Regeling vervallen per 10-01-2015

Wijziging Besluit ondermandaat en ondervolmacht P&O 2012

Geldend van 10-01-2015 t/m 09-01-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Wijziging Besluit ondermandaat en ondervolmacht P&O 2012

Gemeenteblad 2015

De Algemeen Directeur van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de directeur Middelen en Control van de Bestuursdienst van 8 januari 2015 met kenmerk: 569082;

gelet op artikel 3 van de Regeling mandaat en volmacht P&O 2012 en het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen:

Wijziging van het Besluit ondermandaat en ondervolmacht P&O 2012

Artikel I

Het Besluit ondermandaat en ondervolmacht P&O 2012 wordt als volgt gewijzigd.

A

Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel d, toegevoegd, dat luidt als volgt:

d.waarnemer: degene die de functionaris die op grond van dit besluit van de Algemeen Directeur bevoegdheden ondergemandateerd of ondergevolmacht heeft gekregen tijdens zijn afwezigheid vervangt.

B

Na artikel 1 wordt een nieuw artikel 1a ingevoegd dat luidt als volgt:

Artikel 1a Waarnemer

De in dit besluit genoemde ondermandaten en ondervolmachten worden bij afwezigheid geacht te zijn verleend aan waarnemers.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

Aldus vastgesteld op 8 januari 2015.

Ph. F. M. Raets

Algemeen Directeur gemeente Rotterdam

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 9 januari 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Toelichting

Artikel I

Er bleek onduidelijkheid te zijn over personele bevoegdheden van waarnemers van functionarissen (concerndirecteuren, algemeen directeur RSO en directeur Bestuursdienst) die van de Algemeen Directeur ondermandaten en ondervolmachten toegekend hebben gekregen.

Na het van kracht worden van dit besluit geldt dat waarnemers bij afwezigheid van de oorspronkelijk gemandateerde en gevolmachte functionaris “automatisch” deze bevoegdheden mogen uitoefenen.