Regeling vervallen per 01-01-2012

Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2011

Intitulé

Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening

Burgemeester en wethouders van Roosendaal;

overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen omtrent de dagen, tijden, plaatsen en wijze waarop afvalstoffen kunnen worden overgedragen of ter inzameling aangeboden aan de bij dit besluit aan te wijzen inzameldienst en andere inzamelaars;

gelet op de Afvalstoffenverordening:

besluit

vast te stellen het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan dan wel mede verstaan:

  • a.

    verordening: de Afvalstoffenverordening van de gemeente Roosendaal;

  • b.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, milieubox of big bag, ten behoeve van één huishouden;

  • c.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een (ondergrondse) verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • d.

    brengdepot: de milieustraten van Saver N.V.;

  • e.

    afvalwijzer: het door het college jaarlijks vastgestelde huis-aan-huisinformatieblad inzake het aanbieden en inzamelen van huishoudelijk afval.

Artikel 2. Aanwijzing inzamelende instanties

Als inzameldienst op grond van artikel 2, eerste lid, van de verordening wordt aangewezen Saver N.V. gevestigd te Roosendaal.

Artikel 3. Afvalwijzer

Het college stelt jaarlijks in de afvalwijzer de regels en voorwaarden vast inzake het aanbieden en inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 4. Afzonderlijke inzameling

De volgende omschrijvingen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen worden op grond van artikel 3, tweede lid, van de verordening vastgesteld:

  • a.

    huishoudelijk restafval: afval afkomstig uit particuliere huishoudens, dat overblijft na scheiding in andere deelstromen genoemd in artikel 3 van de verordening.

  • b.

    groente-, fruit- en tuinafval: dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, beperkt is van omvang en apart wordt ingezameld;

  • c.

    oud papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon en niet vervuild is met andere afvalfracties, met uitzondering van ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang, vinyl en doorslagpapier;

  • d.

    glas: op kleur gescheiden eenmalige glasverpakkingen zoals flessen, potten en andere glazen verpakkingen, met uitzondering van vlakglas, (glas)keramiek, gloei- en spaarlampen, TL-lampen, nagellakflesjes, stenen kruiken, porselein, kristal, spiegels, doppen van flessen, kunststofflessen en kurken;

  • e.

    kunststof verpakkingen: verpakkingen van kunststof zoals bedoeld in het kader van de Raamovereenkomst verpakkingen;

  • f.

    textiel: kleding, lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, schoeisels, grote lappen stof en gordijnen die schoon zijn, niet vervuild met andere afvalfracties en niet eerder gebruikt als bijvoorbeeld poets- of verflappen;

  • g.

    klein chemisch afval: huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld op de KCA-lijst van het ministerie van VROM;

  • h.

    asbest en asbesthoudend materiaal: afval als bedoeld in het Asbestverwijderingsbesluit;

  • i.

    elektrische en elektronische apparatuur: de producten zoals genoemd in de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur;

  • j.

    bouw- en sloopafval: harde steenachtige materialen, zoals puin, gasbeton, dakpannen, serviesgoed, sloophout en isolatiematerialen;

  • k.

    verduurzaamd hout: hout dat is geïmpregneerd, te herkennen aan groene of bruine kleur, zoals bielzen of tuinhout;

  • l.

    grof tuinafval: plantaardige of organische afvalstoffen door aard, samenstelling of omvang niet vallend onder gft-afval en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval, snoeihout etcetera, met uitzondering van bielzen, tuinhekken en tuinschuttingen;

  • m.

    grof huishoudelijk afval: volumineus of zwaar huishoudelijk afval dat door afmeting of gewicht niet in een inzamelmiddel of via een inzamelvoorziening ter inzameling kan worden aangeboden;

  • n.

    metalen; alle metalen voorwerpen zoals blik, ijzer, zink, lood, koper, ijzeren palen, ijzeren platen, ijzerdraad, kachels, fietsframes, spijkers, schroeven, enz.;

  • o.

    herbruikbare goederen: huisraad en goederen die nog hergebruikt kunnen worden, eventueel door reparatie en/of een opknapbeurt.

Artikel 5. Aanwijzing inzamelmiddelen- en voorzieningen

  • 1 Op grond van artikel 4, tweede lid, van de verordening worden de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aangewezen:

    • a.

      voor de categorieën als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, b en c van de verordening: de daarvoor beschikbaar gestelde minicontainer of (ondergrondse) verzamelcontainer;

    • b.

      voor de categorieën als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder d, e en f van de verordening: de daarvoor beschikbaar gestelde wijkcontainer;

    • c.

      voor de categorie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder g van de verordening: de daarvoor beschikbaar gestelde milieubox die kan worden aangeboden bij de chemokar.

  • 2 Naast de in het eerste lid genoemde inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen geldt dat alle categorieën van huishoudelijk afval ter inzameling aangeboden kunnen worden bij het brengdepot.

Artikel 6. Frequentie inzamelen

Op grond van artikel 5, vierde lid, van de verordening wordt de frequentie van de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen vastgesteld:

  • a.

    Oud papier en karton wordt ten minste een maal per maand bij of nabij elk perceel ingezameld.

  • b.

    Grof huishoudelijk afval wordt maximaal een maal per maand op afroep bij of nabij elk perceel ingezameld.

Artikel 7. Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1. Op grond van artikel 9, derde lid, van de verordening worden de personen die voor de inzameling van gft-afval zijn aangewezen op (ondergrondse) verzamelcontainers vrijgesteld van de verplichting om gft-afval gescheiden ter inzameling aan te bieden.

  • 2. Het college kan van het in artikel 9, eerste lid, van de verordening gestelde verbod ontheffing verlenen aan personen voor wie het niet doelmatig is om over drie minicontainers te beschikken vanwege kleine behuizing.

Artikel 8. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1. Krachtens artikel 10, derde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels voor het gebruik van de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen:

    • a.

      het beheer van de inzamelmiddelen die in bruikleen zijn verstrekt door of namens de gemeente, berust bij Saver N.V.;

    • b.

      Saver N.V. is bevoegd om de container te voorzien van een elektronische chip en/of van een sticker waarop staat vermeld: een barcode, de afvalstroom waarvoor de container is bestemd, het volume van de container, een postcode, een plaatsnaam, een straatnaam of een huisnummer.

    • c.

      de door of namens de gemeente verstrekte inzamelmiddelen behoren bij de woning;

    • d.

      de gebruiker van een perceel dient zich tot de klantenservice van Saver N.V. te wenden indien bij een verhuizing naar een perceel geen of een kapot door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel wordt aangetroffen, bij verdwijning, vermissing of beschadiging van een door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel;

    • e.

      de inzamelmiddelen blijven eigendom van Saver N.V. en worden bij normale slijtage voor haar rekening technisch onderhouden;

    • f.

      de gebruiker is verantwoordelijk voor het gebruik en het onderhoud van de in bruikleen ontvangen inzamelmiddelen als ware deze zijn eigendom;

    • g.

      de gebruiker is verplicht de inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden veroorzaakt;

    • h.

      ter voorkoming van maden dienen in een warme periode vlees- en visresten te worden gedeponeerd in de container die het eerst voor lediging in aanmerking komt.

  • 2. Krachtens artikel 10, vierde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:

    • a.

      het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in containers dient ordelijk te geschieden door plaatsing van de container op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, dan wel op een inzamel- of clusterplaats, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd;

    • b.

      inzamelmiddelen dienen goed gesloten te zijn en inzamelingvoorzieningen moeten na gebruik goed gesloten worden;

    • c.

      uit de inzamelmiddelen en de inzamelvoorzieningen mag geen huishoudelijk afval steken;

    • d.

      afvalstoffen welke ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en welke na inzameling daardoor in de container zijn achtergebleven, dienen onverwijld door de aanbieder uit de container te worden verwijderd;

    • e.

      het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen en het eigen gewicht van de ter lediging aangeboden minicontainer mag in zijn totaliteit niet zwaarder zijn dan 70 kilogram;

    • f.

      klein chemisch afval mag om veiligheidsredenen niet aan de openbare weg worden aangeboden, maar moet persoonlijk worden overhandigd bij de chemokar of bij het afvalbrengpunt;

    • g.

      bij de afgifte van afvalstoffen op het brengdepot is het Reglement Saver-milieustraten van toepassing;

    • h.

      de ontdoener van afvalstoffen moet zich bij of op een afvalbrengpunt kunnen legitimeren.

Artikel 9. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Als het voor de inzameldienst door werkzaamheden niet mogelijk is om de normale inzamelplaatsen te bereiken, kunnen op grond van artikel 12 van de verordening voor de duur van de werkzaamheden tijdelijke inzamelplaatsen worden aangewezen, welke worden bekendgemaakt aan de betrokkenen.

Artikel 10. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Op grond van artikel 14, eerste lid van de verordening kan de inzameldienst ook bedrijfsafval uit de kantoor-, winkel- en dienstensector inzamelen.

Artikel 11. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Bedrijven die krachtens artikel 14, eerste lid, van de verordening bedrijfsafvalstoffen aanbieden, dienen deze aan te bieden overeenkomstig de in de verordening en dit uitvoeringsbesluit gestelde regels.

Artikel 12. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Het college stelt op grond van artikel 15, eerste lid, van de verordening de volgende regels:

  • a.

    in de binnenstad mag het bedrijfsafval alleen worden ingezameld tussen 8:00 uur en 21:00 uur;

  • b.

    de inzamelmiddelen mogen niet op of aan de openbare weg geplaatst worden anders dan voor onmiddellijke overdracht aan de inzamelaar;

  • c.

    de gebruikte inzamelmiddelen dienen na lediging onmiddellijk te worden teruggeplaatst in of op het perceel van de gebruiker overeenkomstig de daarvoor geldende regels.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op 1 januari 2011.

Artikel 14. Citeerbepaling

Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening.

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 20december2010.

De secretaris, De burgemeester,

/cvdr/images/Roosendaal/i12443.pdf