Regeling vervallen per 25-07-2020

Uitvoeringsbesluit bij de Afvalstoffenverordening 2009 van de gemeente Roosendaal

Geldend van 13-04-2015 t/m 24-07-2020

Intitulé

Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2009

Het college van Roosendaal,

overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen omtrent de dagen, tijden, plaatsen en wijze waarop afvalstoffen kunnen worden overgedragen of ter inzameling aangeboden aan de bij dit besluit aan te wijzen inzameldienst en andere inzamelaars, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening 2009 van de gemeente Roosendaal, voor het laatst gewijzigd op 10 december 2014;

gelet op de bepalingen en de op 10 december 2014 aangenomen wijzigingen op de Afvalstoffenverordening 2009 van de gemeente Roosendaal;

B E S L U I T:

I. In te trekken het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2009 van gemeente Roosendaal, vastgesteld op 22 december 2009;

II. Vast te stellen het volgende Uitvoeringsbesluit bij de Afvalstoffenverordening 2009 van de gemeente Roosendaal.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan dan wel mede verstaan:

  • a.

    verordening: Afvalstoffenverordening 2009, inclusief wijziging vastgesteld op 10 december 2014, van de gemeente Roosendaal;

  • b.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;

  • c.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer, ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • d.

    brengdepot: de milieustraten van Saver N.V.

Artikel 2. Aanwijzing inzamelende instanties

  • 1. Als inzameldienst op grond van artikel 2, eerste en tweede lid van de verordening, wordt aangewezen Saver N.V. gevestigd te Roosendaal.

Artikel 3. Afzonderlijke inzameling

  • 1. De volgende omschrijvingen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen worden op grond van artikel 3, tweede lid, van de verordening vastgesteld:

    • a.

      Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur: de producten zoals genoemd in de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur;

    • b.

      Afvalhout (klasse A en B: hout dat vrijkomt bij verbouwingen of bij sloopwerkzaamheden aan woningen. Het hout kan geverfd zijn, maar niet geïmpregneerd;

    • c.

      Asbest en asbesthoudend materiaal: afval waarin zich asbest bevindt;

    • d.

      Autobanden: banden van personenauto’s, motoren, scooters en fietsen;

    • e.

      Bruikbare huisraad; huishoudelijke meubelen en andere huishoudelijke spullen die nog door anderen gebruikt kunnen worden;

    • f.

      Dakleer: dakbedekkingsmaterialen die vrijkomen bij verbouwingen of sloopwerkzaamheden aan woningen en bestaand uit beplatingmateriaal van hout of kunststof, voorzien van een laag koolteer of bitumen. Dit is inclusief dakgrind, waaraan zich teer of bitumen bevindt;

    • g.

      Drank- en zuivelverpakkingen: verpakkingen gemaakt van karton gelamineerd met bv pe-folie en die gebruikt worden als verpakkingsmateriaal voor dranken, sappen en zuivelproducten;

    • h.

      Frituurvet: olie of vet dat door particuliere huishoudens wordt gebruikt voor het frituren van voedingsmiddelen;

    • i.

      Fijn huishoudelijk restafval: kleine huishoudelijke afvalstoffen die overblijven na scheiding in andere deelstromen en die zijn genoemd in artikel 3 van de verordening;

    • j.

      Gasflessen, brandblussers en overige drukhouders: drukhoudende gasflessen, brandblussers en overige drukhouders;

    • k.

      Gips en gasbeton: gipshoudende materialen die vrijkomen bij verbouwingen of sloopwerkzaamheden aan woningen;

    • l.

      Glas: op kleur gescheiden eenmalige glasverpakkingen zoals flessen, potten en andere glazen verpakkingen, eventueel met dop, deksel en/ of inhoud, met uitzondering van vlakglas, (glas)keramiek, gloei- en spaarlampen, TL-lampen, nagellakflesjes, stenen kruiken, porselein, kristal en spiegels;

    • m.

      Glas vlak: vensterglas, spiegelglas, figuurglas en dubbel glas dat afkomstig is uit woningen;

    • n.

      Groente-, fruit- en tuinafval: dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, beperkt is van omvang en apart wordt ingezameld;

    • o.

      Grof huishoudelijk restafval: volumineus of zwaar huishoudelijk afval dat niet geschikt is voor hergebruik en dat door afmeting of gewicht niet in een inzamelmiddel of via een inzamelvoorziening ter inzameling kan worden aangeboden en dat overblijft na scheiding in andere grof huishoudelijke deelstromen die zijn genoemd in artikel 3 van de verordening;

    • p.

      Grond: grond en zand, die niet zichtbaar vermengd is met resten puin, kool, gas, hout, ijzer of asbest, en niet verontreinigd is op basis van het historisch gebruik van de locatie van herkomst of op basis van uitgevoerd milieukundig onderzoek (conform NEN 5740 of AP04). Onder deze categorie worden ook graszoden (afkomstig uit particuliere tuinen) ingenomen;

    • q.

      Harde kunststoffen: producten en materialen afkomstig uit huishoudens en gemaakt van kunststof zoals tuinmeubelen, speelgoed en gebruiksvoorwerpen;

    • r.

      Kadavers van kleine huisdieren: kadavers van kleine huisdieren, uitsluitend afkomstig van particuliere huishoudens en niet zijnde grote hobbymatig gehouden dieren als paarden, koeien, schapen en varkens;

    • s.

      Klein chemisch afval: huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld op de KCA-lijst van het ministerie van VROM;

    • t.

      Kunststof verpakkingsmateriaal: verpakkingen van kunststof zoals bedoeld in het kader van de Raamovereenkomst verpakkingen en afkomstig als verpakkingsmateriaal voor het verpakken van huishoudelijke producten;

    • u.

      Luier- en incontinentiemateriaal: wegwerpluiers, incontinentiemateriaal, onderliggers en billendoekjes;

    • v.

      Matrassen: matrassen afkomstig van particuliere huishoudens;

    • w.

      Metalen: alle ferro- en non ferro metalen die vrijkomen in huishoudens;

    • x.

      Niet bruikbare huisraad: huishoudelijke meubelen en andere huishoudelijke spullen die kapot zijn of versleten en niet meer door anderen gebruikt kunnen worden

    • y.

      Oud papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon en niet vervuild is met andere afvalfracties, niet zijnde drankenkartons voor zuivel en frisdranken, ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang, vinyl en doorslagpapier;

    • z.

      Puin fijn: steenachtig materiaal, zoals beton, metselwerk en klinkers, dat niet is vervuild met hout, ijzer, papier of andere materialen en niet zijnde gips of gasbeton;

    • aa.

      Snoeihout en (grof) tuinafval: plantaardige of organische afvalstoffen door aard, samenstelling of omvang niet vallend onder gft-afval en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval, snoeihout etcetera, niet zijnde bielzen, tuinhekken en tuinschuttingen

    • bb.

      Tempex: tempex afval, ook wel eps of harde schuimplastic genoemd, dat is gebruikt ter bescherming van goederen tijdens transport of is gebruikt als bouwmateriaal en dat afkomstig is uit een huishouden;

    • cc.

      Textiel en schoeisel: kleding, lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, grote lappen stof en gordijnen die schoon zijn, niet vervuild met andere afvalfracties en niet eerder gebruikt als bijvoorbeeld poets- of verflappen, alsmede schoenen en (leren) laarzen;

    • dd.

      Verduurzaamd afvalhout: hout dat is geïmpregneerd, te herkennen aan groene of bruine kleur, zoals bielzen of tuinhout;

    • ee.

      Vloerbedekking en tapijten: Materiaal om een vloer te bedekken uitgezonderd hout, hard steenachtig materiaal zoals tegels en niet zijnde vloerbedekking met een asbesthoudende beschermlaag.

Artikel 4. Aanwijzing inzamelmiddelen- en voorzieningen

  • 1. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de verordening worden de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aangewezen:

    • a.

      voor het aanbieden van restafval de grijze minicontainer van 140 of 240 liter;

    • b.

      voor die adressen die daarover zijn geïnformeerd door of namens de gemeente de Saverpas voor het aanbieden van restafval in de ondergrondse containers voor restafval;

    • c.

      voor het aanbieden van restafval de bovengrondse verzamelcontainer voor adressen in appartementencomplexen of gestapelde bouw waar nog geen ondergrondse restafvalcontainer is geplaatst;

    • d.

      voor het verkrijgen van toegang op de milieustraten van Saver N.V. de Saverpas, voor alle adressen die daarover zijn geïnformeerd door of namens de gemeente;

    • e.

      voor het aanbieden van alle afvalstoffen, genoemd in artikel 4 lid 1 van dit besluit, de milieustraten van Saver N.V.;

    • f.

      voor GFT-afval van huishoudens de groene minicontainer van 140 of 240 liter;

    • g.

      voor kunststof verpakkingsmateriaal de plastic herozak en de verzamelcontainers voor kunststof verpakkingsmateriaal die verspreid staan opgesteld in de gemeente;

    • h.

      voor klein chemisch afval de milieubox;

    • i.

      voor oud papier en karton de blauwe minicontainer van 140 of 240 liter. Voor huishoudens op de adressen die daarover door of namens de gemeente zijn geïnformeerd en die de Saverpas gebruiken voor het aanbieden van papier, de ondergrondse container. Voor huishoudens in appartementencomplexen of gestapelde bouw waar nog geen ondergrondse papiercontainer is geplaatst, gebruiken de bovengrondse verzamelcontainer voor papier;

    • j.

      voor glas de onder- of bovengrondse glasbakken die verspreid staan opgesteld in de gemeente;

    • k.

      voor textiel de bovengrondse textielbakken die verspreid staan opgesteld in de gemeente;

    • l.

      voor afgedankte kleine elektrische en elektronische apparaten de bovengrondse e-tainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente;

    • m.

      voor het aanbieden van grof huishoudelijke afvalstoffen de big bag, die kan worden aangeschaft op de milieustraten van Saver N.V. tegen betaling van het vastgestelde aantal tikken of voor het bedrag dat jaarlijks wordt vastgesteld in de verordening Afvalstoffenheffing van gemeente Roosendaal;

    • n.

      geen inzamelmiddel voor het aanbieden van grof huishoudelijke afvalstoffen, metalen, grof tuinafval, kerstbomen of (niet) bruikbare huisraad.

Artikel 5. Frequentie van inzamelen

  • 1. Op grond van artikel 5, derde lid van de verordening, wordt gft-afval niet afzonderlijk ingezameld bij adressen die door of namens de gemeente zijn geïnformeerd gebruik te maken van de onder- of bovengrondse container voor restafval.

  • 2. Op grond van artikel 5, vierde lid van de verordening, worden de volgende regels gesteld voor de frequentie van inzamelen van overige afvalstoffen:

    • a.

      Oud papier en karton wordt ten minste een maal per maand bij of nabij elk perceel ingezameld.

    • b.

      Kunststof verpakkingsmaterialen worden ten minste eenmaal per twee weken bij of nabij elk perceel ingezameld;

    • c.

      Grof huishoudelijk afval wordt maximaal een maal per maand op afroep bij of nabij elk perceel ingezameld.

Artikel 6. Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1. Op grond van artikel 9, derde lid, van de verordening worden de volgende categorieën personen vrijgesteld van de gescheiden inzameling van gft-afval: personen die woonachtig zijn in appartementencomplexen of bovenwoningen en die geen beschikking hebben over een eigen tuin;

  • 2. Op grond van artikel 9, derde lid, van de verordening worden de volgende categorieën personen vrijgesteld van de gescheiden inzameling van gft-afval en papier:

    • a.

      de personen die woonachtig zijn op percelen waar de beschikbare ruimte voor het plaatsen van 3 containers niet toereikend is. Dit zijn percelen:

      • -

        zonder tuin of verharde ruimte achter of naast de woning en een berging of schuur kleiner dan 10 m2.

      • -

        met een tuin of verharde ruimte achter of naast de woning die kleiner is dan 15 m2 en zonder berging of schuur.

    • b.

      indien gebruikers van deze percelen toch een inzamelmiddel voor gft-afval of papier willen gebruiken, worden deze om niet ter beschikking gesteld.

Artikel 7. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1. Krachtens artikel 10, derde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels voor het gebruik van de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen:

    • a.

      het beheer van de inzamelmiddelen, die in bruikleen zijn verstrekt door of namens de gemeente, berust bij Saver N.V.;

    • b.

      de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen behoren bij de woning;

    • c.

      de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen mogen alleen gebruikt worden door de gebruiker van de woning waaraan de inzamelmiddelen zijn verstrekt;

    • d.

      de inzameldienst is bevoegd om de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen te voorzien van een chip, het chipnummer in de chip is gekoppeld aan de afvalstroom waarvoor het inzamelmiddel is bestemd, het volume van het inzamelmiddel, een postcode, een plaatsnaam, een straatnaam en een huisnummer;

    • e.

      de inzameldienst is bevoegd om de van gemeentewege verstrekte Saverpas te voorzien van een chip, het chipnummer van de chip in de Saverpas is gekoppeld aan het adres, waaraan de Saverpas ter beschikking is gesteld;

    • f.

      de inzameldienst is bevoegd de ter inzameling aangeboden inzamelmiddelen te registreren ten behoeve van de afrekening van de afvalstoffenheffing;

    • g.

      de inzameldienst is bevoegd het aanbieden van afvalstoffen met de Saverpas te registreren ten behoeve van de afrekening van de afvalstoffenheffing;

    • h.

      de inzameldienst is bevoegd het chipnummer van het inzamelmiddel of de Saverpas te blokkeren indien de woning, waaraan het inzamelmiddel of de Saverpas ter beschikking is gesteld, langer dan drie maanden leegstaat;

    • i.

      de gebruiker van een perceel dient zich tot de klantenservice van Saver N.V. te wenden indien bij een verhuizing naar een perceel het chipnummer van het inzamelmiddel of de Saverpas is geblokkeerd;

    • j.

      de gebruiker van een perceel dient zich tot de klantenservice van Saver N.V. te wenden indien bij een verhuizing naar een perceel geen of een kapot door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel of Saverpas wordt aangetroffen;

    • k.

      de gebruiker van een perceel dient zich tot de klantenservice van Saver N.V. te wenden indien de gebruiker voor één van de verstrekte inzamelmiddelen de andere maat wenst te ontvangen. Hiervoor wordt een bedrag in rekening gebracht, tenzij de omruiling plaatsvindt binnen drie maanden na verhuizing. Het bedrag wordt jaarlijks in de verordening Afvalstoffenheffing gemeente Roosendaal vastgesteld;

    • l.

      de gebruiker van een perceel dient bij verdwijning of vermissing van een inzamelmiddel aangifte te doen, waarna op vertoon van het proces verbaal bij de klantenservice van Saver N.V. een nieuw inzamelmiddel kan worden aangevraagd;

    • m.

      de gebruiker van een perceel dient zich tot de klantenservice van Saver N.V. te wenden in geval van beschadiging van een door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel. Indien beschadiging te wijten is aan onzorgvuldig handelen van de gebruiker en ter vervanging moet een nieuw inzamelmiddel worden afgeleverd, wordt het daarvoor vastgestelde bedrag in rekening gebracht. Dit bedrag wordt jaarlijks in de verordening Afvalstoffenheffing gemeente Roosendaal weergegeven;

    • n.

      de inzamelmiddelen blijven eigendom van de verstrekker en worden bij normale slijtage voor haar rekening technisch onderhouden;

    • o.

      de gebruiker is verantwoordelijk voor het gebruik en het onderhoud van de in bruikleen ontvangen inzamelmiddelen als ware deze zijn eigendom;

    • p.

      de gebruiker is verplicht de inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden veroorzaken;

    • q.

      de verstrekte inzamelmiddelen voor rest- en gft-afval mogen alleen worden gereinigd met water;

  • 2. Krachtens artikel 10, vierde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:

    • a.

      het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in inzamelmiddelen dient ordelijk te geschieden door plaatsing van het inzamelmiddel op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, dan wel op een inzamel- of clusterplaats, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd;

    • b.

      inzamelmiddelen worden in gebieden waar de achterlader inzamelt met de wielen naar de staatkant aangeboden en in gebieden waar de zijlader inzamelt wordt het inzamelmiddel met de wielen van de straatkant af aangeboden;

    • c.

      inzamelmiddelen dienen goed gesloten te zijn en inzamelingvoorzieningen moeten na gebruik goed gesloten worden;

    • d.

      uit de inzamelmiddelen en de inzamelvoorzieningen mag geen huishoudelijk afval steken;

    • e.

      naast of bij de inzamelmiddelen en de inzamelvoorzieningen mag geen huishoudelijk afval of ander afval worden geplaatst;

    • f.

      in de inzamelvoorzieningen op wijkniveau mag alleen die afvalstof worden aangeboden waarvoor de inzamelvoorziening is bedoeld;

    • g.

      in de verstrekte inzamelmiddelen en in de inzamelvoorzieningen bedoeld voor een groep percelen, mag alleen die afvalstof worden aangeboden waarvoor de verstrekte inzamelmiddelen en de inzamelvoorzieningen zijn bedoeld;

    • h.

      het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen en het eigen gewicht van het ter lediging aangeboden inzamelmiddel mag in zijn totaliteit niet zwaarder zijn dan 70 kilogram;

    • i.

      het gewicht van de aangeboden hoeveelheid huishoudelijk klein chemisch afval mag per keer niet zwaarder zijn dan 50 kilogram;

    • j.

      de milieustraat van Saver N.V. gevestigd op Rietschotten 7, 4751 XN te Oud Gastel wordt aangewezen als brengdepot waar de afvalstoffen als vermeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening kunnen worden achtergelaten;

    • k.

      bij de afgifte van afvalstoffen op de milieustraat zijn de acceptatievoorwaarden van de gemeente van toepassing. De acceptatievoorwaarden zijn vastgesteld door het college en te raadplegen als ‘Regels voor het achterlaten van afvalstoffen op milieustraat Rietschotten’.

    • l.

      de ontdoener van afvalstoffen moet zich bij of op een milieustraat kunnen legitimeren met de Saverpas en een geldig legitimatiebewijs;

    • m.

      bedrijfsvoertuigen (voertuigen met een kenteken waarvan de eerste letter een B of een V is), waarmee afvalstoffen worden aangeboden en waarvan het kenteken niet op naam staat van een natuurlijk persoon, hebben geen toegang tot de milieustraat.

    • n.

      klein chemisch afval mag om veiligheidsredenen niet aan de openbare weg worden aangeboden, maar moet persoonlijk worden overhandigd bij de chemokar of bij de milieustraat van Saver N.V.;

    • o.

      Asbesthoudende afvalstoffen van maximaal 35 m2, dienen, vergezeld van een toestemmingsverklaring, nat gemaakt en hermetisch gesloten verpakt in stevig plastic folie (0,2 mm dik) te worden aangeleverd op de milieustraat van Saver N.V. Indien in de toestemmingsverklaring nadere voorwaarden zijn opgenomen ten aanzien van het aanleveren van de afvalstoffen, dient ook aan die voorwaarden te worden voldaan. De toestemmingsverklaring dient, alvorens de asbesthoudende materialen worden verwijderd, te worden aangevraagd bij (het digitale loket van) de gemeente (zie www.roosendaal.nl). Voor grotere hoeveelheden af te voeren asbesthoudende afvalstoffen is een sloopmelding vereist;

    • p.

      de inzameling van grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparaten vindt op afroep plaats, de aanbieder dient voor deze inzameling op afroep een afspraak te maken met de inzameldienst;

    • q.

      het grof afval dient op de afgesproken dag en tijd op een voor het inzamelmaterieel goed bereikbare plaats bij de woning klaar te staan;

    • r.

      grof huishoudelijk afval of grof tuinafval mag bij het overdragen of het aanbieden geen groter volume hebben dan 1 m3.

    • s.

      alle categorieën huishoudelijke afvalstoffen, genoemd in artikel 3, tweede lid, van de verordening, mogen uitsluitend worden aangeboden op de wijze zoals omschreven in dit artikel.

  • 3. Op grond van artikel 10, vijfde lid, van de verordening kunnen grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparaten zonder inzamelmiddel maar wel gescheiden ter inzameling worden aangeboden, conform artikel 8, lid 2 o van dit uitvoeringsbesluit en op de wijze zoals vastgelegd in artikel 8 lid 2 p en q.

Artikel 8. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1. Het college stelt de volgende regels op grond van artikel 11, eerste lid, van de verordening voor het ter inzameling aanbieden:

    • a.

      inzamelmiddelen moeten worden aangeboden op de vastgestelde inzameldag en dit uiterlijk om 07:30 uur;

    • b.

      inzamelmiddelen mogen, mits goed gesloten, de avond voor de vastgestelde inzameldag vanaf 18:00 uur, op de juiste wijze worden aangeboden;

    • c.

      de inzamelmiddelen moeten zo spoedig mogelijk na lediging door de inzameldienst, doch uiterlijk om 22:00 uur op de vastgestelde inzameldag, van de weg zijn verwijderd;

    • d.

      grof huishoudelijk afval, grof tuinafval, metalen, bruikbare huisraad en grote elektrische en elektronische apparatuur worden op afroep ingezameld, deze categorieën mogen slechts worden aangeboden op het tijdstip dat is afgesproken;

    • e.

      in verband met geluidhinder mogen glasbakken alleen tussen 7:00 uur en 20:00 uur worden gebruikt.

Artikel 9. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1. Als het voor Saver N.V. door werkzaamheden niet mogelijk is om de normale inzamelplaatsen te bereiken, kunnen op grond van artikel 12 van de verordening, door Saver N.V. voor de duur van de werkzaamheden tijdelijke inzamelplaatsen worden aangewezen.

Artikel 10. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

  • 1. Op grond van artikel 13 van de verordening kan de inzameldienst ook bedrijfsafval uit de kantoor-, winkel- en dienstensector inzamelen.

Artikel 11. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1. Bedrijven die krachtens artikel 14, derde lid, van de verordening bedrijfsafvalstoffen aanbieden, dienen deze aan te bieden overeenkomstig de in de verordening en dit uitvoeringsbesluit gestelde regels.

Artikel 12. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1. Het college stelt op grond van artikel 15, eerste lid, van de verordening de volgende regels:

    • a.

      in de binnenstad mag het bedrijfsafval alleen worden ingezameld tussen 08:00 uur en 21:00 uur;

    • b.

      de inzamelmiddelen voor het aanbieden van bedrijfsafvalstoffen mogen niet op of aan de openbare weg geplaatst worden anders dan voor onmiddellijke overdracht aan de inzamelaar;

    • c.

      de gebruikte inzamelmiddelen voor het aanbieden van bedrijfsafvalstoffen dienen na lediging onmiddellijk te worden teruggeplaatst in of op het perceel van de gebruiker overeenkomstig de krachtens dit uitvoeringsbesluit geldende regels.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking drie dagen na bekendmaking.

Artikel 14. Citeerbepaling

Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2015 van de gemeente Roosendaal.

Ondertekening

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 17 maart 2015.
De secretaris, De burgemeester,

TOELICHTING

Deze toelichting is een handleiding voor het gebruik van het model. Het gaat dus niet om een toelichting die tegelijk met het besluit vastgesteld en gepubliceerd wordt.

ALGEMENE TOELICHTING

In de model-Afvalstoffenverordening 2008 is ervoor gekozen om meer gedetailleerde regels, die aan veranderingen onderhevig kunnen zijn, in uitvoeringsbesluiten van het college op te nemen. Er is immers sprake van een model dat in vele gemeenten toepasbaar moet kunnen zijn.

Er zijn echter gemeenten die er uitdrukkelijk voor kiezen om dergelijke regels ook uitdrukkelijk bij verordening te regelen. Hierin zijn gemeenten volledig vrij. Beide varianten hebben hun voor- en nadelen. Zo zal een ‘basale” verordening bij wijziging niet iedere keer te hoeven worden vastgesteld door de raad. Aan de andere kant kan het regelen van deze onderwerpen in de verordening zelf duidelijker zijn en de handhaafbaarheid vergroten.

Indien de gemeente kiest voor een basale verordening en met daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten, zou een optie kunnen zijn om de diverse uitvoeringsbesluiten in één verzamelbesluit op te nemen. Met het doorvoeren van de wijzigingen van de onderhavige modelverordening heeft de VNG tevens een model opgesteld voor een dergelijk verzamelbesluit.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2. Aanwijzing inzamelende instanties

In de beleidsregels (vastgelegd in een beleidsplan) kunnen de volgende regels gesteld worden (niet uitputtend):

  • .

    andere inzamelaars dan scholen, verenigingen, kerken en detaillisten moeten een contract hebben met gemeente;

  • .

    regels ten aanzien van monitoring;

  • .

    regels ten aanzien van periode en gebied van inzameling per inzamelaar;

  • .

    regels ten aanzien van toonplicht aanwijzing;

  • .

    persoonsgebondenheid van aanwijzing;

  • .

    regels ten aanzien van intrekken of wijzigen van aanwijzing.

 

Als er groepen instellingen generiek aangewezen worden in het uitvoeringsbesluit dan is het aan te bevelen om ze wel individueel een aanwijzing te geven zodat deze ook individueel ingetrokken kan worden bij het overtreden van de beleidsregels. Wordt hiertoe besloten dan is dit de uitzondering op de algemene regel die opgenomen kan worden in uitvoeringsbesluit.

 

In dit model is gekozen voor een generieke aanwijzing in het besluit, het is ook mogelijk om in het uitvoeringsbesluit alle betrokken organisaties en individuen individueel aan te wijzen.

 

De punten zoals vermeld onder lid 2 sub a t/m f dienen als voorbeeld.

 

Artikel 3. Afzonderlijke inzameling

Met uitzondering van de stromen die wettelijk gescheiden ingezameld moeten worden is de gemeente vrij om te bepalen welke afvalstromen gescheiden worden ingezameld. De genoemde zijn de meest voorkomende.

 

Groente-, fruit en tuinafval

Bedoeld worden loof, schillen en resten van groenten en fruit en aardappelen, gekookte etenswaren, brood, eierschalen, doppen van pinda’s en nootjes, snijbloemen, gras, stro, bladeren, klein snoeiafval, resten van tuinplanten, kort gemaakte takken en composteerbare zakken en composteerbare verpakkingsmaterialen. T.a.v. dit laatste onderdeel wordt opgemerkt dat de zakken en verpakkingsmaterialen voorzien dienen te zijn van een kiemplantlogo met een nummer dat aangeeft dat het product voldoet aan de Europese norm voor composteerbare verpakkingen (NEN-EN 13432).

 

Grof huishoudelijk afval

Tot grof huishoudelijk afval wordt ook gerekend gipsblokken, gipsplaten en houtsoorten van gipsplamuur. Grof huishoudelijk afval wordt onderscheiden in goedzooi en rotzooi. Tot goedzooi worden gerekend de herbruikbare en verkoopbare producten en materialen die, na eventuele reparatie, in het hergebruikcircuit worden gebracht. De inzamelaars van goedzooi zijn kringloopbedrijven. Rotzooi is het grof huishoudelijk afval dat niet in het hergebruikcircuit wordt gebracht, maar door de inzameldienst wordt ingezameld ter verwerking elders.

 

Mogelijke overige definities van stromen die gescheiden ingezameld kunnen worden:

  • .

    banden: schone banden van motoren, personenauto’s, vrachtvoertuigen, tractoren en shovels, zonder velgen;

  • .

    kringloopafval: de niet herbruikbare en niet-verkoopbare restfractie, afkomstig van een kringloopbedrijf;

  • .

    metaal: producten met als belangrijkste bestanddeel ferro en non-ferro;

  • .

    zand/grond: grond die niet zichtbaar vermengd is met resten puin, kool, gas, hout, ijzer of asbest, en niet verontreinigd is op basis van het historisch gebruik van de locatie van herkomst of op basis van uitgevoerd milieukundig onderzoek (conform NEN 5740 of AP04). Onder deze categorie worden ook graszoden (afkomstig uit particuliere tuinen) ingenomen;

  • .

    tapijt: vloerbedekking van textiel, vrij van rubber of bitumen;

  • .

    kleine dode huisdieren: dode dieren, die niet zijn bestemd of worden gehouden voor dierlijke of andere productie en afkomstig zijn van particulieren, dierenartsenpraktijken, dierenklinieken of worden aangeboden door reinigingsdiensten;

  • .

    dakleer: dakbedekkingsmaterialen, ook wel genoemd dakleer, bestaand uit beplatingmateriaal van hout of kunststof, voorzien van een laag koolteer of bitumen dit is inclusief dakgrind, waaraan zich teer of bitumen bevindt;

  • .

    luiers: eenmalige (wegwerp)luiers, babyverzorgingsdoekjes en incontinentiemateriaal;

  • .

    landbouwfolie: kunststofafval afkomstig van toepassing van folies in land- en tuinbouw, waaronder kuilfolie, plastic veevoederzakken en wikkelfolie.

 

Artikel 4. Aanwijzing inzamelmiddelen- en voorzieningen

In dit artikel moet voor elk in artikel 3, eerste lid, van de verordening aangewezen afzonderlijk in te zamelen huishoudelijke afvalstroom worden aangewezen, welke inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen worden gebruikt.

 

Artikel 5. Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

In dit artikel moet aangegeven worden voor welke personen de gescheiden GFT-inzamelplicht niet van toepassing is. Door deze manier van verwijzen (dus niet opnieuw opnoemen) wordt voorkomem dat er verschil ontstaat tussen deze artikelen.

 

Artikel 6. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

De gemeente moet de tekst van dit artikel aanpassen op basis van het gevoerde beleid. Zo kent niet elke gemeente bijvoorbeeldeen chemokar.

 

Eerste lid

Andere mogelijke bepalingen zijn:

  • .

    de door de <inzameldienst/gemeente> verstrekte inzamelmiddelen zijn of worden uitgerust met chip;

  • .

    de gebruiker van een perceel dient zich tot de klantenservice van de <inzameldienst/gemeente> te wenden voor het uitzetten van extra inzamelmiddelen voor rest- en/of gft-afval, voor het omwisselen van een inzamelmiddel voor een ander inzamelmiddel met een ander volume en voor het innemen van een gft inzamelmiddel;

  • .

    het is verboden de binnenbak uit de het gft-inzamelmiddel te verwijderen;

  • .

    voor het beschadigen of het verdwijnen van een door of namens de gemeente verstrekt inzamelmiddel is de gebruiker aansprakelijk tenzij de gebruiker via een aangifte bij de politie kan aantonen dat het één of ander buiten zijn schuld is geschied;

  • .

    het uiterlijk van de container mag niet worden veranderd door deze bijvoorbeeld te beschilderen of te beplakken, anders dan met een voor de gebruiker herkenbare sticker met een maximale afmeting van 15 bij 15 cm.

 

Tweede lid

Aanwijzingen van de inzameldienst kunnen betrekking hebben op de wijze van plaatsen van de inzamelmiddelen, bijvoorbeeld met voor of achterzijde naar de straat.

Andere bepalingen die opgenomen kunnen worden in dit artikel zijn:

  • .

    Elektrische en elektronische apparatuur die in een draagtas passen kunnen ook worden ingeleverd bij de chemokar;

  • .

    Luierafval en incontinentiemateriaal dient te worden gedeponeerd in de luiercontainers die zijn opgesteld bij kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en het afvalbrengpunt. Dit afval dient te worden verpakt in de speciaal hiervoor bestemde luierzakken, welke op verzoek bij de gemeente verkrijgbaar zijn.

 

Derde lid

Daarnaast moet in dit artikel aangegeven worden welke huishoudelijke afvalstromen zonder inzamelmiddel aangeboden kunnen worden.

 

Artikel 7. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Deze bepalingen zijn volledig facultatief. De tijdsbepaling zoals vermeld in het eerste lid, onder d, kan ruim geïnterpreteerd worden en dus bijvoorbeeld een dagdeel zijn.

 

Artikel 8. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Als het voor de inzameldienst door werkzaamheden niet mogelijk is om de normale inzamelplaatsen te bereiken, kunnen op grond van artikel 16 van de verordening, door de <inzameldienst/gemeente> voor de duur van de werkzaamheden tijdelijke inzamelplaatsen worden aangewezen, welke worden bekendgemaakt in het huis-aan-huis-blad.

 

Artikel 9. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Dit artikel is optioneel.

 

Artikel 10. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Bedrijven die krachtens artikel 14, derde lid, van de verordening bedrijfsafvalstoffen aanbieden, dienen deze aan te bieden overeenkomstig de in de verordening en dit uitvoeringsbesluit gestelde regels.