Regeling vervallen per 07-12-2014

Nadere regels sociaal-medische indicatie kinderopvang Rotterdam 2012

Geldend van 24-02-2013 t/m 06-12-2014

Gemeenteblad 2013

Nadere regels sociaal-medische indicatie kinderopvang Rotterdam 2012

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de wethouder Onderwijs, Jeugd en Gezin van

11 december 2012; kenmerk 12JOS32071;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 8, 9, 10 en 15 van de Verordening kinderopvang Rotterdam 2012;

overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels te stellen ten aanzien van de smi-kinderopvang;

besluit vast te stellen:

Nadere regels sociaal-medische indicatie kinderopvang Rotterdam 2012

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

Verordening: Verordening kinderopvang Rotterdam 2012.

Artikel 2 Duur van de tegemoetkoming

  • 1. Het college verleent de tegemoetkoming in de kosten smi-kinderopvang voor de duur van maximaal negen maanden.

  • 2. Als het college van oordeel is dat opvang in een gespecialiseerde instelling voor kinderopvang noodzakelijk is, kan het, in afwijking van het eerste lid, de tegemoetkoming in de kosten smi-kinderopvang verlenen voor de duur van maximaal één jaar.

Artikel 3 Omvang van smi-kinderopvang

  • 1. Het college stelt de omvang van de smi-kinderopvang voor hele dagopvang vast op maximaal zes dagdelen per week met een maximum van 10,5 uur per dag en voor buitenschoolse opvang op maximaal drie dagen per week.

  • 2. Als het college van oordeel is dat opvang in een gespecialiseerde instelling voor kinderopvang noodzakelijk is, kan het, in afwijking van het eerste lid, de omvang van de smi-kinderopvang voor hele dagopvang vaststellen op maximaal acht dagdelen per week met een maximum van 10,5 uur per dag en voor buitenschoolse opvang op maximaal drie dagen per week.

Artikel 4 Hoogte van de tegemoetkoming

Het college stelt de te vergoeden uurprijs voor smi-kinderopvang vast op maximaal het bedrag genoemd in de algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 1.7, tweede lid van de wet.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1. Voor 2013 geldt een subsidieplafond voor de smi-kinderopvang van € 2 miljoen.

  • 2. Het college hanteert de volgende verdeling van het beschikbare subsidiebedrag: a. het college geeft prioriteit aan de kinderopvang van een kind waarvoor de toegekende periode nog niet is verstreken; b. vervolgens is de volgorde van binnenkomst van nieuwe aanvragen bepalend, waarbij geldt dat een eerder ontvangen aanvraag prioriteit heeft boven een later ontvangen aanvraag.

  • 3. Het college berekent voor de toe te kennen of al toegekende aanvraag het subsidiebedrag dat hiermee gemoeid is op basis van de verwachte duur en omvang van de smi-kinderopvang en de uurprijs.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op dezelfde dag als de inwerkingtreding van de Verordening kinderopvang Rotterdam 2012.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 december 2012.

De secretaris, De burgemeester,

Ph. F. M. Raets J. Kriens, l.b.

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 22 februari 2013 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)

Toelichting

Algemene toelichting

Deze nadere regels vormen een uitwerking van de artikelen 8, 9 en 10 van de Verordening kinderopvang Rotterdam 2012. Deze artikelen hebben betrekking op de duur en omvang van de kinderopvang op sociaal-medische indicatie, de zogenaamde smi-kinderopvang, alsmede op de hoogte van de tegemoetkoming die de ouder voor deze opvang moet betalen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 5 Subsidieplafond

Het college heeft met dit artikel gebruik gemaakt van de bevoegdheid op grond van artikel 15 van de verordening om een subsidieplafond voor de smi-kinderopvang vast te stellen.

In het eerste lid staat de hoogte van het subsidieplafond vermeld. Artikel 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Het tweede lid vermeldt hoe de verdeling van het beschikbare bedrag geschiedt.

Allereerst wordt prioriteit gegeven aan de kinderen die al in de smi-kinderopvang zitten en waarvan de toekenningsperiode nog niet is verstreken. Met deze (wellicht ten overvloede opgenomen) bepaling wordt voorkomen dat kinderen, waarvan de toekenningsperiode aanving in een voorgaand kalenderjaar, geen recht meer zouden hebben op deze kinderopvang in verband met het overschrijden van het subsidieplafond.

Vervolgens geldt: wie het eerst komt, die het eerst maalt. Hierbij is de datum van ontvangst van de aanvraag bepalend.

In het derde lid is geregeld dat het beslag op het budget per beoogde of gerealiseerde toekenning wordt berekend op basis van de verwachte duur, omvang en uurprijs.

Artikel 6 Inwerkingtreding

De inwerkingtreding is gekoppeld aan de inwerkingtreding van de Verordening kinderopvang Rotterdam 2012.