Regeling vervallen per 06-02-2017

Regels voor het aanvragen en toewijzen van een parkeervergunning

Geldend van 01-01-2016 t/m 05-02-2017

Intitulé

Regels voor het aanvragen en toewijzen van een parkeervergunning

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

Gelet op afdeling II van de Parkeerverordening Roosendaal;

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende:

Regels voor het aanvragen en toewijzen van een parkeervergunning;

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regels wordt verstaan onder:

  • a.

    bewonersvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onder a, van de Parkeerverordening Roosendaal;

  • b.

    bedrijfsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onder b, van de Parkeerverordening Roosendaal;

  • c.

    incidentele vergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onder c, van de Parkeerverordening Roosendaal;

    marktkoopliedenvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, onder d, van de Parkeerverordening Roosendaal;

  • e.

    sector: een gebied dat bestaat uit één of meer weggedeelte(n) dat is of die zijn aangewezen als bestemd voor het parkeren door vergunninghouders en/of voor het parkeren bij een parkeerapparatuurplaats, zoals aangegeven op de bij deze regeling behorende gewaarmerkte tekening;

  • f.

    maatgevende momenten: maatgevende momenten voor tweede bewonersvergunningen zijn de vrijdagavond tussen 19.00 en 20.00 uur en de zaterdagmiddag tussen 13.30 en 14.30 uur, maatgevende momenten voor bedrijfsvergunningen zijn de dinsdag- en donderdagmiddag tussen 13.30 en 14.30 uur.

Artikel 2 Algemeen

  • 1. Voor voertuigen die langer zijn dan 6 meter en/of hoger dan 2,5 meter worden geen vergunningen verstrekt, behoudens incidentele vergunningen.

  • 2. Een vergunning geldt alleen voor de op de vergunning aangegeven sector(en).

  • 3. De aanvraag voor een parkeervergunning vindt digitaal plaats middels het E-loket.

Artikel 3 Bewonersvergunningen

  • 1. De aanvrager wordt geacht te wonen waar deze volgens de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens als bewoner is ingeschreven.

  • 2. Van het eerste lid kan worden afgeweken als uit een huur- of koopovereenkomst kan worden afgeleid dat de aanvrager op het betreffende adres een tweede woning heeft. Hiervan kunnen daarnaast ook andere bewijsstukken worden verlangd.

  • 3. Het motorvoertuig waarvoor de vergunning wordt aangevraagd moet op naam staan van de aanvrager.

  • 4. Indien een vergunning wordt aangevraagd voor een lease- of bedrijfsmotorvoertuig moet een door de eigenaar ondertekende verklaring worden overgelegd, waaruit blijkt dat de aanvrager de dagelijkse gebruiker is. Indien de aanvrager, vooruitlopend op het beschikken over een lease- of bedrijfsmotor-voertuig, tijdelijk een ander voertuig tot zijn beschikking heeft, dient eveneens een door de eigenaar ondertekende verklaring te worden overlegd, waaruit blijkt dat de aanvrager de dagelijkse gebruiker is.

Artikel 4 Toewijzing bewonersvergunningen

  • 1. Ieder huishouden komt in aanmerking voor een eerste vergunning op kenteken, met uitzondering van huishoudens die wonen of gaan wonen in een nieuwbouwplan dat vergunningplichtig is in het kader van de Woningwet en waarvoor een bouwaanvraag is ingediend na 1 mei 2002. Een aanvraag van laatstgenoemde huishoudens geldt als zijnde een aanvraag voor een tweede bewonersvergunning als bedoeld in deze regeling.

  • 2. Een vergunningaanvrager komt in aanmerking voor een tweede bewonersvergunning indien de parkeerdruk op maatgevende momenten voor bewonersvergunningen in de directe omgeving niet groter is dan 85 % en het in de verwachting ligt dat de parkeerdruk als gevolg van de vergunningaanvraag of andere lopende aanvragen in het gebied niet boven de 85% zal stijgen.

  • 3. Op één bewonersvergunning kunnen maximaal twee kentekens worden vermeld.

  • 4. Indien een bewoner aannemelijk maakt veelvuldig van wisselende motorvoertuigen gebruik te maken, kan er een vergunning worden verstrekt die kan worden gebruikt bij meerdere kentekens.

Artikel 5 Bedrijfsvergunningen

  • 1. Onder beroep of bedrijf als bedoeld in dit artikel wordt in ieder geval verstaan naamloze vennootschap, besloten vennootschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap, maatschap, eenmanszaak, vrij beroep, overheidsinstelling, vereniging en stichting.

  • 2. Beroepen of bedrijven worden beschouwd als één beroep of bedrijf en derhalve als één aanvrager, indien zij op hetzelfde adres gevestigd zijn. Hiervan wordt alleen afgeweken, indien de aanvrager door middel van overlegging van bewijsstukken kan aantonen dat materieel sprake is van meerdere zelfstandige beroepen of bedrijven. De volgende criteria zijn daarbij onder meer van belang:

    • a.

      het beroep of bedrijf staat, met vermelding van het uitgeoefende beroep of bedrijf, zelfstandig ingeschreven op het adres in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, het Register voor Verenigingen of Stichtingen, of een beroepsvereniging;

    • b.

      aanvrager heeft een zelfstandig huur- of koopcontract terzake van het betreffende adres;

    • c.

      de beroepen of bedrijven hebben elk verschillende directeuren, bewindvoerders en werknemers;

    • d.

      de beroepen of bedrijven hanteren elk een eigen doelstelling, naam, telefoonnummer en briefpapier.

  • 3. Een aanvrager die een beroep of bedrijf aan huis uitoefent, kiest op voorhand of voor een bewonersvergunning of voor een bedrijfsvergunning. De aanvrager die in een door hemzelf bewoond pand, een beroep of bedrijf uitoefent en ten minste twee fulltime medewerkers in dienst heeft, heeft recht op één bewonersvergunning en ten minste één bedrijfsvergunning.

  • 4. Het aanvragen van een bedrijfsvergunning geschiedt door de werkgever, een werknemer kan niet zelfstandig een vergunning aanvragen c.q. verkrijgen.

  • 5. Een bedrijfsvergunning wordt verleend op kenteken.

Artikel 6 Toewijzing bedrijfsvergunningen

  • 1. In de categorie detailhandel/winkels wordt één vergunning verstrekt per zeven fulltime op de betreffende vestiging werkzame werknemers en in de categorie kantoren/bedrijven wordt één vergunning verstrekt per vier fulltime op de betreffende vestiging werkzame werknemers, volgens onderstaande tabel:

    Detailhandel

    Kantoren

    Aantal f.t.e.'s

    Aantal vergunningen

    Aantal f.t.e.'s

    Aantal vergunningen

    1 t/m 7

    1

    1 t/m 4

    1

    8 t/m 14

    2

    5 t/m 8

    2

    15 t/m 21

    3

    9 t/m 12

    3

    22 t/m 28

    4

    13 t/m 16

    4

    29 t/m 35

    5

    17 t/m 20

    5

    36 t/m 42

    6

    21 t/m 24

    6

    43 t/m 49

    7

    25 t/m 28

    7

    50 t/m 56

    8

    29 t/m 32

    8

    enzovoort

    enzovoort

  • 2. Ieder beroep of bedrijf komt ten minste in aanmerking voor één vergunning.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden de tweede tot en met de vijfde vergunning geweigerd indien de parkeerdruk in de betreffende sector gelijk is aan of hoger is dan 85%. De zesde en volgende vergunningen worden slechts verleend indien de resultaten van een, op basis van het ASVV 1996 (CROW), voor het bedrijf uit te voeren parkeerbalans dit toelaat.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan het college besluiten om extra parkeervergunningen toe te kennen in het geval:

    • a.

      er sprake is van een nieuwbouwsituatie en;

    • b.

      er als onderdeel van de nieuwbouw openbare parkeerplaatsen worden gerealiseerd en;

    • c.

      er wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen.

  • 5. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vijfdaagse kantoorvergunningen, geldig van maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 18.30 uur, en winkelvergunningen, geldig op alle tijden waarop het regime van betaald parkeren van kracht is.De houders van een kantoorvergunning kunnen een plaatstoewijzing krijgen in sector I, op de daartoe aangewezen plaatsen. De winkelvergunningen worden toegewezen in een andere sector dan sector I, op de daartoe aangewezen plaatsen.

  • 6. Aan bedrijven buiten sector I worden de vergunningen toegewezen in de sector waarin zij gevestigd zijn.

  • 7. Van het bepaalde in het vierde lid kan worden afgeweken indien een houder van een winkelvergunning redelijkerwijs kan aantonen dat het parkeren van zijn motorvoertuig(en) in de directe omgeving van zijn bedrijf noodzakelijk is. Hierbij kan onder meer van belang zijn de frequentie van het autogebruik, het gewicht van de te vervoeren goederen en de bederfelijkheid van de te vervoeren goederen.

  • 8. Van het bepaalde in het vierde lid kan worden afgeweken indien de parkeerdruk in sector I op maatgevende momenten voor bedrijfsvergunningen groter is dan 85%. In dat geval kan een vijfdaagse bedrijfsvergunning worden toegewezen in een andere sector.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regels treden in werking op de derde dag na die van bekendmaking in het Gemeenteblad.

  • 2. De Regels voor het aanvragen en toewijzen van een parkeervergunning van 2 maart 2010 worden ingetrokken.

Artikel 8 Overgangsrecht

  • 1. Besluiten, genomen krachtens de Regels bedoeld in artikel 7, tweede lid, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze Regels en waarvoor deze Regels overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze Regels.

  • 2. Aanvragen voor een tweede bewonersvergunning ingediend na inwerkingtreding van deze Regels, maar voor beschikbaarheid van het onderzoek als bedoeld in de Beleidsregel tweede bewonersvergunning, worden beoordeeld op basis van de Regels als bedoeld in artikel 7, tweede lid.

Artikel 9 Citeertitel

Deze regels kunnen worden aangehaald als “Regels voor het aanvragen en toewijzen van een parkeervergunning”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal, d.d. 30 oktober 2012;

de secretaris, de burgemeester,

Bijlage Tekening

Tekening sectorindeling