Regeling vervallen per 15-02-2020

Beleidsregels Afvalstoffenheffing

Geldend van 15-01-2015 t/m 14-02-2020

Intitulé

Beleidsregels Afvalstoffenheffing

Gemeenteblad 2015

Beleidsregels Afvalstoffenheffing

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de Concerndirecteur van het cluster Dienstverlening van 13 januari 2015; kenmerk AP 1531534;

gelet op het bepaalde in de artikelen 229 en 242 van de Gemeentewet,

Invorderingswet 1990 en Verordening Afvalstoffenheffing 2011 juncto artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen:

Beleidsregels ter zake van de heffing en invordering van afvalstoffenheffing (Beleidsregels Afvalstoffenheffing)

Artikel 1 Reikwijdte

Deze beleidsregels gelden bij de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      perceel: een onroerende zaak, of gedeelte daarvan, die blijkens indeling en inrichting bestemd is voor het voeren van een particuliere huishouding waarin huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan;

    • b.

      kalendermaand: een volle kalendermaand met dien verstande dat een gedeelte van een kalendermaand als een kalendermaand wordt aangemerkt.

  • 2. Met een perceel worden gelijkgesteld: een stacaravan, een woonboot, een woonwagen en een demontabel zomer- of vakantiehuisje indien gebruikt door een particuliere huishouding.

Artikel 3 Belastingplicht

Voor aanvang van de belastingplicht inzake het feitelijk gebruik van een perceel waarop artikel 15.33 van de Wet milieubeheer van toepassing is, is het volgende van belang:

  • a.

    indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt wordt voor de nog resterende kalendermaanden een aanslag opgelegd;

  • b.

    in eerste instantie wordt de datum van inschrijving in de Basisregistratie Personen (BRP) aangehouden;

  • c.

    indien achteraf blijkt dat reeds vóór inschrijving in de BRP sprake was van feitelijk gebruik (bijvoorbeeld op basis van gegevens van het energiebedrijf, sleuteloverdracht, huurovereenkomst etc.) wordt voor de resterende niet in de heffing betrokken maanden een navorderingsaanslag opgelegd.

Artikel 4 Restitutie

  • 1. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, vindt voor de resterende kalendermaanden automatisch restitutie plaats. Bij de restitutieverlening wordt aansluiting gezocht bij de gegevens van de BRP.

  • 2. Indien de automatische restitutie bedoeld in het eerste lid niet heeft plaatsgevonden, kan degene, die op grond van de Verordening Afvalstoffenheffing aanspraak kan maken op een gehele of gedeeltelijke vrijstelling, vermindering, ontheffing of teruggaaf, binnen zes weken nadat de omstandigheid welke die aanspraak deed ontstaan zich heeft voorgedaan, een aanvraag tot het verkrijgen van die vrijstelling, vermindering, ontheffing of teruggaaf indienen bij de directeur Gemeentebelastingen.

Artikel 5 Intrekking oude beleidsregels

De Beleidsregels Afvalstoffenheffing 2014 worden ingetrokken.

Artikel 6 Overgangsbepaling

De Beleidsregels Afvalstoffenheffing 2014 blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich vóór 1 januari 2015 hebben voorgedaan.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na publicatie van dit besluit in het Gemeenteblad.

Artikel 8 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Afvalstoffenheffing.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 januari 2015.

De secretaris, De burgemeester,

Ph. F. M. Raets A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 14 januari 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)