Regeling vervallen per 01-09-2011

Reglement van Orde welstandscommissie

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-08-2011

Intitulé

Reglement van Orde welstandscommissie

De raad van de gemeente Roosendaal;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 juni 2004, nr. 64;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 8, zesde lid, 12, 12a, 12b, 12c van de Woningwet, artikel 10.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 6.2 van het Besluit omgevingsrecht en hoofdstuk 9 van de Bouwverordening gemeente Roosendaal,

heeft besloten:

vast te stellen de navolgende verordening: het Reglement van Orde welstandscommissie op grond van artikel 8 van de Woningwet

bijlage behorende hoofdstuk 9 van de Bouwverordening gemeente Roosendaal

  • 1.

    Taakomschrijving welstandscommissie

  • 1.1

    De welstandscommissie is belast met zowel wettelijk verplichte als niet wettelijk verplichte taken. De wettelijke taken van de welstandscommissie worden uitgevoerd op grond van de Woningwet. De commissie is beleidsmatig gebonden aan het gemeentelijk welstandsbeleid, zoals dat is vastgelegd in de gemeentelijke welstandsnota.

  • 1.2

    De welstandscommissie heeft de volgende wettelijke taken:

    • a.

      Toetsing van vergunningplichtige bouwwerken.

      De commissie is bevoegd om burgemeester en wethouders te adviseren over de welstandsaspecten van aanvragen omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

    • b.

      Jaarverslag welstandscommissie.

      De welstandscommissie legt de gemeenteraad eenmaal per jaar een verslag voor van de door haar verrichte werkzaamheden. In het verslag zet de commissie tenminste uiteen op welke wijze zij toepassing heeft gegeven aan de welstandscriteria.

      Tenminste eenmaal per jaar vindt, ten behoeve van het jaarverslag, een evaluatiegesprek plaats tussen een vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en de welstandscommissie.

  • 1.3

    De welstandscommissie heeft, indien door de gemeente gewenst, de opdracht om naast de reguliere taken de volgende (niet wettelijk verplichte) taken uit te voeren.

    • a.

      Onder de regie van de gemeente, en op verzoek van de commissie, de gemeente of de aanvrager, noodzakelijk geacht overleg voeren met betrokkenen bij de voorbereiding van bouwplannen.

    • b.

      Desgevraagd adviezen uitbrengen aan burgemeester en wethouders over de welstandsaspecten van in voorbereiding zijnde structuurplannen, bestemmingsplannen, beeldkwaliteitplannen, stedenbouwkundige plannen en andere relevante beleidsstukken.

    • c.

      Desgevraagd adviseren over stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen die van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente.

    • d.

      Desgevraagd adviseren in het geval van excessen: buitensporigheden in het uiterlijk vanbouwwerken die ook voor niet-deskundigen evident zijn.

    • e.

      Voorlichting inzake ruimtelijke kwaliteit aan de gemeenteraad, burgemeester en wethouders en burgers.

  • 2.

    Benoeming en samenstelling van de welstandscommissie, alsmede taakomschrijving commissieleden

  • 2.1

    De welstandscommissie Roosendaal bestaat uit tenminste vier leden, die allen een speciale deskundigheid bezitten op het gebied van architectuur en welstand. Daarnaast bezitten tenminste twee leden affiniteit met c.q. deskundigheid op het gebied van stedenbouw. Van de leden wordt verwacht dat zij interesse hebben in Roosendaal en dat zij over communicatieve vaardigheden beschikken.De voorzitter wordt door en uit de commissie benoemd.

  • 2.2

    De leden van de welstandscommissie worden op voordracht van burgemeester en wethouders benoemd en ontslagen door de gemeenteraad. Alle leden van de welstandscommissie kunnen ten hoogste voor een termijn van drie jaar worden benoemd. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar. Het streven is om per jaar niet meer dan één nieuw lid in de welstandscommissie te benoemen. Bij het ontstaan van een vacature doet de welstandscommissie een aanbeveling van tenminste twee personen aan burgemeester en wethouders.

  • 2.3

    Bij ziekte of afwezigheid worden de voorzitter en de leden vervangen op de wijze door burgemeester en wethouders te bepalen.

  • 2.4

    Bij periodieke aftreding blijven de leden van de welstandscommissie hun functie vervullen, totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 2.5

    Voorts eindigt het lidmaatschap van de welstandscommissie, wanneer omstandigheden, die tot benoeming hebben geleid, naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet meer aanwezig zijn. Dit besluit wordt schriftelijk medegedeeld aan belanghebbende en de gemeenteraad.

  • 2.6

    Een lid van de welstandscommissie kan overigens te allen tijde ontslag nemen. Het geeft hiervan zo spoedig mogelijk kennis aan de gemeenteraad en aan de voorzitter van de welstandscommissie.

  • 2.7

    Een opengevallen plaats in de welstandscommissie wordt zo mogelijk binnen vier weken na het ontstaan ervan vervuld.

  • 2.8

    De leden van de welstandscommissie genieten voor hun werkzaamheden een door burgemeester en wethouders te bepalen honorarium en vergoeding van reis- en verblijfkosten.

  • 2.9

    Uit oogpunt van onafhankelijkheid mogen de leden van de welstandscommissie niet ondergeschikt zijn aan het gemeentebestuur of belangen in de gemeente Roosendaal hebben die gerelateerd zijn aan het welstandstoezicht.Indien één van de welstandscommissieleden direct of indirect betrokken is bij een aanvraag die ter beoordeling aan de welstandscommissie wordt voorgelegd, neemt hij of zij geen deel van de beraadslaging en de eindbeoordeling van het betreffende plan. In dat geval wordt het lid in de commissie gedurende de gehele vergadering vervangen door een ander lid van de welstandscommissie.

  • 2.10

    De voorzitter van de welstandscommissie is verantwoordelijk voor het verloop van de vergadering en de algemene kwaliteit van de advisering. De voorzitter leidt de vergadering, zorgt ervoor dat eventuele verschillen in opvatting helder naar voren worden gebracht en integreert de verschillende visies tot een gemeenschappelijk gedragen eindadvies. Ook heeft de voorzitter tot taak de welstandscommissie, de welstandsadviezen en het jaarverslag naar buiten toe te vertegenwoordigen.

  • 2.11

    De leden van de welstandscommissie zijn mede verantwoordelijk voor de vakinhoudelijke kwaliteit van de advisering en zijn verantwoordelijk voor de inhoudelijke beoordeling over de welstandsaspecten van alle aanvragen om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Eén van de leden kan door de welstandscommissie worden gemandateerd om met planindieners en ontwerpers vooroverleg over bouwplannen te voeren. Van dit vooroverleg wordt aan de welstandscommissie gerapporteerd.

  • 2.12

    De welstandscommissie wordt bijgestaan door een ambtelijke secretaris, die door burgemeester en wethouders is benoemd en deel uitmaakt van de Afdeling Dienstverlening.De secretaris neemt geen deel aan de beraadslagingen maar heeft een belangrijke coördinerende, toelichtende en rapporterende taak. De secretaris ondersteunt de welstandscommissie, ontvangt de bezoekers, adviseert de commissie op het gebied van gemeentelijk beleid, zorgt voor de agenda en de vergadernotulen, de administratieve verwerking van de adviezen en het verzamelen van gegevens voor het jaarverslag. De secretaris is tevens verantwoordelijk voor de digitale advisering van de welstandsadviezen, het samenstellen van het jaarverslag en het evalueren van het welstandsbeleid.

  • 2.13

    De welstandscommissie wordt eveneens bijgestaan door een stedenbouwkundige, deel uitmakend van de Afdeling Ontwikkeling. De stedenbouwkundige neemt geen deel aan de beraadslagingen, maar adviseert de commissie op het gebied van stedenbouwkundige aspecten in relatie tot een door de commissie uit te brengen welstandsadvies.

  • 2.14

    Een bijeenkomst van de welstandscommissie wordt aangevuld met twee leden van de monumentencommissie wanneer de beoordeling aan de orde komt van niet ingrijpende verbouwingen aan gemeentelijke monumenten en verbouwingen aan beeldbepalende en- beeldondersteunende panden, alsmede panden die zijn opgenomen in het rapport “De cultuurhistorische Inventarisatie Noord-Brabant/Monumenten Inventarisatie Project (M.I.P.)”.

3. Werkwijze van de welstandscommissie

  • 3.1

    Onverminderd de bevoegdheid van burgemeester en wethouders om aanwijzingen te geven, regelt de welstandscommissie zelf haar wijze van werken met inachtneming van de bepalingen van dit Reglement. De werkwijze behoeft de goedkeuring van burgemeester en wethouders.

  • 3.2

    De welstandscommissie kan welstandsadvisering mandateren aan een of meerdere daartoe aangewezen leden. Als gewerkt wordt in subcommissies wijst de welstandscommissie daarvoor de leden aan.

  • 3.3

    Als er advies is uitgebracht door een subcommissie of door gemandateerde leden en als daarbij gehandeld is overeenkomstig de door burgemeester en wethouders goedgekeurde werkwijze, is het advies uitgebracht namens en onder verantwoordelijkheid van de welstandscommissie.

4. Bepalingen met betrekking tot de openbaarheid en bekendmaking van vergaderingen

  • 4.1

    De vergaderingen van de welstandscommissie zijn openbaar.

  • 4.2

    Het openbaar deel van de agenda, wordt tijdig bekendgemaakt via een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. De agenda van de bouwplannen ligt ter inzage bij het gemeentelijk informatiecentrum en wordt ook via internet beschikbaar gesteld.

    Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

  • 4.3

    Indien de aanvrager van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen hierom heeft verzocht, wordt deze door of namens de welstandscommissie in staat gesteld tot het geven van een toelichting op de aanvraag.

  • 4.4

    In het geval dat de aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen in de vergadering van de welstandscommissie wordt behandeld en een verzoek tot het geven van een toelichting is gedaan, dient de aanvrager van de vergunning een uitnodiging te ontvangen voor de vergadering van de welstandscommissie waarin de aanvraag wordt behandeld.

  • 4.5.

    Belangstellenden en belanghebbenden hebben geen spreekrecht.

5. Afdoening bij mandaat

  • 5.1

    In geval van twijfel of de beoordeling conform de opvatting van de Welstandscommissie is, legt het gemandateerde lid of legt de voorzitter of een lid van een subcommissie het plan alsnog voor aan de Welstandscommissie die alsdan het advies uitbrengt.

  • 5.2

    Behandeling van vergunningsaanvragen bij mandaat is openbaar.

    Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

  • 5.3

    Burgemeester en Wethouders kunnen de beoordeling of een vergunningsplichtig bouwwerk niet in strijd is met redelijke eisen van welstand mandateren aan een of meerdere door hen aan te wijzen ambtenaren, indien en voorzover er sneltoetscriteria voor die plannen zijn vastgesteld. Toetsing door ambtenaren vindt niet plaats in het openbaar.

  • Indien het bouwplan als bedoeld in het vorige lid niet voldoet aan de betreffende sneltoetscriteria of bij twijfel of dat het geval is, leggen burgemeester en wethouders het plan alsnog binnen drie weken voor aan de welstandscommissie.

6. Termijn van advisering

  • 6.1

    De welstandscommissie brengt het advies over een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen uit binnen drie weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.

  • 6.2

    (Vervallen).

  • 6.3

    (Vervallen).

  • 6.4

    Burgemeester en wethouders kunnen in hun verzoek om advies de welstandscommissie een kortere of langere termijn, dan genoemd in bovengenoemde leden van dit artikel,geven voor het uitbrengen van het advies.

7. Vorm waarin het advies wordt uitgebracht

  • 7.1

    De welstandscommissie adviseert en motiveert haar advies schriftelijk.

  • 7.2

    De welstandscommissie brengt heldere en goed beargumenteerde adviezen uit aan burgemeester en wethouders over de vraag of 'het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk of een standplaats, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand’ (artikel 12 lid 1 Woningwet). Dit wordt beoordeeld aan de hand van de criteria zoals opgenomen in de welstandsnota.

  • 7.3

    Een welstandsadvies kan de volgende uitkomsten hebben:

    Akkoord

    De welstandscommissie is van oordeel dat het plan volgens de van toepassing zijnde welstandscriteria niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. Desgewenst motiveert de commissie haar advies schriftelijk.

    Akkoord mits

    De welstandscommissie is van oordeel dat het plan op onderdelen niet voldoet aan de toetsingscriteria uit de welstandsnota, tenzij wordt voldaan aan de voorwaarden zoals de welstandscommissie die - verwijzend naar de welstandscriteria - heeft geformuleerd. De commissie geeft nauwkeurig aan welke onderdelen van het plan gewijzigd moeten worden. De aanvrager krijgt vervolgens de gelegenheid zijn plan aan te passen, voorzover de gemeente van oordeel is dat dit nog binnen de resterende vergunningtermijn kan worden gerealiseerd. B&W kan ook besluiten om de voorwaarden van het welstandsadvies op te nemen in de bouwvergunning.

    Niet akkoord

    De commissie is van oordeel dat het bouwplan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. Een negatief welstandsadvies betekent dat een bouwplan ingrijpend moet worden gewijzigd. Adviseert de commissie negatief, dan geeft ze een nauwkeurige schriftelijke motivering. Deze bevat een korte omschrijving van het ingediende plan, een verwijzing naar de van toepassing zijnde welstandscriteria en een samenvatting van de beoordeling van het plan op die punten.

    Aanhouden

    De welstandscommissie kan het advies aanhouden – waarbij de Afdeling Dienstverlening aangeeft of en hoe lang dit mogelijk is binnen de resterende vergunningtermijn - wanneer meer informatie of een toelichting van de ontwerper noodzakelijk is.

  • 7.4

    Zodra het advies wordt uitgebracht en betrekking heeft op een aanvraag om eenomgevingsvergunning voor de activiteit bouwen wordt het door of namens burgemeester en wethouders gevoegd bij die aanvraag.

  • 7.5.

    De adviezen van de welstandscommissie worden ondertekend door voorzitter en secretaris. De welstandscommissie kan de ondertekening van de adviezen mandateren aan de secretaris en diens plaatsvervangers.

8. Afwijken van het welstandsadvies en/of -criteria

  • 8.1

    Burgemeester en wethouders hebben de wettelijke mogelijkheid om ook op andere dan welstandsgronden af te wijken van een welstandsadvies. De redenen voor afwijking moeten bij de bekendmaking van het besluit worden vermeld.

  • 8.2

    Burgemeester en wethouders kunnen, eventueel op advies van de welstandscommissie, gemotiveerd (op welstandsgronden) afwijken van de gebiedsgerichte welstandscriteria, de criteria voor de specifieke bouwwerken en de sneltoetscriteria. Dat kan bij plannen die niet voldoen aan de vastgelegde criteria maar wél aan redelijke eisen van welstand. Burgemeester en wethouders verwijzen in dat geval naar de algemene criteria in de welstandsnota.

9. Second opinion

  • 9.1

    Alvorens een second opinion te vragen, bieden burgemeester en wethouders eerst de vaste welstandscommissie de mogelijkheid tot heroverweging van het eerder uitgebrachte advies. Indien alsnog een second opinion wordt gevraagd, wordt dit gemeld aan de welstandscommissie.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Roosendaal in zijn openbare vergadering van 23 juni 2004

De griffier, De voorzitter,