Regeling vervallen per 09-10-2014

Wijziging Subsidieverordening particuliere woningverbetering 2000

Geldend van 09-10-2014 t/m 08-10-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Wijziging Subsidieverordening particuliere woningverbetering 2000

De Raad van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 juli 2014 (raadsvoorstel nr. BS14/00415); raadsstuk 14BB3854;

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende, dat per 1 januari 2013 strenge eisen gesteld worden aan het financieren van renovaties van particuliere woningen die onderstaande aanpassing van de regels voor gesubsidieerde woningverbetering nodig maken;

besluit:

De Subsidieverordening particuliere woningverbetering 2000 te wijzigen.

Artikel I

A

Aan artikel 2.1.4 wordt een zesde lid toegevoegd luidend:

6.Burgemeester en wethouders kunnen een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid eerder dan aan het einde van het in het derde lid bedoelde tijdvak beëindigen indien met betrekking tot het bezit van eenzelfde eigenaar dan wel onderneming naar Europees recht de de-minimis grens als bedoeld in de Europese de-minimis verordening d.d. 15 december 2006

Nr. 1998/2006 is bereikt dan wel dreigt te worden overschreden.

B

Artikel 2.2.5 komt te luiden:

Artikel 2.2.5

  • 1.

    De subsidie op grond van deze paragraaf wordt ten laste gebracht van het bij de aanwijzing genoemde subsidieplafond als bedoeld in artikel 2.1.4 tweede lid en verleend als bijdrage ineens.

  • 2.

    De subsidie ineens bedraagt 55% van de door burgemeester en wethouders goedgekeurde kosten van de voorzieningen met een maximum van € 17.600,- (bij maximale stichtingskosten van € 32.000,-).

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een eigenaar aan wie een subsidie als bedoeld in het tweede lid is verleend en aan wie tevens een lening door het NRF is verleend die geheel of gedeeltelijk de door het NRF gehanteerde Loan to Value normen overstijgt, bij verkoop van de woning een restschuldsubsidie verlenen.

  • 4.

    De hoogte van de restschuldsubsidie wordt berekend aan de hand van het bedrag waarmee de Loan to Value normen op het moment van het verlenen van de onderhoudslening door het NRF werden overschreden.

  • 5.

    Op het in het vierde lid bedoelde bedrag worden nadien betaalde aflossingen op zowel de NRF-onderhoudslening als die strekkende tot verlaging van de hypothecaire schuld op de woning in mindering gebracht.

  • 6.

    Indien een eigenaar voor een restschuldsubsidie in aanmerking wil komen dient hij voor de eigendomsoverdracht toestemming te vragen aan en te verkrijgen van burgemeester en wethouders.

  • 7.

    Het verzoek tot toestemming vermeldt de overeengekomen koopprijs en gaat vergezeld van een recent taxatierapport van de te verkopen woning.

  • 8.

    Gedurende de eerste vijf jaren na het verlenen van de NRF-onderhoudslening wordt een restschuldsubsidie slechts verleend als er voor de verkoop van de woning bijzondere redenen kunnen worden aangevoerd.

  • 9.

    Als bijzondere redenen gelden onder meer overlijden, onvrijwillige werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, echtscheiding en gezinsuitbreiding.

  • 10.

    Een eigenaar van een huurwoning komt niet in aanmerking voor een restschuldsubsidie.

C

Artikel 2.2.11 vierde lid komt te luiden:

  • 4.

    De subsidie wordt uitbetaald binnen drie weken na vaststelling.

  • 5.

    Een restschuldsubsidie als bedoeld in artikel 2.2.5 lid 3 wordt uitbetaald aan het Nationaal Restauratiefonds te Hoevelaken.

  • 6.

    In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders in afwijking van het gestelde in het vijfde lid de restschuldsubsidie aan de eigenaar uitbetalen.

D

Artikel 2.2.16 eerste lid komt te luiden:

1.Ingeval van overtreding van de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 2.2.12 tot en met 2.2.14 zullen burgemeester en wethouders de uitbetaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

E

Artikel 2.3.5 komt te luiden:

Artikel 2.3.5

  • 1. De subsidie op grond van deze paragraaf wordt ten laste van het subsidieplafond als bedoeld in artikel 2.1.4 verleend als bijdrage ineens.

  • 2. De subsidie ineens bedraagt voor huurwoningen 55% van de door burgemeester en wethouders goedgekeurde kosten van de voorzieningen met een maximum van € 17.600,- (bij maximale stichtingskosten van € 32.000,-).

  • 3. De subsidie ineens bedraagt voor bedrijfsruimten 55% van de door burgemeester en wethouders goedgekeurde kosten van de voorzieningen met een maximum van € 12.650,- (bij maximale stichtingskosten van € 23.000,-).

  • 4. De op grond van deze verordening aan een begunstigde verleende subsidies bedragen in totaal nooit meer dan € 200.000,-.

Artikel II

Overgangsbepaling

Ten aanzien van aanvragen waarbij, vóór de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening, subsidie is verleend blijven de bepalingen van de verordening zoals die op het moment van verlening luidden van toepassing.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 oktober 2014.

De griffier,

J.G.A. Paans

De voorzitter,

R.Buijt, plv.

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 8 oktober 2014 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)