Regeling vervallen per 11-02-2019

Bomen en vereenvoudiging regelgeving: beleidsregel voor h outopstanden

Geldend van 01-03-2016 t/m 10-02-2019

Intitulé

Bomen en vereenvoudiging regelgeving: beleidsregel voor h outopstanden

Burgemeester en wethouders van Roosendaal;

Besluiten:

Vast te stellen de volgende beleidsregel: Bomen en vereenvoudiging regelgeving: beleidsregel voor houtopstanden

Algemeen

Deze notitie doet dienst als beleidsregel voor het omgaan met houtopstanden in de Gemeente Roosendaal en is een nadere uitwerking van het hoofdstuk ‘Groene Monumenten’ in de Monumentennota (bijlage). De notitie is tot stand gekomen in het kader van het project Vereenvoudiging Regelgeving. Als gevolg van Vereenvoudiging Regelgeving komt de Bomenverordening te vervallen en in plaats daarvoor is gekozen voor een uitwerking van bepalingen met betrekking tot het bewaren van houtopstanden in de APV, gebaseerd op het VNG-model met een aantal lokale aanvullingen.

De bomenverordening schreef voor dat er kapvergunning moest worden aangevraagd voor het kappen van bomen met een stamomtrek groter dan 50 centimeter op 1,30 meter hoogte (uitzondering voor hakhout en bosbouwkundig beheer). In de nieuwe situatie zal dit enkel nog nodig zijn voor specifiek aangewezen waardevolle bomen en houtopstanden die zijn vermeld op de zogenaamde “bomenlijst”. De bomenlijst bevat zowel particuliere als gemeentelijke houtopstanden.

Opbouw van de bomenlijst

De bomenlijst zal worden gebaseerd op:

  • -

    de inventarisatie van monumentale bomen van de Gemeente Roosendaal,

  • -

    de bij de Bomenstichting geregistreerde bomen,

  • -

    de inventarisatie van monumentale bomen van de provincie,

  • -

    het historisch groen van de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie,

  • -

    overige waardevolle landschapselementen,

  • -

    een nog uit te voeren aanvullende inventarisatie.

Aanvullende inventarisatie

De aanvullende inventarisatie voor de bomenlijst zal worden uitgevoerd in overleg met bewoners en relevante organisaties. Criteria voor de aanvullende inventarisatie kunnen onder meer worden ontleend aan onderstaand overzicht van de aangevraagde kapvergunningen in de afgelopen jaren. Geweigerde aanvragen wijzen immers richting waardevolle houtopstanden. De volgende weigeringgronden van kapvergunningen waren relevant:

  • -

    monumentale of historisch waardevolle status van de bomen;

  • -

    bomen bij herontwikkelingslocaties waar uiteindelijk inpassen mogelijk bleek;

  • -

    noodzaak tot kap niet aangetoond door vroegtijdige aanvraag ten behoeve van bouwrijp maken terrein terwijl bouwplan nog niet uitgewerkt is;

  • -

    aanvrager geen beschikkingsrecht (geen eigenaar);

  • -

    overige kwaliteit van de bomen als genoemd in de weigeringgronden in de huidige bomenverordening (zoals oude bomen in ruime tuinen, erfbeplantingen bij boerderijen, kavelgrensbeplantingen, voormalige gemeentebomen in particuliere tuinen, bomen in kloostertuinen, begraafplaatsen, scholen of zorgcentra).

2004

2005

2006

2007

Aantal aanvragen

270

253

202

199

Waarvan gemeentelijk

63

54

31

28

Aantal aanvragen door derden

207

199

171

171

Aantal verleend

262

244

199

191

Aantal geweigerd

8

9

3

8

Aantal deels geweigerd of verleend na aanpassing

2

1

4

2

Weigering wegens monumentale status

1

1

2

0

Weigering of aanpassing wegens beeldbepalende status of landschappelijke waarde

4

4

3

5

Weigering omdat aanvrager niet de eigenaar is

1

2

0

3

Weigering omdat bouwplan nog niet concreet is

2

0

1

3

Herplantplicht opgelegd

17

18

14

13

Bezwaren ingekomen

8

7

5

1

Tabel: Overzicht aangevraagde kapvergunningen en verloop procedure

Criteria voor de aanvullende inventarisatie

Mede op basis van de weigeringgronden van vroegere kapaanvragen zal de aanvullende inventarisatie vooral worden gericht op:

  • -

    houtopstanden die door hun grootte en standplaats het beeld voor de omgeving bepalen,

  • -

    houtopstanden die door grootte en standplaats in het landelijk gebied een grote landschappelijke waarde vertegenwoordigen,

  • -

    houtopstanden die een hoge natuur -, ecologische - of milieuwaarde vertegenwoordigen door het bieden van een leefgebied voor kwetsbare flora en fauna,

  • -

    bomen van een voor deze omgeving zeldzame of bijzondere soort

  • -

    bomen die onderdeel zijn van structuurbepalende elementen, zoals parken, lanen, singels, houtwallen.

Actueel houden van de bomenlijst

Ongeacht het hanteren van een bomenlijst blijven bomen sterfelijke organismen. Een betrouwbare bomenlijst moet worden bijgewerkt als gevolg van uitval van bomen enerzijds en het zich ontwikkelen van de waarde van houtopstanden anderzijds. Daarom is het noodzakelijk de lijst geregeld te actualiseren. Voorgesteld wordt om de lijst na eerste inventarisatie en vaststelling elke 5 jaar geheel na te lopen. Daarnaast moet een incidentele tussentijdse correctie naar aanleiding van ontwikkelingen mogelijk blijven.

Kapvergunning voor houtopstanden op de bomenlijst

Voor houtopstanden op de bomenlijst zal alleen bij zeer grote uitzondering een kapvergunning worden verleend. Verlenen van kapvergunningen is een bevoegdheid voor het college, welke niet meer wordt gemandateerd.

Voorgesteld wordt om bij aanvragen tot het kappen of verplanten van houtopstanden op de bomenlijst het zogenaamde ADC-criterium te hanteren:

  • A.

    zijn er Alternatieven, bijvoorbeeld kan het project ook op een andere manier of op een andere locatie worden uitgevoerd?

  • B.

    D. zijn er met het project Dwingende redenen van groot openbaar belang gemoeid?

  • C.

    Is de Compensatie van de aantasting afdoende geregeld?

Dit betekent dus dat er allereerst moet worden gezocht naar alternatieve oplossingen om de kap van de boom te voorkomen (inpassen van de boom in een ontwikkelingsplan bijvoorbeeld). Alleen als die er niet zijn én er dwingende redenen van groot openbaar belang in het spel zijn kan er een verplant/kapvergunning worden verleend en dan is er per definitie compensatie vereist.

Compensatie kan plaatsvinden in de vorm van:

  • 1.

    deskundig verplanten in de directe omgeving met overlevingsgarantie (herplantplicht bij niet overleven van de boom of bomen).

  • 2.

    herplantplicht ter waarde van de te kappen boom (voorkeur voor herplant van grote bomen).

  • 3.

    storten van de waarde van de boom, bepaald volgens het Rekenmodel Boomwaarde NVTB, in een door de Gemeente Roosendaal te beheren bomenfonds.

Deze reeks wordt toegepast in toenemende volgorde van afkeur om niet bij voorbaat afkoopgedrag te stimuleren. De bomenlijst bevat zowel gemeentelijke als particuliere houtopstanden. Gelijke monniken gelijke kappen ten aanzien van de spelregels.

Besteding van het bomenfonds

Het bomenfonds, gevoed door financiële compensaties als uiterste variant van het ADC-criterium, zal worden ingezet voor daadwerkelijke compensatie elders en voor het subsidiëren van:

  • -

    Niet reguliere instandhoudingmaatregelen voor groene monumenten en lijstbomen;

  • -

    Kosten van onderzoek ter advisering van boomeigenaren bij gebreken aan die bomen;

  • -

    Kosten van opstellen van een Bomen Effect Analyse bij ontwikkelingen binnen de invloedssfeer van particuliere houtopstanden van de bomenlijst,

  • -

    Kosten van onderzoek ter onderbouwing van een kapweigering.

Bijdragen voor kosten die niet zijn te rekenen onder het normale boomonderhoud blijven beperkt tot maatregelen die het voortbestaan van waardevolle bomen verlengen, zoals inlopen van achterstallig onderhoud, boombeschermende maatregelen, verbeteren groeiomstandigheden bij teruglopende vitaliteit, onderzoek en rapportage.

Het bomenfonds wordt beheerd door de gemeente Roosendaal. Aanvragen voor bijdragen worden getoetst op reden (wens of noodzaak), kwaliteit van uitvoering en omvang van het resultaat. Dit bepaalt ook de prioriteitstelling van uitkeringen uit het bomenfonds, mocht de som van de aanvragen de omvang van het bomenfonds te boven gaan.

Niet op de bomenlijst geplaatste houtopstanden

Houtopstanden die niet op de bomenlijst voorkomen mogen zonder kapvergunning worden gekapt (bepalingen in overige wet- en regelgeving daargelaten, zoals de Boswet, de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998). Deze logische consequentie van het nieuwe stelsel betekent overigens niet dat voor gemeentelijke houtopstanden het gezegde “u klaagt en wij zagen” van toepassing zal worden verklaard. Voor de afweging of gemeentelijke klaagbomen ook daadwerkelijk zaagbomen zullen worden, zal het “Toetsingskader Overlastbomen” worden toegepast. Als dit toetsingskader leidt tot de conclusie “onevenredig grote overlast”, zal indien nodig aan de omwonenden een reactie worden gevraagd.

Andere redenen voor het kappen van gemeentelijke houtopstanden die niet op de bomenlijst voorkomen kunnen zijn:

  • -

    conditie- of stabiliteitsproblemen,

  • -

    normale onderhoudsmaatregelen als dunnen van een houtopstand;

  • -

    reconstructie van het openbaar gebied (voorafgaand aan planvorming altijd een groeninventarisatie uitvoeren, waarna in overleg met de omwonenden wordt bepaald of de houtopstanden worden behouden of vervangen),

  • -

    stedenbouwkundige ontwikkelingen (voorafgaand aan planvorming altijd een groeninventarisatie uitvoeren, waarna in overleg met de teams Ruimte, Projecten en Beheer wordt bepaald of houtopstanden binnen het plan kunnen worden ingepast).

Alvorens gemeentelijke bomen en houtopstanden worden gekapt, zal hiervan kennis worden gegeven middels een publicatie in Stadserf 1. Hiermee wordt bereikt dat omwonenden en andere betrokkenen vooraf bekend zijn met het kappen van de betreffende bomen of houtopstanden.

Bijlage: Groene monumenten (uit monumentennota)

Groene monumenten in Roosendaal

Behalve bouwkundige monumenten zijn er ook groene monumenten in Roosendaal. Het betreft groenobjecten die op hun eigen manier bijdragen aan identiteit, karakteristiek en ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving. Het meest in het oog springend zijn uiteraard de monumentale bomen, waarvan de Gemeente Roosendaal een uitvoerige inventarisatie beschikbaar heeft. Maar ook andere groenelementen en -structuren kunnen als monumentaal worden aangemerkt en vormen een belangrijk onderdeel van ons cultuurhistorisch erfgoed. Het groen draagt op een dermate wijze bij aan de belevingswaarde in onze gemeente, dat dit vraagt om een zorgvuldige bescherming.

Cultuurhistorisch Waardenkaart

De Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Noord-Brabant bevat in dit verband een inventarisatie van Historisch Groen, bestaande uit de monumentale bomen die zijn opgenomen in de landelijke inventarisatie van de Bomenstichting, plus andere groenelementen en -structuren met een historische relevantie. Voor Roosendaal gaat het om enkele tientallen:

  • -

    parken,

  • -

    bossen,

  • -

    houtwallen,

  • -

    lanen,

  • -

    landgoederen,

  • -

    kloostertuinen,

  • -

    watergangbeplantingen,

  • -

    plus een veertigtal objecten met monumentale bomen.

Inventarisatie monumentale bomen

De Roosendaalse inventarisatie van monumentale bomen is uitvoeriger en telt ongeveer 240 objecten (totaal ongeveer 1800 bomen). De inventarisatie van monumentale bomen wordt één maal per twee jaar geactualiseerd. Voor monumentale bomen wordt over het algemeen een leeftijdscriterium gehanteerd van ouder dan 50 jaar, maar dit is geen harde norm, ook landelijk niet. Zo worden bijvoorbeeld de enige jaren geleden veelvuldig aangeplante Amaliabomen meteen na aanplant al tot het cultuurhistorisch erfgoed gerekend. Behalve de leeftijd van een boom zijn de volgende criteria relevant voor het bepalen of een boom monumentaal is: omvang, zeldzaamheid, beeldbepaling, cultuurhistorie, ecologisch/ genetisch, vitaliteit, standplaats en groeiomstandigheden. Bomen kunnen monumentale bomen zijn als ze aan meer dan twee van bovenstaande criteria voldoen.

Inventarisatie monumentale groenelementen en -structuren

Roosendaal heeft geen nadere inventarisatie voorhanden van groene monumenten zijnde geen monumentale bomen. Wèl is in één van de voorstudies voor het Landschaps-beleidsplan “De Zoom van West-Brabant” een overzicht opgenomen van belangrijke groenstructuren in Roosendaal, waarin de parken met historische waarden zijn aangeduid (deze parken zijn ook opgenomen in de provinciale Cultuurhistorische Waardenkaart). Maar voor een volledig inzicht in het monumentale groen in Roosendaal zal er een nieuwe inventarisatie moeten worden uitgevoerd, met de provinciale Cultuurhistorisch Waardenkaart en het Landschapsbeleidsplan als vertrekpunten. Voor het bepalen van het al dan niet monumentale karakter van groenelementen en -structuren kunnen criteria worden gehanteerd zoals een opmerkelijke landschapsarchitectuur, een bijzondere locatie zoals religieuze plaatsen, samenhang met cultuurhistorisch belangrijke zaken zoals wegen of waterlopen, een bijzonder cultuurlandschap, een ongebruikelijke sortimentskeuze die typerend is voor een bepaalde periode uit de geschiedenis.

Bescherming van groene monumenten

Groene monumenten maken deel uit van het cultuurhistorisch erfgoed en vragen om bescherming. Behalve het inventariseren en vaststellen van de relevante objecten, is het dus van belang om inzicht te hebben in het instrumentarium voor het beschermen van objecten. Het betreft momenteel de Bomenverordening, de Boswet en de bestemmingsplannen.

Bescherming van bomen

In overeenstemming met de Bomenverordening wordt voor monumentale bomen in principe geen kapvergunning verleend, tenzij er sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid, een noodtoestand of andere uitzonderlijke situaties. Om een aantal redenen is de Bomenverordening aan herziening toe, onder meer als gevolg van de wens tot het terugdringen en vereenvoudigen van regelgeving, maar ook om het begrip “uitzonderlijke situaties” nader te specificeren ten aanzien van monumentale bomen. Voor bedoelde uitzonderlijke situaties is het van belang om een goed afwegingskader te hebben en daartoe wordt het volgende voorgesteld:

  • 1.

    zijn er alternatieven, bijvoorbeeld kan het project ook op een andere manier of op een andere locatie worden uitgevoerd?

  • 2.

    zijn er met het project dwingende redenen van groot openbaar belang gemoeid?

  • 3.

    is de compensatie van de aantasting afdoende geregeld?

Bescherming van andere groenelementen en –structuren

Voor de andere groene monumenten is er tot op heden geen “bewust” beschermingsregime van toepassing. Eventuele bomen die er in voorkomen worden via de Bomenverordening beschermd en als het groenobject enige omvang heeft is het via het bestemmingsplan en/of de Boswet beschermd, maar dat staat allemaal los van de monumentale waarde. De huidige situatie biedt geen waterdichte bescherming, zeker niet als er gekozen zou worden voor een rigoureuze wijziging van de Bomenverordening.

Inventarisatie

Om te komen tot een goede bescherming van groene monumenten zal een grondige totaalinventarisatie van alle groene monumenten worden uitgevoerd. Het voortbestaan van de groene monumenten kan worden geborgd in bijvoorbeeld een Groene Monumenten Verordening. Behalve de bescherming van het groen op zichzelf kan daarin ook -en dat is vaak minstens zo belangrijk- de bescherming van de standplaats en de groeiomstandig-heden goed worden geregeld. Hieronder wordt gerekend: voldoende ruimte voor het wortelgestel, de grondwaterspiegel, maaiveldhoogte, het niet verdichten van de bodem, geen sloten dempen, geen nieuwe sloten, kabels en leidingen aanleggen in de directe nabijheid, enzovoort. Dit zijn aspecten waarmee vaak geen rekening wordt gehouden bij (her)ontwikkelingen.

Flankerend beleid

Het beheer van openbaar groen, inclusief groene monumenten, is afgestemd op normale instandhouding, conform de beheerniveaus van het Beheerbeleid Verhardingen Groen (BVG). Er wordt een voorstel uitgewerkt om een apart budget te reserveren voor het bekostigen van niet reguliere instandhoudingmaatregelen voor groene monumenten.

Om ook particulieren te stimuleren om een goed beheer te voeren over groene monumenten in hun eigendom is het van belang om goed te communiceren over de bijzondere waarde van hun eigendommen. Ook voor de niet reguliere lasten van instandhouding van particuliere groene monumenten moet een beroep op een apart budget kunnen worden gedaan.

Cultuurhistorische en landschappelijke waarden kunnen dienen als inspiratiebron voor de verhoging van de landschappelijke kwaliteit, zowel in het landelijke gebied als binnen de bebouwde kom. Het cultuurhistorische erfgoed draagt immers in belangrijke mate bij aan de identiteit van onze omgeving en daarmee aan de ruimtelijke kwaliteit van een gebied. Groene monumenten verdienen het om vaker als leidraad, voorbeeld en/of randvoorwaarde voor ontwikkelingen te dienen.

Er zal een voorstel worden uitgewerkt om meer bekendheid te geven aan de meest bijzondere groene monumenten in de Gemeente Roosendaal, bijvoorbeeld in folder/boekvorm en/of door het toepassen van informatiepanelen ter plaatse.

Deze regeling treedt in werking op de dag waarop de Algemene plaatselijke verordening, vastgesteld op 18 februari 2016, in werking is getreden.

Deze regeling vervangt de regeling vastgesteld op 18 september 2012.

Ondertekening

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 5 januari 2016,
De secretaris, De burgemeester,