Mandaatbesluit Metropoolregio Rotterdam Den Haag

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Gemeenteblad 2014

Mandaatbesluit Metropoolregio Rotterdam Den Haag

Het dagelijks bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de voorzitter van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gelet op de Gemeentewet, de Wet gemeenschappelijke regelingen zoals deze luidt vanaf 1 januari 2015, de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014 en de afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het voor het efficiënt functioneren van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag wenselijk is dat zij elk ten aanzien van hun eigen bevoegdheden mandaat, volmacht en machtiging verlenen;

BESLUITEN:

vast te stellen het navolgende:

Mandaatbesluit Metropoolregio Rotterdam Den Haag

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a. Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b. bestuursorgaan: het dagelijks bestuur of de voorzitter;

  • c. mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • d. machtiging: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan of rechtspersoon handelingen, niet zijnde besluiten en/of privaatrechtelijke rechtshandelingen, te verrichten;

  • e. volmacht: de bevoegdheid om namens een rechtspersoon privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • f. mandaatverlener, machtiging- of volmachtgever: het bestuursorgaan dat mandaat, machtiging of volmacht verleent;

  • g. gemandateerde, gemachtigde, gevolmachtigde: de functionaris die mandaat, machtiging of volmacht krijgt;

  • h. ondermandaat, -machtiging, -volmacht: mandaat, machtiging, volmacht verleend namens een bestuursorgaan of rechtspersoon door de gemandateerde, gemachtigde, gevolmachtigde aan een ander;

  • i. mandaatregister: een van dit besluit onderdeel uitmakend overzicht van de verleende mandaten, machtigingen en volmachten.

Artikel 2 Mandaat en plaatsvervanging

  • 1.

    Het bestuursorgaan verleent mandaat voor de uitoefening van bevoegdheden aan de bestuursorganen en functionarissen, zoals vermeld in het bij dit besluit behorende mandaatregister.

  • 2.

    De per gemandateerde bevoegdheid geldende begrenzingen en instructies zijn weergegeven in het bij dit besluit behorende mandaatregister.

  • 3.

    In het geval van afwezigheid of ontstentenis van de gemandateerde is gemandateerd degene die conform de vervangingsregeling van artikel 2.7 van de Organisatieverordening Metropoolregio Rotterdam Den Haag heeft te gelden als de vervanger van de eerst genoemde gemandateerde.

  • 4.

    Ondertekening van een krachtens een mandaat genomen besluit van het dagelijks bestuur geschiedt op de volgende wijze:

“Namens het dagelijks bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag,

handtekening

naam,

functie”.

5.Ondertekening van een krachtens een mandaat genomen besluit van de voorzitter geschiedt op de volgende wijze:

“Namens de voorzitter van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag,

handtekening

naam,

functie”.

6.Ondertekening van een namens de rechtspersoon Metropoolregio Rotterdam Den Haag krachtens een volmacht verrichte privaatrechtelijke rechtshandeling geschiedt op de volgende wijze:

“Namens de Metropoolregio Rotterdam Den Haag,

handtekening

naam,

functie”.

Artikel 3 Bijzonder mandaat

  • 1. Dit besluit omvat algemene mandaatverlening, doch het bestuursorgaan blijft bevoegd voor de aan hem toekomende bevoegdheden in bepaalde gevallen bijzonder mandaat te verlenen.

  • 2. Mandaatverlening in bijzondere gevallen geschiedt schriftelijk.

Artikel 4 Algemene regels, uitzonderingen

  • 1. Het mandaat omvat de bevoegdheid om het besluit:

    • a.

      voor te bereiden;

    • b.

      te nemen, alsmede te wijzigen, beëindigen, verlengen, in te trekken en op te zeggen;

    • c.

      te ondertekenen, en

    • d.

      af te doen.

  • 2. De gemandateerde is bevoegd tot het nemen van besluiten als vermeld in het mandaatregister, tenzij sprake is van een geval als bedoeld in artikel 10:3 Awb en voorts indien:

    • a.

      advies nodig is van andere (staf)afdelingen en het advies en het eigen standpunt niet op elkaar aansluiten respectievelijk niet tot dezelfde conclusie leiden;

    • b.

      uit overleg met de portefeuillehouder blijkt dat deze het voorstel aan het bestuursorgaan wil voorleggen;

    • c.

      het besluit een afwijking zou inhouden van het bestaande beleid of richtlijnen;

    • d.

      het besluit overschrijding van budgetten of kredieten zou inhouden;

    • e.

      het bestuursorgaan het te nemen besluit als politiek, bestuurlijk of anderszins gevoelig heeft aangemerkt;

    • f.

      de mandaatgever vooraf te kennen heeft gegeven zelf te willen beslissen.

  • 3. Indien zich één of meer van de in het tweede lid omschreven situaties voordoet, dan besluit het ter zake bevoegde bestuursorgaan zelf.

  • 4. In afwijking van het derde lid is bevoegd tot het krachtens mandaat nemen van een besluit op bezwaar de functionaris die de hiërarchisch bovengeschikte is van functionaris die het primaire besluit krachtens mandaat heeft genomen. Indien het primaire besluit krachtens mandaat is genomen door de secretaris-generaal neemt het bestuursorgaan het besluit op bezwaar.

Artikel 5 Registratie en informatieverstrekking

  • 1. De gemandateerde houdt een registratie bij van de door hem in mandaat genomen besluiten.

  • 2. De gemandateerde informeert het ter zake bevoegd bestuursorgaan desgewenst over de krachtens mandaat genomen besluiten.

Artikel 6 Schakelbepaling volmachten en machtigingen

Dit mandaatbesluit is van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan aan een functionaris werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid of een derde, volmacht verleent tot het namens de Metropoolregio Rotterdam Den Haag verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 7 Ondermandaat

  • 1. De gemandateerde is bevoegd ondermandaat te verlenen ter uitoefening van een aan hem gemandateerde bevoegdheid aan de onder hem ressorterende functionarissen of derden, voor zover vermeld in het bij dit besluit behorende mandaatregister.

  • 2. Op de verlening van ondermandaat als bedoeld in het derde lid zijn de bepalingen van dit mandaatbesluit van overeenkomstige toepassing. De verlening van ondermandaat geschiedt conform de vorm en systematiek van dit mandaatbesluit en het bijbehorende register.

Artikel 8 Schakelbepaling penvoering samenwerkingsverbanden en verkregen mandaten

  • 1. Dit mandaatbesluit is van overeenkomstige toepassing op handelingen die een bestuursorgaan van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag verricht als penvoerder van het samenwerkingsverband Koepel Regionale opdrachtgevers Openbaar Vervoer, het samenwerkingsverband OV bureau Randstad en het samenwerkingsverband Bereik! uit eigen hoofde, dan wel verricht krachtens een mandaat, machtiging of volmacht van dat samenwerkingsverband of van een deelnemer aan dat samenwerkingsverband.

  • 2. Het bestuursorgaan verleent het mandaat als bedoeld in het eerste lid aan de directeur Vervoersautoriteit. De directeur Vervoersautoriteit is bevoegd ondermandaat en ondervolmacht te verlenen aan een functionaris van het samenwerkingsverband om ten behoeve van de uitvoering van de taken van het samenwerkingsverband te besluiten overeenkomsten aan te gaan tot een bedrag € 50.000 per overeenkomst en de daaruit volgende verplichtingen voor het samenwerkingsverband binnen de begroting van het samenwerkingsverband blijven.

  • 3. Dit mandaatbesluit is van overeenkomstige toepassing op handelingen die een bestuursorgaan van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag verricht krachtens een mandaat, machtiging of volmacht zoals vermeld in onderdeel 5 van het register behorende bij dit mandaatbesluit.

Artikel 9 Wijzigingen

  • 1. Wijzigingen in het mandaatbesluit dienen in overleg met de senior adviseur juridische zaken en de manager van de afdeling Bedrijfsvoering plaats te vinden.

  • 2. De senior adviseur juridische zaken van de afdeling Bedrijfsvoering draagt zorg voor een actuele geconsolideerde versie van het mandaatbesluit.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015, dan wel indien de datum van bekendmaking ligt na 31 december 2014 met ingang van de dag na bekendmaking van het besluit.

  • 2.

    Dit besluit kan worden aangehaald als: Mandaatbesluit Metropoolregio Rotterdam Den Haag.

Aldus besloten in de gecombineerde vergadering van het dagelijks bestuur en van de voorzitter van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op 19 december 2014.

Voor het dagelijks bestuur,

de secretaris, de voorzitter,

M.J. Toet, wnd. A. Aboutaleb

Voor de voorzitter,

de voorzitter,

A.Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 24 december 2014 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Toelichting mandaatbesluit

Algemeen

Mandaat is de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen, afdeling 10.1.1 Awb. In dit mandaatbesluit worden de bevoegdheden die het dagelijks bestuur of de voorzitter van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op grond van diverse wet- en regelgeving hebben, opgedragen aan functionarissen die werkzaam zijn in de ambtelijke organisatie of aan de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit of de Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat of aan de respectievelijke voorzitters van deze bestuurscommissies, of aan een advocaat. De besluiten worden genomen door de ambtenaar zelf (gemandateerde), maar gelden als een besluit van het bestuursorgaan (mandaatverlener); het bestuursorgaan blijft dus verantwoordelijk. Het bestuursorgaan blijft tegelijkertijd ook bevoegd om de gemandateerde bevoegdheden zelf uit te oefenen.

Dit mandaatbesluit ziet niet alleen op de mandaatverlening van bevoegdheden tot het nemen van besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, maar ook op de verlening van volmachten voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en de machtiging tot het verrichten van feitelijke handelingen.

Het mandaatbesluit bestaat uit twee delen:

  • -

    een besluit met algemene bepalingen over mandaat;

  • -

    een mandaatregister, waarin de gemandateerde bevoegdheden zijn overgenomen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In deze bepaling wordt een aantal begrippen gedefinieerd.

In dit artikel wordt naast mandaat ook gesproken over volmacht en machtiging. In het geval van mandaat gaat het om de bevoegdheid om een publiekrechtelijke rechtshandeling (het nemen van een besluit) te verrichten. In het geval van volmacht gaat het om de bevoegdheid om een privaatrechtelijke rechtshandeling (w.o. het aangaan van een overeenkomst) te verrichten. Overigens dient voor het aangaan van een privaatrechtelijke overeenkomst daaraan voorafgaand het DB een besluit tot het aangaan van die privaatrechtelijke overeenkomst te hebben genomen. In het geval van machtiging gaat het om de bevoegdheid om een feitelijke handeling (het voeren van het woord tijdens een rechtsgeding) te verrichten. In de Awb zijn volmacht en machtiging door middel van een schakelbepaling onder de werking van de bepalingen over mandaat gebracht, artikel 10:12 Awb. Wat geldt voor mandaten, geldt ook voor volmachten en machtigingen. Ook dit mandaatbesluit is, door middel van de schakelbepaling van artikel 6, van toepassing op volmachten en machtigingen. In dit mandaatbesluit wordt voor het gemak steeds van mandaat gesproken, ook als sprake is van volmacht of machtiging.

Artikel 2

Mandaat wordt in de regel verleend aan een hiërarchisch ondergeschikte. In dit mandaatbesluit zijn de bevoegdheden voor het merendeel gemandateerd aan de secretaris-generaal-generaal en in een beperkt aantal gevallen aan de (respectievelijke voorzitters) van de Bestuurscommissies Vervoersautoriteit en Economisch Vestigingsklimaat.

Per mandaat kunnen bijzondere voorwaarden gelden (artikel 10:6, lid 1 Awb), welke staan aangegeven in de laatste kolom van het mandaatregister.

In het geval van afwezigheid van de gemandateerde, is zijn plaatsvervanger bevoegd om het mandaat uit te oefenen. Een plaatsvervanger moet wel formeel als zodanig zijn aangewezen. Als zowel de gemandateerde als de plaatsvervanger afwezig is, dan is de leidinggevende van de gemandateerde bevoegd om het mandaat uit te oefenen.

Volgens artikel 10:10 Awb vermeldt een krachtens mandaat genomen besluit namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen. Met het bepaalde in het vijfde lid wordt aangegeven hoe hieraan op uniforme wijze uitvoering wordt gegeven.

Artikel 3

In het mandaatregister zijn de algemene mandaten opgenomen. Los daarvan bestaat de bevoegdheid om voor één bepaald geval een mandaat te verlenen (artikel 10:5 Awb). Een dergelijk mandaat wordt een bijzonder mandaat genoemd. Een bijzonder mandaat wordt altijd schriftelijk verleend.

Artikel 4

Het ligt voor de hand dat bij mandatering van een bevoegdheid ook de daarbij behorende handelingen, het voorbereiden, ondertekenen en afdoen van het besluit, door de gemandateerde worden verricht. In het geval dat het gaat om de bevoegdheid tot het aangaan van de overeenkomst, is de gemandateerde ook bevoegd om de overeenkomst te ondertekenen. De bevoegdheid tot het aangaan van de overeenkomst is een bevoegdheid van het dagelijks bestuur en de bevoegdheid tot het ondertekenen van de overeenkomst is een bevoegdheid van de voorzitter. Het mandaat houdt derhalve beide bevoegdheden in. Voorts houdt het mandaat in de bevoegdheid om het besluit te wijzigen, beëindigen, verlengen, in te trekken en op te zeggen.

In het tweede lid worden grenzen gesteld aan de omvang van het mandaat, in die zin dat er situaties zijn waarin het mandaat niet geldt en het besluit door het oorspronkelijk bevoegd bestuursorgaan moet worden genomen. Zo geldt het mandaat niet indien er sprake is van een afwijking van het bestaande beleid (bijvoorbeeld aanbestedingsbeleid), als er geen eensluidend ambtelijk advies is, er sprake is van een overschrijding van budgetten of kredieten.

Voorts is mandaat op grond van artikel 10:3 Awb in bepaalde gevallen uitgesloten. Hieronder het integrale artikel:

  • 1.

    Een bestuursorgaan kan mandaat verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet.

  • 2.

    Mandaat wordt in ieder geval niet verleend indien het betreft een bevoegdheid:

    • a.

      tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, tenzij bij de verlening van die bevoegdheid in mandaatverlening is voorzien;

    • b.

      tot het nemen van een besluit ten aanzien waarvan is bepaald dat het met versterkte meerderheid moet worden genomen of waarvan de aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen mandaatverlening verzet;

    • c.

      tot het beslissen op een beroepschrift;

    • d.

      tot het vernietigen van of tot het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan.

  • 3.

    Mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift of op een verzoek als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, wordt niet verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.

  • 4.

    Indien artikel 5:53 van toepassing is, wordt mandaat tot het opleggen van een bestuurlijke boete niet verleend aan degene die van de overtreding een rapport of een proces-verbaal heeft opgemaakt.

Artikel 5

Op grond van artikel 10:6, lid 2 Awb verschaft de gemandateerde de mandaatverlener op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid. Om die reden is het van belang om een registratie bij te houden over de in mandaat genomen besluiten.

Artikel 6

Dit is de schakelbepaling waarin het mandaatbesluit van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op volmacht en machtiging. Zie ook de toelichting op artikel 1.

Artikel 7

Voor veel aan hem gemandateerde bevoegdheden is de secretaris-generaal-generaal bevoegd gemaakt om ondermandaat te verlenen aan directeuren, managers en medewerkers, zoals is opgenomen in het mandaatregister. Dit geldt ook voor enkele gevallen waarin in dit mandaatbesluit mandaat wordt verleend aan de (respectievelijke voorzitters) van de Bestuurscommissies Vervoersautoriteit en Economisch Vestigingsklimaat.

Deze eventuele ondermandaten maken logischerwijze geen deel uit van dit mandaatbesluit en dienen afzonderlijk te worden genomen door de desbetreffende gemandateerde. Tevens dienen deze ondermandaatbesluiten bekend te worden gemaakt op dezelfde wijze als geldt voor dit mandaatbesluit.

Artikel 8

De Metropoolregio Rotterdam Den Haag neemt deel aan verschillende samenwerkingsverbanden en is in enkele gevallen, vanwege het ontbreken van rechtspersoonlijkheid van deze samenwerkingsverbanden, aangewezen als penvoerder. Voorbeelden hiervan zijn Bereik!, OV-bureau Randstad en de Koepel Regionale opdrachtgevers Openbaar Vervoer. In dit artikel verleent het DB of de Voorzitter daartoe aan de directeur Vervoersautoriteit een mandaat, volmacht en machtiging om de handelingen als penvoeder te mogen verrichten. Voor zover het DB en de Voorzitter hier niet handelen op basis van bevoegdheden die hen krachtens de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag toekomen, mag het DB hier als penvoerder ook handelen indien het samenwerkingsverband of een partij bij het samenwerkingsverband aan het DB daartoe een mandaat, volmacht of machtiging heeft verleend. In dat geval verleent het DB krachtens dit artikel dan een ondermandaat aan de directeur Vervoersautoriteit. De directeur Vervoersautoriteit is tevens bevoegd ten aanzien van de aan hem gemandateerde bevoegdheid ondermandaat te verlenen (ook aan niet aan hem ondergeschikten), overigens voor zover het samenwerkingsverband of de partij bij het samenwerkingsverband het DB heeft toegestaan ondermandaat te verlenen. Het DB heeft aan de bevoegdheid tot verlening van dit ondermandaat door de directeur Vervoersautoriteit de beperking verbonden dat de overeenkomst en verplichtingen die aldus worden aangegaan een bedrag € 50.000 niet te boven mogen gaan en dat deze verplichtingen voor het samenwerkingsverband binnen de begroting van het samenwerkingsverband dienen te blijven.

In onderdeel 5 van het register bij dit mandaatbesluit is een aantal bevoegdheden opgenomen die bestuursorganen van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag krachtens mandaat, volmacht of machtiging van een derde ontvangen. Op de in onderdeel van het register genoemde bevoegdheden is het mandaatbesluit van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9

Omdat het mandaatbesluit centraal moet worden bijgehouden om een actueel overzicht te houden, is in dit artikel bepaald dat wijzigingen in het mandaatbesluit altijd in overleg met de senior adviseur juridische zaken en de manager van de afdeling Bedrijfsvoering.

Artikel 10

Dit artikel bevat de datum inwerkingtreding en de citeertitel.

Mandaatregister

1.Algemeen

Bevoegdheid

Mandaat-gever

Gemandateerde

Ondermandaat toegestaan?

Bijzondere voorwaarden/ toelichting

1.1

Het ondertekenen van stukken die geen besluit van het bestuursorgaan vergen (bijv. het verstrekken of het opvragen van informatie)

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan: Directeuren VA en EV

Managers BV, V en OV

Toelichting: de informatie- verstrekking omvat het voeren van algemene correspondentie die het taakveld van de afdeling betreft, inclusief het verstrekken van informatie of inlichtingen over vastgesteld beleid, uit vastgestelde regelingen en voorschriften of van algemene aard, het deelnemen aan enquêtes

1.2

Het voeren van correspondentie ter uitvoering van besluiten van AB, DB en VZ

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan:

Directeuren VA en EV

Managers BV, V en OV

1.3

Het doorsturen van stukken op grond van artikel 2:3 Awb

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan: Directeuren VA en EV

Managers BV, V en OV

doorzendplicht

1.4

Het sturen van ontvangstbevestigingen en verzoeken om een aanvraag aan te vullen op grond van artikel 4:5 Awb en het verdagen van de beslistermijn

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan: Directeuren VA en EV

Managers BV, V en OV Beleidsmede-werkers

1.5

Het opschorten van de beslistermijn op grond van artikel 4:15 Awb

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan: Directeuren VA en EV

Managers BV, V en OV

1.6

Het tekenen voor ontvangst bij aanbieding van deurwaarders-exploten

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan:

Manager BV

Senior adviseur juridische zaken

1.7

Het verstrekken van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur

DB/VZ

secretaris-generaal

Nee

advies senior adviseur juridische zaken vereist

1.8

De uitvoering van de:

-Verordening vergoedingen commissieleden

-Verordening vergoeding reis- en verblijfkosten commissieleden

DB

secretaris-generaal

Nee

1.9

Het voldoen aan voorschriften van rijks- en provinciale bijdrageregelingen en vergelijkbare regelingen (zoals het inzenden van declaraties, jaar-verslagen, accoun-tantsrapporten, gereedmeldingen)

DB

secretaris-generaal

Ja, aan:

Directeuren VA en EV

Managers BV, V en OV

1.10

Het besluiten tot het aanvragen van vergunningen, noodzakelijk bij uit te voeren werken, alsmede de afhandeling van met die vergunningen verband houdende verzoeken tot nadere informatie en gereed melden

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan:

Directeur VA

Managers BV, V en OV

1.11

Het vaststellen van wijzigingen in de bijlagen behorende bij het Convenant Landelijk Tarievenkader OV-chipkaart 2009 in overleg met de overige portefeuillehouders van contractpartijen

DB

Voorzitter Bestuurscommissie VA

Nee

1.12

Het goedkeuren van regionale vervoerbewijzen

DB

Voorzitter Bestuurscommissie VA

Ja, aan: Directeur VA

Manager OV

Binnen kaders beleidslijn voor regionale vervoerbewijzen

1.13

Het vaststellen van bedrijfseigen kaarten, reisproducten en tarieven voor het stads- en streekvervoer per bus en tram (incl. Randstadrail)

DB

Voorzitter Bestuurscommissie VA

Ja, aan: Directeur VA

Manager OV

alleen mandaat indien het een tijdelijke actie betreft;

in overeenstem-ming met het bepaalde in de concessie: onder andere tarief-effecten op (groepen) reizigers en helderheid kaartstructuur toetsen

1.14

Het jaarlijks indexeren van het basistarief (vaste voet), kilometertarief en reisproducten voor het stads- en streekvervoer per bus en tram (incl. Randstadrail)

DB

Voorzitter Bestuurscommissie VA

Ja, aan:

Directeur VA

Manager OV

in overeenstem-ming met het door het door het dagelijks bestuur gesloten convenant en vastgestelde tarievennota

1.15

Het geven van uitvoering aan de controleverordening

DB

secretaris-generaal

Nee

1.16

Het geven van uitvoering aan het Treasurystatuut MRDH

DB

secretaris-generaal

Nee

1.17

Het besluiten tot het aangaan, uitvoeren, wijzigen en beëindigen van obligatoire overeenkomsten anders dan elders genoemd in dit register, alsmede het geven van uitvoering daaraan

DB

secretaris-generaal

Nee

2.Bezwaar, beroep en civiele rechtsgedingen

Bevoegdheid

Mandaatgever

Gemandateerde

Onderman-daat toege-staan?

Bijzondere voorwaarden/ toelichting

2.1

Het sturen van een ontvangst-bevestiging op een bezwaarschrift tegen een besluit van het AB, DB of van de Vz.

DB/VZ

secretaris-generaal

Nee

2.2

Het verdagen van de beslistermijn op een bezwaarschrift tegen een besluit van het AB, DB of van de Vz.

DB/VZ

secretaris-generaal

Nee

2.3

Het besluiten tot het instellen van bezwaar en beroep, het starten van een civiele procedure, het nemen van een procesbesluit als verwerende partij in een civiele procedure, het aanhangig maken van een zaak bij de Raad van Arbitrage

DB/VZ

secretaris-generaal

Nee

alleen mandaat of volmacht als het niet mogelijk is voorafgaand aan de procedure een besluit van DB/VZ af te wachten

2.4

Het besluiten tot het instellen van bezwaar en beroep, het starten van een civiele procedure, het nemen van een procesbesluit als verwerende partij in een civiele procedure, het aanhangig maken van een zaak bij de Raad van Arbitrage

DB/VZ

Bestuurscommissie VA, voor zover het een kwestie betreft op het terrein van verkeer en vervoer

Bestuurscommissie EV, voor zover het een kwestie betreft op het terrein van economisch vestigingsklimaat

Ja, aan:

de Vz Bestuurscommissie VA respectievelijk de Vz Bestuurscommissie EV,

Verlening ondermandaat is alleen toegestaan voor de gevallen dat het niet mogelijk is een besluit van de Bestuurscommissie VA respectievelijk de Bestuurscommissie EV af te wachten

2.5

Het vertegen-woordigen in bezwaar- en beroepszaken en rechts-gedingen in publiekrechte-lijke en privaat-rechtelijke aangelegen-heden bij de commissie bezwaarschrif-ten, de rechtbank, de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep, het College van beroep voor het Bedrijfsleven, Raad van Arbitrage en andere gerechtelijke instanties

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan:

Senior adviseur juridische zaken,

advocaat

toelichting: de vertegenwoordi-ging omvat het indienen van een verweerschrift en de stukken, het voeren van alle correspondentie over de bezwaar- of beroepsprocedure en civiele rechtsgedingen, het verschijnen en het woord voeren op (hoor)zittingen van genoemde instanties

2.6

Het vaststellen van een verweerschrift in een procedure tegen een besluit van het AB, DB of van de Vz

DB/VZ

secretaris-generaal

Nee

alleen mandaat als het niet mogelijk is voorafgaand aan de procedure een besluit van DB/VZ af te wachten

3.Opdrachten voor dienstverlening, leveringen en werken met inachtneming van het aanbestedingsreglement Metropoolregio Rotterdam Den Haag

Bevoegdheid

Mandaat/vol-macht-gever/

machti-ging-gever

Gemandateerde/

gevolmachtigde/ gemachtigde

Onderman-daat/

onder-volmacht/

ondermachti-ging toegestaan?

Bijzondere voorwaarden/

toelichting

3.1

Het nemen van een besluit tot het aangaan van een overeenkomst van opdracht tot € 10.000 en het sluiten van de overeenkomst

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan: Procesmanagers EV

binnen vigerend begrotingskre-diet en budget

3.2

Het nemen van een besluit tot het aangaan van een overeenkomst van opdracht tot € 50.000 en het sluiten van de overeenkomst

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan:

Managers BV, V en OV

binnen vigerend begrotingskre-diet en budget

3.3

Het nemen van een besluit tot het aangaan van een overeenkomst van opdracht vanaf € 50.000 tot het Europese drempelbedrag

algemeen en het sluiten van de overeenkomst

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan:

Directeuren VA en EV

binnen vigerend begrotingskre-diet en budget

3.4

Het starten en voeren van Europese aanbestedings-procedures

Algemeen

DB/VZ

secretaris-generaal

Nee

conform Besluit aanbestedings-regels voor overheids-opdrachten (Bao)

3.5

Voorlopige gunning en afwijzing bij Europese aanbestedings-procedures

algemeen

DB/VZ

secretaris-generaal

Nee

conform Bao

3.6

Het nemen van een besluit tot het definitief gunnen van een opdracht bij Europese aanbestedings-procedures

algemeen

DB/VZ

secretaris-generaal

Nee

3.7

Opdracht vanaf € 50.000 tot het Europese drempelbedrag

Verkeer en Vervoer

DB/VZ

Voorzitter Bestuurscommissie VA

Ja, aan:

Directeur VA

binnen vigerend begrotingskre-diet en budget

3.8

Het starten en voeren van Europese aanbestedings-procedures

Verkeer en Vervoer

DB/VZ

Voorzitter Bestuurscommissie VA

Ja, aan:

Directeur VA

conform Besluit aanbestedings-regels voor overheids-opdrachten (Bao)

3.9

Voorlopige gunning en afwijzing bij Europese aanbestedings-procedures

Verkeer en Vervoer

DB/VZ

Voorzitter Bestuurscommissie VA

Nee

conform Bao

3.10

Het definitief gunnen van een opdracht bij Europese aanbestedings-procedures

Verkeer en Vervoer

DB/VZ

Voorzitter Bestuurscommissie VA

Nee

3.11

Aanvullende werken of diensten

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan:

Directeuren en managers met inachtneming van 3.2 en 3.3 inzake de totale opdrachtsom

alleen mogelijk als gevolg van onvoorziene omstandigheden

tot 50% van de hoofdopdracht

3.12

Herhalings-opdrachten voor werken of diensten

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan:

Directeuren en managers met inachtneming van 3.2 en 3.3 inzake de totale opdrachtsom

alleen mogelijk volgens de regels van het aanbestedings-reglement

3.13

Aanvullende leveringen

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan: Directeuren en managers met inachtneming van 3.2 en 3.3 inzake de totale opdrachtsom

alleen mogelijk volgens de regels van het aanbestedings-reglement

4.Subsidies

Bevoegdheid

Mandaatgever

Gemandateerde

Onderman-daat toegestaan?

Bijzondere voorwaar-den/ toelichting

4.1

Het verlenen van subsidie of besluit op aanvraag om een bijdrage, met uitzondering van het toepassen van de hardheidsclausule

DB

secretaris-generaal

Ja, aan: Directeuren VA en EV

Managers V en OV

tot een bedrag van maximaal

€ 50.000

4.2

Het verlenen van voorschotten

DB

secretaris-generaal

Ja, aan: Directeuren VA en EV

Managers V en OV

4.3

Het in de gelegenheid stellen om een zienswijze in te dienen op een ontwerp-beschikking

DB

secretaris-generaal

Ja, aan: Directeuren VA en EV

Managers V en OV

4.4

Het vaststellen van subsidie of besluit op aanvraag om een bijdrage verleend door het DB, met uitzondering van het toepassen van de hard-heidsclausule

DB

secretaris-generaal

Ja, aan: Directeuren VA en EV

Managers V en OV

geen mandaat in het geval de subsidie met gebruikmaking van artikel 4:46, tweede lid Awb lager wordt vastgesteld

4.5

Het nemen van de besluiten en beslissingen en verrichten van handelingen als bedoeld onder ter uitvoering van de subsidieverordening Verkeer en Vervoer Vervoersautoriteit MRDH 2015

DB

Bestuurscommissie VA

Ja, aan:

Vz Bestuurs-commissie VA

Directeur VA

4.6

Nadeelcompensatieveror-dening Trampluslijnen

DB

Bestuurscommissie VA

Ja, aan:

Vz Bestuurs-commissie VA

Directeur VA

4.7

Nadeelcompensatieveror-dening OV-infraprojecten SR 2008

DB

Bestuurscommissie VA

Ja, aan:

Vz Bestuurs-commissie VA

Directeur VA

4.8

Volmacht en machtiging Rijkswaterstaat/DVM-Zuidvleugel Quick Wins

DB/VZ

Bestuurscommissie VA

Ja, aan:

Vz Bestuurs-commissie VA

Directeur VA

5.Vergunningen, ontheffingen en overeenkomsten Randstadrailinfrastructuur

Bevoegdheid

Mandaat-gever en vol-macht-gever

Gemandateerde en gevolmachtigde

Onderman-daat

Bijzondere voorwaar-den/ toelichting

5.1

Het verlenen en intrekken van ontheffingen krachtens artikel 39 van de Spoorwegwet

Minister

DB/VZ

Ja, aan:

Manager OV

5.2

Het verlenen, wijzigen en intrekken van vergunningen krachtens artikel 15 van het Reglement dienst hoofd- en lokaalspoorwegen

Minister

DB/VZ

Ja, aan:

Manager OV

5.3

Het verrichten van alle benodigde werkzaamheden ter voorbereiding van de onder 5.1 en 5.2 genoemde besluiten

Minister

DB/VZ

Ja, aan:

Manager OV

5.4

Het met betrekking tot de RandstadRail-infrastructuur besluiten tot het aangaan van overeenkomsten die daden van beheer betreffen en alle verdere beheersdaden te verrichten en het aangaan van die overeenkomsten, met uitzondering van de bevoegdheid tot het vervreemden en/of bezwaren van de betreffende registergoederen

Railinfratrust B.V. (RIT)

DB/VZ

Ja, aan:

Manager OV

alleen volmacht voor:

een boring van een mantelbuis met een diameter kleiner of gelijk aan 200 mm t.b.v. de doorvoer van laagspan-nings-, signaal- en/of telecom-municatiekabels tot maximaal 10 kV

objecten niet hoger dan 800 mm boven maaiveld en een nieuw-bouwwaarde van niet meer dan € 25.000, niet zijnde gasregel- en/of meetinstallaties en/of objecten bedoeld voor opslag en/of gebruik van brandbare of chemische stoffen

5.5

Ondermandaat Randstadrail – RET

Railinfra-trust B.V.

DB

Ja, aan:

Manager OV

5.6

Volmacht Railinfratrust B.V. aan SR/beheer Randstadrail

Railinfra-trust B.V.

Vz

Ja, aan:

Manager OV

5.7

Ondervolmacht SR aan RET N.V./beheer Randstadrail

Railinfra-trust B.V.

VZ

Ja, aan:

Manager OV

6.Personele aangelegenheden

Bevoegdheid

Mandaat-gever

Gemandateerde

Onderman-daat

Bijzondere voorwaarden/ toelichting

6.1

Het benoemen van personeel van functieschaal 1 tot en met 18 en het verlenen van ontslag op eigen verzoek, wegens ouderdomspen-sioen, pré-VUT, FPU

DB

secretaris-generaal

Nee

advies HRM

binnen de vastgestelde formatiesterkte, formatiebeleid en begroting

6.2

Het aangaan van detacheringsover-eenkomsten

DB

secretaris-generaal

Nee

advies HRM

6.3

Het toekennen van regulier verlof, studiefaciliteiten en binnenlandse dienstreizen

DB

secretaris-generaal

Ja, aan:

Directeuren VA en EV

Managers BV, V en OV

advies HRM

6.4

Buitenlandse dienstreizen en het uitvoeren van de overige rechtspositie-regelingen

DB

secretaris-generaal

Ja, aan:

Directeuren VA en EV

advies HRM

6.5

Afwikkelen van overige correspondentie en ondertekenen van brieven inzake personele aangelegenheden die niet vallen onder 6.1, 6.2 of 6.4

DB

secretaris-generaal

Ja, aan:

Senior HRM/

Organisatie-adviseur

7.Overige rechtshandelingen

Bevoegdheid

Mandaat en vol-machtge-ver

Gemandateerde en gevolmachtigde

Onderman-daat en ondervol-macht

Bijzondere voorwaarden/ toelichting

7.1

Het nemen van een besluit tot aansprakelijkheid-

stelling /-afwijzing en het verrichten daarvan

DB/VZ

secretaris-generaal

Nee

advies JZ

7.2

Het nemen van een besluit tot erkenning en afwijzing van aansprakelijkheid en het verrichten daarvan

DB/VZ

secretaris-generaal

Nee

advies JZ

7.3

Het nemen van het besluit tot doen van aangifte bij de politie en het verrichten daarvan

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan:

Directeuren VA en EV, manager BV

advies JZ

7.4

Het nemen van een besluit tot het sluiten van een verzekerings-overeenkomst en het aangaan daarvan

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan: Directeuren VA en EV, manager BV

advies JZ

7.5

Het nemen van een besluit tot decharge van een verzekering- maatschappij en het verrichten daarvan

DB/VZ

secretaris-generaal

Nee

advies JZ

7.6

Het nemen van het besluit tot het sluiten van een overeenkomst van opdracht met een incassobureau, makelaar, notaris of advocaat en het aangaan daarvan

DB/VZ

secretaris-generaal

Ja, aan:

Manager BV

advies JZ en controller