Reglement van orde voor de raadscommissie

Geldend van 03-07-2023 t/m heden

Intitulé

Reglement van orde voor de raadscommissie

De raad van de gemeente Roosendaal;

gezien het advies van het presidium van 8 december 2016;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen het Reglement van orde voor de raadscommissie.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    raadsavond: een avond waarop openbare vergaderingen plaatsvinden van de inspraakbijeenkomst, raadscommissie en/of raadsvergadering.

  • f.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie;

  • g.

    agendacommissie: door de raad aangewezen leden die de agenda’s van de vergaderingen van de raadscommissies voorbereiden.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt een raadscommissie in:

  • 2. De raadscommissie kan themabijeenkomsten houden over onderwerpen waarover zij adviseert en overlegt. Op deze themabijeenkomsten is het ‘reglement van orde voor de raadscommissie’ niet van toepassing.

Artikel 3 Taken

De raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    Het voeren van een debat tussen fracties onderling om tot meningsvorming te komen;

  • b.

    Het uitbrengen van advies aan de raad;

  • c.

    Het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • d.

    Het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Bij de samenstelling dient gestreefd te worden naar een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde politieke partijen. De raadscommissie bestaat uit tenminste één afgevaardigde per fractie en is samengesteld naar evenredigheid van het aantal zetels in de raad. Voor vaststelling van het aantal leden per fractie in de commissie wordt het aantal raadszetels per fractie gedeeld door 2. Het hieruit resulterende getal wordt naar het eerst volgende hele getal afgerond. Dit is het maximum aantal vertegenwoordigers per commissie. Een fractie kan er ook voor kiezen om minder commissieleden af te vaardigen dan het toegestane aantal. De fractie die dat aangaat doet daarvan schriftelijk melding aan de voorzitter van de raad.

  • 2. De vertegenwoordiging vanuit de raadsfracties wordt door henzelf geregeld.

  • 3. Per agendapunt kunnen er niet meer woordvoerders per fractie zijn dan het aantal leden per fractie van de commissie overeenkomstig het bepaalde in lid 1.

  • 4. De leden van de commissies kunnen zich laten vervangen door een niet-raadslid, daartoe door de raad aangewezen op voordracht van de partij waartoe zij behoren (burgerraadslid).

  • 5. De zittingsperiode van burgerraadsleden eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 6. Per fractie kunnen door de raad maximaal twee burgerraadsleden worden aangewezen.

  • 7. Een burgerraadslid heeft ter vergadering aanwezig dezelfde rechten en plichten als een commissielid dat hij vervangt.

  • 8. Op burgerraadsleden zijn bepalingen van deze verordening en van de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing en zij genieten per bijgewoonde vergadering een presentievergoeding als bedoeld in de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Roosendaal.

  • 9. Ten aanzien van burgerraadsleden is artikel 14 van de Gemeentewet voor het afleggen van de eed (verklaring en belofte) van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De leden van de Agendacommissie, zoals bedoeld in artikel 5 Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad, zijn tevens voorzitter van de raadscommissie. Het voorzitterschap van de raadscommissie wordt afwisselend ingevuld door de leden van de Agendacommissie.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid en de voorzitter is gelijk aan de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid houdt op lid te zijn van een raadscommissie indien hij niet meer voldoet aan artikel 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet.

  • 3. Een voorzitter kan te allen tijde ontslag nemen. De voorzitter doet daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als een opvolger is benoemd.

  • 4. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5 van deze verordening.

  • 5. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid namens die fractie, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

  • 1. De griffier wijst ter ondersteuning voor de raadscommissie een medewerker van de griffie aan als commissiegriffier.

  • 2. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een medewerker van de griffie.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en indiener burgerinitiatief

Artikel 8 Aanwezigheid college, burgemeester

  • 1. De voorzitter kan de burgemeester, één of meer wethouders uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2. De aanwezigheid van een wethouder dan wel de burgemeester in een commissie wordt verwacht wanneer men een onderwerp of voorstel uit zijn portefeuille bespreekt. Hij wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de vergadering indien er vragen gesteld worden.

  • 3. Een wethouder of de burgemeester kan zich bij verhindering laten vervangen door zijn plaatsvervanger. Indien deze niet beschikbaar is, kan de commissie ervoor kiezen het agendapunt zonder het betreffende collegelid te behandelen of door te schuiven naar een volgende vergadering.

  • 4. De burgemeester of een wethouder kan op eigen initiatief bij een vergadering aanwezig zijn. Indien hij deel wil nemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter voor aanvang van de vergadering.

Artikel 9 Aanwezigheid indiener burgerinitiatief

De aanwezigheid van een indiener van een burgerinitiatief of zijn plaatsvervanger wordt in een commissie verwacht wanneer men het initiatief bespreekt. Hij wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de vergadering en wordt bij de behandeling van het onderwerp of voorstel verzocht naast de voorzitter plaats te nemen.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 10 Vergaderdiscipline

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn in beginsel openbaar.

  • 2. De data van de raadsavonden worden gepubliceerd op de website en op de gemeentelijke informatiepagina in een lokaal huis-aan-huis blad. De vergaderdata van de commissie worden gepubliceerd op de website van de gemeenteraad.

  • 3. De vergadering van de raadscommissie vindt plaats op een donderdagavond in het Oude Raadhuis, Markt 1 in Roosendaal. De aanvangstijd kan variëren afhankelijk van de opzet van de raadsavond en wordt tenminste 6 dagen voor een vergadering bekend gemaakt.

  • 4. De vergaderingen worden uiterlijk om 23.00 uur door de voorzitter gesloten.

  • 5. Indien, met inachtneming van het bepaalde in lid 4, de agenda van de vergadering nog niet is afgehandeld vanwege het bereiken van het sluitingsuur, worden de niet behandelde agendapunten door de agendacommissie voor een nieuwe commissievergadering op de agenda geplaatst.

  • 6. Naast de vastgestelde vergaderingen vergadert de raadscommissie, wanneer de agendacommissie het nodig acht of indien tenminste 2 fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 7. De agendacommissie kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen.

Artikel 11 Oproep

De voorzitter zendt ten minste 6 dagen voor een vergadering de commissieleden een digitale oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering en de voorlopige agenda. Deze wordt met de daarbij behorende stukken met uitzondering van de in artikel 87 van de Gemeentewet bedoelde informatie, aan de commissieleden verzonden en openbaar gemaakt.

Artikel 12 De agenda

  • 1. De commissie bepaalt zelf de agenda. De voorzitter doet hiertoe een voorstel op basis van de door de fracties ingediende agenderingen. Onderscheid kan gemaakt worden in B- en C-stukken:

    • a.

      raadsvoorstellen worden, indien geagendeerd, als een B-stuk op de agenda geplaatst;

    • b.

      initiatiefvoorstellen worden als een B-stuk op de agenda geplaatst;

    • c.

      eigenstandige moties en raadsmededelingen kunnen als C-stuk geagendeerd worden. Lis-stukken en (beantwoording van) schriftelijke vragen, niet zijnde vragen op grond van artikel 39 van het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad, kunnen eveneens als C-stuk geagendeerd worden, mits minimaal een vijfde van het aantal raadsleden de agendering ondersteunt.

  • 2. Fracties kunnen bij de griffie verzoeken tot agendering indienen tot minimaal twee weken na aanbieding van de stukken aan de raad, totdat de inspreektermijn voor de inspraakbijeenkomst is verlopen en het betreffende onderwerp op een voorlopige commissieagenda is opgenomen.

  • 3. De voorzitter kan in spoedeisende gevallen, al dan niet op verzoek van een lid, na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. Deze wordt zo spoedig mogelijk voor de aanvang van een raadscommissievergadering met de bijbehorende stukken met uitzondering van in artikel 89 van de Gemeentewet bedoelde informatie aan de commissieleden verzonden en openbaar gemaakt. Tijdens de vaststelling van de agenda zal de commissie het spoedeisende karakter toetsen.

  • 4. Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 5. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De agendacommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 6. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de digitale oproep voor de raadsleden ter inzage gelegd in Het Huis. Indien na het verzenden van de oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten Het Huis gebracht.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kunnen stukken ook op elektronische wijze aan een ieder ter beschikking worden gesteld.

  • 4. Indien op informatie op grond van 87 van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, worden in afwijking van het eerste en derde lid, deze stukken achter een digitaal slotje op elektronische wijze aan raadsleden ter beschikking gesteld. Alleen in bijzondere gevallen, zulks ter beoordeling van de griffier, worden onder berusting van de griffier stukken in het geheimenkastje in Het Huis beschikbaar gesteld. De griffier verstrekt een raadslid inzage indien hiervoor een afspraak is gemaakt.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

De vergadering wordt tegelijkertijd met de digitale oproep aangekondigd op de gemeentelijke informatiepagina in een lokaal huis-aan-huis blad. Daarnaast wordt de oproep door plaatsing op de website van de gemeenteraad openbaar gemaakt.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Ieder lid en ieder burgerraadslid dat ter vervanging van een lid (voor een of meerdere agendapunten) aanwezig is, tekent bij binnenkomst in de vergaderzaal de presentielijst.

Artikel 16 Opening vergadering en quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op de vastgestelde tijd, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de digitale oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17 Videoverslag en besluitenlijst

  • 1. Van de commissievergadering wordt een videoverslag gemaakt, dat binnen 7 dagen na de vergadering te raadplegen is via de website van de gemeenteraad.

  • 2. Er wordt een besluitenlijst van de vergadering gemaakt. De besluitenlijst wordt digitaal aan de leden toegezonden gelijktijdig met de digitale oproep voor de volgende vergadering van de commissie.

  • 3. Bij het begin van de vergadering wordt de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 4. De leden, de burgerraadsleden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders hebben het recht, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat, een voorstel tot wijziging van de besluitenlijst aan de commissie voor te leggen.

    Een voorstel tot wijziging dient voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier te worden ingediend. De commissie beslist, bij meerderheid, over een wijziging van de concept besluitenlijst.

  • 5. In de besluitenlijst worden vermeld:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de commissiegriffier, de burgemeester en de wethouders en de ter vergadering aanwezige leden, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een samenvatting van het advies ten behoeve van de behandeling van het voorstel in de raad. Hierbij wordt melding gemaakt van de behandelstatus in de raad van een voorstel (A of B status), de fracties die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de fracties die zich niet uitgelaten hebben;

    • d.

      een samenvatting van het advies ten behoeve van de behandeling van een raadsmededeling, eigenstandige motie, schriftelijke vraag (niet zijnde een vraag op grond van artikel 39 van het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad of lis-stuk in de gemeenteraad (C status). Het commissielid dat verdere beraadslaging in de raad verzoekt geeft de bespreekpunten concreet aan;

    • e.

      toezeggingen die door de wethouder dan wel burgemeester zijn gedaan.

Artikel 18 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Fracties die hebben geagendeerd als bepaald in artikel 12 van dit reglement kunnen over het geagendeerde agendapunt spreken in twee termijnen. De overige fracties kunnen alleen in tweede termijn het woord voeren.

  • 3. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 4. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 5. Bij de bepaling hoeveel maal een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 19 Spreektijd

  • 1. In de eerste termijn heeft het lid 5 minuten spreektijd. In de tweede termijn is dit 3 minuten.

  • 2. Bij bespreking van B- en C-stukken heeft de portefeuillehouder na de eerste termijn een onbeschermde (zuivere) spreektijd van 8 minuten. Na deze spreektijd wordt door de voorzitter geïnventariseerd of alle vragen uit de eerste termijn beantwoord zijn.

  • 3. De voorzitter kan een voorstel ter aanpassing van de spreektijd doen aan de commissie. De meerderheid van de commissie dient met dit voorstel akkoord te gaan.

Artikel 20 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter, ieder lid en burgerraadslid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond. De meerderheid van de commissie dient met het voorstel akkoord te gaan.

Artikel 21 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en – indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten.

  • 3. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, kan hij door de voorzitter tot de orde worden geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen om een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over dit voorstel wordt terstond besloten en is geen beraadslaging mogelijk. Indien de commissie het voorstel aanneemt, verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen.

Artikel 22 Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 23 Deelname aan de beraadslaging door gemeentesecretaris

  • 1. De commissie kan bepalen dat de gemeentesecretaris kan deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden van de raadscommissie genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 24 Initiatiefvoorstellen

  • 1. De indiener van het initiatiefvoorstel wordt bij de behandeling van het initiatiefvoorstel verzocht naast de voorzitter plaats te nemen.

  • 2. Het initiatiefvoorstel wordt, met uitzondering van het voorstel bedoeld in lid 4, altijd voorbesproken in de raadscommissie. Hierbij worden, voor zover ingebracht, de wensen en bedenkingen van het college betrokken. Na behandeling in de raadscommissie beslist de initiatiefnemer over de doorgeleiding van het voorstel naar de raadsvergadering.

  • 3. Indien geen enkele fractie het initiatiefvoorstel heeft geagendeerd voor de raadscommissie zal de indiener in de eerste termijn wel de mogelijkheid krijgen een reactie of toelichting te geven op het initiatiefvoorstel, waarna vervolgens iedere fractie nog de mogelijkheid van een tweede termijn krijgt.

  • 4. Op een initiatiefvoorstel, inhoudende het ontslag van een wethouder, zijn de bepalingen in dit artikel niet van toepassing. Een dergelijk voorstel hoeft niet een gehele cyclus te doorlopen en kan na instemming van de raad zelfs terstond aan de agenda van de raadsvergadering toegevoegd worden.

Artikel 25 Eigenstandige moties

  • 1. De indiener van de eigenstandige motie wordt bij de behandeling van de eigenstandige motie verzocht naast de voorzitter plaats te nemen.

  • 2. Na behandeling in de raadscommissie beslist de indiener van de eigenstandige motie over de doorgeleiding van het voorstel naar de raadsvergadering.

Artikel 26 Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de aanwezige leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies en de behandelstatus. Indien verdere beraadslaging in de raad over een voorstel door een fractie gewenst wordt, wordt deze aangeduid als een B-voorstel. Indien verdere beraadslaging in de raad over een eigenstandige motie, raadsmededeling of lis-stuk door een fractie gewenst wordt, wordt deze aangeduid als een C-stuk. Indien verdere beraadslaging in de raad over een voorstel niet gewenst is, wordt het aangeduid als een A-voorstel, een hamerstuk. Daarnaast kan een fractie aangeven het niet eens te zijn met een voorstel, maar geen verdere beraadslaging hierover te wensen. Het blijft dan een A-voorstel.

  • 4. In het advies worden de relevante standpunten van alle fracties opgenomen, het behandelingsadvies en de toezeggingen van de wethouder of burgemeester. Het advies wordt verwerkt in de agendering voor de raadsvergadering.

  • 5. Iedere fractie kan de A-status van een voorstel wijzigen indien men dit schriftelijk en met redenen omkleed, uiterlijk om 17.00 uur de dinsdag voorafgaand aan de raadsvergadering bij de voorzitter van de raad kenbaar maakt.

  • 6. Indien een voorstel als B-stuk wordt aangemerkt zonder motivering of slechts met de motivering dat het mee teruggenomen wordt naar het fractieoverleg, wordt het voor de raadsvergadering voor die fractie als A-stuk aangemerkt, tenzij alsnog een schriftelijke motivering gegeven wordt uiterlijk om 17.00 uur de dinsdag voorafgaand aan de raadsvergadering.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 27 Algemeen

  • 1. Indien het nodig of wenselijk is, kan de commissie op voorstel van de voorzitter beslissen dat er vergaderd wordt achter gesloten deuren. Daarnaast kan men verzoeken om een besloten vergadering als ten minste een vijfde deel van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend, een verzoek daartoe indient. De commissie beslist op het verzoek.

  • 2. Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

  • 3. Naast de leden van de commissie, de voorzitter, de commissiegriffier, de griffier en eventuele griffiemedewerkers zijn de overige leden van de raad bevoegd om de besloten vergadering bij te wonen.

  • 4. De voorzitter bepaalt of eventuele adviseurs of derden toegang krijgen tot de besloten vergadering.

Artikel 28 Audioverslag en besluitenlijst

  • 1. Van het besloten deel van de commissievergadering wordt een audioverslag gemaakt, dat alleen te raadplegen is door raadsleden, bij de vergadering aanwezige collegeleden en ambtenaren en door medewerkers van de griffie.

  • 2. Er wordt een besluitenlijst van de vergadering gemaakt die achter een digitaal slotje op elektronische wijze aan leden ter beschikking wordt gesteld. Deze besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het opheffen van de geheimhouding op de besluitenlijst en het audioverslag.

Artikel 29 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 87, van de Gemeentewet of omtrent informatie geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 30 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 89 van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 31 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren, kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 32 Geluid- en beeldregistraties

  • 1. Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

  • 2. Indien men hiervan geen mededeling doet bij de voorzitter of zich niet gedraagt naar zijn aanwijzingen, kan men door de voorzitter worden verzocht om de vergaderzaal te verlaten of indien nodig worden verwijderd uit de vergaderzaal.

Artikel 33 Gebruik mobiele telefoons

  • 1. In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering telefoneren niet toegestaan. Ander gebruik van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen is toegestaan, voor zover dit gebruik naar het oordeel van de voorzitter geen verstoring van de orde van de vergadering oplevert.

  • 2. Indien men zich niet houdt aan lid 1 kan men door de voorzitter worden verzocht om de vergaderzaal te verlaten of indien nodig worden verwijderd.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 34 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, bij twijfel over de toepassing van de verordening of indien het niet mogelijk is de verordening toe te passen, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter, voor zover niet in strijd met wettelijke voorschriften.

Artikel 35 Intrekking

Het Reglement van orde voor de raadscommissies, vastgesteld op 24 september 2014 en inwerking getreden op 6 oktober 2014, wordt ingetrokken.

Artikel 36 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de derde dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

Artikel 37 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: ‘Reglement van orde voor de raadscommissie’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 maart 2017,

de griffier, de voorzitter,