Regeling vervallen per 23-10-2019

Beleidsregels landelijke toegankelijkheid maatschappelijke opvang 2017 gemeente Roermond

Geldend van 26-07-2017 t/m 22-10-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Beleidsregels landelijke toegankelijkheid maatschappelijke opvang 2017 gemeente Roermond

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond;

gelezen het voorstel van 11 april 2017;

Overwegende dat:

  • -

    Door de 43 centrumgemeenten maatschappelijke opvang in samenwerking met de VNG een handreiking landelijke toegankelijkheid en regiobinding maatschappelijke opvang is ontwikkeld. Deze handreiking bevat duidelijke spelregels ten aanzien van de regiobinding en de wijze van overdracht tussen regio's. De gemeenten hebben middels een convenant uitgesproken deze beleidsregels te gaan gebruiken.

  • -

    Deze beleidsregels een nadere uitwerking van het Besluit beschermd wonen en opvang 2017 voor zover het landelijke toegankelijkheid en regiobinding van de maatschappelijke opvang betreft.

 

besluit vast te stellen de Beleidsregels landelijke toegankelijkheid en regiobinding maatschappelijke opvang.

Artikel 1 Aanmelding en onderzoek

  • 1.1 Elke centrumgemeente zorgt er voor dat iedere dak- en thuisloze zich kan aanmelden voor maat-schappelijke opvang.

  • 1.2 Elke centrumgemeente draagt er zorg voor dat na de aanmelding nagegaan wordt of iemand tot de doelgroep behoort en er zo spoedig mogelijk een onderzoek wordt uitgevoerd om te bepalen in welke centrumgemeente de maatschappelijke opvang van de cliënt het beste kan plaatsvinden. Dat is in eerste instantie de centrumgemeente of regio waar de voorwaarden voor een succesvol traject voor de cliënt optimaal zijn of waar de cliënt aantoonbare binding heeft. Indien over beide zaken geen duidelijkheid ontstaat, is de centrumgemeente van aanmelding de aangewezen cen-trumgemeente die de cliënt toelaat tot de maatschappelijke opvang. De centrumgemeente waarbij de voorwaarden optimaal zijn of aantoonbare binding is, is de aangewezen centrumgemeente die de cliënt toelaat tot de maatschappelijke opvang.

  • 1.3 Om vast te stellen waar een cliënt het beste maatschappelijke opvang kan krijgen, worden de volgende beoordelingscriteria aanbevolen, die toegepast worden bij de centrumgemeente van aanmelding: Centrumgemeente A. Dit in overleg met zowel de cliënt als de eventueel beoogde centrumge-meente B waar de voorwaarden voor een succesvol traject voor de cliënt optimaal zijn. Om dit te kunnen bepalen, wordt gekeken naar de volgende feiten en omstandigheden:

    • .

      De aanwezigheid van een positief netwerk (familie en vrienden);

    • .

      Voorwaarden voor een succesvol traject zoals bijvoorbeeld: actieve schuldhulpverlening, bestaande relatie met GGZ, CJG, MO e.a. in de betreffende regio;

    • .

      Gegronde redenen om tegemoet te komen aan de wens van de cliënt om in een bepaalde gemeente/regio te worden opgevangen. Deze redenen moeten voor alle betrokken partijen aanvaardbaar zijn;

    • .

      Bekendheid bij de politie in de betreffende regio;

    • .

      De cliënt heeft gedurende drie jaar voorafgaand aan het moment van aanmelding minimaal twee jaar aantoonbaar zijn of haar hoofdverblijf in de centrumgemeente of regio gehad. Dit moet blijken uit inschrijving in de basisregistratie personen of het bekend en geregistreerd zijn bij zorginstellingen;

    • .

      Als contra-indicatie om een cliënt te plaatsen in een bepaalde regio gelden redenen om de cliënt uit zijn oude sociale netwerk te halen, of agressie tegen medewerkers van betrokken partijen in de betreffende regio.

    • .

      Dit onderzoek naar beste plaatsing wordt in principe binnen twee weken afgerond.

Artikel 2 Overdracht van cliënten

  • 2.1 Als uit het onderzoek bij de centrumgemeenten van aanmelding (centrumgemeente A) volgt dat de maatschappelijke opvang het beste in een andere centrumgemeente B kan plaatsvinden, neemt de aangewezen contactpersoon van de centrumgemeente A contact op met de aangewezen con-tactpersoon van de andere centrumgemeente B voor het organiseren van een (warme) overdracht van de cliënt. Gedurende de periode dat de cliënt in afwachting is van overdracht, zal de centrum-gemeente A zo nodig onderdak en ondersteuning bieden.

    Centrumgemeente A zorgt ervoor dat centrumgemeente B op de hoogte wordt gebracht en betrokken wordt bij het bepalen van het resultaat van het onderzoek zoals beschreven onder punt 3.

  • 2.2 De overdracht van een cliënt vindt plaats onder regie van de centrumgemeenten en hierbij worden in elk geval afspraken gemaakt over:

    • .

      de datum van overdracht

    • .

      overbruggingsopvang in regio A indien er in regio B nog geen plaats is

    • .

      de instelling die de cliënt opneemt

    • .

      de wijze van vervoer en eventuele reisbegeleiding

    • .

      de overdracht van de persoonlijke gegevens

  • 2.3 De financiering van overdracht ligt bij centrumgemeente A en de financiering van tijdelijke overbruggingsopvang ligt bij de ontvangende centrumgemeente B

Artikel 3 Verantwoordelijkheid

  • 3.1 Als na onderzoek zoals onder artikel 1.3 aangegeven, in goed overleg blijkt dat de cliënt in centrum-gemeente B het best kan worden opgevangen in de maatschappelijke opvang, dan is centrumge-meente B vervolgens verantwoordelijk om de cliënt opvang te bieden.

  • 3.2 Besluiten worden ondersteund door formele beschikkingen waar van toepassing, door centrumge-meente A en of door centrumgemeente B.

  • 3.3 Indien de contactpersoon van de centrumgemeenten A en B niet tot een akkoord kunnen komen leg-gen zij dit voor aan de door de VNG en FO ingestelde geschillencommissie, waarvan het besluit vervolgens bindend is.

Artikel 4 Vertrouwenspersoon

De cliënt mag zich laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. De gemeente draagt zorg voor goede en voldoende voorlichting over de rechten en plichten, zowel mondeling als schriftelijk.

Artikel 5 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als de ’Beleidsregels landelijke toegankelijkheid maatschappelijke opvang 2017’ en treden, met terugwerkende kracht, op 1 januari 2017 in werking.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 11 april 2017.
Burgemeester en wethouders van Roermond,
De secretaris,
mr. drs. J.J.Th.L. Geraedts 
De burgemeester,