Beleidskader inzet en optreden in burgerkleding door stadswachten

Geldend van 18-09-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidskader inzet en optreden in burgerkleding door stadswachten

Het college van Burgemeester en Wethouders van Rotterdam,

gelezen het voorstel van directeur Toezicht en Handhaving van het cluster Stadsbeheer van 19 mei 2015, kenmerk SB38593;

gelet op:

  • -

    het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • -

    de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke Marechaussee en andere opsporingsambtenaren;

 

overwegende, dat het wenselijk is een beleidskader te volgen inzake surveillance, controle, toezicht, handhaving en opsporing door stadswachten van Stadsbeheer;

besluit vast te stellen:

 

Beleidskader inzet en optreden in burgerkleding door stadswachten

 

Bij surveilleren, toezicht houden en het uitoefenen van opsporingsbevoegdheden mogen stadswachten die buitengewoon opsporingsambtenaar zijn in burgerkleding optreden. In bepaalde situaties treden stadswachten nu reeds in burgerkleding op. Dit betreft horecacontroles, pandencontroles en milieuhandhaving. Teneinde de pakkans te verhogen en nalevingsgedrag te bevorderen op vervuilend en overlastgevend gedrag in de openbare buitenruimte - bijvoorbeeld door huisvuildumpingen, afval op straat gooien en het niet opruimen van hondenpoep - is het wenselijk dat stadswachten ook inzet plegen en gaan optreden in burgerkleding. Het is daarbij tevens wenselijk om inzet en optreden door stadswachten in burgerkleding te normeren en met waarborgen te omkleden, teneinde het risico op willekeur, onduidelijkheid en verwarring bij burgers, publiek en ketenpartners in het veiligheidsdomein te voorkomen danwel te beperken. Dit beleidskader somt de situaties op waarin stadswachten in burgerkleding mogen optreden.

Artikel 1  Situaties waarin stadswachten in burgerkleding mogen optreden

In de hierna volgende situaties mogen stadswachten in burgerkleding optreden:

  • 1.

    Tijdens controles door stadswachten in horecazaken op dagen en tijden waarbij optreden in uniform minder gewenst is.

  • 2.

    Tijdens huisbezoeken c.q. pandencontroles waarbij aanwezigheid en optreden in uniform binnenshuis minder gewenst is.

  • 3.

    Tijdens onderzoeken waarbij onopvallend gepost moet worden - al dan niet tevens in een onherkenbaar dienstvoertuig - om zodoende plegers van strafbare milieufeiten zoals dumpingen, lozingen en overige middelzware milieuvervuiling op heterdaad te kunnen betrappen.

  • 4.

    Tijdens toezicht en handhaving op hotspot-locaties waar op basis van signalen zoals burgermeldingen, eigen ervaringen van stadswachten en/of ervaringen van ketenpartners in het veiligheidsdomein sprake is van hardnekkige vervuiling en overlast, zoals hondenpoep niet opruimen, afval op straat gooien en huisvuil naast de container zetten.

  • 5.

    Bij de handhaving van artikel 2:1a Straatintimidatie uit de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012.

  • 6.

    In de situaties genoemd in de leden 3 en 4 hebben andere, eerder toegepaste maatregelen of werkwijzen niet of onvoldoende effect gehad (zoals vaker in uniform surveilleren, vaker schoonmaken of opruimen, gerichte actie in uniform op meldingen) of is om andere redenen inzet in uniform niet gewenst en/of niet gepast.

Artikel 2  Groepen stadswachten die in burgerkleding mogen optreden

De hierna volgende groepen stadswachten mogen in burgerkleding optreden:

  • 1.

    Stadswachten met het taakaccent ‘drank en horeca’ voor controles in horecazaken.

  • 2.

    Stadswachten met het taakaccent ‘panden’ voor huisbezoeken en pandencontroles.

  • 3.

    Stadswachten met het taakaccent ‘milieu’ (milieucontroleurs) voor toezicht en handhaving op middelzware milieudelicten.

  • 4.

    Stadswachten in de functie van ‘handhaver’ voor toezicht en handhaving op hardnekkige vervuiling en overlast in de openbare buitenruimte.

  • 5.

    Stadswachten in de functie van ‘handhaver’ voor handhaving van artikel 2:1a Straatintimidatie uit de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012.

Personen uit deze groepen mogen hier pas op worden ingezet als ze een aantoonbare aanvullende training hebben gehad.

 

Artikel 3  Informeren bestuurders en politie

Inzet en optreden van stadswachten in burgerkleding op strafbare milieufeiten en op hotspot-locaties van hardnekkige vervuiling, overlast en straatintimidatie zal vooraf kenbaar worden gemaakt aan de burgemeester en wethouder Veiligheid, Handhaving en Buitenruimte. Met de politie wordt over een dergelijke inzet in burgerkleding vooraf afgestemd, zodat een goede afweging om tot inzet in burgerkleding over te gaan kan plaatsvinden en back-up door de politie georganiseerd kan worden tijdens deze inzet.

 

Artikel 4  Werkinstructie

Inzet en optreden door stadswachten in burgerkleding vindt plaats in overeenstemming met de hiertoe opgestelde werkinstructie.

 

Artikel 5  Hardheidsclausule

In bijzondere omstandigheden kan directeur Toezicht en Handhaving van het cluster Stadsbeheer afwijken van het bepaalde in dit beleidskader.

Artikel 6  Publicatie Gemeenteblad

Dit beleidskader treedt in werking op de eerste dag na dagtekening van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst.

 

Artikel 7  Citeertitel

Dit beleidskader wordt aangehaald als: Beleidskader inzet en optreden in burgerkleding door stadswachten.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 16 juni 2015.

 

De secretaris, De burgemeester,

 

 

 

 

 

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 17 juni 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)