Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit rechtspositie buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

Geldend van 24-03-2018 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-12-2017

Intitulé

Besluit rechtspositie buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

Burgemeester en Wethouders van Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de wethouder van Personeel en Organisatie van 15 november 2000, P&O nr. 00/588;

gelet op artikel 4 van het Ambtenarenreglement;

Besluiten:

vast te stellen het hierna volgende BESLUIT rechtspositie buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand.

Artikel 1 Begripsomschrijving

Dit besluit verstaat onder:

  • a.

    buitengewoon ambtenaar:

  • bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand;

  • b.

    AR:

  • verordening tot regeling van de rechtstoestand van de ambtenaren van de gemeente Rotterdam;

  • c.

    huwelijk:

  • huwelijk of geregistreerd partnerschap;

  • d.

    gratis huwelijk:

  • huwelijk als bedoeld in artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand;

  • e.

    eenvoudig huwelijk:

  • huwelijk als bedoeld in onderdeel 1.2.2 van de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Publiekszaken Rotterdam 2016;

  • f.

    bijzit:

  • bijzitten van huwelijken waarbij één van de partners, dan wel beide partners, terminaal ziek is/zijn, dan wel bijzitten van huwelijken in het kader van vakontwikkeling;

  • g.

    eendagsbabs:

  • persoon die ter voltrekking van een huwelijk voor één dag benoemd is als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand.

Artikel 2 Aanstelling

  • 1. Aanstelling geschiedt in vaste dienst of in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

  • 2. Een aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

Artikel 3 Beloning

  • 1. De buitengewoon ambtenaar ontvangt een beloning in de vorm van een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap.

  • 2. De vergoeding is gelijk aan drie maal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage A van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016.

  • 3. Deze vergoeding wordt opgehoogd met het percentage van de eindejaarsuitkering van artikel 18a van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen Rotterdam 2016 en het percentage van de vakantietoelage van artikel 18b van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016.

  • 4. De vergoeding voor een bijzit is gelijk aan tweemaal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage A van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016.

  • 5. De in het tweede tot en met vierde lid genoemde vergoeding wordt ter compensatie van het niet opbouwen van een IKB als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 verhoogd met het percentage, genoemd in artikel 28, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 en met 8%.

  • 6. Ter compensatie van het niet genieten van het verlof als bedoeld in artikel 41 van het AR, wordt een extra vergoeding toegekend ter hoogte van 8,6% van het totaal van de vergoedingen op basis van het tweede tot en met vijfde lid.

  • 7. De voorgaande leden zijn niet van toepassing op de buitengewoon ambtenaar die tevens lid is van het gemeentebestuur of een gebiedscommissie van de gemeente Rotterdam.

Artikel 4 Aanspraken bij ziekte

  • 1. Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar zijn de artikelen 52, 54, 55, 55a, 56c, 57 en 58b van het Ambtenarenreglement van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor toepassing van het eerste lid wordt onder salaris en de toegekende salaristoelage(n) verstaan de gemiddelde vergoeding over de twaalf maanden onmiddellijk voorafgaande aan het ziekteverzuim.

  • 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: de dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

Artikel 5 Disciplinaire straffen, schorsing, ontslag en uitkering

  • 1. Ontslag aan de buitengewoon ambtenaar kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 79, onderdeel j (als disciplinaire straf), 85 (op verzoek), 85a (wegens FPU), 89 (wegens reorganisatie), 90, 90bis en 90a (wegens arbeidsongeschiktheid), 91 (wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), 93 (wegens ouderdomspensioen) en 96 (overige ontslaggronden) van het AR.

  • 2. Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig de artikelen 74 tot en met 77 van het AR.

Artikel 6 Overige rechten en plichten

De artikelen 20, 99, 99b, 102, 107, 114, 115, 117, 118 en 120 en van het AR zijn van overeenkomstige toepassing op de buitengewoon ambtenaar.

Artikel 7

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk X van het AR.

Artikel 8 Slotbepalingen

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na plaatsing in het Gemeenteblad.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Rechtspositiebesluit buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 21 november 2000.

De Secretaris

, N. van Eck

De Burgemeester,

E.L. Kuijper, l.b.

Toelichting op het rechtspositiebesluit buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

Artikel 2 Aanstelling

De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand (babs) wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16).

Artikel 3 Bezoldiging

Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor ambtenaren nadere regels voor bezoldiging moeten worden getroffen. Artikel 3 van deze regeling voorziet hierin. Het eerste lid maakt duidelijk dat de bezoldiging bestaat uit een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap. Het tweede lid legt de relatie met de salarisschaal waarin de functie van de ambtenaar voor de burgerlijke stand doorgaans is ingeschaald. In het tweede lid wordt het basisbedrag van drie uursalarissen opgehoogd met het percentage van de vakantietoelage. In het derde lid wordt het basisbedrag, nadat dit is vermeerderd met het percentage van de vakantietoelage, opgehoogd met het percentage van de eindejaarstoelage. Ten slotte wordt in het vierde lid het recht op vakantie-uren, dat de 'normale' gemeenteambtenaar heeft op grond van artikel 41 van het AR, afgekocht door het toekennen van een vergoeding van 8,6%. Dit percentage is gebaseerd op de breuk tussen het aantal vakantie-uren per jaar (158,4 uren) en de arbeidsduur per jaar (1836 uren) van de gemeenteambtenaar. Vakantie-aanspraken worden afgekocht vanwege het oproepkarakter van de werkzaamheden.

Rekenvoorbeeld:

Uitgaande van een salarisbedrag van fl 5.392,- (hoogste bedrag schaal 8), een vakantie-uitkering van 8% en een eindejaarsuitkering van 0,8% (situatie per 1 oktober 1999) vindt de volgende berekening plaats:

3 maal 1/156e deel van 5.392:

103,69

verhoogd met 8% (vakantietoelage)

8,30

vergoeding:

111,99

verhoogd met 0,8% (eindejaarsuitkering)

0,90

vergoeding:

112,89

verhoogd met 8,6 % (afkoop vakantie-uren)

9,71

totale vergoeding per huwelijk of geregistreerd partnerschap

122,60

Artikel 4 Aanspraken bij ziekte

Artikel 125 van de Ambtenarenwet vereist nadere regels voor voorzieningen tijdens ziekte. In de regeling wordt verwezen naar de belangrijkste artikelen over de doorbetaling van de bezoldiging tijdens ziekte. De babs krijgt bij ziekte gedurende 18 maanden 100% van zijn bezoldiging (zijnde de gemiddelde vergoeding over de afgelopen 12 maanden) doorbetaald. Vervolgens krijgt hij tot het einde van zijn dienstverband 80% doorbetaald. Een eventuele arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO) wordt hierop in mindering gebracht. Gedurende de ziekteperiode kan aan de babs gevraagd worden passende arbeid dan wel gangbare arbeid (na 52 weken) te verrichten.

Artikel 5 Schorsing en ontslag

De babs wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek Boek 1: artikel 16). Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing, ontslag en uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de babs, onder verwijzing naar het AR. Schorsing is in de artikelen 74 tot en met 77 van het AR geregeld en kan om uiteenlopende redenen plaatsvinden.

Artikel 6 Overige rechten en plichten

De rechten en plichten van hoofdstuk XII van het AR worden hier voor een groot gedeelte ook op de babs van toepassing verklaard. Voor de inhoud van de artikelen wordt verwezen naar het AR.

Artikel 7

Bij het niet nakomen van verplichtingen of bij plichtsverzuim kunnen disciplinaire maatregelen worden genomen tegen de babs, die uiteenlopen van een schriftelijke berisping tot ontslag. Hierbij is aansluiting gezocht bij hoofdstuk X van het AR. In dit hoofdstuk is ook de strafprocedure geregeld.