Mandaatovereenkomst Havenmeester van Rotterdam 2007

Geldend van 01-01-2007 t/m heden

Intitulé

Mandaatovereenkomst Havenmeester van Rotterdam 2007

Partijen,

het college van burgemeester en wethouders ,

en

de Havenmeester van Rotterdam,

Overwegende,

  • ·

    dat op 1 januari 2004 het Gemeentelijke Havenbedrijf Rotterdam is verzelfstandigd en van tak van dienst van de gemeente Rotterdam omgevormd is tot een rechtspersoon naar privaatrecht, te weten een naamloze vennootschap, genaamd Havenbedrijf Rotterdam N.V.;

  • ·

    dat de Havenmeester van Rotterdam werkzaam is bij Havenbedrijf Rotterdam N.V.;

  • ·

    dat het uitgangspunt bij de verzelfstandiging is dat de verdeling van de bestuursrechtelijke bevoegdheden zoveel mogelijk in stand blijft;

  • ·

    dat op grond van artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegdheden kunnen worden gemandateerd aan personen die niet werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van de mandaatgever, mits de gemandateerde met het mandaat instemt;

  • ·

    dat daartoe in december 2003 de Mandaatovereenkomst Havenmeester van Rotterdam is overeengekomen;

  • ·

    dat sedert de ondertekening van de Mandaatovereenkomst een aanpassing heeft plaatsgevonden in de overeenkomst en het Havenreglement gevaarlijke stoffen 2007 is vastgesteld;

  • ·

    dat deze wijziging leiden tot een aanpassing van de Mandaatovereenkomst en om redenen van overzichtelijkheid ervoor wordt gekozen een geheel nieuwe Mandaatovereenkomst te sluiten;

  • ·

    dat door ondertekening van deze overeenkomst tot uitdrukking komt welke bevoegdheden in mandaat aan de Havenmeester van Rotterdam worden gegeven alsmede zijn aanvaarding van dat mandaat;

Komen overeen:

Artikel 1

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a.

college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

b.

Havenmeester:

door het college aangewezen Havenmeester van Rotterdam.

Artikel 2

Aan de Havenmeester wordt mandaat verleend te beslissen omtrent:

  • a.

    de actieve en passieve openbaarmaking van documenten op basis van de Wet openbaarheid van bestuur, voor zover deze betrekking hebben op de uitvoering van de taken en bevoegdheden, die krachtens deze overeenkomst aan de Havenmeester zijn gemandateerd;

  • b.

    de behandeling van klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de uitvoering van de taken en bevoegdheden, die krachtens deze overeenkomst aan de Havenmeester zijn gemandateerd;

  • c.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5, eerste lid, 6, eerste lid, 7, eerste lid, en 8 van de Scheepvaartverkeerswet, voor zover die bevoegdheden zijn toegekend aan het college;

  • d.

    het uitoefenen van de bevoegdheden uit hoofde van de Wrakkenwet;

  • e.

    het uitoefenen van de bevoegdheden uit hoofde van de Waterstaatswet 1900;

  • f.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 1.3 van de Havenverordening Rotterdam 2004 in samenhang met de artikelen 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 3.1, 3.2, 4.1, vierde lid, 4.3, 4.4, 4.5, 5.2.1, 5.2.3, 5.3.2, 5.4.2, 5.4.3, 5.4.6, 6.3, 6.4, derde lid, 6.6, 7.2, 7.3, 7.4, en 8.1 van die verordening voor zover het wateren betreft die in beheer zijn van Havenbedrijf Rotterdam N.V.;

  • g.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 1.2, eerste lid, en 9.1, vierde lid, van het Havenreglement gevaarlijke stoffen 2007;

  • h.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Verordening kadegeld;

  • i.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Verordening woon- en bedrijfsschepen voor zover het wateren betreft die in beheer zijn van Havenbedrijf Rotterdam N.V.

Artikel 3

De Havenmeester is gehouden en gemachtigd de in artikel 2 bedoelde besluiten namens het college te ondertekenen.

Artikel 4

De Havenmeester is bevoegd om van de aan hem gemandateerde bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, ondermandaat te verlenen aan aan hem ondergeschikten.

Artikel 5

De Havenmeester is bevoegd beleidsregels vast te stellen omtrent de aan hem gemandateerde bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, welke bevoegdheid niet kan worden ondergemandateerd.

Artikel 6

De Havenmeester is verplicht zich middels het jaarverslag van Havenbedrijf Rotterdam N.V. te verantwoorden over het gebruik van de gemandateerde bevoegdheden in het jaar waarop het jaarverslag ziet.

Artikel 7

  • 1. Deze overeenkomst gaat in op 1 januari 2007 en wordt voor onbepaalde tijd aangegaan.

  • 2. De Mandaatovereenkomst Havenmeester van Rotterdam vervalt.

Artikel 8

Indien de in artikel 2 genoemde regelgeving wijzigingen ondergaat die van invloed zijn op deze mandaatovereenkomst, wordt gelijktijdig met of zo spoedig mogelijk na wijziging van die regelgeving deze overeenkomst dienovereenkomstig aangepast.

Artikel 9

Deze overeenkomst wordt aangehaald als: Mandaatovereenkomst Havenmeester van Rotterdam 2007.

Artikel 10

Deze overeenkomst wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad.

Ondertekening

Aldus in tweevoud opgemaakt te Rotterdam d.d. 10 januari 2007.

De secretaris

A.H.P. van Gils

De burgemeester

I.W. Opstelten

De Havenmeester van Rotterdam

J.C. Lems