Besluit tot vervallenverklaring van goedkeuring voor personele besluiten van de Stichting Rotterdams Philharmonisch Orkest

Artikel 1

De Stichting Rotterdams Philharmonisch Orkest, hierna te noemen: de stichting, behoeft niet de goedkeuring van burgemeester en wethouders voor:

• a.

  bevorderingen, mits het besluit de instemming heeft van het hoofd van de concerndirecteur Maatschappelijke Ontwikkeling indien:

  • ·

    aan een niet-musicus een salaris wordt toegekend dat uitgaat boven het maximumbedrag van salarisschaal 14 in bijlage B.1 van het Bezoldigingsbesluit 1993;

  • ·

    aan een musicus een salaris wordt toegekend dat uitgaat boven het maximumbedrag van salarisschaal 3 zoals geldend voor de musici;

• b.

  functiewaarderingen, mits het besluit de instemming heeft van het hoofd van de directeur Middelen & Control van de Bestuursdienst Rotterdam indien:

  • ·

    de functie van een niet-musicus wordt ingedeeld op een niveau dat uitgaat boven het maximumbedrag van salarisschaal 12 in bijlage B.1 van het Bezoldigingsbesluit 1993;

  • ·

    de functie van een musicus wordt ingedeeld op een niveau dat uitgaat boven het maximumbedrag van salarisschaal 3 zoals geldend voor de musici;

• c.

  wijziging van functie;

• d.

  ontslagen op grond van de artikel 85 en 85a van het Ambtenarenreglement Rotterdam;

• e.

  ontslagen op grond van artikel 87 van het Ambtenarenreglement Rotterdam, met dien verstande dat over het te nemen besluit vooraf het advies van de directeur Middelen & Control van de Bestuursdienst Rotterdam dient te worden ingewonnen;

• f.

  het uitvoeren van artikel 88, lid 2, van het Ambtenarenreglement Rotterdam;

• g.

  ontslagen op grond van artikel 88, lid 4, van het Ambtenarenreglement Rotterdam, met dien verstande dat over het te nemen besluit vooraf het advies van de directeur Middelen & Control van de Bestuursdienst Rotterdam dient te worden ingewonnen;

• h.

  ontslagen op grond van artikel 90 van het Ambtenarenreglement Rotterdam waarbij het arbeidsongeschiktheidspercentage 80% of meer bedraagt;

• i.

  ontslagen op grond van artikel 90 van het Ambtenarenreglement Rotterdam waarbij het arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 80% bedraagt en na het ontslag terstond wederaanstelling in dienst van de stichting plaatsvindt;

• j.

  ontslagen op grond van artikel 93 van het van het Ambtenarenreglement Rotterdam.

Artikel 2

Aan het bepaalde in artikel 1 worden de volgende voorwaarden verbonden:

• a.

  De stichting staat toe dat door of namens burgemeester en wethouders toezicht wordt uitgeoefend op de juiste naleving van de geldende voorschriften en het door burgemeester en wethouders gevoerde beleid met betrekking tot de in artikel 1 genoemde bevoegdheden.

• b.

  Indien de stichting naar het oordeel van burgemeester en wethouders op een onjuiste wijze gebruik heeft gemaakt van de in artikel 1 bedoelde bevoegdheden, trekt de stichting het genomen besluit in, voor zover de rechtspositie van het betrokken personeelslid dat toelaat en mits dat niet leidt tot een verplichting van de stichting tot vergoeding van door de betrokken personeelsleden als gevolg van de intrekking te lijden schade.

• c.

  Burgemeester en wethouders kunnen het bepaalde in artikel 1 geheel of gedeeltelijk buiten werking stellen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het gemeenteblad waarin het wordt geplaatst.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 8 juli2014.

De secretaris, De burgemeester,

Ph. F. M. Raets A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 10 juli 2014 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)