Circusbeleid gemeente Roosendaal

Geldend van 01-03-2016 t/m heden

Intitulé

Circusbeleid gemeente Roosendaal

De burgemeester van Roosendaal;

Gelet op artikel 2:25 juncto artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening, en artikel 4.81 Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende, dat het gewenst is beleid te voeren met betrekking het verlenen van vergunningen voor circussen, zijnde een evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening;

Besluit:

Vast te stellen het volgende: Circusbeleid gemeente Roosendaal

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    circus: een speeltent met zitplaatsen waarin voorstellingen worden gegeven, evenals de bijbehorende woon-, stal- en fouragewagens;

  • b.

    groot circus: circus met een speeltent van 600 of meer zitplaatsen;

  • c.

    kindercircus: circus met een speeltent van minder dan 600 zitplaatsen en een speciaal programma voor kinderen;

  • d.

    vergunninghouder: degene aan wie door de burgemeester vergunning is verleend voor het verzorgen van één of meer circusvoorstellingen.

Artikel 2. Maximum aantal circussen per jaar

Per kalenderjaar worden maximaal twee vergunningen voor circussen verleend; per locatie één vergunning.

Artikel 3. Locaties

Een vergunning wordt uitsluitend voor een van de volgende locaties verleend:

  • a.

    Roosendaal: gemeentelijk parkeerterrein aan recreatiepark De Stok;

  • b.

    Heerle: gemeentelijk grasveld aan de Beukenstraat.

Artikel 4. Periode waarin circussen voorstellingen mogen verzorgen

  • 1. Voor de locatie te Roosendaal wordt een vergunning verleend voor een groot circus uitsluitend in het najaar, dit met inachtneming van het bepaalde dat een circusvoorstelling niet binnen vier weken na een kermis of soortgelijke activiteit mag plaatsvinden;

  • 2. Voor de locatie te Heerle wordt een vergunning verleend voor een kindercircus uitsluitend in het voorjaar, dit met inachtneming van het bepaalde dat een circusvoorstelling niet binnen vier weken voor een kermis mag plaatsvinden.

Artikel 5. Vereisten aanvraag vergunning

De aanvraag voor een vergunning dient te voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden aan een evenementenvergunning. Daarenboven dient de volgende informatie overlegd te worden:

  • a.

    periode van voorstellingen;

  • b.

    minimaal benodigde terreinoppervlakte;

  • c.

    maximaal aantal zitplaatsen/ personen;

  • d.

    benodigde voorzieningen;

  • e.

    een zogenaamd circus- c.q. bouwboek waarin alle technische gegevens van de tent, installaties, stoelenplan etc. vermeld staan;

  • f.

    een overzicht van plaatsen waar het afgelopen seizoen is gespeeld;

  • g.

    situatietekening waaruit blijkt dat het circus op de desbetreffende locatie kan worden gesitueerd.

Artikel 6. Selectiecriteria

Uit de binnengekomen aanvragen wordt op basis van onderstaande criteria een selectie gemaakt.

  • a.

    de indieningperiode voor het aanvragen van een vergunning loopt van 1 april tot uiterlijk 30 september voorafgaand aan het jaar waarin de voorstellingen plaatsvinden. Voor 1 december wordt de beslissing aan de circussen meegedeeld. De circussen zijn dan in staat om aaneensluitende tournees voor te bereiden;

  • b.

    circussen die een aanvraag indienen met betrekking tot een periode in de herfstvakantie, genieten de voorkeur;

  • c.

    positieve beoordeling van het circus- c.q. bouwboek door brandweer en/of politie weegt mee;

  • d.

    eigen waarnemingen/ ervaringen en ervaringen van andere gemeenten van afgelopen jaren t.a.v. de onderstaande punten wegen mee:

    • I.

      Nakomen van afspraken

    • II.

      Dierenbeleid

    • III.

      Calamiteiten en incidenten

    • IV.

      Kwaliteit van informatievoorziening en professionaliteit van het circus

    • V.

      Publiciteit in media en vakbladen.

Artikel 7. Maximum aantal dagen vergunning

Ter voorkoming van een onevenredig hoge overlast voor de omgeving is het maximum aantal speeldagen voor een vergunning bepaald op zes dagen.

Artikel 8. Niet naleven van vergunningvoorschriften

Bij het niet naleven van de voorschriften of de namens het bevoegd gezag gegeven aanwijzingen, dan wel bij geconstateerd wangedrag, wordt een circus voor vijf jaar uitgesloten van inschrijving.

Artikel 9. Huur en waarborgsom

Via een privaatrechtelijke overeenkomst wordt er huur in rekening gebracht voor het in gebruik nemen van gemeentegrond en daarnaast wordt er een waarborgsom van € 1.500,- gevraagd. Eventuele schade aan gemeentelijke eigendommen en terreinen wordt met de waarborgsom verrekend. Wanneer er geen beroep op de waarborgsom wordt gedaan, wordt dit bedrag uiterlijk binnen 14 dagen na de laatste speeldag teruggestort.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking de dag waarop de Algemene plaatselijke verordening, vastgesteld op 18 februari 2016, in werking is getreden.

Artikel 11. Overgangsrecht

  • 1. Besluiten genomen krachtens de beleidsregel bedoeld in artikel 10, tweede lid, die golden op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregel en waarvoor deze beleidsregel overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze beleidsregel.

  • 2. Op bezwaarschriften gericht tegen een besluit genomen op basis van de beleidsregel bedoeld in artikel 10, tweede lid, wordt beslist met toepassing van de beleidsregel artikel 10, tweede lid.

Artikel 12. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Circusbeleid gemeente Roosendaal’.

Deze regeling vervangt de regeling vastgesteld op 18 september 2012.

Ondertekening

Aldus besloten door de burgemeester van Roosendaal op 5 januari 2016,
De burgemeester,