Regeling vervallen per 01-01-1987

Statuten van de Stichting Toneelraad Rotterdam

Geldend van 15-03-1973 t/m 31-12-1986

Intitulé

Statuten van de Stichting Toneelraad Rotterdam

Stichting Toneelraad Rotterdam

De Raad der gemeente Rotterdam,

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (verzameling gedrukte stukken 1973, volgnr. 68, Kz. nr. 11-4-50/227);

BESLUIT:

  • I.

    tot oprichting van de Stichting Toneelraad Rotterdam;

  • II.

    vast te stellen de volgende STATUTEN van de Stichting Toneelraad Rotterdam:

Hoofdstuk Naam en zetel

Artikel 1

De stichting is genaamd Stichting Toneelraad Rotterdam.

Zij is gevestigd te Rotterdam.

Hoofdstuk Doel

Artikel 2

Het doel van de stichting is de bevordering van het toneel te Rotterdam in de meest uitgebreide zin.

Hoofdstuk Middelen

Artikel 3

De stichting tracht dit doel te bereiken door

  • 1.

    het in leven roepen of het instandhouden van een of meer groepen of ensembles die tot taak hebben de toneelkunst professioneel te beoefenen en tot het publiek te brengen;

  • 2.

    het financieren of op andere wijze financieel en materieel mogelijk te maken van in Rotterdam uit te brengen toneelprodukties;

  • 3.

    het treffen van maatregelen die bevorderen dat de bevolking van Rotterdam en van de agglomeratie zo goed en zo nabij mogelijk kan kennisnemen van belangwekkende toneelvoorstellingen die elders zijn geproduceerd;

  • 4.

    het tot stand brengen c.q. in stand houden van de voorzieningen die nodig zijn om in Rotterdam toneelprodukties te kunnen realiseren;

  • 5.

    het totstandbrengen van een doeltreffend schouwburgbeleid;

  • 6.

    het beramen van plannen welker uitvoering bevorderlijk is voor het ontstaan van een gunstig toneelklimaat in Rotterdam en daarbuiten, alsmede het doen van aanbevelingen inzake het toneelleven aan de overheden en andere betrokken instanties;

  • 7.

    het te baat nemen van alle andere wettige middelen welke geacht kunnen worden het bereiken van het gestelde doel te bevorderen.

Hoofdstuk Bestuur

Artikel 4

  • 1. Het bestuur van de stichting, nader te noemen de Toneelraad, bestaat uit ten hoogste negen leden en wordt als volgt samengesteld:

    • a.

      Twee leden van de gemeenteraad.

    • b.

      Drie leden woonachtig in Rotterdam. Zij kunnen worden geacht op grond van hun deskundigheid op toneelgebied of op grond van andere deskundigen nuttige bijdrage te leveren aan het beraad en de besluitvorming van de Toneelraad.

    • c.

      Vier leden die niet in Rotterdam behoeven te wonen. Zij kunnen worden geacht het vertrouwen te genieten van beroepstoneelspelers, theatertechnici of het administratieve personeel in dienst van het toneelbedrijf in Nederland of van organisaties die zich bezighouden met beroepstoneel in al zijn verschijningsvormen of deskundig zijn op toneelgebied, zowel in Nederland als daarbuiten.

  • 2. De leden van de Toneelraad worden benoemd door de gemeenteraad voor een termijn die gelijk is aan de zittingsduur van de gemeenteraad. Bij een tussentijdse benoeming loopt die termijn af tegelijk met de zittingsduur van de laatstgenoemde raad. Leden die langer dan acht jaar onafgebroken zitting hebben gehad, zijn niet herbenoembaar dan na het verstrijken van een jaar. Personen die de leeftijd van 70 jaar hebben bereikt, zijn in het geheel niet benoembaar of herbenoembaar, met uitzondering van de personen bedoeld in lid la van dit artikel. Een van de bestuursleden wordt door de gemeenteraad in de functie van voorzitter benoemd.

  • 3. Het aftredende bestuur blijft te allen tijde in functie tot een nieuw bestuur overeenkomstig lid 2 is benoemd.

Artikel 5

Het hoofd van de secretarie-afdeling Kunstzaken, de directeur van de Dienst van de Gemeentelijke Kunstgebouwen en de directeur van de Rotterdamse Kunststichting of door hen aangewezen plaatsvervangers wonen de vergaderingen van de Toneelraad bij tenzij de raad zulks in een bijzonder geval onwenselijk acht. Zij brengen een raadgevende stem uit. De Toneelraad kan ook andere personen uitnodigen de vergaderingen bij te wonen teneinde van advies te dienen.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam zijn gerechtigd te allen tijde de vergaderingen van het bestuur bij te wonen, dan wel hiertoe een vertegenwoordiger aan te wijzen.

Artikel 6

Met uitzondering van de functie van voorzitter bepaalt de Toneelraad hoe de verschillende functies binnen de raad worden verdeeld. De voorzitter en de secretaris of bij verhindering hun plaatsvervangers vertegenwoordigen de stichting in en buiten rechte.

Artikel 7

Het bijeenroepen en het houden van de orde in de vergaderingen van de Toneelraad, de openbaarheid van de vergaderingen, de besluitvorming, de uitvoering van de genomen besluiten, het tekenen van stukken, het voeren van het financiële beheer en voorts alle overige aangelegenheden van de stichting waarin deze statuten niet voorzien, worden - voor zover zij daarvoor vatbaar zijn - geregeld in een huishoudelijk reglement, dat geen bepalingen mag bevatten die strijdig zijn met deze statuten. Het huishoudelijk reglement is aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam onderworpen.

Artikel 8

  • 1. Voor zover bij of krachtens deze statuten niet anders is bepaald, heeft de Toneelraad de leiding in alle zaken en is hij bevoegd tot het verrichten van alle handelingen de zaken van de stichting betreffende.

  • 2. Het bestuur doet zich bij de uitoefening van zijn taak bijstaan door een commissie van drie deskundigen, nader te noemen de Commissie Toneelproduktie.

  • 3. De taak van de Commissie Toneelproduktie is:

    • a.

      het voorbereiden van de besluiten van de Toneelraad;

    • b.

      het uitvoeren van de besluiten van de Toneelraad;

    • c.

      de leiding van de dagelijkse gang van zaken bij de toneelvoorziening van Rotterdam.

  • 4. De taak van het bureau van de Toneelraad is:

    • a.

      het voeren van het secretariaat van de raad onder toezicht van de secretaris

    • b.

      het voeren van het financieel beheer van de middelen van de stichting onder toezicht van de penningmeester,

    • c.

      het verzamelen en ter beschikking stellen van de leden van de raad van alle informatie en documentatie die zij nodig hebben om hun taak te kunnen vervullen

    • d.

      de verslaggeving van de handelingen en besluiten van de raad zowel naar binnen als naar buiten.

  • 5. De Toneelraad kan waar zulks nodig of wenselijk is de uitoefening van zijn bevoegdheden delegeren aan de Commissie Toneelproduktie. De inhoud en de omvang van deze delegatie alsmede de nadere regeling van de taken en bevoegdheden van de genoemde organen van de stichting kunnen worden neergelegd in instructies die door de Toneelraad worden vastgesteld.

Artikel 9

Het personeel van de stichting wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de Toneelraad onder goedkeuring van burgemeester en wethouders.

De bezoldiging en de overige arbeidsvoorwaarden van het personeel van de stichting worden door de Toneelraad onder goedkeuring van burgemeester en wethouders vastgesteld.

Artikel 10

Aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders zijn onderworpen de besluiten van de Toneelraad betreffende:

  • a.

    het aangaan van verbintenissen met natuurlijke of rechtspersonen ter zake van de toneelvoorziening van Rotterdam voor termijnen langer dan een jaar,

  • b.

    het voeren van rechtsgedingen, het aangaan van dadingen, het onderwerpen van geschillen aan de uitspraak van scheidslieden en het berusten in tegen de stichting ingestelde rechtsvorderingen, zulks behoudens de bevoegdheid van het bestuur tot het zo nodig nemen van alle nodige conservatoire maatregelen,

  • c.

    het aangaan van geldleningen en van andere verplichtingen waardoor geldelijke verplichtingen op de stichting worden gelegd, het aanvaarden van erfstellingen, legaten of schenkingen en het verwerpen of afstand doen daarvan,

  • d.

    het verwerven, vervreemden of bezwaren van onroerende zaken of belangrijke vermogensbestanddelen van de stichting,

  • e.

    het in huur of op andere wijze langer dan een jaar in gebruik verkrijgen van lokaliteiten en terreinen voor zover deze geen eigendom zijn van de gemeente Rotterdam.

Hoofdstuk Geldmiddelen en financieel beheer

Artikel 11

De geldmiddelen van de stichting bestaan uit c.q. worden ontleend aan

  • a.

    het stichtingskapitaal;

  • b.

    subsidies of bijdragen van de overheid;

  • c.

    inkomsten uit de exploitatie van toneelvoorstellingen;

  • d.

    baten uit de bezittingen van de stichting;

  • e.

    contributies, giften, schenkingen en andere baten en inkomsten.

Artikel 12

  • 1. Het boekjaar van de stichting loopt van 1 september tot en met 31 augustus.

  • 2. De Toneelraad legt jaarlijks vóór 1 april een begroting van het volgende boekjaar en vóór 31 december een rekening en verantwoording over het afgelopen boekjaar ter goedkeuring voor aan burgemeester en wethouders. Vaststelling van rekening en verantwoording door het bestuur en goedkeuring van deze rekening en verantwoording door burgemeester en wethouders strekt de penningmeester tot décharge voor zijn beheer over het betreffende boekjaar.

Artikel 13

  • 1. Ter zake van het beheer en de belegging van de geldmiddelen richt de Toneelraad zich naar de door burgemeester en wethouders te geven voorschriften en aanwijzingen.

  • 2. De controle op het financiële beheer geschiedt door de Gemeentelijke Accountantsdienst van Rotterdam. Aan de ambtenaren van deze dienst worden door of vanwege de Toneelraad alle inlichtingen verstrekt welke zij voor de vervulling van hun taak nodig achten.

Hoofdstuk Jaarverslag

Artikel 14

Tegelijk met de in artikel 12 genoemde rekening en verantwoording doet de Toneelraad jaarlijks aan burgemeester en wethouders toekomen een beredeneerd en zo goed mogelijk gedocumenteerd verslag van zijn verrichtingen in het afgelopen boekjaar en over het daaraan ten grondslag liggende beleid. Dit verslag wordt openbaar gemaakt zodra burgemeester en wethouders daarvan hebben kennisgenomen.

Hoofdstuk Slotbepalingen

Artikel 15

In gevallen waarin deze statuten niet voorzien, beslist de Toneelraad.

Artikel 16

  • 1. Besluiten tot wijziging van de bepalingen van deze statuten of tot opheffing van de stichting worden genomen door de Toneelraad van Rotterdam maar worden ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad van Rotterdam.

  • 2. Besluiten als bedoeld in het vorige lid kan de Toneelraad slechts nemen in een daartoe bijzonderlijk bijeengeroepen vergadering waarin ten minste zeven leden aanwezig zijn en met ten minste drie/vierde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen.

  • 3. Een besluit tot statutenwijziging wordt eerst van kracht nadat het is bekrachtigd door de gemeenteraad overeenkomstig lid 1 en door de voorzitter en de secretaris of hun plaatsvervangers bij notariële akte is geconstateerd.

Artikel 17

  • 1. Indien tot opheffing is besloten, geschiedt de vereffening van de stichting door de Toneelraad.

  • 2. Het eventuele batige saldo van de vereffening vervalt aan de gemeente Rotterdam.

  • 3. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten van kracht voor zover zij toepasselijk zijn op wat tot de vereffening behoort.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 maart 1973.
De Secretaris, J. G. Bannink
De Voorzitter, W. Thomassen
Goedgekeurd door gedeputeerde staten van Zuid-Holland d.d. 11 juli 1973, Nr. 887.