Regeling buitenlandse ambtsreizen burgemeester en wethouders gemeente Rotterdam 2014

Geldend van 01-11-2014 t/m heden

Intitulé

Regeling buitenlandse ambtsreizen burgemeester en wethouders gemeente Rotterdam 2014

Gemeenteblad 2014

Regeling buitenlandse ambtsreizen burgemeester en wethouders gemeente Rotterdam 2014

Het collegevan burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Gelezen de voorstellen van de burgemeester en van de gemeentesecretaris van 16 mei en van 28 oktober 2014; kenmerken 1321095 en 14BB5598;

overwegende dat:

  • Ø

    Rotterdam in de haven- en logistieke sector en op het gebied van duurzaamheid en watermanagement een wereldspeler is. De stad daarnaast internationale sport-, cultuur-, congres- en toerismeambities heeft. Om tot versterking van deze posities te komen en/of ervaringen op andere terreinen uit te wisselen, het vanzelf spreekt dat meerdere collegeleden internationaal zijn georiënteerd en in dat verband buitenlandse ambtsreizen maken. De burgemeester portefeuillehouder Internationale Betrekkingen is. Het college opereert vanuit een bij wet gegeven publiek belang en het daarom noodzakelijk is spelregels met betrekking tot buitenlandse ambtsreizen af te spreken. Deze Regeling buitenlandse ambtsreizen burgemeester en wethouders gemeente Rotterdam 2014 (hierna: de Regeling)uitsluitend bedoeld is om buitenlandse ambtsreizen, als hierboven beschreven te faciliteren;

  • Ø

    algemene bestuurlijke uitgangspunten van redelijkheid en billijkheid zoals doelmatigheid, soberheid en het vermijden van (de schijn van) belangenverstrengeling ook de basis van het handelen van bestuurders in het kader van buitenlandse ambtsreizen zijn;

  • Ø

    overwegingen van duurzaamheid een rol spelen bij de beslissing van een bestuurder om een ambtsreis aan te vragen en bij de wijze waarop reis, verblijf, het aantal mee reizende ambtenaren en andere aspecten worden georganiseerd. Bij de afweging om van technologie (bijvoorbeeld videoconferentie) gebruik te maken dan wel te reizen, adequate behartiging van het belang van de gemeente Rotterdam voorop staat;

  • Ø

    het college relevante stakeholders betrekt bij de afwegingen vooraf aangaande de reisagenda en bij de verslagen achteraf;

  • Ø

    de leden van het college bij hun aantreden een exemplaar van deze Regeling ontvangen;

  • Ø

    in onder meer rechtspositieregelingen(Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de gemeente Rotterdam), de Gedragscode burgemeester en wethouders, het Handboek college en het Programma Internationale en Europese Activiteiten (gemeente Rotterdam) algemene regels zijn opgenomen over gerelateerde onderwerpen, waaronder vergoedingen, protocol, binnenlands vervoer, omgaan met geschenken, nevenfuncties en politieke activiteiten;

besluit vast te stellen:

Regeling buitenlandse ambtsreizen burgemeester en wethouders gemeente Rotterdam 2014

Artikel 1 Algemeen

  • 1. De bestuurder die een buitenlandse ambtsreis gaat maken, heeft vooraf toestemming nodig van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Aanvullend op de Verordening rechtspositie wethouders, het Rechtspositiebesluit burgemeesters en de Gedragscode legt een bestuurder het voornemen van een buitenlandse ambtsreis ter goedkeuring voor aan het college. In een agendapost geeft hij informatie over: - de aanleiding tot en het doel van de reis, de beleidsoverwegingen en het programma op hoofdlijnen; - de afweging van reciprociteit; - de (voorgenomen) datum of periode; - de samenstelling van het gezelschap; - de geraamde kosten; - de mee reizend ambtenaar. En indien van toepassing over: - informatie of de reis op uitnodiging en/of voor kosten van anderen wordt of kan worden gemaakt; - de (on)mogelijkheid om voor de reis een vergoeding te krijgen; - de forfaitaire dagvergoeding en aan wie deze wordt overgemaakt; - de delegatieleider, indien deze niet de bestuurder zelf is; - de keuze voor meer comfort of een hogere klasse dan ‘economy’ bij vliegreizen binnen Europa; - het gemotiveerde besluit om geen ambtenaar te laten mee reizen; - het voornemen tot het laten mee reizen van de partner; - het deelnemen van een derde op kosten van de gemeente.

  • 3. De agendapost bevat de adviezen van het afdelingshoofd Bestuurlijke, Juridische en Internationale Zaken (hierna: BJI) en van de burgemeester.

  • 4. Besluiten als bedoeld in het eerste lid worden openbaar gemaakt, bijvoorbeeld via een B&W-bericht of persbericht.

  • 5. Voor ambtsreizen naar Brussel in het kader van belangenbehartiging bij de Europese Unie kan: a. bij terugkerende activiteiten worden volstaan met eenmalig een agendapost voorafgaand aan de inspanningen of; b. bij incidentele activiteiten worden volstaan met een mededeling vooraf tijdens een collegevergadering.

Artikel 2 Uitnodigingen

  • 1. Uitnodigingen voor buitenlandse werkbezoeken, vergaderingen en dergelijke worden alleen geaccepteerd als aantoonbaar sprake is van een gemeentelijk belang of van de (directe) uitoefening van een ambtsgebonden of ambtsgerelateerde nevenfunctie.

  • 2. a. Indien de in het vorige lid genoemde reizen (ten dele) kunnen worden gemaakt op kosten van de uitnodigende partij, wordt daarvan gebruik gemaakt als deze partij de organisatie is waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend, dan wel het een Nederlands overheidslichaam betreft, dan wel een orgaan van de Europese Unie. b. Deze vergoeding komt ten goede aan de gemeente Rotterdam.

Artikel 3 Reisgezelschap

  • 1. Indien meerdere bestuurders dezelfde ambtsreis maken, wordt in onderling overleg vooraf de delegatieleider bepaald. De burgemeester leidt de gemeentelijke delegatie van reizen die hij maakt.

  • 2. a. Een bestuurder op ambtsreis wordt vergezeld door een Rotterdamse gemeenteambtenaar: de mee reizend ambtenaar. b. Met instemming van de burgemeester kan zonder ambtenaar worden gereisd.

  • 3. De bestuurder of de mee reizend ambtenaar kan, indien hij dat wenselijk vindt, een voorstel bij het afdelingshoofd BJI indienen om een grotere ambtelijke afvaardiging.

  • 4. a. Indien de delegatie tevens uit derden bestaat, reizen zij op eigen kosten. b. De burgemeester kan hiervan in individuele gevallen gemotiveerd afwijken.

Artikel 4 Nevenfuncties

  • 1. Deze Regeling geldt ook voor buitenlandse reizen in het kader van ambtsgebonden of ambtsgerelateerde nevenfuncties.

  • 2. Een bestuurder die het voornemen heeft een buitenlandse reis te maken in de hoedanigheid van een privé-nevenfunctie meldt dit tijdig in het college en geeft aan voor wiens rekening de voorgenomen reis is. Hij wordt bij die reis niet ondersteund door de gemeente Rotterdam en presenteert zich tijdens die reis niet als bestuurder van de stad.

Artikel 5 Mee reizen van de partner

  • 1. Het mee reizen van de partner van een bestuurder is niet toegestaan.

  • 2. Van het vorige lid kan bij uitzondering worden afgeweken, indien: a. de partner uitdrukkelijk is uitgenodigd en; b. adequate representatie van de gemeente Rotterdam er om vraagt en het past bij het karakter van een aanzienlijk deel van het programma en; c. de burgemeester er met inachtneming van bovenstaande criteria toestemming voor heeft gegeven.

  • 3. Als aan de cumulatieve voorwaarden in het tweede lid is voldaan worden de reis- en verblijfskosten van de partner door de gemeente gedragen.

Artikel 6 Verlenging van een reis

Verlenging van een buitenlandse ambtsreis voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

Artikel 7 Boeking van een reis

Reis en verblijf van de bestuurder(s) en de mee reizend ambtenaar worden geregeld door de afdeling BJI.

Artikel 8 Vervoer

  • 1. Bestuurders kunnen voor buitenlandse ambtsreizen naar redelijkheid en efficiëntie gebruik maken van een (dienst)auto, trein, taxi, vliegtuig of andere vorm van vervoer.

  • 2. Binnen Europa wordt ‘economyclass’ gevlogen. In bijzondere gevallen kan het afdelingshoofd BJI hiervan afwijken.

  • 3. Bij intercontinentale vluchten kan meer comfort of een hogere klasse worden geboekt.

  • 4. Voor vliegreizen is ‘businessclass’ altijd het maximum.

  • 5. De opbouw en het gebruik van ‘frequent flyer miles’ en dergelijke tijdens ambtsreizen kan alleen ten behoeve van het ambt worden ingezet.

  • 6. De regels omtrent binnenlands vervoer zijn ook van toepassing op het binnenlandse deel van een buitenlandse ambtsreis.

  • 7. Voor de mee reizend ambtenaar geldt dit artikel naar analogie, voor zover hij de bestuurder begeleidt.

Artikel 9 Budgethouder

  • 1. Het afdelingshoofd van BJI is budgethouder voor de reis- en verblijfskosten inzake buitenlandse ambtsreizen.

  • 2. De budgethouder heeft tot taak: a. het inzichtelijk maken van de door de bestuurder gerealiseerde kosten; b. het inzamelen van kwitanties en rekeningen die betrekking hebben op de uitgaven die door of ten behoeve van de bestuurder gemaakt zijn; c. het indienen van de financiële verantwoording.

  • 3. Bij bovengenoemde taken wordt de budgethouder ondersteund door de mee reizende ambtenaar, die tijdens de reis voor zover mogelijk alle functionele uitgaven voor de bestuurder doet.

Artikel 10 Uitgaven en vergoedingen

  • 1. De forfaitaire dagvergoeding ten behoeve van de categorie ‘overige kosten’ van een ambtsreis wordt alleen verstrekt indien het reisprogramma niet in de bedoelde uitgaven voorziet.

  • 2. In het geval van het vorige lid wordt de forfaitaire vergoeding niet aan de bestuurder overgemaakt, maar blijft deze in beheer bij de budgethouder, die de door de mee reizende ambtenaar of bestuurder gedane uitgaven controleert en deze gescheiden van de reis- en verblijfskosten administreert.

  • 3. De mee reizende ambtenaar of de bestuurder dient alle uitgaven, vallend onder de forfaitaire dagvergoeding, daarvan te voldoen.

Artikel 11 Verslaglegging

  • 1. Van elke ambtsreis wordt binnen twee maanden een verslag aan het college aangeboden.

  • 2. Van reizen naar Brussel in het kader van lobbyactiviteiten is dit niet voorgeschreven. De bestuurder bespreekt die reizen in de eerstvolgende collegevergadering, bijvoorbeeld tijdens de rondvraag.

  • 3. Het verslag behandelt in ieder geval het resultaat van de reis, de in artikel 1.2 genoemde punten, een korte financiële verantwoording en de feitelijke reisduur in dagen.

  • 4. Na behandeling in het college wordt het verslag in verkorte vorm openbaar gemaakt.

  • 5. Buitenlandse ambtsreizen worden vermeld in een jaarverslag, dat ter informatie aan de gemeenteraad wordt aangeboden.

Artikel 12 Financiële verantwoording

  • 1. De kosten van ambtsreizen worden zodanig geadministreerd dat uitsplitsing per reis per bestuurder en per ambtenaar mogelijk is en, indien van toepassing, wordt onderscheid gemaakt tussen kosten van de bestuurder en kosten voor rekening van de gemeente.

  • 2. Indien blijkt dat het feitelijk aantal reisdagen afwijkt van de reisduur in de agendapost van de aanvraag, zal achteraf een correctie van de eventuele forfaitaire dagvergoeding plaatsvinden.

  • 3. Om alle kosten verantwoord te krijgen, vindt in de betreffende gevallen verrekening met dan wel doorbelasting aan organisatieonderdelen van de gemeente plaats.

  • 4. Ten onrechte aan de bestuurder doorbelaste of met hem verrekende kosten worden door de gemeentesecretaris gecorrigeerd.

Artikel 13 Onvoorzien

  • 1. a. in geval van twijfel of dispuut over een besluit ten aanzien van een (voorgenomen) reis of de verantwoording daarvan, kan de bestuurder dat voorleggen aan de burgemeester; b. de burgemeester wint hierover advies in van het afdelingshoofd BJI en van de gemeentesecretaris en informeert dan de bestuurder over zijn standpunt; c. ieder van de betrokken bestuurders kan het vervolgens ter besluitvorming voorleggen aan het college.

  • 2. Situaties ten aanzien van ambtsreizen waarin deze Regeling niet voorziet, worden: a. voor advies voorgelegd aan de burgemeester en; b. daarna ter besluitvorming voorgelegd aan het college.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1.

    De Richtlijnen buitenlandse reizen collegeleden gemeente Rotterdam uit november 2000, laatstelijk gewijzigd op 25 augustus 2004, worden ingetrokken.

  • 2.

    Deze Regeling treedt in werking op de dag na publicatie in het Gemeenteblad.

Aldus vastgesteld in de vergaderingen van 16 mei 2014 en 28 oktober 2014.

De secretaris, De burgemeester,

Ph. F. M. Raets A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 31 oktober 2014 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Toelichting

Waar in deze Regeling “reis” staat, wordt daarmee “buitenlandse ambtsreis van een collegelid” bedoeld. Het spreekt vanzelf dat waar “hij” staat, tevens “zij” kan worden gelezen.

Adviezen van of aan de gemeentesecretaris worden in principe door Bureau Gemeentesecretaris (BGS) voorbereid en de adviezen van of aan de burgemeester door de afdeling Bestuurlijke, Juridische en Internationale Zaken (BJI).

Toelichting per artikel

Beleidsoverwegingen

In ieder geval de burgemeester en de wethouder(s) voor haven en milieu zijn internationaal georiënteerd. De burgemeester is portefeuillehouder Internationale Betrekkingen, hij informeert betrokken ministers en staatssecretarissen over reizen van collegeleden. Een overzicht van de voorgenomen bestuurlijke reizen wordt regelmatig in het college geagendeerd. Dit wijzigt niets in de toestemmings- en verantwoordingsprocedure.

Voorgenomen internationale (zakelijke) reizen van bestuurders die niet (direct) in het belang van Rotterdam en haar Internationale Betrekkingen zijn, maar de persoonlijke ontwikkeling van de bestuurder dienen, zijn geen bestuurlijke ambtsreizen, vallen niet onder deze Regeling en worden niet gefaciliteerd door de afdeling BJI. Voorbeeld: voor een buitenlandse taalreis of leiderschapscursus, geldt deze Regeling niet. Een bestuurder die dat wil, wordt geadviseerd contact op te nemen met Bureau Gemeentesecretaris.

Het internationale beleid van Rotterdam is gepositioneerd bij de afdeling Bestuurlijke, Juridische en Internationale Zaken (BJI) van de Bestuursdienst.

Artikel 1.2

Met de afweging van reciprociteit wordt bedoeld dat vooraf wordt afgewogen of en in hoeverre tegenbezoeken en/of inkomende bezoeken wenselijk en/of aan de orde kunnen blijken te zijn.

Artikel 2

Voorbeeld: als een bestuurder door een bedrijf of een buitenlandse mogendheid wordt uitgenodigd, kan de uitnodiging worden geaccepteerd als aan de overige voorwaarden wordt voldaan, maar komen de reis- en verblijfskosten van de bestuurder altijd voor rekening van de gemeente.

Voorbeeld: indien de rijksoverheid een bestuurder uitnodigt, kunnen de kosten ook voor rekening van het Rijk zijn.

Artikel 2.2a

Bij Europese instanties kan worden gedacht aan de Europese Commissie, het Comité van de Regio’s, de Europese Centrale Bank, de Raad van Europa.

Artikel 2.2b

Deze vergoedingen worden toegevoegd aan het ‘B&W-potje’.

Artikel 3.2

In de agendapost dient altijd duidelijk te zijn welk onderdeel van de gemeente de reis voorbereidt. In principe levert het team Internationale Zaken van BJI de mee reizend ambtenaar, maar het kan ook een andere ambtenaar zijn.

Artikelen 5 en 6

In de huidige tijdgeest hebben bestuurders de schijn (van belangenverstrengeling) snel tegen. Goede beslissingen of intenties kunnen anders worden geïnterpreteerd: het belang en de bescherming van de goede naam en reputatie van Rotterdam dienen te prevaleren.

Voorbeeld bij 5.2: het feit dat bij een reis een partnerprogramma wordt aangeboden, is geen reden om de partner mee te laten reizen.

Voorbeeld bij 5.2: een representatief diner bij een buitenlands staatshoofd, waarbij de Rotterdamse bestuurder de hoofdgast is en hun beider partners tevens zijn uitgenodigd, kan wel een reden zijn.

Voorbeeld bij 5 en 6: indien een bestuurder een ambtsreis wenst voort te zetten als meerdaagse privéreis (al dan niet met partner) kan hij voornemens zijn deze volledig en transparant voor eigen rekening te nemen. Echter, bij de verantwoording daarvan zal altijd een schemergebied van onduidelijkheid over kosten en verantwoording overblijven dat de gemeente Rotterdam zich niet kan veroorloven. Immers, in deze tijd van soms per minuut schuivende (internet)prijzen voor reis en verblijf kan nimmer het exacte prijsverschil worden aangetoond tussen een geboekte eenpersoons- dan wel tweepersoonskamer, een andere vluchtdatum en/of andere vluchttijd, etc. Ook is ambtelijke inzet voor het faciliteren van privé-verlenging ongewenst.

Artikel 6 laat onverlet dat:

·Voor verre bestemmingen een korte periode ter acclimatisering

en/of ter overbrugging van het tijdsverschil redelijk kan zijn en daarmee niet privé, maar zakelijk is.

·Bijvoorbeeld door de vluchttijden voor en/of na het feitelijke

programma regelmatig enkele uren ter vrije besteding over blijven. Vuistregel hierbij is dat een of meer extra overnachtingen, terwijl men redelijkerwijs de terugreis had kunnen aanvaarden, als privé-verlenging wordt gezien.

Artikel 7

Het afdelingshoofd BJI adviseert over de reis- en verblijfsmogelijkheden en regelt deze. Daarbij worden naar redelijkheid en billijkheid efficiency en kosten-efficiëntie mee gewogen.

Artikel 8.2

Op grond van persoonlijke veiligheid en/of nationale bekendheid, dan wel transfers en/of vluchttijden kan ervoor worden gekozen om meer comfort of een andere klasse te boeken.

Bij vliegreizen binnen Europa kan voor de burgemeester meer comfort of een hogere klasse worden geboekt, wat mede samenhangt met het gebruik van faciliteiten voor G4-burgemeesters op luchthaven Schiphol.

Artikel 8.7

Voor het overige gelden voor hem de ambtelijke reisregels en rechtspositionele regelingen.

Artikelen 10 en 12

De forfaitaire dagvergoeding voor de categorie ‘overige kosten’ is conform de rijksregeling van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en bedraagt 36% van het in de tarieventabel bij de Reisregeling Buitenland opgenomen bedrag voor overige kosten voor iedere dag dat de ambtsreis duurt.

Artikel 11.4

Bijvoorbeeld in een B&W-bericht.

Artikel 11.5

Het jaarverslag is bekend onder de naam Rotterdam Wereldwijd.

Artikel 12

Uitgaven worden vergoed voor zover deze redelijk en verantwoord worden geacht. De Verordening rechtspositie wethouders, het Rechtspositiebesluit burgemeesters, de Gedragscode burgemeester en wethouders en het Handboek college zijn hierbij in ieder geval relevant.

Artikel 12.1

Hierbij wordt gedacht aan het namens de gemeente aanbieden van een ontvangst of diner of het aanbieden van een bezoek aan een cultureel of sportief evenement in het gastland.

Artikel 13

Voorbeeld: een bestuurder moet onverwacht op ambtsreis, kan aantonen dat hij aansluitend al een buitenlandse privéreis had geboekt en het blijkt evident efficiënter om niet terug te reizen via Rotterdam. In dat geval kan worden afgeweken van artikel 6. Wel geldt onverminderd dat privé kosten door de bestuurder zelf worden gedragen.

Voorbeeld: een bestuurder die privé aantoonbaar aanmerkelijke financiële schade lijdt vanwege een onverwachte, onvermijdelijke buitenlandse ambtsreis die niet door een andere bestuurder kan worden overgenomen, wordt verwezen naar andere (rechtspositie)regelingen, bijvoorbeeld vergelijkbaar met artikel 119 van het Rotterdamse Ambtenarenreglement.

Artikel 14

Het vaststellen en wijzigen van deze Regeling is een collegebevoegdheid.