Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent de ligplaatsen voor woonschepen (Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2013)

Geldend van 10-06-2021 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent de ligplaatsen voor woonschepen (Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2013)

Gemeenteblad 2013

Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van de directeur Beleid van 4 december 2012, Beleid BWVBS12/01317; overwegende dat: - in de Verordening woonschepen 2013 een drietal typen woonschepen wordt beschreven; - de bevoegdheid tot het aanwijzen van ligplaatsen aan ons college is opgedragen; gelet op artikel 3, eerste lid en artikel 6, eerste lid, onder c, van de Verordening woonschepen 2013; besluit vast te stellen:  Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2013

  Artikel 1 Ligplaatsen woonschepen Voor het verblijf van woonschepen worden de volgende gebieden aangewezen (zie ook bijlage 1, indicatieve overzichtskaart aangewezen gebieden): a. Delftse Schie, met dien verstande dat alle afmetingen in de te verstrekken vergunning worden vastgesteld en bevroren: twee ligplaatsen aan de oostelijke oever ten zuiden van de Doenbrug. b. Rotterdamse Schie, met dien verstande dat de maximale hoogtes in de te verstrekken vergunningen worden vastgesteld en bevroren:

1. twee ligplaatsen aan de noordelijke oever vanaf 15 meter tot 65 meter

noord-oost vanaf de Kleine Schiebrug; 2. een ligplaats aan de noordelijke oever in de westzijde van de

 insteekhaven tegenover de Neel Gijsenkade, tussen de huisnummers

  Zestienhovensekade 182 en 186.

  • c.

    Schie-Schiekanaal, met dien verstande, dat bij punt 1 en 2 de maximale hoogtes in de te verstrekken vergunningen worden vastgesteld en bevroren: 1. drie ligplaatsen aan de noordelijke oever ter hoogte van de Taludweg; 2. drie ligplaatsen aan de noordelijke oever ter hoogte van het

 Kleinpolderplein; 3. de zuidelijke oever ten westen van de Schansbrug en ten oosten van een

 punt, 260 meter gelegen ten oosten van de Oost Blijdorpbrug; 4. de noordelijke oever tot een punt gelegen 70 meter ten westen van de

 Schansbrug.

d. Noorderkanaal: 1. de noordelijke en zuidelijke oever ten westen van de Vroesenbrug tot de

 Spoorbrug; 2. de zuidelijke oever ten westen van de Gordelbrug tot de Vroesenbrug; 3. twee ligplaatsen aan de zuidelijke oever 35 meter ten oosten van de

 Bergsluis; 4. de zuidelijke oever tussen de Soetendaalsebrug en de Bergwegbrug.

e. De Rotte, met dien verstande dat de maximale hoogte boven de waterlijn van de woonschepen op de Rotte binnen het gebied Hillegersberg-Schiebroek 5,40 meter bedraagt. Het maximale in gebruik te nemen oppervlak bedraagt hier 80 m2, overeenkomstig de voorwaarden die het Hoogheemraadschap Schieland Krimpenerwaard hieraan stelt: 1. een ligplaats aan de westelijke oever, tegenover de Rechter Rottekade

 huisnummers 327-373; 2. de oostelijke oever tussen de Rottebrug en de voetbrug Zwaanshalskade; 3. drie ligplaatsen langs de Bergse Rechter Rottekade tussen de

 Minstreelstraat en de Kootsekade; 4. een ligplaats langs het Prinsemolenpad tegenover huisnummer 10; 5. twee ligplaatsen langs de Terbregse Rechter Rottekade, tegenover de

 Bergse Linker Rottekade huisnummers 220c en 222; 6. een ligplaats langs de Terbregse Rechter Rottekade tussen de

 huisnummers 101 en 107; 7. een ligplaats langs de Terbregse Rechter Rottekade schuin tegenover

 huisnummer 240; 8. drie ligplaatsen langs de Bergse Linker Rottekade ten noorden van

 huisnummer 365;

f. De Bergse Voorplas, met dien verstande dat de maximale hoogte boven de waterlijn van de woonschepen op de Bergse Voorplas 5,40 meter bedraagt. Het maximale in gebruik te nemen oppervlak bedraagt hier 80 m2, overeenkomstig de voorwaarden die het Hoogheemraadschap Schieland Krimpenerwaard hieraan stelt: een ligplaats in de Noordoosthoek ter hoogte van de Strekkade huisnummer 58.

g. De Ringvaart, overeenkomstig de voorwaarden die het Hoogheemraadschap Schieland Krimpenerwaard hieraan stelt: drie ligplaatsen aan de noordelijke oever ter hoogte van de Ringvaartweg huisnummers 123 en 125.

h. De Kreeksehaven, met dien verstande dat de maximale hoogte boven de waterlijn van woonschepen in de Kreeksehaven 5,50 meter en voor twee woonschepen langs de oostzijde, respectievelijk de tweede en vijfde vanuit het noorden gezien 8,00 meter bedraagt:  1. tien ligplaatsen aan de zuidelijke en oostelijke oever; 2. vier ligplaatsen aan de oostelijke zijde, zoals opgenomen in het

 bestemmingsplan Zomerland-Sportdorp, onder paragraaf 4.2.12.

Artikel 2 Ligplaatsen voor varende woonschepen

1. Voor het verblijf van varende woonschepen wordt aangewezen de zuidelijke walkant van de Watertorenhaven over een lengte van 80 meter, beginnende 30 meter vanuit de noordoosthoek zoals ook aangegeven in bijlage 1, Gebieden woonschepen aanwijzingsbesluit 2013, overzichtstekening.

b. Scheepmakershaven: 1. de noordzijde 25 meter ten oosten van de Rederijbrug tot 60 meter ten westen van de punt; 2. de zuidzijde over een lengte van 175 meter;

c. Watertorenhaven: de zuidelijke walkant over een lengte van 180 meter vanuit de noordoost hoek; 2. Voor verlening van vergunningen voor woonschepen voor de in het eerste lid genoemde gebieden gelden de volgende aanvullende criteria: a. het varend woonschip is niet langer dan 50 meter; b. het uiterlijk van het varend woonschip is of wordt niet wezenlijk veranderd

ten opzichte van het uiterlijk van het schip in de originele staat; c. het varend woonschip maakt op jaarbasis minimaal dertig vaardagen.

Artikel 3 Ligplaatsen voor woonschepen van oud-schippers

[vervallen]

Artikel 4 Overgangsrecht 1. Verstrekte vergunningen op basis van de Verordening woon- en bedrijfsschepen 2005 blijven geldig in de volgende gebieden (zie ook bijlage 1, indicatieve overzichtskaart): a. Pelserthaven: 1. veertien ligplaatsen aan de noordzijde tot 153 meter uit de dwarswal; 2. elf ligplaatsen aan de zuidzijde tot 95 meter uit de dwarswal; 3. drie ligplaatsen aan de dwarswal.

b. Lingehaven: vier ligplaatsen langs de dwarswal.

2. Voor het tijdelijk innemen van een ligplaats door de huidige houder van de huidige woonschepen worden tijdelijke vergunningen verleend voor de volgende gebieden: a. Coolhaven: twee ligplaatsen aan de zuidzijde ten westen van de Pieter de Hoochbrug; b. Bergse Achterplas: een ligplaats in de westhoek van de plas nabij Emmalaan huisnummer 102; c. Bergse Voorplas: een ligplaats aan de westzijde van de plas ter hoogte van Straatweg

 huisnummer 270;

d. Kralingse Plas: een ligplaats aan de westzijde van de plas ter hoogte van de Kralingse

 Plaslaan huisnummer 113 en een ligplaats ter hoogte van het Langepad

 huisnummer 41. Artikel 5 Intrekking Het besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2005 (Gemeenteblad 2005, nr. 128, d.d. 28-6-2005) wordt ingetrokken.

Artikel 6 Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Verordening woonschepen 2013 in werking treedt. Artikel 7 Citeertitel Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2013.

  Aldus vastgesteld in de vergadering van 4 december 2012. De secretaris, De burgemeester,

Ph. F. M. Raets A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 21 februari 2013 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)

Toelichting

Algemeen

In gevolge het besluit genoemd in artikel 3, lid 1, van de Verordening woonschepen 2013 worden er gebieden aangewezen voor het verblijf van woonschepen, varende woonschepen en woonschepen voor oud-schippers, hierna te noemen het aanwijzingsbesluit.

Over het aanwijzingsbesluit dient het volgende te worden opgemerkt. Alle in het verleden aangewezen gebieden voor woonschepen, zijn in één nieuw aanwijzingsbesluit opgenomen, met uitzondering van de ligplaatsen in de Pelsert- en Lingehaven. Op basis van het in de verordening omschreven overgangsrecht houden de bewoners van deze havens hun oude rechten. Dit geldt tot op het moment de gemeente alternatieve ligplaatsen voor betrokken bewoners kan aanbieden. Dan kunnen nieuwe vergunningen worden verstrekt op basis van de nieuwe verordening en kunnen de oude vergunningen worden ingetrokken. In het aanwijzingsbesluit wordt een aantal ligplaatsen opgenomen van woonbootbewoners die in het verleden een vergunning van het Hoogheemraadschap of van de Provincie hebben gekregen. Dit geldt ook voor enkele gedoog situaties. Door betreffende bewoners een vergunning zijdens de gemeente te geven, wordt de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid bevorderd. Via het aanwijzingsbesluit worden voorts vijf ligplaatsen onder het overgangsregime geschaard, waarvoor in het verleden geen vergunning is verleend en waarvoor het bestendigen van de ligplaats niet gewenst is. Zij worden aangemerkt als uitsterflocaties, hetgeen betekent dat de ligplaats uitsluitend mag worden gebruikt door de huidige bewoner van het schip. De betreffende bewoners zal een vergunning worden verstrekt waarin staat vermeld dat bij overdracht of bij vervanging van het schip, de ligplaats vervalt.

De gebieden, bedoeld in artikel 3, lid 1, in het aanwijzingsbesluit betreffen gebieden voor woonschepen van oud-schippers. Voor de verlening van vergunningen voor deze woonschepen worden door het college onder meer eisen gesteld aan de lengte en het uiterlijk van het woonschip en voorts dienen deze schippers aan te tonen dat zij actief zijn geweest in de beroepsvaart, maar inmiddels deze werkzaamheden hebben beëindigd. Het betreft een zogenaamde uitsterfregeling: zodra er een nieuw schip dan wel nieuwe bewoners komen, dient het woonschip verplaatst te worden.

In het aanwijzingsbesluit is in artikel 2, lid 1, door het college ook een aantal locaties voor varende woonschepen aangewezen op grond van artikel 3, lid 1, onder c, van de Verordening woonschepen 2013. Voor de verlening van vergunningen voor deze woonschepen worden door het college onder meer eisen gesteld aan de lengte en het uiterlijk van het varende woonschip en voorts dienen deze schippers aan te tonen dat het woonschip op jaarbasis minimaal dertig vaardagen maakt.

Gebleken is dat er veel behoefte is aan ligplaatsen voor varende woonschepen. In een aantal overgedragen havens, waaronder de Leuvehaven, Wijnhaven, en Scheepmakershaven bevindt zich een aantal oud-schippers, die op hun binnenschip zijn blijven wonen. Deze schippers kunnen zich om uiteenlopende redenen niet kwalificeren voor een van de hiervoor in het betreffende aanwijzingsbesluit voor oud-schippers bedoelde ligplaatsen. Door de categorie varende woonschepen nu op te nemen in het aanwijzingsbesluit kunnen betreffende schippers rechtszekerheid worden verschaft en voorzien worden in de verwachte toekomstige behoefte.

Toelichting artikelsgewijs

Artikel 1

- Uit nader onderzoek is gebleken dat de ligplaats genoemd in artikel 1, onder a, lid 1, van het Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2005 in het verleden niet door de gemeente is aangewezen en in gebruik is gegeven als ligplaats voor een woonschip. Locatie is daarom niet opgenomen in dit aanwijzingsbesluit.

- De ligplaats genoemd in artikel 1, onder b, van het Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2005 is komen te vervallen.

- De ligplaats genoemd in artikel 1, onder g, ter hoogte van Strekkade 59 van het Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2005 is komen te vervallen. Het woonschip heeft de ligplaats verlaten. De deelgemeente is voornemens om de aangrenzende walkant in te richten als openbaar gebied aan de Bergse Voorplas.

Artikel 2

- Uit nader onderzoek is naar voren gekomen dat afstandsaanduiding in artikel 2, onder c, van het Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2005 niet overeenkomt met de maatvoering van de functieaanduiding woonschepen in het bestemmingsplan DWL - De Esch (artikel 26; vastgesteld d.d. 24 november 2011). Dit is aangepast.

Artikel 3

- De ligplaats onder artikel 3, lid 1, onder a, van het Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2005 is komen te vervallen. Het woonschip heeft de ligplaats verlaten.

Artikel 4

- Uit nader onderzoek is gebleken dat de afstandsaanduiding van de ligplaatsen genoemd in artikel 5, lid 1, onder a, punt 1, van het Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2005 niet overeenkomst met de feitelijke situatie. Dit is aangepast.

- Uit nader onderzoek is gebleken dat de afstandsaanduiding van de ligplaatsen genoemd in artikel 5, lid 1, onder a, punt 2, van het Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2005 niet overeenkomst met de feitelijke situatie. Dit is aangepast.

- De ligplaats onder artikel 5, lid 2, onder a, van het Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2005 is komen te vervallen. Het woonschip heeft de ligplaats verlaten.

- Eén ligplaats onder artikel 5, lid 2, onder b, van het Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2005 is komen te vervallen. Het woonschip heeft de ligplaats verlaten.

Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2013