Regeling vervallen per 02-09-2004

Besluit tot wijziging dan wel intrekking van een aantal besluiten in verband met de verzelfstandiging van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam

Geldend van 02-09-2004 t/m 01-09-2004

Intitulé

Besluit tot wijziging dan wel intrekking van een aantal besluiten in verband met de verzelfstandiging van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam

Gemeenteblad 2004

Besluit tot wijziging dan wel intrekking van een aantal besluiten in verband met de verzelfstandiging van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam

Burgemeester en wethouders van Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de directeur van Havenbedrijf Rotterdam N.V. van 1 juni 2004, Beleid BMB 99118;

overwegende:

  • ·

    dat het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam met ingang van 1 januari 2004 is verzelfstandigd en van tak van dienst van de gemeente Rotterdam omgevormd is tot een rechtspersoon naar privaatrecht, te weten een naamloze vennootschap, genaamd Havenbedrijf Rotterdam N.V.;

  • ·

    dat deze verzelfstandiging tot gevolg heeft dat in de gemeentelijke regelgeving aanpassingen dienen te worden aangebracht;

  • ·

    dat deze aanpassingen betrekking hebben op een gewijzigde bevoegdhedenstructuur en nieuwe naamstelling;

gelet op artikel 7, onderdeel c, van de Verordening Binnenhavengeld 2003, artikel 6.1 en 8.6 van de Havenverordening Rotterdam 2004 en artikel 2, eerste lid, van het Besluit houdende regelen met betrekking tot het geven van verkeersinformatie dan wel verkeersaanwijzingen en de daartoe aan de bevoegde personen te stellen eisen;

Besluiten:

vast te stellen het hierna volgende Besluit tot wijziging dan wel intrekking van een aantal besluiten in verband met de verzelfstandiging van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam:

Artikel 1

In artikel 2 van de Instructie voor de commissie van deskundigen voor aanwijzing historische schepen (Instructie commissie historische schepen) (Gemeenteblad 1980, nr. 108, zoals nadien gewijzigd) wordt "Maritiem Museum 'Prins Hendrik'" vervangen door "Maritiem Museum Rotterdam" en wordt de aanduiding "Gemeentelijk Havenbedrijf" vervangen door "Havenbedrijf Rotterdam N.V.".

Artikel 2

In artikel 16, eerste lid, onder c, van het Havenreglement gevaarlijke stoffen (Gemeenteblad 1987, nr. 117, zoals nadien gewijzigd) wordt de aanduiding "Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam" vervangen door "Havenbedrijf Rotterdam N.V.".

Artikel 3

Het Aanvullend mandaatbesluit P&O voor het hoofd van dienst Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam (Gemeenteblad 2002, nr. 22) wordt ingetrokken.

Artikel 4

De Machtiging algemeen directeur Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam (GHR) inzake aandeelhouders (Gemeenteblad 2003, nr. 13) wordt ingetrokken.

Artikel 5

In de artikelen 1 en 2 van het Besluit aanwijzing bevoegde ambtenaren verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam (besluit van 21 februari 1995) wordt "het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam" telkens vervangen door "Havenbedrijf Rotterdam N.V.".

Artikel 6

In Bijlage 2 van het Mandaat- en volmachtbesluit P&O (Gemeenteblad 1996, nr. 118) komt het onderdeel "Havenbedrijf, Gemeentelijk- Rotterdam" en bijbehorende functionarissen te vervallen.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad en werkt terug tot 1 januari 2004.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 1 juni 2004.

De Secretaris

N. van Eck

De Burgemeester

M.W. van Sluis, l.b.

Artikelsgewijze toelichting

In verband met de verzelfstandiging van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam door het oprichten van Havenbedrijf Rotterdam N.V. (hierna: HbR) en de inbreng van de GHR-onderneming daarin, is aanpassing van gemeentelijke regelgeving nodig. In dit wijzigingsbesluit worden de relevante collegebesluiten aangepast of ingetrokken. Aanpassing en intrekking van raadsbesluiten en verordeningen vindt bij afzonderlijk raadsbesluit plaats. Ook worden relevante burgemeestersbesluiten afzonderlijk ingetrokken.

Overigens heeft de aanpassing van het Integraal mandaat- en volmachtbesluit afzonderlijk plaatsgevonden, vanwege de overdracht van de bevoegdheden aan de Havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij HbR.

Artikel 1

Vanwege de binnen HbR aanwezige expertise is het wenselijk de vertegenwoordiging te continueren.

Artikel 2

Dit betreft slechts een tekstuele aanpassing.

Artikel 3 en 6

Vanaf 1 januari 2004 worden de P&O-bevoegdheden uitgeoefend uit naam van HbR en niet langer uit naam van de gemeente. Het mandaat en het aanvullende mandaat kunnen derhalve worden ingetrokken.

Artikel 4

Aangezien meteen na oprichting van HbR op 31 december 2003 de aandelen van RSPI (Rotterdam Silent Partner Incinerator B.V.) zijn geleverd aan HbR kan het betreffende mandaat- en volmachtbesluit worden ingetrokken.

Artikel 5

Dit betreft een tekstuele aanpassing.