Verordening Adviesraad leerlingenvervoer gemeente Rotterdam 2013

Geldend van 09-02-2013 t/m heden

Intitulé

Verordening Adviesraad leerlingenvervoer gemeente Rotterdam 2013

Gemeenteblad 2013

Verordening Adviesraad leerlingenvervoer gemeente Rotterdam 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de wethouder van Onderwijs, Jeugd en Gezin van 5 februari 2013; kenmerk 12JOS23931;

gelet op artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs en op artikel 150 van de Gemeentewet;

overwegende dat de directie van de directie Jeugd & Onderwijs na verloop van twee jaar met de Adviesraad zal evalueren en bezien of, naar de dan geldende wet- en regelgeving, een Adviesraad zoals deze nu wordt voorgesteld het meest passende orgaan is. Met het oog op de ontwikkelingen in de inrichting van het ambtelijk apparaat zou het mogelijk kunnen zijn dat de voorgestelde Adviesraad leerlingenvervoer plaats gaat nemen in de bestaande Adviesraad WMO;

besluit vast te stellen:

Besluit instelling leerlingenvervoer gemeente Rotterdam 2012

Artikel 1  Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

b. leerlingenvervoer: leerlingen die op grond van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Rotterdam 2010 recht hebben op door de gemeente Rotterdam bekostigd vervoer ten behoeve van het schoolbezoek;

c. cliënt: ouder of verzorger van leerlingen woonachtig in de gemeente Rotterdam die gebruikmaken van het leerlingenvervoer;

d. de bij dit besluit ingestelde raad die het college adviseert op de uitvoering van de verordening leerlingenvervoer leerlingenvervoer, waarvan de leden door het college benoemd zijn op grond van hun deskundigheid, kwaliteit en betrokkenheid als cliënt, belangenorganisaties en scholen.

Artikel 2  Taken en bevoegdheden

1. Er is een Adviesraad die de collectieve belangen behartigt van cliënten.

2. De Adviesraad adviseert gevraagd en ongevraagd aan het college over alle onderwerpen die de vorming, uitvoering, controle en evaluatie van het gemeentelijke beleid op het gebied van leerlingenvervoer betreffen, alsook over andere onderwerpen die een relatie hebben met het leerlingenvervoer.

3. Tot de onder het tweede lid genoemde onderwerpen behoren niet klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben. Evenmin adviseert de Adviesraad over de uitvoering van wettelijke voorschriften voor zover bij de uitvoering geen ruimte voor gemeentelijk beleid is gelaten.

4. In het geval het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van een advies van de Adviesraad, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies is afgeweken. Vermeld wordt ook waarom een advies wordt overgenomen.

Artikel 3  Samenstelling

1. De Adviesraad bestaat uit minimaal vier leden.

2. Indien het ledenaantal van de Adviesraad daalt tot onder de drie leden, dan worden de werkzaamheden van de Adviesraad opgeschort tot het tijdstip dat de Adviesraad minimaal drie leden telt.

3. Deze leden zijn bij voorkeur afkomstig uit het cliëntenbestand zelf. Ook lid kunnen zijn:

a) vertegenwoordigers van belangenorganisaties van cliënten of van scholen van cliënten;

b) personen op grond van hun deskundigheid of kwaliteit. 

4. De leden genoemd onder 3 a en b worden bij instelling van de Adviesraad voorgedragen door cliënten. Zij zijn lid zonder last of ruggespraak met de organisatie, die zij vertegenwoordigen.

5. Indien de Adviesraad bestaat uit zowel cliënten als vertegenwoordigers of andere personen, vormen cliënten in ieder geval de meerderheid van de leden.

6. Geen lid van de Adviesraad kunnen zijn:

  • 1.

    personen door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt;

  • 2.

    leden van de gemeenteraad, raadscommissies of het college van burgemeester en wethouders;

  • 3.

    personen die werkzaam zijn voor de gecontracteerde vervoerders.

 

Artikel 4  Benoeming

1. Bij instelling van de Adviesraad worden de leden door het college geïnstalleerd uit na een openbare oproep aangemelde kandidaten. Leden die niet uit de het cliëntenbestand afkomstig zijn, worden voorgedragen door cliënten.

2. De Adviesraad kiest uit zijn midden een voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en secretaris.

3. Nieuwe of vervangende leden van de Adviesraad worden benoemd door het college op voordracht van de Adviesraad. Wanneer het college een voordracht niet overneemt, geeft het college met redenen omkleed aan waarom niet.

4. De Adviesraad is verantwoordelijk voor de werving en selectie van nieuwe kandidaten.

 

Artikel 5  Zittingsduur

1. De zittingsduur van de leden is drie jaar.

2. De leden zijn herbenoembaar.

3. De leden treden af volgens een rooster van aftreden, vastgesteld door de Adviesraad.

4. De leden kunnen tussentijds aftreden, een tussentijdse vacature wordt zo snel mogelijk opgevuld.

5. Het lidmaatschap eindigt indien het lid geen cliënt meer is. Het lid blijft de functie vervullen totdat in de vacature is voorzien of benoeming op grond van deskundigheid of kwaliteit heeft plaatsgevonden.

 

6. Het lidmaatschap van leden op grond van vertegenwoordiging van belangenorganisaties van cliënten of van scholen die door leerlingen worden bezocht, eindigt op het moment dat de hoedanigheid voor het lidmaatschap ophoudt te bestaan.

7. De leden, zijnde cliënten of vertegenwoordigers van belangenorganisaties van cliënten of van scholen die door leerlingen worden bezocht, kunnen na beëindiging van hun lidmaatschap op grond van die hoedanigheid, door de Adviesraad worden voorgedragen als leden op grond van deskundigheid of kwaliteit.

 

Artikel 6  Vergaderingen, vergaderorde en besluitvorming

1. De Adviesraad vergadert ten minste tweemaal per jaar en voorts zo vaak als de Adviesraad dit nodig acht.

2. De bijeenroeping geschiedt door de secretaris via een tijdige schriftelijke uitnodiging aan de leden.

3. Besluiten kunnen worden genomen indien ten minste drie leden aanwezig zijn.

 

Artikel 7  Adviezen Adviesraad

De adviezen van de Adviesraad aan het college worden gegeven overeenkomstig de mening van de meerderheid van de Adviesraad. Op verzoek kan het minderheidsstandpunt in het advies worden opgenomen.

 

Artikel 8  Overleg tussen gemeente en Adviesraad

1. De verantwoordelijk wethouder namens het college en minimaal een daartoe aangewezen ambtenaar van de directie Jeugd & Onderwijs voeren ten minste tweemaal per jaar overleg met de Adviesraad.

2. De Adviesraad en de afvaardiging van de gemeente kunnen agendapunten aandragen voor dit overleg.

3. Het college zal de Adviesraad tijdig alle inlichtingen en gegevens (laten) verstrekken die redelijkerwijs nodig zijn voor een goede taakvervulling van de Adviesraad.

4. Het secretariaat van het overleg berust bij een nader door het college aan te wijzen ambtenaar.

5. Het overleg wordt voorgezeten door de verantwoordelijke wethouder dan wel een nader door deze aan te wijzen ambtenaar.

 

Artikel 9  Faciliteiten

1. De Adviesraad dient jaarlijks, per kalenderjaar, een begroting in bij het college, teneinde in de kosten van de Adviesraad te kunnen voorzien. Hierin worden de kosten gespecificeerd begroot. Het betreft kosten voor vergadering, voorlichting en informatievoorziening en deskundigheidsbevordering.

2. Het college kent, op basis van de begroting als bedoeld in het eerste lid, de Adviesraad een vergoeding per kalenderjaar toe, die naar het oordeel van het college redelijk is.

3. Het college stelt op verzoek een vergaderruimte beschikbaar voor de vergaderingen van de Adviesraad en voor de vergaderingen van de Adviesraad met de gemeente.

 

Artikel 10  Vertrouwelijkheid

De leden van de Adviesraad zijn verplicht tot geheimhouding van alle aangelegenheden die zij in hun hoedanigheid vernemen en waarvan hen het vertrouwelijke karakter kenbaar is gemaakt.

 

Artikel 11  Huishoudelijk reglement

De Adviesraad stelt een huishoudelijk reglement op met inachtneming van de bepalingen in deze verordening. In het reglement worden in elk geval de taken van de voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en secretaris opgenomen. Een afschrift van het reglement wordt ter kennisneming gezonden aan het college.

 

Artikel 12

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

 

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

 

Artikel 14

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Adviesraad leerlingenvervoer gemeente Rotterdam 2013.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 5 februari 2013.

 

De secretaris, De burgemeester,

 

 

 

Ph. F. M. Raets A. Aboutaleb

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 8 februari 2013 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)