Organisatieverordening van de Raad van de gemeente Rotterdam

Geldend van 01-01-2004 t/m heden

Intitulé

Organisatieverordening van de Raad van de gemeente Rotterdam

Organisatieverordening van de Raad van de gemeente Rotterdam

De Raad van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van het presidium van 20 november 2003, 03GR3354;

gezien het advies van de commissie Bestuur en Veiligheid van 4 december 2003;

gelet op art. 107e Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Organisatieverordening van de raad van de gemeente Rotterdam

HOOFDSTUK 1

Begripsbepaling

Artikel 1:1

In deze regeling wordt verstaan onder:

ambtelijke organisatie: de ambtelijke ondersteuning van het college bestaande uit de gemeentesecretaris en de diensten;

beheer: de zorg voor het dagelijks functioneren en de instandhouding van de griffie, of een onderdeel daarvan;

bestuur: de raad, het college, de burgemeester en de deelgemeenten, ieder voor zover zijn bevoegdheid strekt;

bestuurlijke organisatie: van de raad en de door hem ingestelde of aangewezen commissies, raden, groepen of personen welke niet behoren tot de griffie met inbegrip van de daarbij behorende hulpstructuren, overleg- en besluitvormingsstructuren en -procedures;

college: het college van burgemeester en wethouders;

deelgemeente: een door de raad aangewezen geografisch deel van de stad.

griffie: de ambtelijke ondersteuning van de raad en van de bestuursorganisatie van de raad;

planning en control: het proces waarbij aansturing van de organisatie plaatsvindt door het formuleren van doelen, het aangeven van termijnen, het beschikbaar stellen van middelen, het aanwijzen van verantwoordelijken, het volgen van de uitvoering, het normeren van de gewenste effecten, het meten van resultaten en het informeren van alle betrokkenen;

raadscommissie: een door de raad ingestelde commissie die de besluitvorming van de raad kan voorbereiden en met het college of de burgemeester kan overleggen;

HOOFDSTUK 2

Bestuurlijke organisatie van de raad

De raadscommissies

Artikel 2:1

De instelling, samenstelling, werkterrein en werkwijze van raadscommissies wordt geregeld in de “Commissieverordening 2002” en het “Commissiereglement 2002”, respectievelijk de nadien terzake door de raad vastgestelde verordeningen.

Artikel 2:2

Commissie tot onderzoek van de rekening

De instelling, samenstelling en werkwijze van de commissie tot onderzoek van de rekening is vastgelegd in de Tijdelijke Verordening commissie tot onderzoek van de Rekening , respectievelijk de nadien terzake door de raad vastgestelde verordening.

Deelgemeenten

Artikel 2:3

De instelling, samenstelling, werkgebied en werkwijze van deelgemeenten wordt geregeld in de “Deelgemeenteverordening 2002”, respectievelijk de nadien terzake door de raad vastgestelde verordening.

Rekenkamer

Artikel 2:4

De instelling, samenstelling, taak en werkwijze van de Rekenkamer is vastgelegd in de “Verordening gemeentelijke rekenkamer” en de “Verordening rechtspositie directeur Gemeentelijke Rekenkamer”, respectievelijk de nadien terzake door de raad vastgestelde verordeningen.

Ombudsman

Artikel 2:5

De instelling, samenstelling, taak en werkwijze van de Ombudsman is vastgelegd in de “Verordening gemeentelijke ombudsman 1992” en de “Verordening rechtspositie gemeentelijke ombudsman 1996”, respectievelijk de nadien terzake door de raad vastgestelde verordeningen.

Het Presidium

Artikel 2:6

De instelling en samenstelling van het presidium worden geregeld in het “Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad”.

Artikel 2:7

Het presidium stuurt de raadsvoorstellen aan commissievoorzitters ter advisering door de raadscommissies en bereidt de agenda van de gemeenteraad voor.

Artikel 2:8

Het presidium bereidt ten behoeve van de raad besluiten voor ten aanzien van de organisatie van de griffie en ter invulling van de rol van de raad als bevoegd gezag in personeelsaangelegenheden.

Artikel 2:9

Het presidium draagt zorg voor de informatie en communicatie vanuit de bestuurlijke organisatie van de raad en de griffie.

Artikel 2:10

  • 1. Het presidium is verantwoordelijk voor de opstelling van de eigen begroting en jaarrekening van de raad en de griffie en biedt deze aan ter vaststelling door de raad.

  • 2. De begroting en de rekening, alsmede de eventuele tussentijdse rapportage van de raad worden opgesteld conform de jaarlijkse planning en richtlijnen ter zake van de gemeente.

  • 3. De wettelijke accountantscontrole op de rekening van de raad wordt nader geregeld in een algemene verordening conform artikel 213 eerste lid van de Gemeentewet.

Artikel 2:11

Het presidium legt voorstellen voor aan de raad met betrekking tot de instructie voor de griffier, waarin in ieder geval aanwijzingen zijn opgenomen betreffende de uitoefening van het door het college aan de griffier gegeven mandaat ten aanzien van de bevoegdheden vervat in artikel 160 van de Gemeentewet.

Artikel 2:12

Het presidium draagt aan de raad een of meerdere vertegenwoordigers voor uit de raad, die de raad vertegenwoordigt/vertegenwoordigen bij de werving en selectie, de functionerings- en beoordelingsgesprekken en het overleg gericht op ontheffing uit de functie en ontslag uit gemeentedienst van functionarissen welke op grond van een wettelijk voorschrift benoemd worden door de raad.

Artikel 2:13

De voorzitter van het presidium draagt zorg voor de dagelijkse aansturing van de griffier.

HOOFDSTUK 3

De griffie

Artikel 3:1

De griffie ondersteunt de griffier, de raad, de voorzitter van de raad en de bestuurlijke organisatie van de raad in de uitvoering van hun werkzaamheden.

Artikel 3:2

Op ambtenaren en werknemers in dienst van de gemeente en tewerkgesteld bij de griffie zijn het “Ambtenarenreglement” en de daarvan afgeleide regelingen, met uitzondering van de “mandaatregeling personeelsbesluiten”, van overeenkomstige toepassing. De interne centrale instanties als de “Algemene Bezwaarschriftencommissie” en de “vertrouwenspersoon” worden in dit kader beschouwd als tevens te zijn ingesteld door de raad.

De griffier

Artikel 3:3

De griffier adviseert en ondersteunt de raad, de voorzitter van de raad en de bestuurlijke organisatie van de raad bij de uitoefening van hun taak.

Artikel 3:4

Het presidium draagt zorg voor goede procedures met betrekking tot werving, selectie, (her)benoeming en beoordeling van de griffier, evenals andere procedures rond personeelsbesluiten die op de griffier betrekking hebben.

Artikel 3:5

De beëdiging van de griffier wordt geregeld in het “Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad”.

Artikel 3:6

De griffier geeft leiding aan de griffie.

Artikel 3:7

De griffier is verantwoordelijk voor:

  • -

    de organisatorische inrichting van de griffie;

  • -

    alle administratieve, secretariële en procedurele handelingen verbonden aan de werkzaamheden van de raad;

  • -

    het informeren van het presidium of de door de griffie opgestelde of doorgeleide stukken op grond van juridische overwegingen of vastgestelde procedures en regelingen, gereed zijn voor behandeling door de raad.

Artikel 3:8

Met betrekking tot het financiële beheer is de griffier er voor verantwoordelijk:

  • -

    dat het beheer binnen de gestelde financiële kaders (planning en control) plaatsvindt;

  • -

    dat de administratie voorziet in tijdige, juiste en volledige informatie ten behoeve van de financiële verantwoording.

Artikel 3:9

Artikel 3:9

De griffier oefent de aan hem door het college gemandateerde bevoegdheden van artikel 160 van de Gemeentewet uit met inachtneming van de aanwijzingen zoals bedoeld in artikel 2:10 van deze verordening.

Artikel 3:10

De griffier treedt op als bestuurder in de zin van de wet op de ondernemingsraden.

Beheer

Artikel 3:11

Voor de verrichting van uitvoerende werkzaamheden op het terrein van o.a. financieel beheer, personeelsbeheer en rechtspositie van ambtenaren en raadsleden, informatievoorziening, bibliotheekzorg en juridische dienstverlening maakt de griffier afspraken met het hoofd van dienst van de Bestuursdienst respectievelijk het hoofd van dienst van de Servicedienst Rotterdam.

Artikel 3:12

Voor dienstverlening op het terrein van huisvesting, automatisering en overige facilitaire dienstverlening maakt de griffier afspraken met het hoofd van dienst van de Bestuursdienst respectievelijk het hoofd van dienst van de Servicedienst Rotterdam.

HOOFDSTUK 4

Slotbepalingen

Artikel 4:1

Deze verordening kan worden aangehaald als "Organisatieverordening van de raad van de gemeente Rotterdam".

Artikel 4:2

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2004.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 december 2003.

De griffier, De voorzitter,

K.D. Handstede I.W. Opstelten

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 31 december 2003 en ligt op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk informatie- en documentatiecentrum van de Bestuursdienst van de gemeente Rotterdam, stadskantoor kamer 100, ingang Rodezand 18.

Toelichting bij de Organisatieverordening van de raad van de gemeente Rotterdam

Hoofdstuk 1

Dit zijn de gehanteerde begripsbepalingen.

Hoofdstuk 2

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van organen van de raad zoals de raadscommissies, de deelgemeenteraden, de commissie tot onderzoek van de rekening, de Rekenkamer, en de Ombudsman en waar vervolgens de instelling, samenstelling, werkgebied en werkwijze worden geregeld. Voor het presidium geldt dat naast de samenstelling een beknopte taakomschrijving is vastgelegd in het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad.

Vanwege de nauwe relatie met de regeling van het ambtelijk apparaat van de raad - de griffie - is gekozen de taken en werkwijze van het presidium in deze verordening te regelen.

De taken van het presidium zijn:

  • ·

    besluiten voorbereiden ten behoeve van de raad ten aanzien van de organisatie van de griffie en ter invulling van de rol van de raad als werkgever;

  • ·

    de dagelijkse aansturing van de griffier;

  • ·

    de informatie en communicatie vanuit de raad, de bestuurlijke organisatie en de griffie, de opstelling van de begroting en de jaarrekening van de raad en de griffie en de aanbieding ter vaststelling aan de raad (het presidium draagt de zorg voor de totstandkoming van de stukken op aan de griffier). De begroting en de rekening, alsmede de eventuele tussentijdse rapportage aan de raad worden opgesteld conform de jaarlijkse planning en richtlijnen van de gemeente;

  • ·

    voorbereiden voor de raad van een instructie voor de griffier;

  • ·

    voordracht aan de raad van een of meerdere vertegenwoordigers die de raad vertegenwoordigt/vertegenwoordigen bij de werving en selectie, de functionering, beoordeling, en loopbaangesprekken en het overleg gericht op ontheffing uit de functie en ontslag uit gemeentedienst van functionarissen welke op grond van een wettelijk voorschrift benoemd worden door de raad, zoals de accountant.

Hoofdstuk 3 Griffie/griffier

Dit hoofdstuk beschrijft de taken en verplichtingen van de griffie en heeft uiteraard een nauwe relatie met taken en bevoegdheden van de raad en het presidium. Om wettechnische reden voert de griffier de taken voortvloeiend uit artikel 160 van de Gemeentewet uit in mandaat van het college. In dit hoofdstuk ligt ook vast dat de rechtspositie van het griffiepersoneel gelijk is aan andere ambtenaren van de gemeente Rotterdam.

Hoofdstuk 3 Beheer

Niet alle activiteiten of voorzieningen die de griffie of de raad nodig hebben, zijn ondergebracht bij de griffie om reden van efficiency. Dit hoofdstuk geeft aan welke dienstverlening waar zal worden betrokken met als basis een dienstverleningsovereenkomst met de Bestuursdienst Rotterdam respectievelijk de Servicedienst Rotterdam (i.o.). Hiermee legt de raad vast dat voornoemde diensten eerst aangewezen diensten zijn voor de serviceverlening. Echter mocht op enig moment blijken dat, bijvoorbeeld om reden van prijs/prestatie een andere dienst of externe dienstverlener meer voor de hand ligt dan kan, via een wijziging op deze verordening, de service elders worden betrokken.

Mandaatregeling personeelsbesluiten griffier Rotterdam

Ter uitvoering van artikel 3.2 van de Organisatieverordening van de raad van de gemeente Rotterdam is in het hierna volgende gemeenteblad geplaatst een Regeling inzake de mandatering van personele beslissingsbevoegdheden ten aanzien van de ambtenaren van de griffie.

Instructie voor de griffier van de gemeente Rotterdam

In artikel 107a van de Gemeentewet is bepaald dat de raad voor de griffier een instructie opstelt die de taken en bevoegdheden regelt van de griffier. In de Organisatieverordening van de raad van de gemeente Rotterdam wordt een verwijzing gemaakt naar deze instructie. De verwijzing betreft aanwijzingen voor de griffier wanneer deze handelt in mandaat van het college betreffende artikel 160 van de Gemeentewet. Deze instructie is in het twee navolgende gemeenteblad geplaatst.