel genoemde termijnen voor onbepaalde tijd en voor 20 jaren beginnen te lopen op de datum waarop het graf is uitgegeven, zijnde de datum van begraven van de eerstbegravene.

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder eigen graf mede verstaan: eigen graf voor urnen, en onder huurgraf: huurgraf voor urnen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven of cremeren van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven of gecremeerd.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in artikel 5 lid 2 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De overige rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in artikel 5 lid 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn, de rechten bedoeld in artikel 5 lid 2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in artikel 5 lid 2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5 lid 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving dan wel aanslag.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘verordening lijkbezorgingsrechten 2016’ van 17 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekend­making.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘verordening lijkbezorgingsrechten 2017’.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de raad van de gemeente Roermond in zijn openbare vergadering d.d. 22 december 2016 (Raadsbesluitnummer 2016/054/7).
De griffier,
J. Vervuurt
De voorzitter,
M.J.D. Donders – de Leest

Bijlage 1 Tarieventabel

Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van de lijkbezorgingsrechten 2017