Regeling vervallen per 06-02-2015

Beleidsregels ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 05-02-2015

Intitulé

Beleidsregels ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de Concerndirecteur Dienstverlening van 16 december 2013; kenmerk AP1277229;

gelet op artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de artikelen 231, 242 en 244 van de Gemeentewet juncto artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen:

Beleidsregels ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen 2014

Artikel 1 Reikwijdte en definities

  • 1. Deze beleidsregels gelden bij de heffing van gemeentelijke belastingen in de zin van artikel 219 van de Gemeentewet, met dien verstande dat onder gemeentelijke belastingen mede worden begrepen rechten die door de gemeente kunnen worden geheven.

  • 2. Van deze beleidsregels zijn uitgezonderd belastingaanslagen, waaraan ingevolge een wettelijk voorschrift een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voor zover op deze aanslagen artikel 18a, eerste lid, onder b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van (overeenkomstige) toepassing is.

  • 3. Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      ambtshalve vermindering: de vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belastingen bedoeld in artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen of artikel 244 van de Gemeentewet;

    • b.

      belanghebbende: belastingplichtige of degene die de belasting als hoofdelijk medeaansprakelijke heeft betaald;

    • c.

      driejaarstermijn: termijn door welks verloop na het tijdstip van het ontstaan van de belastingschuld op voet van artikel 11, derde lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen de bevoegdheid tot het vaststellen van een aanslag vervalt;

    • d.

      bedrag van de vermindering: vermindering van het belastingbedrag vermeerderd met (het daaraan toe te rekenen gedeelte van) de bestuurlijke boete of de kostenopslag, indien een bestuurlijke boete of een kostenopslag is toegepast. Het bedrag van de vermindering wordt berekend per belastingaanslag;

    • e.

      belastingaanslag: aanslag bedoeld in artikel 2, derde lid, onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, met dien verstande dat voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1) aanslag, voorlopige aanslag, navorderingsaanslag: gevorderde bedrag, onderscheidenlijk voorlopig gevorderde, nagevorderde bedrag;

  • 2) aanslagbiljet: kennisgeving van het in onderdeel 1. bedoelde bedrag;

    • f.

      belastingwet: algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels op het gebied van gemeentelijke belastingen.

Artikel 2 Gevallen waarin ambtshalve vermindering wordt verleend

Ingeval het bedrag van de belasting had behoren te zijn vastgesteld op een bedrag dat ten minste € 10,- per aanslag lager isdan het te hoog vastgestelde bedrag van die belasting, verleent de heffingsambtenaar ambtshalve de vermindering waarvoor de belanghebbende redelijkerwijs in aanmerking komt, indien:

  • a.

    een bezwaarschrift of een verzoekschrift niet ontvankelijk wordt verklaard wegens het te laat indienen van het bezwaarschrift of het verzoekschrift dan wel om andere redenen van formele aard, of

  • b.

    uit enig feit blijkt dat een belastingaanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld en deze aanslag bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid niet gehandhaafd kan worden.

Artikel 3 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 2 vindt geen toepassing indien:

  • a.

    ten tijde van het ontvangen van het bezwaarschrift of het verzoekschrift, dan wel op het tijdstip waarop het in artikel 2, onder b, bedoelde feit ter kennis van de heffingsambtenaar komt, de driejaarstermijn is verstreken, tenzij er sprake is van het ontbreken van enige belastingplicht bij een andere belastingplichtige, in welk geval de toepassing eindigt indien een vijfjaarstermijn is verstreken;

  • b.

    aannemelijk is dat de belanghebbende door opzet of grove schuld de wettelijke termijn voor het indienen van een bezwaarschrift of een verzoekschrift ongebruikt heeft laten verstrijken.

Artikel 4 Jurisprudentie

  • 1. Een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, waarin een toepassing van de belastingwet besloten ligt die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot het ambtshalve verlenen van vermindering van belasting indien de belastingaanslag of de voldoening op aangifte onherroepelijk is komen vast te staan voor de dag waarop de uitspraak door de Hoge Raad, het hof of de rechtbank is gewezen, tenzij het college van burgemeester en wethouders op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen.

  • 2. Hetgeen in het eerste lid is bepaald met betrekking tot een uitspraak van de Hoge Raad of van een gerechtshof, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap, alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof en andere supranationale colleges.

Artikel 5 Mededeling van afwijzing

Indien geen termen aanwezig zijn om ambtshalve een vermindering te verlenen, wordt daarvan gemotiveerd mededeling gedaan in de uitspraak waarin de niet-ontvankelijkheid wordt uitgesproken van een bezwaarschrift of een verzoekschrift, bedoeld in artikel 2, onder a.

Artikel 6 Intrekking oude beleidsregels

DeBeleidsregels ambtshalve vermindering 2012 worden ingetrokken.

Artikel 7 Overgangsbepaling

DeBeleidsregels ambtshalve vermindering 2012 blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit hebben voorgedaan.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij worden geplaatst, doch niet eerder dan 1 januari 2014.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen 2014.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 7 januari 2014.

De secretaris, De burgemeester,

Ph. F. M. Raets

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 15 januari 2014