Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Roermond houdende regels omtrent rechtspositie raads- en commissieleden (Verordening rechtspositie, raads- en commissieleden gemeente Roermond 2019)

Geldend van 24-07-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 02-01-2019

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Roermond houdende regels omtrent rechtspositie raads- en commissieleden (Verordening rechtspositie, raads- en commissieleden gemeente Roermond 2019)

De raad van de gemeente Roermond;

gelezen het voorstel van de werkgroep arbeidsvoorwaarden raad;

gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147 van de Gemeentewet, en het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

gezien het advies van de commissie Bestuur en Middelen van 17 juni 2019;

besluit

vast te stellen de ‘Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019’

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Algemene bepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Commissielid: lid van een commissie als bedoeld in artikel 82, 83 en 84 Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd

  • b.

    Griffier: de griffier bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet

  • c.

    Raadslid: lid van de gemeenteraad

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden

Van de vergoeding, bedoeld in artikel 3.1.1 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers., kan de burgemeester in overleg met presidium besluiten dat 20%wordt uitgekeerd op basis van het aantal bijgewoonde raadsvergaderingen afgezet tegen het aantal gehouden vergaderingen.

Artikel 3 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen

  • 1. Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag op basis van artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.

  • 3. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die op grond van de Verordening behandeling bezwaarschriften als commissielid een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96, tweede lid van de Gemeentewet ontvangt.

  • 4. De betaling van de vergoeding, bedoeld in artikel 4, geschiedt eenmaal per kwartaal.

Artikel 4 Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

  • 1. De raad heeft de mogelijkheid tot het instellen van een onderzoekscommissie als bedoelt in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet en tot het toekennen van een toelage aan raadsleden die in deze commissie zitting nemen van maximaal 3 maal de maandelijkse raadslidmaatschapsvergoeding per jaar voor de duur van de activiteiten op grond van artikel 3.1.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. De raad heeft de mogelijkheid tot het instellen van een bijzondere commissie en tot het toekennen van een toelage aan raadsleden die in deze commissie zitting nemen van maximaal € 120 per maand voor de duur van activiteiten op grond van artikel 3.1.4 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

Artikel 5 Reis-en verblijfkosten voor reizen buiten de gemeente

  • 1. Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan raads- of commissieleden vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer

    • b.

      bij gebruik van eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt

  • 2. Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van de eigen auto tevens de parkeer, veer- en tolkosten vergoed.

  • 3. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4. Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeente¬bestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

  • 6. In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.

  • 7. De reis- en verblijfkosten worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 6 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing

  • 1. Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing als bedoeld in artikel 3.3.3. Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2. De aanvraag bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. Kosten van scholing die wordt georganiseerd door de beroepsvereniging van raadsleden of door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten komt altijd voor vergoeding door de gemeente in aanmerking als voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in het eerste lid.

  • 4. De griffier handelt de aanvraag af. In voorkomende gevallen beslist de burgemeester in overleg met het presidium.

Artikel 7 Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1. Een raad- of commissielid ondertekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie-en communicatievoorzieningen ter beschikking wordt gesteld. als bedoeld in artikel 3.3.2 of 3.4.4. Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Bij aanvang van het raadslidmaatschap vraagt het raadslid de beschikbare informatie-en communicatievoorzieningen aan bij de griffier. De griffier handelt de aanvraag af.

  • 3. Voor een raads- of commissielid dat op 1 juli 2019 in functie was blijft artikel 7a en artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads-en commissieleden zoals dat gold op 31 december 2018 van overeenkomstige toepassing tot het moment van herbenoeming of ontslag.

Artikel 8 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk 2 De procedure van declaratie

Artikel 9 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur, of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maanden na factuurdatum of betaling door raads- en commissieleden ingediend bij de griffier;

Hoofdstuk 3 Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 10 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders en raads- en commissieleden 2018 wordt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2019ingetrokken.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie, raads- en commissieleden gemeente Roermond 2019.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking de dag na bekendmaking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2019.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Roermond d.d. 4 juli 2019.

De griffier,

J. Vervuurt

De voorzitter,

M.J.D. Donders – de Leest