Straatnaamgeving Anton van Deinsestraat ea.

Gemeenteblad 2014

Namen van straten enz.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de directie Bestuur en Communicatie van de Bestuursdienst van 5 november 2014 (str.n.cie.1527229);

gelet op het ter zake ingekomen ambtsbericht van de Commissie van advies inzake straatnamen, na kennisgeving aan de gebiedscommissie Kralingen-Crooswijk ten aanzien van punt I. en II., alsmede op de bepalingen van de Verordening op de straatnamen en de nummering van gebouwen en onbebouwde terreinen;

besluit:

I. Te benoemenDe verbindingen die op de bijgevoegde tekening STR_2014-17 zijn aangeduid met de cijfers 1 t/m 3:

1.……………………………………………………… Anton van Deinsestraat

2. ……………………………………………………………Piet Knoppertstraat

3.………………………………………………………..… Cornelis Dalenstraat

II. Te bepalen dat dit besluit met ingang van heden van kracht wordt.

Aldus vastgesteld namens het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam op 6 november 2014.

De wethouder Veiligheid, Handhaving en Buitenruimte,

B.J. Eerdmans

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 13 november 2014 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Toelichting:

Ad.I.

De straten, aangeduid op bijgevoegde tekening STR_2014-17, zijn vernoemd naar personen die te maken hebben gehad met de thema's 'groen', 'duurzaamheid' en 'water', en sluiten aan het aangrenzende gebied van de voormalige waterleiding (DWL) aan. Dr. Anton Boudewijn van Deinse (1885-1965) was bioloog en docent biologie bij het Erasmiaans Gymnasium. Zijn collectie mariene preparaten vormt de basis van de collecties van het Natuur Historisch Museum Rotterdam. Prof. Ir. Piet Knoppert realiseerde in de jaren '70 goed drinkwater in Rotterdam en het Rijnmondgebied. Dr. Cornelis Dalen (1767-1852) was van 1826 tot 1852 directeur van de Hortus Botanicus (Hortus Medicus) die hij aan de stad Rotterdam had geschonken en die diende als ondersteuning voor het onderwijs op de Rotterdamse Geneeskundige School.