Aanwijzingsbesluit ex artikel 2.9.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening (Veilheidsrisicogebieden) voor het gebied Delfshaven

De Burgemeester van Rotterdam,

Gelezen het voorstel verlenging aanwijzing veiligheidsrisicogebied Delfshaven van de korpschef van 19 december 2008 met het kenmerk TB 17210 om het gebied Delfshaven hernieuwd te doen aanwijzen als veiligheidsrisicogebied; 238182;

gehoord de beraadslaging in het driehoeksoverleg van 13 januari 2009 met de hoofdofficier van justitie en de korpschef van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond;

overwegende:

• -

  dat het voorstel ‘aanwijzing veiligheidsrisicogebieden’ van de korpschef van 19 december 2008 feiten en omstandigheden beschrijft waaruit blijkt dat in het gebied Delfshaven, begrensd door de Nieuwe Maas (water), Parkhaven, Westzeedijk, Droogleever Fortuynplein, ’s-Gravendijkwal, Henegouwerlaan, Essenburgsingel, Aelbrechtsplein, Horvathweg, Hogebanweg, Gustoweg en Nieuwe Maas, de genoemde wegen en aanwezige knooppunten van het openbaar vervoer daarbij inbegrepen, sprake is van verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van (vuur)wapens, dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan;

• -

  dat hij de beweegredenen die staan beschreven in het voorstel aanwijzing veiligheidsrisicogebieden van de korpschef van 19 december 2008 tot de zijne maakt en dat deze als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd in dit besluit;

• -

  het bezit en gebruik van (vuur)wapens groot gevaar oplevert voor de openbare orde en rechtsorde;

• -

  dat de dringende maatschappelijke behoefte bestaat om tegen bezit en gebruik van (vuur)wapens op te treden;

• -

  dat het wenselijk is dat de officier van justitie in staat wordt gesteld om in de bewuste gebieden de controlebevoegdheden als bedoeld in de artikelen 50, 51 en 52 van de Wet wapens en munitie te doen gelasten;

• -

  dat de belangen van openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en van strafbare feiten en de bescherming van de gezondheid in het onderhavige geval zwaarder wegen dan het individuele belang van de burgers (bescherming van de persoonlijke levenssfeer);

• -

  dat de duur van de aanwijzing en de omvang van het gebied proportioneel is in relatie tot het beoogde legitieme doel;

• -

  dat de officier van justitie tijdens de aanwijzing van dit gebied als veiligheidsrisicogebied in de periode van 15 juli 2008 tot 15 januari 2009 tot nu toe zestien maal heeft gelast dat preventief kon worden opgetreden, en dat daarbij tenminste 1 vuurwapen, 7 steekwapens, 1 slagwapen en 1 overig wapen zijn aangetroffen;

• -

  dat overige maatregelen die in het bewuste gebied zijn getroffen om bezit en gebruik van (vuur)wapens alsmede geweldsincidenten terug te dringen, zoals beschreven in het voorstel aanwijzing veiligheidsrisicogebieden van de korpschef van 19 december 2008 nog onvoldoende effect sorteren;

• -

  dat het uitoefenen van voornoemde controlebevoegdheden in het bewuste gebied een onderdeel is van een breder handhavingsbeleid ter vergroting van leefbaarheid en veiligheid;

• -

  dat het hernieuwd aanwijzen van dit gebied als veiligheidsrisicogebied zal bijdragen aan het verhogen van de veiligheid in het algemeen en de veiligheid in het aangewezen gebied in het bijzonder;

• -

  dat de verwachting bestaat dat de aanwijzing van dit gebied voor een periode van 6 maanden noodzakelijk is om, via intensivering van de probleemaanpak, het risico van (vuur)wapenbezit en gebruik terug te kunnen dringen;

gelet op het bepaalde in artikel 2.9.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam en artikel 151b van de Gemeentewet;

Besluit: