Aanwijzing ligplaatsen historische vaartuigen

Geldend van 01-01-2002 t/m heden

Intitulé

Aanwijzing ligplaatsen historische vaartuigen

Burgemeester en Wethouders van Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de directie Sociaal Economische Zaken van 2 november 2001, SEZ 01/3845;

Gelet op de artikelen 7, onderdeel c, en 12 van de Verordening binnenhavengeld Rotterdam;

Besluiten:

vasts te stellen het besluit houdende aanwijzing van ligplaatsen voor historische schepen.

Artikel 1

De havenbekkens, bedoeld in artikel 7, onderdeel c, van de Verordening binnenhavengeld Rotterdam, bestemd voor het nemen van ligplaats met vaartuigen waarvan de historische of bijzondere waarde voor de Rotterdamse haven of regio is vastgesteld na advies van een daartoe ingestelde commissie van deskundigen, betreffen:

  • -

    de Voorhaven;

  • -

    de Achterhaven;

  • -

    de Aelbrechtskolk;

  • -

    de Middenkous;

  • -

    de Buizenwaal;

  • -

    de Oude Haven;

  • -

    het Haringvliet;

  • -

    de Scheepmakershaven, ten oosten van de Rederijbrug;

  • -

    de Wijnhaven, ten oosten van de Regentessebrug;

  • -

    de Bierhaven;

  • -

    de Leuvehaven.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Deze aanwijzing treedt in werking op 1 januari 2002.

Artikel 3 Citeertitel

Deze aanwijzing wordt aangehaald als: Aanwijzing ligplaatsen historische vaartuigen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 2 november 2001.
De Secretaris, De Burgemeester,
N.van Eck I.W. Opstelten
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 12 december 2001 en ligt op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk informatie- en documentatiecentrum van de Bestuursdienst van de gemeente Rotterdam, stadskantoor kamer 100, ingang Rodezand 18.

Toelichting

In verband met de introductie van de euro en de hiermee samenhangende aanpassing van wet- en regelgeving treedt met ingang van 1 januari 2002 de Verordening binnenhavengeld Rotterdam in werking. In deze verordening wordt de (oude) Binnenhavengeldverordening 1987 ingetrokken. Als gevolg hiervan vervallen de op deze verordening gebaseerde aanwijzing ligplaatsen historische schepen van burgemeester en wethouders van 20 juli 1979 (Gemeenteblad 1980 nummer 109) en de aanwijzing ligplaatsen historische schepen van burgemeester en wethouders van 13 april 1984 (Gemeenteblad 1984 nummer 87), van rechtswege.

Om die reden is het nodig deze aanwijzing opnieuw vast te stellen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele aanvullende havenbekkens in de aanwijzing op te nemen, die in de praktijk reeds als ligplaats voor de in deze verordening bedoelde historische vaartuigen fungeren. Voor het overige is de aanwijzing ongewijzigd gebleven. De in de onderhavige aanwijzing bedoelde vaartuigen zijn op basis van artikel 7, onderdeel c, van de Verordening binnenhavengeld Rotterdam vrijgesteld van het betalen van binnenhavengeld als bedoeld in die verordening. Opgemerkt wordt dat deze vaartuigen over het algemeen wel uit andere hoofde, afhankelijk van de haven waarin zij ligplaats hebben, havengeld verschuldigd zijn.