Inrichtingsplan voor de biologische markt in het centrum

Artikel 4 Parkeren

• 1. Het is vergunninghouders van de biologische markt, zoals bedoeld in de artikel 1 en 2, niet toegestaan hun vervoersmiddel achter of nabij de kraam te parkeren.

• 2. In het kader van de veiligheid kan ter beoordeling van de marktmeester afgeweken worden van het eerste lid.

• 3. Het college kan een ontheffing verlenen op het verbod zoals gesteld in lid 1, op grond waarvan het de vergunninghouder is toegestaan het vervoermiddel achter de kraam te parkeren, namelijk op advies van een door de gemeente aangewezen arts, waaruit blijkt dat de vergunninghouder voor de uitoefening van de werkzaamheden genoodzaakt is het vervoermiddel achter de kraam te parkeren.

Artikel 6 Branchering

• 1. 1 maal per 4 weken is laatste donderdag van de maand.

• 2. Op de markt mogen hoofdzakelijk produkten worden verkocht die voldoen aan het EKO-keurmerk en/of het europees Bio-keurmerk, en/of het SKAL-licentie.

Artikel 7 Inhoud vaste standplaatsvergunning

• 1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

  • a.

    de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b.

    het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

  • c.

    de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend;

  • d.

    dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

  • e.

    welke eenheid elektriciteit al dan niet afgenomen wordt van de gemeente;

• 2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 8 Nadere bepaling vergunningen

• 1. Indien de vergunninghouder bakt of frituurt in olie, is het gebruik van een bakwagen verplicht.

• 2. Een vergunninghouder dient tijdens de markt zelf zijn afval, afvalwater en smeltwater, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen en na afloop van de markt zelf af te voeren.

• 3. Elke vergunninghouder dient zich te houden aan het brandpreventieplan en calamiteitenplan, zoals vastgesteld door het college.

• 4. Een vergunninghouder die handel drijft in artikel van een branche waaruit zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn standplaats vervuild raakt dient maatregelen te treffen om dit te voorkomen. De te treffen maatregelen dienen ter goedkeuring aan de marktmeester te worden voorgelegd.

• 5. Het is een vergunninghouder niet toegestaan een verankering met pinnen in de bestrating aan te brengen.

Artikel 11 Sancties

• 1. Het college beoordeelt of een vergunninghouder voldoet aan de bepalingen in dit inrichtingsplan.

• 2. Indien een vergunninghouder niet voldoet aan de bepalingen uit dit inrichtingsplan kan het college bestuursrechtelijke sancties, als bedoeld in artikel 20 van de Marktverordening, opleggen.

• 3. Het opleggen van strafrechtelijke sancties, als bedoeld in artikel 22 van de Marktverordening, is voorbehouden aan het Openbaar Ministerie en de strafrechter.