Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Roermond houdende regels omtrent heffing en invordering van marktgelden Verordening marktgelden 2018

Geldend van 30-12-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2018

De raad van de gemeente Roermond,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017,

raadsvoorstelnummer 2017/074/1;

gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, onderdelen a en b van de Gemeentewet

besluit :

 

vast te stellen de ‘verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2018’

(verordening marktgelden 2018)

Artikel 1 Belastbaar feit

  • a. Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het gebruik en genot van standplaatsen, met de daarbij behorende voorzieningen, op marktterreinen gedurende de tijden voor de markten bestemd.

  • b. Onder de naam ‘marktpromotiegeld’ worden rechten geheven voor reclame- en promotieactiviteiten in samenwerking met de marktkooplieden.

Artikel 2 Begripsomschrijving

  • a. Onder marktterreinen worden verstaan de pleinen, straten en wegen, welke voor het houden van markten zijn aangewezen.

  • b. Onder organisaties zonder winstoogmerk wordt verstaan: een organisatie of daarmee gelijk te stellen instelling met ideële motieven, die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale, liefdadige, godsdienstige, politieke, sportieve of culturele aard, of tot bevordering van het algemeen belang waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.

Artikel 3 Standplaatsen

Voor de toepassing van deze verordening worden de standplaatsen op de marktterreinen onderscheiden in vaste en losse standplaatsen.

Een vaste standplaats is een standplaats, die voor een kalenderjaar wordt toegewezen door het college van burgemeester en wethouders.

De overige standplaatsen zijn losse standplaatsen. Zij worden per marktdag toegewezen door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 4 Belastingplicht

Belastingplichtig is degene aan wie een standplaats op een marktterrein is toegewezen, of degene die in zijn plaats optreedt.

Artikel 5 Tarieven

 

 

2018

5.1

Het marktgeld bedraagt voor het innemen van

 

 

een losse standplaats of gedeelte daarvan

€ 0,98  per m²

 

met een minimum van

€ 11,76

5.2

Het marktgeld bedraagt voor het innemen van een vaste

standplaats op één marktdag of gedeelte daarvan gedurende een tijdvak van:

   

 

a. een kwartaal

€ 13,00 per m²

 

met een minimum van

€ 103,92

 

b. een halfjaar

€ 25,98 per m²

 

met een minimum van

€ 207,84

 

c. een jaar

€ 51,97 per m²

 

met een minimum van

€ 415,67

5.3

Het 'marktpromotiegeld' geldt voor de warenmarkten in Roermond en bedraagt :

5.3.1

Per standplaats

€ 30,78* per kwartaal

5.3.2

Per standwerkplaats

€ 2,57* per dag

5.4

Voor het gebruik van door de gemeente beschikbaar gestelde elektriciteit op de weekmarkt bedraagt het recht per standplaats per dag of gedeelte daarvan:

5.4.1

Tot een vermogen van 250 watt

€ 1,12*

5.4.2

Tot een vermogen van 251 watt tot 500 watt

€ 1,52*

5.4.3

Tot een vermogen van 501 watt tot 750 watt

€ 1,63*

5.4.4

Tot een vermogen van 751 watt tot 1.000 watt;

Laatstgenoemd bedrag wordt verhoogd met € 0,25* voor elk gebruik van 250 watt per marktdag of gedeelte daarvan boven een gebruik van 1.000 watt

€ 1,78*

5.5

Voor de markt in de wijk Swalmen bedraagt het marktgeld per marktdag, per strekkende meter in gebruik genomen ruimte:

 

 

a. bij een diepte tot en met drie meter:

€ 1,26

 

b. bij een diepte van meer dan drie meter:

€ 2,52

* deze tarieven zijn exclusief verschuldigde omzetbelasting

Artikel 6 Heffingstijdvakken voor vaste standplaatshouders

  • 6.1 Het marktgeld van de vaste standplaatshouders wordt geheven over een heffingstijdvak van een kwartaal, een halfjaar of een jaar en naar de daarbij in het tweede lid van artikel 5 vermelde tarieven.

  • 6.2 De keuze van het heffingstijdvak berust bij de belastingplichtige, die deze keuze ten minste drie weken voor de aanvang van het door hem gewenste heffingstijdvak schriftelijk aan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar moet mededelen.

  • 6.3 In het geval de mededeling bedoeld in het tweede lid van dit artikel niet of niet tijdig wordt gedaan, wordt het marktgeld over een heffingstijdvak van een kwartaal geheven.

  • 6.4 Een eerder gekozen heffingstijdvak kan door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar worden gewijzigd in een ander tijdvak, mits de belastingplichtige hiervoor schriftelijk en tenminste drie weken vóór de aanvang van het nieuwe heffingstijdvak een aanvraag indient.

  • 6.5 Indien de belastingplicht van een vaste standplaatshouder in de loop van een heffingstijdvak aanvangt, wordt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel het marktgeld in dat tijdvak geheven naar de tarieven als vermeld in het eerste lid van artikel 5.

  • 6.6 Het marktgeld voor de markt in de wijk Swalmen wordt geheven over een heffingstijdvak van een kwartaal en naar de daarbij in het derde lid van artikel 5 vermelde tarieven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

  • 7.1 Het marktgeld vermeld in het eerste lid van artikel 5 is verschuldigd op het tijdstip waarop de standplaats wordt ingenomen.

  • 7.2 Het marktgeld vermeld in het tweede, derde, vierde en vijfde lid van artikel 5 is verschuldigd bij de aanvang van een heffingstijdvak.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 8.1 Het marktgeld vermeld in het eerste lid van artikel 5 wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • 8.2 Het marktgeld vermeld in het tweede, derde, vierde en vijfde lid van artikel 5 wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 9.1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld vermeld in het eerste lid van artikel 5 worden betaald op het tijdstip vermeld in het eerste lid van artikel 7.

  • 9.2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat, de aanslagen betreffende het marktgeld vermeld in het tweede, derde, vierde en vijfde lid van artikel 5 dienen te worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet staat vermeld.

Artikel 10 Ontheffing

Indien de belastingplicht van een vaste standplaatshouder in de loop van een heffingstijdvak eindigt, wordt ontheffing verleend van het voor dat tijdvak berekende marktgeld naar rato van het aantal marktdagen dat na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht in dat tijdvak overblijft en rekening houdend met het totaal aantal marktdagen in dat tijdvak.

Artikel 11 Vrijstellingen

Marktgelden worden niet geheven ter zake van het innemen van een losse standplaats voor het houden van niet commerciële activiteiten door organisatíes zonder winstoogmerk.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 14.1 De ‘Verordening marktgelden 2017’ van 22 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 14.2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 14.3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 14.4 Deze verordening kan worden aangehaald als ‘verordening marktgelden 2018’.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de raad van de gemeente Roermond in zijn openbare vergadering d.d. 21 december 2017 (Raadsbesluitnummer 2017/074/8). 
De griffier,
J. Vervuurt
 
De voorzitter,
M.J.D. Donders – de Leest