Regeling vervallen per 18-09-2023

Subsidieregeling Onderwijsachterstanden 2020-2022

Geldend van 19-09-2022 t/m 17-09-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022

Intitulé

Subsidieregeling Onderwijsachterstanden 2020-2022

Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

gelet op artikel 2, eerste lid, onder e, en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Roosendaal;

BESLUITEN

vast te stellen de Subsidieregeling Onderwijsachterstanden 2020-2022

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Samenwerkingsverband: een verband zonder rechtspersoonlijkheid dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van activiteiten.

  • b.

    Jaarlijkse subsidie: subsidie die per jaar aan een organisatie voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt.

  • c.

    TWB: Thuis Zorg West-Brabant.

  • d.

    Geïndiceerde doelgroep: alle peuters, tussen 2 en 4 jaar, woonachtig in de gemeente Roosendaal die door TWB geïndiceerd zijn op een (taal)achterstand of op het lopen van een risico op een (taal)achterstand. Dit gebeurt op basis van het proces ‘indiceren en toeleiden’ opgesteld door TWB in samenwerking met de gemeente.

  • e.

    VVE: Voor- en vroegschoolse educatie. Dit zijn VVE-activiteiten, gericht op het stimuleren van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

  • f.

    Erkend programma: een programma opgenomen in de databank effectieve jeugdinterventie dat voldoet aan de Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE).

  • g.

    Warme overdracht: een naadloze overgang van voorschoolse educatie naar de basisschool bestaande uit een schriftelijke overdracht en een mondelinge overdracht.

  • h.

    Schakelklas: specifiek aanbod voor kinderen (van 4 tot 12 jaar) die achterblijven op het gebied van taal- en woordenschatontwikkeling.

  • i.

    Taalvoorziening anderstaligen: specifiek aanbod voor kinderen (van 4 tot 12 jaar) die korter dan 1 jaar in Nederland zijn en de Nederlandse taal niet beheersen.

  • j.

    VOG: Verklaring omtrent gedrag.

Artikel 2 Doelstelling subsidieregeling

Doelstelling van de regeling is te bevorderen dat:

  • 1.

    Onderwijsachterstanden bij kinderen tot 12 jaar worden voorkomen;

  • 2.

    Ieder kind een optimale ontwikkeling krijgt om zijn of haar talenten te ontplooien;

  • 3.

    Kinderen bij de start in groep 3 van de basisschool geen achterstand hebben.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Een jaarlijkse subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

  • 1.

    Het aanbieden van een erkend VVE programma aan de geïndiceerde doelgroep dat voldoet aan de volgende eisen:

  • a.

    Het aanbod bestaat uit 1120 kind contacturen (urencriterium) in de leeftijdsperiode tussen 2 en 4 jaar;

  • b.

    De norm is een aanbod van 8 uur per week in de leeftijd tot 2,5 jaar en 16 uur per week in de leeftijd tot 4 jaar. Aanbieders kunnen binnen het urencriterium van 1120 uur hier onderbouwd van afwijken. De onderbouwing wordt opgenomen in het activiteitenplan;

  • c.

    Het aanbod wordt vanaf 2 jaar verdeeld over minimaal 2 en vanaf 2,5 jaar over 3 verschillende dagen per week;

  • d.

    De norm van 16 uur per week, voor peuters van 2,5 tot 4 jaar, geldt als leidraad per 1 januari 2020 en is verplicht met ingang van 1 oktober 2020.

  • 2.

    Activiteiten gericht op het projectmatig vergroten van de ouderbetrokkenheid, in aanvulling op de structurele ouderbetrokkenheid die onderdeel uitmaakt van de VVE.

  • 3.

    Het aanbieden en coördineren van schakelklassen en taalvoorzieningen anderstaligen voor kinderen die woonachtig zijn in de gemeente Roosendaal.

  • 4.

    Het vergoeden van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage in het kader van het VVE programma voor ouders die de eigen bijdrage niet kunnen betalen.

Artikel 4 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag voor subsidie voor de activiteiten genoemd in artikel 3 onder 1 en 2 wordt gedaan tussen 1 juli en 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2. Een aanvraag voor subsidie voor de activiteit genoemd in artikel 3 onder 3 wordt gedaan per schooljaar. De aanvraag moet voor 1 juli van desbetreffend schooljaar worden gedaan.

  • 3. Een aanvraag voor subsidie voor de activiteit genoemd in artikel 4 kan gedurende het hele jaar worden gedaan.

    4. Voor de activiteit genoemd in artikel 3 onder 4 kan er enkel subsidie aaangevraagd worden voor 2020, maxiimaal twee aanvragen per jaar.

Artikel 5 Subsidieplafond en maximaal bedrag per aanvraag

  • 1. Het subsidieplafond voor het tijdvak 2020 tot en met 2022 bedraagt:

  • a. voor activiteit 1: € 6.000.000,-, per jaar is dit €2.000.000.

  • Dit is gebaseerd op maximaal 450 peuters per jaar bij alle erkende VVE aanbieders.

  • b. voor activiteit 2: € 285.000,- per jaar is dit € 95.000,-

  • c. voor activiteit 3;

  • - voorzieningen anderstaligen: € 540.000,-, per jaar is dit € 180.000,-

  • - schakelklassen: € 1.624.000,-, voor schooljaar 2020 - 2021 is dit € 450.000,-, voor schooljaar 2021 - 2022 is dit € 574.000,- en voor schooljaar 2022 - 2023 is dit € 600.000,-.

  • - coördinatie: € 15.000,- per jaar is dit € 50.000,-

  • d. Voor activiteit 4: € 30.000,- per jaar is dit € 10.000,-

  • 2. Het maximale bedrag voor de eerste aanvraag op grond van activiteit 4 bedraagt € 2500,-.

  • 3. Voor meerjarig beschikte subsidies wordt indexering toegepast.

  • 4. Het indexatiepercentage wordt jaarlijks op 1 mei vastgesteld overeenkomstig de methodiek die is terug te vinden in het gemeentelijke Spoorboekje Planning en Control Cyclus van het betreffende begrotingsjaar.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1. Het subsidiebedrag voor activiteit 1 is gebaseerd op een tarief van maximaal € 10,- per aangeboden uur, per kind.

  • 2. Het uurtarief is bestemd voor de voorbereiding en de uitvoering van de VVE. Hieronder vallen mede de volgende werkzaamheden:

  • a. Het bijhouden van de ontwikkeling van peuters, in een daartoe erkend kind volgsysteem;

  • b. warme overdracht naar primair onderwijs;

  • c. contact met ouders (oudergesprekken, ouderbijeenkomsten).

  • 3. Het subsidiebedrag is gebaseerd op de volgende berekening: (uurtarief x aantal uur x aantal weken x aantal peuters) minus de (inkomensafhankelijke ouderbijdrage

  • 4. De inkomensafhankelijke ouderbijdrage over gemiddeld 320 uur per jaar (40x8 uur) behoort niet tot de subsidiabele kosten met uitzondering van de werking van artikel 3 lid 4. De te betalen ouderbijdrage wordt door de aanbieders berekend en gefactureerd op basis van de landelijke VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang en in mindering gebracht op de subsidieaanvraag en –verantwoording.

  • 5. Niet-subsidiabele kosten zijn de kosten die al zijn inbegrepen in het uurtarief zoals genoemd in lid 1. Dit zijn de volgende kosten:

  • a. scholingskosten en verletkosten voor reguliere permanente scholing VVE;

  • b. materiaalkosten zowel voor gebruik in de groep als thuis;

  • c. huisvestings-, management-, loon- en overige bedrijfsvoering kosten gerelateerd aan VVE.

Artikel 7 Voorwaarden aan de aanvrager

  • 1. De subsidie voor activiteit 1 kan uitsluitend worden aangevraagd door aanbieders die :

  • a. voldoen aan de kwaliteitseisen van de Inspectie van het Onderwijs en GGD en werken conform de eisen op grond van de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang;

  • b. voldoen aan de kwaliteitseisen voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk volgens de Wet Kinderopvang;

  • c. staan geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang.

  • 2. De subsidie voor activiteit 2 kan alleen worden aangevraagd door een samenwerkingsverband.

  • 3. De subsidie voor activiteit 3 kan alleen worden aangevraagd door schoolbesturen Primair onderwijs in Roosendaal.

  • 4. De subsidie voor activiteit 4 kan alleen worden aangevraagd door een aanbieder die in aanmerking komt voor subsidie voor activiteit 1.

Artikel 8 Voorwaarden aan de aanvraag

De subsidieaanvraag voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    De subsidieaanvraag gaat vergezeld van een activiteitenplan waarin in ieder geval het volgende is vermeld:

  • a.

    een omschrijving van de wijze waarop is voldaan aan de voorwaarden van artikel 7;

  • b.

    een omschrijving van de wijze waarop de activiteiten bijdragen aan het realiseren van de in artikel 2 genoemde doelstelling;

  • c.

    een omschrijving van kennis en kunde van de organisatie ten aanzien van de activiteiten en de doelgroep;

  • d.

    een omschrijving van de wijze waarop de aanvrager de doelgroep wil bereiken;

  • e.

    een omschrijving van de wijze waarop de ouderbetrokkenheid in het programma is verweven;

  • f.

    een beschrijving van de mate en variëteit van de samenwerking en de wijze waarop wordt samengewerkt en afgestemd met andere organisaties binnen de gemeente Roosendaal;

  • g.

    een beschrijving van de wijze waarop het effect van de activiteiten wordt gemeten;

  • h.

    een beschrijving van de mate waarin de beschikbare middelen effectief en efficiënt worden ingezet, waarbij aandacht wordt besteed aan kosteneffectiviteit;

  • i.

    een jaarlijks VVE-opleidingsplan;

  • j.

    een omschrijving van de mate waarin het aanbod vernieuwend is.

  • k.

    een beschrijving van de koppeling met de vroeg school en de samenwerking met primair onderwijs om de doorgaande lijn te realiseren.

  • 2.

    De subsidieaanvraag gaat vergezeld van een opgave van uitgaven en inkomsten per activiteit.

  • 3.

    Bij subsidieaanvragen van meer dan € 100.000,- dient een jaarverslag over het jaar voorafgaand aan de aanvraag te worden ingediend, bestaande uit een inhoudelijk verslag en een jaarrekening. Indien van toepassing dient bij het jaarverslag een accountantsverklaring te worden gevoegd.

Artikel 9 Beoordeling subsidieaanvraag

  • 1. Aanvragen voor de in artikel 3 genoemde activiteiten 1 t/m 3 komen voor subsidie in aanmerking indien zij voldoen aan de voorwaarden omschreven in artikel 7 en artikel 8.

  • 2. Alvorens aanvragen in aanmerking kunnen komen voor subsidie zoals bedoeld in lid 1, dient vast te staan dat het totaal aan aanvragen in overeenstemming is met de grootte van de doelgroep, te weten maximaal 450 kinderen. Indien dit aantal met meer dan 10% wordt overschreden zal eerst overleg plaatsvinden met de aanvragers om het aanbod op elkaar af te stemmen.

  • 3. Aanvragen voor de in artikel 3 genoemde activiteit onder 4 die voldoen aan de voorwaarden omschreven in artikel 7 en artikel 8 komen voor subsidie in aanmerking totdat het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 10 Besluitvorming

  • 1. Besluitvorming met betrekking tot aanvragen voor de activiteiten genoemd in artikel 3 onder 1 t/m 3 vindt plaats nadat de aanvraagperiode is verstreken en alle aanvragen zijn ontvangen.

  • 2. In afwijking van lid 1 worden aanvragen voor de activiteit genoemd in artikel 3 onder 4 afgehandeld op volgorde van binnenkomst.

  • 3. Als datum van binnenkomst geldt de datum waarop de aanvraag volledig is ingediend.

Artikel 11 Verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht:

  • a. de activiteiten uit te voeren overeenkomstig de bij de subsidieaanvraag verstrekte gegevens;

  • b. om geen voorschoolse groepen te vormen die bestaan uit alleen kinderen met een ontwikkelingsachterstand maar om gecombineerde groepen te vormen;

  • c. Voor het uitvoeren van de activiteiten uitsluitend begeleiders en docenten in te zetten die in het bezit zijn van een VOG;

  • d. Zich te conformeren aan de door het college vastgestelde resultaatafspraken VVE.

  • 2. Indien sprake is van een samenwerkingsverband is de penvoerder verantwoordelijk voor het afleggen van rekening en verantwoording.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2019.

Ondertekening

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 25 juni 2019,

de secretaris, de burgemeester,