Regeling vervallen per 23-09-2019

Gedragscode voor burgemeester en wethouders gemeente Roosendaal

Geldend van 22-12-2007 t/m 22-09-2019

Intitulé

Gedragscode voor burgemeester en wethouders gemeente Roosendaal

De raad van de gemeente ;

gelet op de artikelen 41c en 69 Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de navolgende gedragscode:

Gedragscode voor burgemeester en wethouders gemeente

Burgemeester en wethouders stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer.

Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders en de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders hun functie vervullen.

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief:

  • -

    Dienstbaarheid

  • -

    Onafhankelijkheid

  • -

    Functionaliteit

  • -

    Openheid

  • -

    Betrouwbaarheid

  • -

    Zorgvuldigheid

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

1 Algemene bepalingen

  • 1.1

    Deze gedragscode geldt voor burgemeester en wethouders (verder te noemen: politieke ambtsdragers).

  • 1.2

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidigis vindt bespreking plaats in het college.

  • 1.3

    De code is openbaar en op toegankelijke wijze te raadplegen.

  • 1.4

    Politieke ambtsdragers ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

  • 1.5

    Een politieke ambtsdrager is aanspreekbaar op de naleving van deze code.

2 Belangenverstrengeling

  • 2.1

    Een politieke ambtsdrager doet opgave van zijn financiële belangen.

  • 2.2

    Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de politieke ambtsdrager(de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.3

    Een oud-politieke ambtsdrager van de gemeente (verder te noemen: de gemeente) wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente waaraan hij verbonden was.

  • 2.4

    Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een politieke ambtsdrager overeen onderwerp in het geding zijn, geeft hij bij de besluitvorming daaroveraan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

  • 2.5

    Een politieke ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen ofanderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten ofzaken aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.6

    Een politieke ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten aan degemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

  • 2.7

    Een politieke ambtsdrager vervult geen nevenfuncties die een structureel risicovormen voor een integere invulling van de politieke functie.

  • 2.8

    Een politieke ambtsdrager geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijnnevenfuncties en q.q-nevenfuncties aan voor welke organisatie de functiesworden verricht, wat het tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn.

  • 2.9

    Een politieke ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie(tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan). Deinkomsten komen ten goede aan de kas van gemeente.

3 Informatie

  • 3.1

    Een politieke ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct om met informatiewaarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken metvertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestandenbeveiligd zijn.

  • 3.2

    Een politieke ambtsdrager houdt geen informatie achter.

  • 3.3

    Een politieke ambtsdrager verstrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheimis.

  • 3.4

    Een politieke ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijnpersoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregeninformatie.

  • 3.5

    Een politieke ambtsdrager gaat verantwoord om met de e-mail- eninternetfaciliteiten van de gemeente.

4 Geschenken, diensten en uitnodigingen

  • 4.1

    Een politieke ambtsdrager accepteert geen geschenken, faciliteiten of dienstenindien zijn onafhankelijke positie hierdoor worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenkenof andere voordelen.

  • 4.2

    Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functieontvangt, worden gemeld en geregistreerd.

  • 4.3

    Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functieontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen zijneigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50 of minder vertegenwoordigen kunnen worden behouden.

  • 4.4

    Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit tochis gebeurd, meldt een politieke ambtsdrager dit in het bestuursorgaan waarvanhij deel uit maakt, waarna een besluit over de bestemming van het geschenkwordt genomen. Het bepaalde in artikel 4.3 is hier niet van toepassing.

  • 4.5

    Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden of kortingen op privé-goederenworden niet geaccepteerd.

  • 4.6

    Een politieke ambtsdrager maakt in het college waar hij deel van uitmaakt melding van uitnodigingen voor excursies en evenementen op kostenvan derden.

5 Bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen, buitenlandse reizen envoorzieningen

  • 5.1

    Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervankunnen worden aangetoond. Een politieke ambtsdrager is terughoudend bij hetin rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiekbevinden.

  • 5.2

    Een politieke ambtsdrager declareert geen kosten die reeds op andere wijzeworden vergoed.

  • 5.3

    In geval van twijfel omtrent een declaratie of over het correct gebruik van eencreditcard door een politieke ambtsdrager, zijnde een wethouder, wordt dit voorgelegd aan de burgemeester en zonodig ter besluitvorming aan het college voorgelegd. Bij twijfel over een declaratie van de burgemeester, wordt deze altijd ter besluitvorming voorgelegd aan het college.

  • 5.4

    Een politieke ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functieeen buitenlandse reis(1) te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis ofwerkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van hetcollege. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.De raad wordt van de besluitvorming in het college op de hoogte gesteld.

    (1) Onder een buitenlandse reis wordt verstaan een reis naar het buitenland (inclusief deNederlandse Antillen en Aruba), niet zijnde een reis naar een instelling van de EuropeseUnie.

  • 5.5

    Een politieke ambtsdrager meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of eenuitnodiging daartoe in het college en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

  • 5.6

    Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politieke ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

  • 5.7

    Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten vande gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming betrokken.

  • 5.8

    Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden istoegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming. De extra reis- enverblijfkosten komen volledig voor rekening van de politieke ambtsdrager.

  • 5.9

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of -voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan tenzij het betreft de bruikleen van een fax, mobiele telefoon en computer die mede voor privé-doeleinden kunnen worden gebruikt.

  • 5.10

    Het college bepalen dat politieke ambtsdragers voor hun dienstreizengebruik maken van een dienstauto (met of zonder chauffeur) en dat van de dienstauto gebruikt worden gemaakt voor woon-werkverkeer of voor de uitoefening van q.q-nevenfuncties.

6 Intrekken oude regeling

De “Integriteitscode gemeente ”, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 april 2006, wordt, voor zover betrekking hebbende op de burgemeester en de wethouders, ingetrokken.

7 Inwerkingtreding

Deze gedragscode treedt in werking de dag nadat deze is vastgesteld door de raad van de gemeente .

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente in zijn openbare vergadering van 21 december 2007

De griffier, De voorzitter,