Voorschriften bij verzuim wegens ziekte en ongeval van ambtenaren

Algemene bepalingen.

Artikel 1.

In dit besluit wordt verstaan onder:

• a.

  bedrijfsarts: de geneeskundige, werkzaam bij de arbodienst;

• b.

  bedrijfsverpleegkundige: de verpleegkundige, werkzaam bij de arbodienst;

• c.

  ziekte: ziekte als bedoeld in artikel 50 van het Ambtenarenreglement;

• d.

  bedrijfsgeneeskundige begeleiding: bezoek door een bedrijfsarts, bedrijfsverpleegkundige of ziekenbezoeker, dan wel onderzoek tijdens het spreekuur van de bedrijfsarts, of de bedrijfsverpleegkundige.

Artikel 2.

• 1.

  De bedrijfsgeneeskundige begeleiding bij verzuim wegens ziekte geschiedt door:

  • a.

    een bedrijfsarts of bedrijfsverpleegkundige door middel van een geneeskundig onderzoek of

  • b.

    een ziekenbezoeker.

• 2.

  De begeleiding kan plaatsvinden door een bezoek van de in het vorige lid onder a en b bedoelde personen aan de verblijfplaats van de ambtenaar of door oproeping van de ambtenaar teneinde op het spreekuur van de bedrijfsarts of bedrijfsverpleegkundige te verschijnen.

Artikel 3.

De concerndirecteur stelt de arbodienst in kennis van besluiten tot overplaatsing en ontslag van ambtenaren.

De concerndirecteur stelt de bedrijfsarts en de arbodienst zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van het overlijden van de ambtenaar.

Artikel 4.

Een samenvatting van deze voorschriften wordt opgenomen in het informatieboekje omtrent de rechtpositie dat periodiek wordt verstrekt aan de ambtenaar.

Voorschriften voor de takken van dienst.

Artikel 5.

Zodra de ambtenaar zich ziek meldt, geeft de concerndirecteur daarvan op de dag van de ziekmelding kennis aan de bedrijfsarts op een door de arbodienst vast te stellen wijze.

Artikel 6.

Elke concerndirecteur wijst een of meer ambtenaren aan, die worden belast met de ontvangst van ziekmeldingen en met de in artikel 5 bedoelde werkzaamheden.

Artikel 7.

(Vervallen).

Artikel 8.

De bedrijfsartsen en bedrijfsverpleegkundigen houden in de regel spreekuur op door de arbodienst vast te stellen adressen en tijden.

Artikel 9.

De bedrijfsarts of bedrijfsverpleegkundige bezoekt zo nodig de ambtenaar die zich ziek heeft gemeld en zich niet naar het spreekuur kan begeven.

Artikel 10.

• 1.

  De ziekenbezoeker bezoekt uitsluitend de ambtenaar die zich ziek heeft gemeld en die hem met name is opgegeven door de arbodienst.

• 2.

  De ziekenbezoeker heeft tot taak het verzamelen van gegevens die nodig zijn voor het uitbrengen van zijn rapport, aan de hand van een daartoe door de arbodienst vast te stellen vragenlijst.

Artikel 11.

• 1.

  De bedrijfsarts en bedrijfsverpleegkundige brengen van elk onderzoek van de ambtenaar die ziek is, zo spoedig mogelijk rapport uit aan de concerndirecteur van het cluster waartoe de ambtenaar behoort.

• 2.

  De bedrijfsarts verstrekt aan de concerndirecteur gevraagd en ongevraagd adviezen met betrekking tot de arbeidsongeschikte ambtenaar.

• 3.

  De bedrijfsarts doet van de door hem verleende toestemming, bedoeld in artikel 18, lid 1, mededeling aan de betreffende concerndirecteur.

Voorschriften voor de ambtenaar.

Artikel 12.

De ambtenaar die door ziekte verhinderd is zijn functie te vervullen, is verplicht daarvan onmiddellijk kennis te geven of te doen geven aan één der in artikel 6 bedoelde ambtenaren dan wel aan zijn directe chef, die verplicht is de ziekmelding zo spoedig mogelijk door te geven aan één der in artikel 6 bedoelde ambtenaren.

Artikel 13.

• 1.

  Indien de verhindering ophoudt te bestaan alvorens bezoek aan de bedrijfsarts of bedrijfsverpleegkundige heeft plaatsgevonden, dient de ambtenaar dit telefonisch aan de bedrijfsarts of de bedrijfsverpleegkundige en tevens aan één der in artikel 6 bedoelde ambtenaren te berichten. Hij dient in dat geval zijn werkzaamheden onmiddellijk te hervatten.

• 2.

  Indien geen bezoek aan de bedrijfsarts of bedrijfsverpleegkundige heeft plaatsgevonden dan wel geen oproep daartoe is ontvangen binnen veertien kalenderdagen nadat de verhindering is ontstaan, is de ambtenaar verplicht dit mede te delen of te doen mededelen aan de bedrijfsarts of de bedrijfsverpleegkundige.

Artikel 14.

Indien de ambtenaar is of zal worden opgenomen in een ziekeninrichting, deelt hij dit zo spoedig mogelijk nadat dit hem ter kennis is gekomen, mede of doet hij dit mededelen aan één der in artikel 6 bedoelde ambtenaren, die dit onmiddellijk mededeelt aan de bedrijfsarts of de bedrijfsverpleegkundige, zo mogelijk met opgave van de datum van opneming.

Artikel 15.

(Vervallen).

Artikel 16.

• 1.

  De ambtenaar is verplicht na oproep door de bedrijfsarts of de bedrijfsverpleegkundige dan wel na afspraak met de bedrijfsarts of bedrijfsverpleegkundige te verschijnen op het spreekuur.

• 2.

  Indien de ambtenaar wegens ziekte niet in staat is aan de in het vorige lid bedoelde oproep of afspraak dan wel aan de in artikel 17, lid 1 onder g, bedoelde verplichting te voldoen, is hij verplicht dit tijdig aan de bedrijfsarts of de bedrijfsverpleegkundige mede te delen of te doen mededelen.

Artikel 17.

• 1.

  De ambtenaar die wegens ziekte arbeidsongeschikt is, is verplicht:

  • a.

    te verblijven op het door hem opgegeven adres, behoudens bezoeken aan de behandelend arts, de bedrijfsarts of de bedrijfsverpleegkundige.

  • b.

    er zorg voor te dragen dat de bedrijfsarts, de bedrijfsverpleegkundige of de ziekenbezoeker in elk geval tussen 8 en 19 uur toegang tot zijn woning kan verkrijgen;

  • c.

    zich zo nodig onder behandeling van een arts te stellen en gedurende zijn ziekte te blijven;

  • d.

    bij zijn ziekmelding opgave te doen van zijn adres en woon- of verblijfplaats, zijn huisarts of behandelend arts en het feit of de arbeidsongeschiktheid een gevolg is van een ziekte dan wel een ongeval;

  • e.

    zich te onthouden van het verrichten van arbeid tegen beloning behoudens in de gevallen als bedoeld in de artikelen 55a, tweede en derde lid, en 57b van het Ambtenarenreglement;

  • f.

    zich te onderwerpen aan een onderzoek door enige andere arts, indien de bedrijfsarts dit nodig oordeelt;

  • g.

    te verschijnen op het spreekuur van de bedrijfsarts of bedrijfsverpleegkundige op de eerste dienstdag na ontslag uit een ziekeninrichting, indien zijn gezondheidstoestand dit toelaat;

  • h.

    bij ziekte tijdens verblijf buiten de woonplaats, maar binnen Nederland, dit zo spoedig mogelijk mede te delen of te doen mededelen aan één der in artikel 6 bedoelde ambtenaren;

  • i.

    bij ziekte tijdens een verblijf buiten Nederland dit zo spoedig mogelijk mede te delen of te doen mededelen aan één der in artikel 6 bedoelde ambtenaren, tenzij de ziekte naar verwachting korter zal duren dan dit verblijf en niet ernstig van aard is, in welk geval hij zo spoedig mogelijk na terugkeer mededeling doet van deze ziekte aan één der in artikel 6 bedoelde ambtenaren en hij op de eerste dienstdag na terugkeer verschijnt op het spreekuur van de bedrijfsarts of bedrijfsverpleegkundige indien zijn gezondheidstoestand dit toelaat, waarbij hij zo mogelijk een verklaring van een arts betreffende de ziekte overlegt.

• 2.

  De ambtenaar is slechts met toestemming van de bedrijfsarts of bedrijfsverpleegkundige niet gehouden aan het bepaalde in het vorige lid onder a.

• 3.

  Het verrichten van arbeid, anders dan bedoeld in lid 1 onder e is slechts toegestaan na toestemming van de bedrijfsarts.

Artikel 18.

Het is de ambtenaar, die wegens ziekte geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, verboden:

• a.

  vakantie- en verlofdagen op te nemen zonder toestemming van de bedrijfsarts;

• b.

  te reizen naar en verblijf te houden in het buitenland zonder toestemming van de bedrijfsarts.

Artikel 19.

(Vervallen)

Slotbepaling.

Artikel 20.

• 1.

  Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 1984 en kan worden aangehaald als de 'Voorschriften bij ziekte 1984'.

• 2.

  Met ingang van de in het vorige lid bedoelde datum komt te vervallen De Regeling voor de controle op het verzuim wegens ziekte en ongeval van ambtenaren (Gemeenteblad 1975, nr. 28, gewijzigd bij Gemeenteblad 1980, nr. 184).

Rotterdam, 20 januari 1984.

Burgemeester en Wethouders van Rotterdam,

De Secretaris, J.G. Bannink

De Burgemeester, A. Peper