Grenscorrecties en Wijziging diverse regelingen gebiedscommissies

Gemeenteblad 2013

Grenscorrecties en Wijziging diverse regelingen gebiedscommissies

De raad van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2013, registratienr. 1272704; raadsstuk 13GR3060; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende, dat de Verordening gebiedscommissies 2014 en de bijbehorende bevoegdhedenlijst, het Kiesreglement, de Verordening geldelijke voorzieningen gebiedscommissies 2014 Gebiedscommissies moeten worden gewijzigd wegens een aanpassing van de Kieswet;

besluit vast te stellen:

1. Grenscorrecties

De navolgende grenscorrecties aan te brengen bij:

het gebied Charlois (grenscorrectie Havengebied);

de gebieden Noord en Hillegersberg-Schiebroek (grenscorrectie Ceintuurbaan) en

Hoogvliet (grenscorrectie Havengebied),

overeenkomstig de bij dit besluit behorende kaarten.

Wijziging diverse regelingen gebiedscommissie

Artikel IDe Verordening gebiedscommissies 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de aanhef van artikel 12 vervalt de tekst: voorzitter

B

In artikel 12 wordt, onder vernummering van het eerste en tweede lid tot tweede en derde lid, een nieuw eerste lid ingevoegd dat luidt als volgt:

De gebiedscommissie vergadert na de periodieke verkiezing van haar leden voor de eerste maal in nieuwe samenstelling op de maandag genoemd in artikel 4, tweede lid, van het Kiesreglement gebiedscommissies.

C

In artikel 21, tweede lid, wordt verwijderd de tekst:

met uitzondering van het nemen van een besluit naar aanleiding van een bezwaar- of beroepschrift.

D

In de artikelsgewijze toelichting bij artikel 21, tweede lid, wordt de tekst:

‘Het gemeentebestuur heeft de delegatie van alle bevoegdheden beperkt. Het besluiten op bezwaar of beroep is nadrukkelijk niet overgedragen, maar blijft bij het gemeentebestuur. De ABC is in bezwaar het bevoegde adviesorgaan’,

vervangen door:

Wat betreft de beslissing op bezwaarschriften op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geldt het volgende. Op grond van artikel 1:5 Awb moet bezwaar worden gemaakt bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Voor de gemandateerde bevoegdheden is voorts in artikel 10:3, derde lid, Awb bepaald dat mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift niet wordt verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen. Dit betekent dat, voor gemandateerde bevoegdheden, beslissingen op bezwaar níet door de gebiedscommissie kunnen worden genomen, maar uitsluitend door het college of de burgemeester. Voor gedelegeerde bevoegdheden – die overigens alleen door het college zijn gedelegeerd – geldt wel dat de gebiedscommissies bevoegd zijn tot het nemen van beslissingen op bezwaar. Wel is het hierbij zo dat het college, op grond van artikel 10:16 Awb, aan de gebiedscommissies de beleidsregel geeft dat zij de behandeling en advisering opdragen aan de Algemene Bezwaarschriftencommissie (ABC). Het wordt van belang geacht dat de behandeling en advisering van bezwaarschriften gemeentebreed, bij zaken van zowel het centrale bestuur als van gebiedscommissies, bij (oorspronkelijke) bevoegdheden van zowel college als van burgemeester, gecentraliseerd plaats vindt bij de ABC. Verder is het de bedoeling dat de gebiedscommissies aan hoofd Juridische diensten van RSO mandaat verlenen om de beslissing op bezwaar te nemen. Dit is in lijn met de bevoegdheidsoverdracht van het centrale bestuur (zoals neergelegd in het Besluit Mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012 (MVMR 2012).

E

In de toelichting bij artikel 12 komt de tekst ‘De functie van voorzitter wordt in beginsel vervuld door degene op wie de meeste stemmen zijn uitgebracht, tenzij de gebiedscommissie uit haar midden een ander aanwijst’ te vervallen

F

In de toelichting bij artikel 13 wordt de tekst:

‘De leden van de gebiedscommissie kiezen zelf hun voorzitter en maximaal twee vicevoorzitters’

vervangen door:

De functie van voorzitter wordt in beginsel vervuld door degene op wie de meeste stemmen zijn uitgebracht, tenzij de gebiedscommissie uit haar midden een ander aanwijst.

en de tekst:

‘De maximale tijdsbestedingsnorm van de voorzitter en de vicevoorzitters tezamen bedraagt maximaal 1,2 voltijds aanstelling (fte).’

vervangen door:

De maximale tijdsbestedingsnorm van de voorzitter en de vicevoorzitters tezamen bedraagt maximaal 2,0 voltijds aanstellingen (fte). De gebiedscommissie stelt bij het aanwijzen van de voorzitter en vicevoorzitters de tijdsbestedingsnorm van hen vast.

G

In artikel 13 wordt de tekst van het tweede lid vervangen door:

De maximale tijdsbestedingsnorm van de voorzitter en vicevoorzitters tezamen bedraagt maximaal 2,0 voltijds aanstellingen (fte).

H

Artikel 21, derde lid, wordt geschrapt onder gelijktijdige vernummering van het vierde en vijfde lid in resp. derde en vierde lid.

Artikel II

Bijlage 1 bij de Verordening gebiedscommissies 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de opmerking bij 0. Algemeen, wordt na de zin

‘Het gemeentebestuur houdt zich in beginsel niet bezig met de overgedragen taken en bevoegdheden’

de volgende tekst ingevoegd:

De beslissing op bezwaarschriften o.g.v. de Algemene wet bestuursrecht is mede gedelegeerd. Wel wordt, o.g.v. art. 10.16, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, als beleidsregel gegeven dat behandeling van de bezwaarschriften en advisering terzake van de beslissing dient te geschieden door de Algemene Bezwaarschriftencommissie (ABC). Verder is het de bedoeling dat de gebiedscommissies aan hoofd Juridische diensten van RSO mandaat verlenen tot het nemen van de beslissing op bezwaar. Dit is in lijn met de bevoegdheidsoverdracht van het centrale bestuur, zoals neergelegd in het MVMR.

B

In onderdeel 1. Participatie wordt onder 01. aan (c) toegevoegd: (r, b).

C

In de toelichting op onderdeel 1. Participatie wordt onder 01. toegevoegd: raad

D

In onderdeel 3. Wijkveiligheid onder 02. wordt “artikel 2:24, derde lid” vervangen door: artikel 2:25

E

Onderdeel 3. Wijkveiligheid onder 03. komt te luiden:

Het adviseren inzake:

het verlenen van vrijstelling of ontheffing verbod straatartiest als bedoeld in artikel 2:9, derde lid van de APV Rotterdam 2012;

besluiten en beschikkingen voor een A-evenement in het gebied als bedoeld in artikel 2:25 van de APV Rotterdam 2012;

ontvangstbevestiging of tegenbericht voor een 0-evenement in het gebied, bedoeld in artikel 2:25a, vierde lid van de APV Rotterdam 2012;

ontvangst kennisgeving samenkomst tot het belijden van een godsdienst of levensovertuiging bedoeld in artikel 2:3 APV Rotterdam 2012 juncto de Wet openbare manifestaties.

(b)

F

In de opmerking bij onderdeel 3. Wijkveiligheid onder 03 wordt toegevoegd:

Hetzelfde geldt voor 0-evenementen. Idem voor verbod straatartiest en samenkomsten tot het belijden van een godsdienst of levensovertuiging.

G

In onderdeel 3. Wijkveiligheid onder 04. wordt “artikel 3:4” vervangen door: artikel 3:13 APV Rotterdam 2012.

H

In onderdeel 3. Wijkveiligheid onder 05. wordt “(b)” vervangen door: (c)

I

In de opmerking bij onderdeel 3. Wijkveiligheid onder 05 wordt ‘de burgemeester’ vervangen door: het college.

J

In onderdeel 3. Wijkveiligheid onder 06. wordt na

‘Het gekwalificeerd adviseren over de aanpak van woonoverlast in de gemeente ’

ingevoegd:

(c). Na Het adviseren over daartoe noodzakelijke specifieke inzet in het gebied wordt (c) gewijzigd in (b).

K

De opmerking bij onderdeel 3. Wijkveiligheid onder 06. komt te luiden:

De aanpak van woonoverlast en daartoe noodzakelijke interventies zijn onderwerp van stedelijk beleid. Vanwege hun kennis van het gebied worden de gebiedscommissies hierbij nauw betrokken. Zij geven gekwalificeerd advies aan het college van burgemeester en wethouders over het de aanpak van woonoverlast, alsmede advies aan de burgemeester over de organisatie van de ambtelijke inzet.

L

De onderdelen 8 tot en met 10 worden hernummerd tot onderdelen 8 tot en met 11

M

In onderdeel 3. Wijkveiligheid onder 10. wordt na ‘exploitatievergunningplicht’ ingevoegd: (b)

N

In de opmerking bij onderdeel 3. Wijkveiligheid onder 10 wordt na “APV” ingevoegd: voor de burgemeester en van het college.

Artikel III

Het Kiesreglement gebiedscommissies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 onder a. wordt na ‘elke’ ingevoegd: natuurlijke persoon of

B

In artikel 3 wordt na ‘kandidaatstelling’ ingevoegd: van de verkiezing van de leden van de gemeenteraad.

C

In artikel 4, tweede lid, wordt

‘tegelijk met de leden van de gemeenteraad van Rotterdam’

vervangen door:

op de tweede maandag na de dinsdag waarop de uitslag van de verkiezingen van de leden van de gebiedscommissies wordt vastgesteld.

D

In artikel 9 wordt ‘dinsdag’ vervangen door: maandag.

E

In artikel 10, eerste lid, wordt

‘twee weken voor de kandidaatstelling’

vervangen door:

vier weken voor de kandidaatstelling.

F

In de artikelen 11, 12, 16, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26 en 27 wordt ‘hoofdstembureau’ vervangen door: centraal stembureau.

G

In artikel 11, eerste lid, wordt ’15 uur’ vervangen door: 17 uur.

H

Artikel 12, eerste lid, komt te luiden:

De inlevering van de lijst geschiedt persoonlijk door een kiezer, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing. De inleveraar moet van zijn identiteit doen blijken. De kandidaten kunnen bij de inlevering aanwezig zijn.

I

Artikel 16, tweede lid, komt te luiden:

De naam van eenzelfde kandidaat mag niet voorkomen op meer dan één van de lijsten die bij het centraal stembureau zijn ingeleverd.

J

Artikel 19 komt te luiden:

Artikel 19

Op de dag na de dag van de kandidaatstelling, om zestienhonderd uur, houdt het centraal stembureau een zitting tot het onderzoeken van de kandidatenlijsten.

K

Aan artikel 20, eerste lid, wordt een onderdeel f toegevoegd dat luidt:

dat de inleveraar zich niet heeft geïdentificeerd met een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

L

Aan artikel 20, vierde lid wordt toegevoegd: Hij identificeert zich met een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

M

In artikel 23 onder a. wordt ‘vijftien’ vervangen door: zeventien.

N

Aan artikel 23 wordt onder vernummering van onderdeel d. tot e. een onderdeel d. toegevoegd dat luidt:

waarbij de inleveraar zich niet heeft geïdentificeerd met een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht,

O

Het derde lid van artikel 26 komt te vervallen.

P

In artikel 27, eerste lid, wordt ‘vijftien’ vervangen door: zeventien.

Q

In artikel 27 vervalt het derde lid onder vernummering van lid 4 tot lid 3.

R

In artikel 27, derde lid, wordt ‘artikel 12’ vervangen door: artikel 22.

S

Artikel 28 komt te luiden:

Artikel 28

‘Het centraal stembureau nummert, in een daartoe te houden zitting, eerst de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, daarna worden de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de gebiedscommissies, die hij geldig heeft verklaard, genummerd. Het centraal stembureau maakt deze beslissing op de zitting bekend, alsmede via www.rotterdam.nl.

Aan de lijsten van politieke groeperingen, die tevens deelnemen aan de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, worden dezelfde nummers toegekend als die gelden voor die verkiezing.

Aan de lijst waarboven een samenvoeging van aanduidingen is geplaatst van twee of meer groeperingen die ook afzonderlijk aan de verkiezing van leden van de gemeenteraad deelnemen, wordt een nummer toegekend gelijk aan het laagste nummer dat deze groeperingen voor die verkiezing hebben verkregen.

Vervolgens worden genummerd de lijsten van politieke groeperingen waarvan de aanduiding was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatst gehouden verkiezing van de leden van de deelraad dan wel de gebiedscommissie een of meer zetels zijn toegekend, zulks in de volgorde van het bij die verkiezing op de desbetreffende lijsten uitgebrachte aantal stemmen, met dien verstande dat aan de lijst van de groepering met het hoogste aantal stemmen het laagste of eerste vrije nummer wordt toegekend. Bij een gelijk aantal stemmen beslist het lot. De vorige volzinnen zijn van overeenkomstige toepassing op de samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen.

De overige lijsten worden genummerd met de nummers volgend op het laatste krachtens het vierde lid toegekende nummer, in de volgorde door het lot aangewezen.’

T

Artikel 29 vervalt.

U

Artikel 30 komt te luiden:

Artikel 30

Indien de uitspraak van de commissie als bedoeld in artikel 25 strekt tot ongeldigverklaring van een kandidatenlijst, heeft dat geen gevolgen voor de nummers, toegekend aan de overige kandidatenlijsten.

Indien de uitspraak van de commissie als bedoeld in artikel 25 strekt tot geldigverklaring van een kandidatenlijst, wordt deze kandidatenlijst door haar genummerd met het nummer volgende op het laatste krachtens artikel 28 en, indien van toepassing, bij eerdere uitspraak van de commissie toegekende nummer.

V

Artikel 31, eerste lid, komt te luiden:

De voorzitter van het centraal stembureau maakt de lijsten zo spoedig mogelijk openbaar. Daarbij vermeldt hij tevens welke lijsten tot een lijstencombinatie zijn verbonden.

W

Artikel 32, derde lid, vervalt.

X

In artikel 38 wordt 24 uur vervangen door: in 72 uur.

Y

In artikel 40 komt, onder verlettering van onderdeel c naar b, onderdeel b te vervallen.

Artikel IV

De Verordening geldelijke voorzieningen gebiedscommissies 2014 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 5 Cursussen en congressen leden van de gebiedscommissie komt te vervallen.

Artikel 6 wordt omgenummerd tot artikel 5.

In artikel 5, eerste lid, wordt het na “werkzaamheden” ingevoegd:

volgens de tabel behorend bij deze verordening.

Artikel 5, tweede lid, komt te luiden:

De hoogte van de vergoedingen in de tabel wordt jaarlijks aangepast aan de bedragen die zijn opgenomen in de bijlage van het Rechtspositiebesluit wethouders.

De leden 4, 5 en 6 van artikel 5 komen te vervallen.

De tekst van artikel 7 wordt opgenomen als lid 4 van artikel 5.

Artikel 8 wordt omgenummerd tot artikel 7.

In artikel 7, aanhef, wordt na het woord ‘verblijfskosten’ ingevoegd: leden en;

In artikel 7, eerste en tweede lid, wordt na het woord “dienstreizen” ingevoegd:

binnen de gemeente.

Artikel 7, derde lid, komt te luiden:

Voor de reis- en verblijfskosten buiten de gemeente gelden dezelfde voorwaarden als genoemd in het eerste en tweede lid, met dien verstande dat deze slechts voor vergoeding in aanmerking komen indien de reizen zijn gemaakt ter voorbereiding en uitvoering van beslissingen van de gebiedscommissie. Dit betreft in elk geval niet partijpolitieke bijeenkomsten, tenzij die namens de gebiedscommissie worden bezocht;

Artikel 9 wordt omgenummerd tot artikel 6.

Artikel 10 komt te vervallen.

Artikelen 11 en 12 worden omgenummerd tot artikelen 8 en 9.

Bij de verordening wordt een tabel opgenomen die komt te luiden als volgt:

Gebiedscommissie

Bezoldiging (bij 1,0 fte)

Pernis€ 3.887,61

Hoek van Holland€ 3.939,99

Rozenburg€ 3.939,99

Overschie€ 4.430,52

Rotterdam Centrum€ 4.745,08

Hoogvliet€ 4.745,08

Hillegersberg-Schiebroek€ 5.194,77

Kralingen-Crooswijk€ 5.194,77

Noord€ 5.194,77

IJsselmonde€ 5.194,77

Charlois€ 5.643,68

Feijenoord€ 5.643,68

Delfshaven€ 5.643,68

Prins Alexander€ 5.643,68

Artikel V

Dit besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en treedt in werking op 19 maart 2014.

Dit besluit wordt aangehaald als: Grenscorrecties en Wijziging diverse regelingen gebiedscommissies.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 november 2013.

De griffier,

R.G.R. Jeene, plv.

De voorzitter,

L.C. Bruijn, plv.

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 11 december 2013 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)

Bijlage behorende bij onderdeel 1 van het besluit Grenscorrecties en Wijziging diverse regelingen gebiedscommissies.

Grenscorrectie Charlois

Grenscorrectie Noord / Hillegersberg-Schiebroek (Ceintuurbaan)

Grenscorrectie Hoogvliet (Havengebied)