Beleidsregels verlaging wegens woonsituatie en voor schoolverlaters Rotterdam 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels verlaging wegens woonsituatie en voor schoolverlaters Rotterdam 2016

De Concerndirecteur Werk & Inkomen Rotterdam,

Gelezen het voorstel van 26 november 2015;

gelet op het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012;

gelet op de artikelen 27 en 28 van de Participatiewet;

besluit het hierna volgende vast te stellen:

Beleidsregels verlaging wegens woonsituatie en voor schoolverlaters Rotterdam 2016

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      belanghebbende:

      persoon die een uitkering ontvangt op grond van de wet;

    • b.

      college:

      het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

    • c.

      instelling:

      aanbieder van opvang als bedoeld in artikel 1.1.1. in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

    • d.

      kostendelende medebewoner:

      de kostendelende medebewoner als bedoeld in artikel 19a van de wet;

    • e.

      nachtopvangvoorziening:

      door het college aangewezen passantenverblijf voor opvang gedurende de nacht van dak- en thuislozen;

    • f.

      opvang:

      onderdak met samenhangende ondersteuning, als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, anders dan in een inrichting;

    • g.

      structureel adresloze:

      de persoon die, naar het oordeel van het college, anders dan tijdelijk zonder woonadres als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel o, van de Wet basisregistratie personen is, die beschikt over een briefadres als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel p, van de Wet basisregistratie personen en staat ingeschreven bij de basisregistratie van de gemeente Rotterdam;

    • h.

      wet:

      Participatiewet;

    • i.

      woonkosten:

      • indien een huurwoning wordt bewoond: de op 1 januari van het kalenderjaar geldende rekenhuur, bedoeld in artikel 5 van de Wet op de huurtoeslag;

      • indien een eigen woning wordt bewoond: de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.

      • indien in een opvang wordt verbleven: de gebruikersvergoeding of huur voor het wonen in de opvang.

  • 2. De begripsbepalingen van de wet zijn op deze beleidsregels van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 2 Verlaging

De verlaging wordt vastgesteld als percentage van het wettelijk netto minimumloon als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de wet, tenzij hiervan in deze beleidsregels uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3 Verlaging norm artikelen 20 en 21 wegens woonsituatie

  • 1. Op grond van artikel 27 van de wet stelt het college de norm, bedoeld in de artikelen 20 en 21 van de wet, lager vast voor:

    • a.

      de alleenstaande of alleenstaande ouder van 21 jaar of ouder zonder kostendelende medebewoner;

    • b.

      gehuwden van 21 jaar of ouder zonder kostendelende medebewoner;

    • c.

      gehuwden, waarvan één van de echtgenoten 21 jaar of ouder is, zonder kostendelende medebewoner.

  • 2. Het eerste lid is van toepassing indien:

    • a.

      belanghebbende in een woning of opvang woont waaraan geen woonkosten zijn verbonden; of

    • b.

      belanghebbende in een woning of opvang woont waaraan woonkosten zijn verbonden, maar deze niet betaald worden door belanghebbende; of

    • c.

      belanghebbende een structureel adresloze is en gebruik maakt van een nachtopvangvoorziening.

  • 3. De verlaging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt 20%.

  • 4. De verlaging, bedoeld in het derde lid, wordt verminderd met het bedrag dat de belanghebbende, aantoonbaar door middel van een schriftelijke overeenkomst en betaalbewijzen, voor met huur vergelijkbare kosten verschuldigd is, indien hij:

    • a.

      tijdelijk een woning bewoont die gesloopt of gerenoveerd gaat worden; of

    • b.

      antikraak woont.

Artikel 4 Verlaging wegens schoolverlating

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college kan van deze beleidsregels afwijken voor zover toepassing hiervan, gelet op de bedoelingen van de wet en de beleidsregels, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 6 Inwerkingtreding

De beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2016.

Artikel 7 Citeertitel

De beleidsregels worden aangehaald als:

Beleidsregels verlaging wegens woonsituatie en voor schoolverlaters Rotterdam 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de directievergadering van 8 december 2015.

drs. ing. V.J.M. Roozen
Concerndirecteur Werk & Inkomen