Regeling vervallen per 21-03-2015

Auditverordening 213a Rotterdam 2009

Geldend van 10-12-2009 t/m 20-03-2015

Gemeenteblad 2009

Auditverordening 213a Rotterdam 2009

De raad van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2009; 346537; raadsstuk 2009-2928;

gelet op artikel 197 en artikel 213a van de Gemeentewet;

overwegende dat de Gemeentewet gemeenten verplicht tot het verrichten van periodiek onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid;

Besluit vast te stellen:

Verordening voor onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur van de gemeente Rotterdam (Auditverordening 213a Rotterdam 2009)

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    doelmatigheid: binnen de kaders en de beleidsuitgangspunten van de raad zodanig handelen dat zo weinig mogelijk middelen behoeven te worden ingezet, om de gestelde doelen te bereiken en de voorgenomen activiteiten uit te voeren;

  • b.

    doeltreffendheid:de mate waarin de geleverde producten en prestaties bijdragen aan het realiseren van gestelde (beleids)doelen;

  • c.

    Audit Services Rotterdam (ASR): organisatie binnen het concern die onder andere is belast met de uitvoering van onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur.

Artikel 2 Meerjaren auditplan en jaarlijks onderzoeksprogramma

  • 1. Het college stelt per collegeperiode een meerjaren auditplan vast. De invulling van het onderzoeksprogramma vindt jaarlijks plaats.

  • 2. Het college informeert de raad in ieder geval jaarlijks door middel van de paragraaf ‘Bedrijfsvoering’ van de begroting over de onderzoeken die in het lopende jaar zijn gepland of gestart, alsmede over de omvang van het voorgenomen onderzoeksprogramma voor het komende begrotingsjaar.

  • 3. De invulling van het onderzoeksprogramma wordt opgenomen in het managementcontract van ASR.

  • 4. Het college stuurt na vaststelling het onderzoeksprogramma ter kennisname naar de raad en de Rekenkamer Rotterdam.

Artikel 3 Onderzoeken

  • 1. Jaarlijks wordt de doeltreffendheid en/of doelmatigheid van één of meerdere (delen van) programma’s en paragrafen van de begroting en/of rekening onderzocht.

  • 2. Jaarlijks wordt de doelmatigheid van één of meer concernprocessen/concernproducten/concernprogramma’s onderzocht.

  • 3. Elke dienst/kostenplaats wordt ten minste eens in de vier jaar als geheel onderzocht.

Artikel 4 Rapportage uitvoering

Het college rapporteert aan de raad door middel van de paragraaf ‘Bedrijfsvoering’ van het jaarverslag over de onderzoeken die in het afgelopen jaar zijn afgerond. Het college kan besluiten tussentijds schriftelijke rapportages aan de raad aan te bieden.

Artikel 5 Nadere regelgeving

Het college stelt nadere regels op over de organisatie en uitvoering van de onderzoeken.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 7 Intrekking

De Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Rotterdam wordt ingetrokken.

Artikel 8 Citeer artikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Auditverordening 213a Rotterdam 2009.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 december 2009.

De griffier, De voorzitter,

J.G.A. Paans A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 9 december 2009 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), Coolsingel 40, Kamer 314.

(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)

Toelichting op de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Rotterdam

Algemeen

De basis voor de verordening vormt artikel 213a van de Gemeentewet. Dit artikel hangt samen met de artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet. Artikel 212 geeft het kader, regels met een algemene strekking op het gebied van financieel beleid en financieel beheer en de financiële functie in het algemeen. In Rotterdam heeft de raad de verordening financiële huishouding 2006 met dit doel vastgesteld. De verordeningen op grond van 213 en 213a van de Gemeentewet regelen de controle op en de bewaking van de uitvoering van dit kader.

De verordening op grond van artikel 213 van de Gemeentewet, de controleverordening, waarborgt dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst door een accountant. De getrouwheid en rechtmatigheid zijn onderdeel van de controle.

In artikel 213a van de Gemeentewet is het onderzoek geregeld dat het college door ASR laat uitvoeren naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door hem gevoerde bestuur. Het college stelt per collegeperiode een meerjaren auditplan en jaarlijks een onderzoeksprogramma voor deze onderzoeken vast. Het college rapporteert jaarlijks schriftelijk aan de raad over de resultaten van deze onderzoeken.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Een onderzoek naar doelmatigheid richt zich met name op verbetering van de bedrijfsvoering. Een onderzoek naar doeltreffendheid richt zich op vergelijking van gerealiseerde met gewenste maatschappelijke effecten.

Artikel 2 Meerjaren auditplan en jaarlijks onderzoeksprogramma

Artikel 2 Meerjaren auditplan en jaarlijks onderzoeksprogramma

De beslissing wat te onderzoeken is aan het college. Vanzelfsprekend zal de raad willen weten wat de plannen zijn en gelegenheid willen hebben om deze te bespreken als hij dat nodig acht. De raad kan dit bepalen aan de hand van het onderzoeksprogramma.

Het meerjaren auditplan geeft een volledig beeld van de voorgenomen onderzoeken, zij het nog uiterst globaal. In het jaarlijkse onderzoeksprogramma wordt per onderzoek aangegeven, de planning en een korte omschrijving van de inhoud en doel. De Rekenkamer Rotterdam wordt overeenkomstig artikel 213a lid 3 GW tijdig geïnformeerd over de onderzoeksplannen van het college.

De kaderstellende functie van de Raad wordt ingevuld door middel van de paragraaf bedrijfsvoering in de begroting. Door middel van deze paragraaf stelt de raad concrete criteria aan het onderzoeksplan. Dit kan betrekking hebben op algemene kwaliteitseisen. Ook is het mogelijk op deze wijze richting te geven aan diepgang, frequentie en onderwerpen van de onderzoeken

Artikel 3 Onderzoeken

In het eerste lid van artikel 3 wordt het college opgedragen onderzoek te doen naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur. De raad eist dat elk jaar interne onderzoeken, zowel onderzoeken naar de doelmatigheid als onderzoeken naar de doeltreffendheid, worden uitgevoerd.

De onderzoeken naar de doelmatigheid betreffen onderzoeken naar de uitvoering van het beleid en het beheer van middelen.

In het tweede lid is opgenomen dat jaarlijks de doelmatigheid van één of meerdere concernprocessen/concernproducten/concernprogramma’s wordt onderzocht. Dit onderzoek kan gehele begrotingsprogramma’s omvatten of delen daarvan. Ook kan het paragrafen van de begroting en jaarstukken of delen daarvan omvatten. De wijze van invulling van gemeentelijke taken worden in programma’s en paragrafen weergegeven. De wettelijk bepalingen rond de programma’s en paragrafen zijn opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).

Artikel 4 Rapportage

Het college informeert de raad door middel van de paragraaf Bedrijfsvoering van de rekening jaarverslag over de voortgang en de resultaten van lopende en afgeronde onderzoeken. Daarnaast kan het college besluiten separaat verslagen van de resultaten van de onderzoeken onderzoeksrapportages aan de raad aan te bieden. In artikel 197 lid 2 van de Gemeentewet is opgenomen dat de verslagen van de resultaten van de onderzoeken bij de aanbieding van de jaarrekening en het jaarverslag aangeboden moeten worden aan de raad. De Gemeentewet verbiedt het college niet deze rapporten eerder aan de raad aan te bieden.

Bij de aanbieding van de verslagen van de resultaten informeert het college de raad over de genomen of te nemen maatregelen naar aanleiding van de aanbevelingen.