Wijziging Statuten Stichting Theaterproduktie Rotterdam

Geldend van 08-02-1990 t/m heden

Intitulé

Wijziging Statuten Stichting Theaterproductie Rotterdam

De Raad van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 januari 1990 (verzameling gedrukte stukken 1990, volgnr. 12, Kz.nr. 90/22-3-SHB);

Besluit:

I. goedkeuring te hechten aan de als volgt gewijzigd vastgestelde statuten van de Stichting Theaterproduktie Rotterdam (Gemeenteblad nr. 72 van 1986):

Artikel 1 Naam en zetel

De stichting is genaamd: Stichting Theaterproduktie Rotterdam. Zij is gevestigd te Rotterdam. Zij is aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 2 Doel

Het doel van de stichting is het (doen) uitbrengen van theaterprodukties. De stichting tracht dit doel te bereiken door:

  • 1.

    het in het leven roepen of het instandhouden van een of meer groepen of ensembles die tot taak hebben de theaterkunst professioneel te beoefenen en tot het publiek te brengen, bij voorkeur in de Rotterdamse Schouwburg;

  • 2.

    het financieren, subsidiëren of op andere wijze financieel en materieel mogelijk maken van uit te brengen theaterprodukties;

  • 3.

    het tot stand brengen casu quo in stand houden van voorzieningen die nodig zijn om in Rotterdam theaterprodukties te kunnen realiseren;

  • 4.

    het te baat nemen van alle andere wettige middelen welke geacht kunnen worden het bereiken van het gestelde doel te bevorderen.

Artikel 3 Vermogen

Het vermogen van de stichting wordt gevormd door subsidies, giften, legaten, hetgeen door erfstelling wordt verkregen, alsmede andere baten.

Artikel 4 Bestuur: samenstelling, benoeming, defungeren

  • 1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal van minimaal vijf en maximaal negen personen. De leden van het bestuur worden door het bestuur benoemd; hiervan wordt er één voorgedragen door de ondernemingsraad. Het bestuurslidmaatschap is onverenigbaar met het werknemer zijn van de stichting.

  • 2. Indien het aantal bestuursleden daalt beneden het vastgestelde minimumaantal, vormen de overige bestuursleden desalniettemin een bevoegd college, dat overigens verplicht is zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes maanden in de vacature(s) te voorzien. Benoeming van bestuursleden behoeft de goedkeuring van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam (hierna te noemen ‘het college van B. en W.’) en van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (hierna te noemen ‘de minister van WVC’).

  • 3. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan, dan wel, in de plaats van beide laatstgenoemden, een secretaris-penningmeester.

  • 4. Bestuursleden worden benoemd voor de tijd van maximaal vier jaar. Niet benoembaar is hij/zij, die de zeventig-jarige leeftijd heeft bereikt.

  • 5. Bestuursleden treden af volgens een door het bestuur vast te stellen rooster van aftreden. Een volgens het rooster aftredend bestuurslid is terstond herbenoembaar.

  • 6. Een bestuurslid defungeert:

    • a.

      door zijn overlijden;

    • b.

      door zijn aftreden al dan niet volgens het in lid 5 bedoelde rooster;

    • c.

      door zijn onder curatelestelling;

    • d.

      door zijn ontslag, verleend door de rechtbank in de gevallen in de wet voorzien;

    • e.

      door zijn ontslag verleend door het bestuur om gewichtige redenen.

  • 7. De minister van WVC en het college van B. en W. hebben het recht ieder een waarnemer aan te wijzen die het recht heeft de vergaderingen bij te wonen en aldaar een adviserende stem heeft.

Artikel 5 Bestuur: taak en bevoegdheden

  • 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.

  • 2. Het bestuur is bevoegd overeenkomsten te sluiten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. Het bestuur is bevoegd tot het voeren van rechtsgedingen.

Artikel 6 Bestuur: vertegenwoordiging

  • 1. De stichting wordt in en buiten rechten vertegenwoordigd door de voorzitter/plaatsvervangend voorzitter tezamen met de secretaris/plaatsvervangend secretaris of de penningmeester/plaatsvervangend penningmeester.

  • 2. De stichting kan bij nader bestuursbesluit te bepalen gevallen aan derden een volmacht verstrekken.

Artikel 7 Bestuur: besluitvorming

  • 1. Bestuursvergaderingen worden gehouden zo dikwijls de voorzitter of ten minste twee van de overige bestuursleden een bestuursvergadering bijeenroepen, doch ten minste twee maal per jaar.

  • 2. Het bestuur zal een bestuursreglement annex huishoudelijk reglement opstellen, waarin onder meer de wijze van oproeping tot de vergadering, alsmede van besluitvorming en stemming is geregeld. Dit bestuursreglement zal geen bepaling bevatten in strijd met de statuten.

Artikel 8 Leiding

Het personeel van de stichting wordt aangenomen, geschorst en ontslagen door het bestuur. Het bestuur benoemt als directie een zakelijk leider en een of meer artistieke leider(s). Het bestuur voorziet in de instructie van de artistieke en zakelijke leider(s). Deze instructie geschiedt schriftelijk en op een wijze die niet in strijd is met de statuten.

Artikel 9 Boekjaar, jaarstukken en jaarplannen

  • 1. Het boekjaar van de stichting loopt van één augustus tot en met éénendertig juli, afhankelijk van en in overleg met de subsidiënten.

  • 2. De penningmeester is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting zodanige aantekeningen te houden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.

  • 3. De penningmeester is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een balans en een staat van baten en lasten van de stichting op te maken.

  • 4. Het bestuur zal, alvorens tot vaststelling van de in lid 3 bedoelde stukken over te gaan, deze doen onderzoeken door een door hem aan te wijzen externe accountant. Deze brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit. Vaststelling van de jaarstukken strekt de penningmeester tot decharge voor alle in de jaarstukken vermelde handelingen.

  • 5. Het bestuur stelt jaarlijks een jaarplan vast en dient dit jaarplan in op het daartoe door de subsidiënten gestelde moment.

  • 6. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde bescheiden tien jaar lang te bewaren.

Artikel 10 Statutenwijziging

  • 1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen.

  • 2. Een besluit van het bestuur tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van twee/derde van de stemmen, uitgebracht in een voltallige vergadering. Is een vergadering, waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde is, niet voltallig, dan wordt een tweede vergadering bijeen geroepen, te houden niet eerder en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige bestuursleden rechtsgeldig omtrent het voorstel, zoals dit in de eerste vergadering aan de orde was, worden besloten, mits met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen. Een besluit tot wijziging van de statuten behoeft de goedkeuring van de gemeenteraad van Rotterdam en de minister van WVC.

  • 3. Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een statutenwijziging zal worden voorgesteld, dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, te worden gevoegd.

  • 4. Een besluit tot statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is ieder bestuurslid bevoegd.

Artikel 11 Ontbinding

  • 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.

  • 2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in lid 2 van het vorige artikel van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Na de ontbinding geschiedt de vereffening door het bestuur, tenzij bij het besluit tot ontbinding een of meer vereffenaars zijn aangewezen. Dit na overleg met subsidiënten en donateurs. Een na de vereffening eventueel aanwezig batig saldo zal zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de stichting worden besteed.

  • 4. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.

Ondertekening

te bepalen dat deze wijziging geacht wordt in werking te treden nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt en dat daarmee de statuten, opgenomen in gemeenteblad nr. 72 van 1986 als vervallen kunnen worden beschouwd.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 februari 1990.

De Secretaris,

J.G. Bannink

De Voorzitter,

A. Peper

Goedgekeurd door de minister van WVC d.d. 20 april 1990 nr. K/PT-U-4770.