Regeling vervallen per 17-11-2021

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent mandaat, volmacht en machtiging (Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016)

Geldend van 01-07-2021 t/m 16-11-2021

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent mandaat, volmacht en machtiging (Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016)

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Rotterdam, elk voor zover het zijn bevoegdheden betreft,

gelezen het voorstel van de Algemeen Directeur van 8 december 2015; kenmerk 1147202;

gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 171, tweede lid, van de Gemeentewet;

overwegende, dat het om redenen van doelmatigheid wenselijk is hun daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden te mandateren aan ondergeschikte ambtenaren of aan anderen, dan wel aan hen volmacht te verlenen tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen of aan hen machtiging te verlenen tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke handeling zijn;

besluiten vast te stellen:

Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016

Paragraaf 1 Algemene bepalingen en definities

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    algemeen directeur:

    functionaris aan het hoofd van de ambtelijke organisatie en eindverantwoordelijk voor het algemeen beheer daarvan, met uitzondering van de griffier en de ambtelijke organisatie van de griffie, de Rekenkamer Rotterdam, de Gemeentelijke Ombudsman en de bestuurscommissies;

  • 2.

    concerndirectie:

    het ambtelijke orgaan dat onder leiding van de algemeen directeur de ambtelijke organisatie aanstuurt, en verder bestaat uit de concerndirecteuren en de concerncontroller;

  • 3.

    concerncontroller:

    functionaris die verantwoordelijk is voor het middelenbeheer van het concern Rotterdam;

  • 4.

    directeur Veiligheid:

    functionaris die verantwoordelijk is voor het veiligheidsbeleid van de gemeente Rotterdam;

  • 5.

    concerndirecteur:

    functionaris belast met het dagelijks beheer en de dagelijkse leiding van een cluster en eindverantwoordelijk daarvoor;

  • 6.

    cluster:

    organisatieonderdeel belast met de ontwikkeling en uitvoering van beleid op daartoe door het college vastgestelde werkterreinen;

  • 7.

    hoofd afdeling Juridisch van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning:

    functionaris belast met het dagelijks beheer en de dagelijkse leiding van de afdeling Juridisch van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning;

  • 8.

    leerplichtambtenaar:

    functionaris, bedoeld in artikel 16 van de Leerplichtwet;

  • 9.

    gemeentearchivaris:

    functionaris, bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de Archiefwet.

  • 10.

    gebied:

    gebied bedoeld in de artikelen 1 en 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014;

  • 11.

    gebiedsdirecteur:

    gebiedsdirecteur, als bedoeld in artikel 17 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014;

  • 12.

    directeur Concernaudit:

    functionaris die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van audits voor het bestuur, de algemeen directeuren de – leden van de – concerndirectie;

  • 13.

    directeur Rekenkamer Rotterdam:

    functionaris, genoemd in artikel 81c van de Gemeentewet;

  • 14.

    Gemeentelijke ombudsman Rotterdam:

    functionaris, genoemd in artikel 81q van de Gemeentewet.

Artikel 1.2 Algemene bepalingen

  • 1. De in dit besluit genoemde mandaten, volmachten en machtigingen worden bij afwezigheid geacht te zijn verleend aan plaatsvervangers.

  • 2. In dit besluit wordt onder verlenen van een vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing ook verstaan: weigeren, wijzigen, intrekken, niet in behandeling nemen, overschrijven, verbinden van voorschriften, vaststellen, terugvorderen en schorsen.

  • 3. In dit besluit wordt onder overeenkomst ook verstaan: convenant.

  • 4. In dit besluit wordt onder overeenkomst ook verstaan: het geheel van deelovereenkomsten.

  • 5. In dit besluit wordt onder besluiten tot het aangaan van een overeenkomst ook verstaan: uitvoering, wijziging, beëindiging.

  • 6. In dit besluit wordt onder ondertekening van een overeenkomst ook verstaan: alle rechtshandelingen en feitelijke handelingen ter voorbereiding of uitvoering ervan.

  • 7. In dit besluit is aan de opgedragen mandaten, volmachten en machtigingen inherent het verrichten van alle rechtshandelingen en feitelijke handelingen die voor de uitoefening van de opgedragen bevoegdheid noodzakelijk zijn.

  • 8. Dit besluit is niet van toepassing op besluiten als bedoeld in de Regeling mandaat, volmacht en machtiging P&O 2020.

Artikel 1.3 Algemeen: college: mandaten, volmachten en machtigingen

De door de het college van burgemeester en wethouders gemandateerden, gevolmachtigden en gemachtigden zijn bevoegd tot:

  • 1.

    het schriftelijk ondermandateren, ondervolmachten en ondermachtigen van de aan hen gemandateerde bevoegdheden aan ondergeschikten of aan medewerkers van hun organisatie, tenzij anders aangegeven;

  • 2.

    het stellen van beleidsregels met betrekking tot de hem opgedragen bevoegdheden, met dien verstande dat:

    • a.

      hieronder niet wordt begrepen het opstellen van nadere regels ter uitvoering van verordeningen;

    • b.

      deze bevoegdheid niet verder kan worden ondergemandateerd dan tot de tweede managementlaag, de directeuren, ressorterend onder concerndirecteuren;

  • 3.

    het behandelen van klachten, bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de uitvoering van de aan hen opgedragen bevoegdheden, met dien verstande dat dit artikellid niet van toepassing is op artikel 11.11 van dit besluit;

  • 4.

    de actieve en passieve openbaarmaking van documenten, bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein;

  • 5.

    het opleggen van een last onder bestuursdwang, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, het opleggen van een last onder dwangsom, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet juncto artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht en het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot het opleggen van een bestuurlijke boete, bedoeld in titel 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de handhaving van de aan hen gemandateerde bevoegdheden, met dien verstande dat dit artikellid niet van toepassing is op artikel 4.25 en artikel 11.11 van dit besluit;

  • 6.

    het, met betrekking tot nog niet aan de gemeentelijke archiefbewaarplaats overgedragen archieven, toepassing geven aan het bepaalde in de artikelen 5, 7, 8, eerste lid, sub b, 12, 13 en 15, eerste lid en 15a, eerste en derde lid, van de Archiefwet 1995, met inachtneming van het Archiefbesluit 1995;

  • 7.

    het verdagen van de beslistermijn, bedoeld in artikel 4:14, eerste lid, artikel 7:10, derde lid en artikel 7:24, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 1.4 Algemeen: burgemeester: mandaten, volmachten en machtigingen

De door de burgemeester gemandateerden, gevolmachtigden en gemachtigden zijn bevoegd tot:

  • 1.

    het ondertekenen van overeenkomsten, indien aan hen besluiten tot het aangaan daarvan in dit besluit volmacht is verleend, met dien verstande dat:

    • a.

      indien een overeenkomst het bedrag van € 250.000,- exclusief BTW te boven gaat, de overeenkomst mede wordt ondertekend door de plaatsvervanger of een hiertoe aangewezen ondergeschikte;

    • b.

      de op grond van dit besluit gevolmachtigden de ondertekeningsbevoegdheid schriftelijk mogen ondervolmachten aan een ondergeschikte, met inachtneming van het gestelde sub a;

  • 2.

    het vertegenwoordigen van de gemeente in en buiten rechte, tenzij elders in dit besluit anders is bepaald;

  • 3.

    het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, ter uitvoering van een overeenkomst bedoeld in het eerste lid;

  • 4.

    de in artikel 1.3 genoemde bevoegdheden, voor zover deze aan de burgemeester toekomen.

Paragraaf 2 Centraal en decentraal bestuur: burgemeester, wethouders, griffier, hoofd afdeling Juridisch van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning, leerplichtambtenaar, gemeentearchivaris

Artikel 2.1 Burgemeester; collegemandaten

Aan de burgemeester wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

  • 1.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 8 en hoofdstuk 3,van de APV Rotterdam 2012 en de daarop berustende bepalingen;

  • 2.

    het sluiten van een gebouw, open erf of terrein, bedoeld in artikel 17 van de Woningwet.

  • 3.

    het, bij het verlenen van een evenementenvergunning bedoeld in artikel 2:25 van de APV Rotterdam 2012, verlenen van een ontheffing geluidhinder, bedoeld in artikel 4:6 APV Rotterdam 2012, indien het evenementen en horeca betreft en voor zover dit niet betreft het mechanisch reinigen van gevels;

  • 4.

    het verlenen van ontheffing voor nachtverblijf buiten kampeerterreinen, bedoeld in artikel 4:18 APV Rotterdam 2012, voor zover het evenementen betreft;

  • 5.

    het verlenen van een vergunning gebruik openbaar water, bedoeld in artikel 5:24 APV Rotterdam 2012, voor zover het evenementen en horeca betreft;

  • 6.

    het opleggen van een last onder dwangsom bij overtreding van het verbod, bedoeld in artikel 2:44 van de APV Rotterdam 2012.

Artikel 2.2 Burgemeester; collegevolmachten

Aan de burgemeester wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:

  • 1.

    het ondertekenen van publiekrechtelijke overeenkomsten;

  • 2.

    het geven van toestemming voor het plaatsen van een gedenkteken in de openbare ruimte, die in eigendom is van de gemeente als bedoeld in artikel 5, vierde lid van de Beleidsregels gedenktekens in de openbare ruimte 2018.

Artikel 2.3 Burgemeester; collegemachtigingen

Aan de burgemeester wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot het beslissen tot het gebruik van de Burgerzaal, Eerste Klas Trouwzaal en de Collegekamer.

Artikel 2.4 Elk lid van het college; collegemandaten

Aan elk lid van het college van burgemeester en wethouders afzonderlijk wordt door het college mandaat verleend tot:

  • 1.

    het besluiten tot het aangaan en ondertekenen van, het verrichten van rechtshandelingen ter uitvoering van en het vertegenwoordigen van de gemeente in en buiten rechte met betrekking tot publiekrechtelijke overeenkomsten, voor zover het onderwerp tot diens portefeuille behoort;

  • 2.

    het inwinnen van advies bij de gebiedscommissies, het opleggen van geheimhouding, het verstrekken van informatie en stellen van een termijn, bedoeld in artikel 27, derde tot en met zesde lid, van de Verordening op de gebiedscommissies 2014;

  • 3.

    in afwijking van het bepaalde in artikel 2.18: het nemen van een beslissing op een bezwaarschrift, inclusief het beslissen op een verzoek om vergoeding van de proceskosten op grond van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht, indien het hoofd afdeling juridisch van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning niet bevoegd is om in mandaat op het bezwaarschrift te beslissen en de gemandateerde of ondergemandateerde door wie het bestreden besluit is genomen niet te kennen heeft gegeven contrair te willen gaan aan het advies van de Algemene Bezwaarschriftencommissie.

Artikel 2.5 Elk lid van het college: collegevolmachten

Aan elk lid van het college van burgemeester en wethouders afzonderlijk wordt door het college volmacht verleend tot het besluiten tot het aangaan van obligatoire overeenkomsten, voor zover het onderwerp tot diens portefeuille behoort, met uitzondering van overeenkomsten als bedoeld in artikel 3 van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014.

Artikel 2.6 Elk lid van het college; collegemachtigingen

gereserveerd

Artikel 2.7 Elk lid van het college; burgemeestersmandaten

Aan elk lid van het college van burgemeester en wethouders afzonderlijk wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:

  • a.

    het nemen van een crisismaatregel, bedoeld in de artikelen 7:1 en 7:2 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg;

  • b.

    het geven van een last tot inbewaringstelling, bedoeld in artikel 29 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

Artikel 2.8 Elk lid van het college; burgemeestersvolmachten

Aan elk lid van het college van burgemeester en wethouders afzonderlijk wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het ondertekenen van, het verrichten van rechtshandelingen ter uitvoering van en het vertegenwoordigen van de gemeente in en buiten rechte met betrekking tot obligatoire overeenkomsten, voor zover het onderwerp tot hun portefeuille behoort.

Artikel 2.9 Elk lid van het college; burgemeestersmachtigingen

Aan elk lid van het college van burgemeester en wethouders afzonderlijk wordt door de burgemeester machtiging verleend tot het verrichten van de handelingen met betrekking tot de bekendmaking van de verkrijging van het Nederlanderschap, bedoeld in de artikelen 60a en 60b van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap.

Artikel 2.10 Wethouder met Buitenruimte in de portefeuille; collegemachtigingen

Aan de wethouder met Buitenruimte in de portefeuille wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot het uitvoeren van de Straatnamenverordening 2014, voor zover het betreft het geven van straatnamen, gehoord het advies van de Commissie van advies inzake straatnamen.

Artikel 2.11 Wethouder met Verkeer en Vervoer in de portefeuille; collegemandaten

Aan de wethouder met Verkeer en Vervoer in de portefeuille wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot het vaststellen van de milieuzone voor het kernwinkelgebied Rotterdam door middel van een verkeersbesluit op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994.

Artikel 2.11a Wethouder met Cultuur in de portefeuille: collegemandaten

Aan de wethouder met Cultuur in de portefeuille wordt door het college mandaat verleend tot het tussentijds aanpassen van het evenementenoverzicht, bedoeld in artikel 2:24a, van de APV 2012.

Artikel 2.11aa Wethouder met Cultuur in de portefeuille: collegevolmachten

Aan de wethouder met Cultuur in de portefeuille wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot het uitoefenen van de bevoegdheden genoemd in de artikelen 6.4, 7.2, 7.4, 8, 10.3, onder a tot en met e, h, j en l, 10.8, 14.2, 14.4, 14.11, 15 en 18.1 van de statuten van de Stichting Bibliotheek Rotterdam.

Artikel 2.11e

Aan de wethouder met Onderwijs in de portefeuille wordt door de burgemeester volmacht verleendtot het vertegenwoordigen van het college in het overlegorgaan, genoemd in de Procedure overleglokaal onderwijsbeleid van de gemeente Rotterdam.

Artikel 2.11ee Wethouder met onderwijs in de portefeuille; burgemeestersmandaten

Aan de wethouder met Onderwijs in de portefeuille wordt door de burgemeester mandaat verleend om leerplichtambtenaren de eed af te nemen, bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de Leerplichtwet 1969.

Artikel 2.11f Wethouder met financiën in de portefeuille: collegemandaat

  • 1. Aan de wethouder met financiën in de portefeuille wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot het besluiten tot het innemen van inhoudelijke standpunten bij:

    • a.

      Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders van N.V.’s en B.V.’s, waarvan de gemeente Rotterdam aandeelhouder is;

    • b.

      algemene ledenvergaderingen van coöperaties waarin de gemeente Rotterdam participeert.

  • 2. De onder a en b bedoelde mandaten worden uitsluitend uitgeoefend, wanneer op andere wijze binnen de geldige termijn geen besluitvorming door het college mogelijk is.

Artikel 2.12 Griffier, collegemandaten

Aan de griffier wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

  • 1.

    het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming van de Europese Unie;

  • 2.

    het ten laste van de gemeente aan een raadslid of aan een burgerlid als bedoeld in artikel 4 van de Commissieverordening 2018 voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking te stellen, bedoeld in artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 2.13 Griffier; collegevolmachten

Aan de griffier wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:

  • 1.

    het besluiten tot het aangaan van obligatoire overeenkomsten voortvloeiend uit het dagelijks huishoudelijk beheer met betrekking tot de interne organisatie, met uitzondering van besluiten tot het verrichten van de rechtshandelingen, bedoeld in de artikelen 4.3 en 10.8 van dit besluit;

  • 2.

    het invorderen, waaronder het nemen van een procesbesluit, en in der minne regelen van geldvorderingen op debiteuren tot een bedrag van € 5.000,- per debiteur;

  • 3.

    het voegen in strafprocessen, bedoeld in artikel 51a van het Wetboek van Strafvordering.

Artikel 2.13a Griffier; burgemeestersvolmachten

Aan de griffier wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het ondertekenen van, het verrichten van rechtshandelingen ter uitvoering van en het vertegenwoordigen van de gemeente in en buiten rechte met betrekking tot de obligatoire overeenkomsten genoemd in artikel 2.13 van dit besluit.

Artikel 2.17 Hoofd afdeling Juridisch van het cluster Bestuurs- en concernondersteuning: college- en burgemeestersmandaten

Aan het hoofd van de afdeling Juridisch van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning wordt door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester mandaat verleend tot het verlenen van ontslag aan leden van kamer I van de Algemene Bezwaarschriftencommissie, indien een lid:

  • a.

    zelf om ontslag verzoekt;

  • b.

    de maximale zittingsduur, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Verordening behandeling bezwaarschriften Rotterdam 2008 heeft bereikt

Artikel 2.17a [vervallen]

Artikel 2.18 Hoofd afdeling Juridisch van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning; collegemandaten

Aan het hoofd van de afdeling Juridisch van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

  • 1.

    het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, inclusief het beslissen op verzoeken om vergoeding van de proceskosten op grond van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze bevoegdheid niet, in artikel 2.4, vierde lid, is opgedragen aan een lid van het college, en waarbij:

    • a.

      het besluit waartegen het bezwaarschrift is gericht, door een gemandateerde namens het college is genomen, én:

    • b.

      waartegen de gemandateerde niet te kennen heeft gegeven contrair te willen gaan aan het advies van de Algemene bezwaarschriftencommissie.

  • 2.

    het verlenen van ontslag aan leden van de Algemene bezwaarschriftencommissie, indien een lid:

    • a.

      zelf om ontslag verzoekt;

    • b.

      de maximale zittingsduur, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Verordening behandeling bezwaarschriften Rotterdam 2008 heeft bereikt.

  • 3. het achterwege laten van de toepassing van artikel 7:6, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bedoeld in artikel 7:6, vierde lid van die wet.

  • 4. het verdagen van de beslistermijn, bedoeld in artikel 7:10, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 5. het besluiten tot ambtelijk horen, bedoeld in artikel 13 van de Verordening behandeling bezwaarschriften Rotterdam.

  • 6. het besluiten tot toepassing van het bepaalde in artikel 7:4, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 7. het besluiten tot openbaarheid van een ambtelijke hoorzitting, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Verordening behandeling bezwaarschriften.

Artikel 2.18a Concerndirecteur Stadsontwikkeling: collegemandaten

Aan de concerndirecteur Stadsontwikkeling wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot het nemen van beslissingen op bezwaarschriften tegen besluiten op grond van de Huisvestingswet of de daarop gebaseerde verordening, inclusief het beslissen op verzoeken om vergoeding van de proceskosten, op grond van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen de gemandateerde niet te kennen heeft gegeven contrair te willen gaan aan het advies van de Bezwarenadviescommissie Huisvesting regio Rotterdam.

Artikel 2.19 Leerplichtambtenaren; collegemandaten

Aan de leerplichtambtenaren, bedoeld in artikel 16 van de Leerplichtwet 1969, wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

Artikel 2.20 Directeur Rekenkamer Rotterdam: collegevolmachten

Aan de directeur van de Rekenkamer Rotterdam wordt door het college gevolmacht:

het besluiten tot het aangaan van obligatoire overeenkomsten voortvloeiend uit zijn taakuitoefening, binnen het voor hem door de raad vastgestelde budget, met uitzondering van besluiten tot het verrichten van de rechtshandelingen, bedoeld in de artikelen 4.3 en 10.8 van dit besluit.

Artikel 2.21 Directeur Rekenkamer Rotterdam: burgemeestersvolmachten

Aan de directeur van de Rekenkamer Rotterdam wordt door de burgemeester gevolmacht:

  • 1.

    het ondertekenen van de in artikel 2.20 bedoelde obligatoire overeenkomsten;

  • 2.

    het vertegenwoordigen van de gemeente in en buiten rechte bij het uitoefenen van de in artikel 2.20 volmacht verleend tot bevoegdheden.

Artikel 2.22 Gemeentelijk ombudsman Rotterdam: collegevolmachten

Aan de Gemeentelijke ombudsman Rotterdam wordt door het college gevolmacht:

het besluiten tot het aangaan van obligatoire overeenkomsten voortvloeiend uit zijn taakuitoefening, binnen het voor hem door de raad vastgestelde budget, met uitzondering van besluiten tot het verrichten van de rechtshandelingen, bedoeld in de artikelen 4.3 en 10.8 van dit besluit.

Artikel 2.23 Gemeentelijke ombudsman Rotterdam: burgemeestersvolmachten

Aan de Gemeentelijke ombudsman Rotterdam wordt door de burgemeester gevolmacht:

  • 1.

    het ondertekenen van de in artikel 2.22 bedoelde obligatoire overeenkomsten;

  • 2.

    het vertegenwoordigen van de gemeente in en buiten rechte bij het uitoefenen van de in artikel 2.22 gevolmachte bevoegdheden.

Artikel 2.24 Gemeentearchivaris; collegemandaten en -volmachten

  • 1. Aan de gemeentearchivaris wordt door het college van burgemeester en wethouders gemandateerd:

  • 2. Aan de gemeentearchivaris wordt door het college van burgemeester en wethouders gevolmacht:

    • a.

      het aanvaarden van schenkingen, legaten en erfstellingen, tot een bedrag van € 11.500,- per object;

    • b.

      het vervreemden van objecten uit de documentaire verzamelingen tot een waarde van € 11.500,- per object.

Paragraaf 3 Algemeen directeur: algemene bepalingen

Artikel 3.1 Algemene bepaling

Aan de algemeen directeur worden door het college van burgemeester en wethouders en door de burgemeester alle in deze paragraaf opgenomen bevoegdheden gemandateerd, gevolmacht en gemachtigd voor zover elders in dit besluit niet anders is bepaald.

Artikel 3.2 Algemene ondermandaten, ondervolmachten en ondermachtigingen door algemeen directeur

  • 1. De algemeen directeur is bevoegd de hem in dit besluit gemandateerde, gevolmachte en gemachtigde bevoegdheden te ondermandateren, ondervolmachten en ondermachtigen aan de concerncontroller, de directeur Veilig, de concerndirecteuren ende gebiedsdirecteur, met dien verstande dat de algemeen directeur slechts bevoegd is de bevoegdheden, bedoeld in artikel 4.3, te ondervolmachten aan de concerncontroller.

  • 2. De in het eerste lid genoemde functionarissen zijn bevoegd tot:

    • a.

      het verlenen van ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de aan hen opgedragen bevoegdheden aan ambtenaren en medewerkers binnen hun organisatie, de concerncontroller, de directeur Veiligheid, andere concerndirecteuren en andere bestuursorganen, rechtspersonen of natuurlijke personen;

    • b.

      het accepteren van (onder-) mandaat, (onder-) volmacht en (onder-) machtiging van andere bestuursorganen, rechtspersonen of natuurlijke personen;

      voor zover dit voor een efficiënte uitvoering of in het kader van gemaakte samenwerkingsafspraken wenselijk of noodzakelijk is.

Artikel 3.3 College: algemene mandaten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

  • 1.

    het accepteren van mandaat van een ander bestuursorgaan, in het kader van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden.

  • 2.

    het besluiten tot aangaan en ondertekenen van, het verrichten van rechtshandelingen ter uitvoering van en het vertegenwoordigen van de gemeente in en buiten rechte met betrekking tot publiekrechtelijke overeenkomsten in het kader van de uitvoering van de aan hem overgedragen bevoegdheden, met dien verstande dat voor bedragen boven € 250.000,- mede het besluit van zijn plaatsvervanger of een door de (onder)gemandateerde aangewezen ambtenaar of medewerker benodigd is, met uitzondering van schades;

  • 3.

    [vervallen];

  • 4.

    [vervallen];

  • 5.

    het uitoefenen van de dwangsomregeling, bedoeld in de artikelen 4:17, 4;18 en 4:20 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • 6.

    de bevoegdheden met betrekking tot bestuurlijke geldschulden, bedoeld in de afdelingen 4.4.1, 4.4.2 en 4.4.3 en paragraaf 4.4.4.1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de in dit besluit aan hem gemandateerde bevoegdheden;

  • 7.

    het indienen van bedenkingen en het naar voren brengen van een zienswijze in het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • 8.

    het aanwijzen van toezichthouders ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

  • 9.

    het geven van een bestuurlijke waarschuwing;

  • 10.

    het aanvragen bij bestuursorganen van de gemeente Rotterdam of van andere publiekrechtelijke rechtspersonen van een vergunning, toestemming, of ontheffing alsmede het aanvaarden van een vergunning, toestemming of ontheffing;

  • 11.

    het nemen van besluiten op verzoeken om subsidie op grond van de Subsidieverordening Rotterdam 2005 en 2014 en daarop gebaseerde regelgeving, dan wel op grond van een andere autonome verordening met gebruikmaking van de bevoegdheden, bedoeld in de afdelingen 4.2.3 tot en met 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • 12.

    het verrekenen van subsidies, bedoeld in artikel 16 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

  • 13.

    het aanvragen van Europese subsidies;

  • 13a.

    het aanvragen van niet-Europese subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen;

  • 13b.

    het in ontvangst nemen, beheren, besteden en verantwoorden van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen;

  • 16

    het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming van de Europese Unie;

  • 17

    het besluiten tot een digitale meningspeiling, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Verordening inspraak, digitale meningspeiling, burgerinitiatief en referenda Rotterdam 2018, het besluiten of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van beleid, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening, en het vaststellen van een andere inspraakprocedure voor een of meer beleidsvoornemens, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van deze verordening;

  • 18

    het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van de belasting als bedoeld in artikel 255, vijfde lidvan de Gemeentewet;

  • 19

    het besluiten tot het doen van aangifte van een strafbaar feit.

Artikel 3.4 College: algemene volmachten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:

  • 1.

    het accepteren van volmacht van een ander bestuursorgaan, in het kader van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden.

  • 2.

    het besluiten tot het aangaan van obligatoire overeenkomsten in het kader van de interne bedrijfsvoering, na verkregen goedkeuringvan de directeur Financiën en Inkoop van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning;

  • 3.

    het besluiten tot het aangaan van obligatoire overeenkomsten, met uitzondering van het verstrekken van leningen en garanties aan en het ontvangen van zekerheden, rechtspersonen bedoeld in de Verordening leningverstrekking en garantiever-lening Rotterdam 2014, in het kader van de uitvoering van de aan hem overgedragen bevoegdheden, met dien verstande dat: voor bedragen boven € 250.000,- mede het besluit van zijn plaatsvervanger of een door de (onder)gemandateerde aangewezen ambtenaar of medewerker benodigd is met uitzondering van schades;

  • 4.

    [vervallen];

  • 5.

    het vertegenwoordigen bij mediation en het in dat kader besluiten tot het aangaan van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot of samenhangend met de hem opgedragen bevoegdheden, tot € 5.000,-;

  • 6.

    het voegen in strafprocessen.

  • 7.

    het vaststellen van de gemeentelijke prijzen, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Verordening Financiën van de gemeente Rotterdam 2013.

Artikel 3.5 College: algemene machtigingen

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot:

  • 1.

    het accepteren van een machtiging van een ander bestuursorgaan, in het kader van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden.

  • 2.

    het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

  • 3.

    het vaststellen van formulieren ten behoeve van de uitvoering van de hem overgedragen bevoegdheden;

  • 4.

    het bijhouden van registers ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

  • 5.

    het mededelen van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene, bedoeld in artikel 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming;

  • 6.

    het melden van een inbreuk in verband met persoonsgegevens bij de toezichthoudende autoriteit, bedoeld in artikel 33 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

Artikel 3.6 Burgemeester: algemene mandaten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:

  • 1.

    het uitoefenen van de bevoegdheden inzake de dwangsomregeling, bedoeld in de artikelen 4:17, 4:18 en 4:20 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • 2.

    het geven van een bestuurlijke waarschuwing;

  • 3.

    het aanwijzen van toezichthouders ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

  • 4.

    het besluiten tot het doen van aangifte van een strafbaar feit;

  • 5.

    het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming van de Europese Unie.

Artikel 3.7 Burgemeester: algemene volmachten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot:

  • 1.

    het ondertekenen van obligatoire overeenkomsten, bedoeld in artikel 3.4, tweede en derde lid van dit besluit, met de in dat derde lid aangegeven financiële begrenzing alsmede het vertegenwoordigen van de gemeenten in en buiten rechte met betrekking tot deze overeenkomsten;

  • 2.

    het voegen in strafprocessen;

  • 3.

    het doen van aangifte van een strafbaar feit.

Artikel 3.8 Burgemeester: algemene machtigingen

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester machtiging verleend tot:

  • 1.

    het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

  • 2.

    [vervallen]

  • 3.

    het vaststellen van formulieren ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

  • 4.

    het mededelen van een inbreuk in verband met persoonsgegevens van de betrokkene, bedoeld in artikel 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming;

  • 5.

    het melden van een inbreuk in verband met persoonsgegevens bij de toezichthoudende autoriteit, bedoeld in artikel 33 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

Paragraaf 4 Algemeen directeur: middelen en control; veiligheid

Artikel 4.1 Middelen en control; collegevolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:

  • 1.

    het besluiten tot het gebruik van financieringsinstrumenten, als bedoeld in artikel 18 van het Treasurystatuut Rotterdam 2021;

  • 2.

    het besluiten tot het gebruik van instrumenten voor het uitzetten van overtollige middelen, alsbedoeld in artikel 19 van het Treasurystatuut Rotterdam 2021;

  • 3.

    het besluiten tot het gebruik van derivaten, als bedoeld in artikel 20 van het Treasurystatuut Rotterdam 2021;

  • 4.

    het besluiten tot het verstrekken van bankgaranties, als bedoeld in artikel 15 van het Treasurystatuut Rotterdam 2021;

  • 5.

    het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot de financiering van de gemeente als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van het Treasurystatuut Rotterdam 2021;

  • 6.

    het besluiten tot het aanvragen van een standaardbankverklaring als bedoeld in artikel 2, onderdeel h van het Treasurystatuut Rotterdam 2021;

  • 7.

    [vervallen]

  • 8.

    het besluiten tot het aanwijzen van de treasurer en de handelaren, bedoeld artikel 16 van het Treasurystatuut Rotterdam 2021;

  • 9.

    het besluiten tot het aanvaarden van aandelen in het kapitaal van Stadsherstel Historisch RotterdamN.V.;

  • 10.

    [vervallen]

  • 11.

    het verlenen van subsidieonderdeel II als bedoeld in de Regeling investeringssubsidies breedtesport-, scouting- en speeltuinverenigingen;

  • 12.

    het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst tot achterstelling ten gunste van de gemeente als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling investeringssubsidies breedtesport-, scouting- en speeltuinverenigingen.

Artikel 4.2 Middelen en control; collegemachtigingen

[vervallen]

Artikel 4.3 Middelen en control; burgemeestersvolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot:

  • 1.

    het gebruik van financieringsinstrumenten, als bedoeld in artikel 18 van het Treasurystatuut Rotterdam 2021;

  • 2.

    het gebruik van instrumenten voor het uitzetten van overtollige middelen, als bedoeld in artikel 19 van het Treasurystatuut Rotterdam 2021;

  • 3.

    het gebruik van derivaten, als bedoeld in artikel 20 van het Treasurystatuut Rotterdam 2021;

  • 4.

    het verstrekken van bankgaranties, als bedoeld in artikel 15 van het Treasurystatuut Rotterdam 2021;

  • 5.

    het verstrekken van leningen aan en het verlenen van garanties ten behoeve van rechtspersonen, bedoeld in de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014. Hieronder wordt mede verstaan het aangaan van overeenkomsten waarmee ten behoeve van de gemeente eenrecht van hypotheek op eenonderpandwordt gevestigd, dat dient als zekerheid voor hetgeen de gemeente te vorderen heeft uit hoofdevan de lening of garantie;

  • 6.

    alle civielrechtelijke rechtshandelingen die nodig zijn ter realisering van zekerheidsrechten, die aan de gemeente verschaft worden in het kader van door de gemeente te verstrekken leningen en garanties als bedoeld in de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014;

  • 7.

    het openen, wijzigen en sluiten van bankrekeningen;

  • 8.

    het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot bankrekeningen en het hieraan gekoppeldebetalingsverkeer;

  • 9.

    het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot transport van contante gelden en waardepapieren;

  • 10.

    het aanwijzen van de treasurer en de handelaren, bedoeld in artikel 16 van het Treasurystatuut Rotterdam 2021;

  • 11.

    het vertegenwoordigen van de gemeente Rotterdam als aandeelhouder in N.V.’s en B.V.’s,waaronder wordt begrepen het bijwonen van Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders,daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen.

Artikel 4.3a Middelen en control: burgemeestersmachtigingen

[vervallen]

Artikel 4.4 Veiligheid; collegemandaten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders gemandateerd:

  • 1.

    het aanwijzen van risicocategorieën en risicogebieden, bedoeld in deBeleidslijn toepassing Bibob gemeente Rotterdam;

  • 2.

    het verbieden van bijeenkomsten, bedoeld in artikel 7c, derde lid, van de Wet op de kansspelen;

  • 3.

    het verlenen van een vergunning voor een loterij, bedoeld in de artikelen 3, 5 en 6 van de Wet op de kansspelen;

  • 4.

    het uitvoeren van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken en van het Uitvoeringsbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, indien het evenementen en horeca betreft;

  • 5.

    het verlenen van een vergunning voor het gebruik van de weg of weggedeelten anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, bedoeld in artikel 2:10 van de APV Rotterdam 2012, voor zover betrekking hebbend op filmopnames;

  • 6.

    [vervallen]

  • 7.

    [vervallen]

  • 8.

    [vervallen]

  • 9.

    het verlenen van een vergunning voor het plaatsen, aanbrengen of hebben van voorwerpen, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water, bedoeld in artikel 5:24 van de APV Rotterdam 2012, indien het evenementen en horeca betreft;

  • 10.

    het verlenen van een ontheffing en het afgeven van een door gedeputeerde staten gevraagde verklaring van geen bezwaar, bedoeld in artikel 148, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wegenverkeerswet;

  • 11.

    [vervallen]

  • 12.

    het uitoefenen van de bevoegdheden van de DOSA-regisseur, genoemd in de Samenwerkingsafspraken Deelgemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak en het bijbehorende Privacyreglement, waaronder begrepen het uitoefenen van de bevoegdheden genoemd in artikel 3.3, 14e lid van dit besluit.

  • 13.

    het verlenen van een vergunning voor een seksbedrijf, bedoeld in de artikelen 3:3, 3:7, 3:9 en 3:11 van de APV Rotterdam 2012, voor zover dit geen burgemeestersbevoegdheid betreft;

  • 14.

    het afwijken van de sluitingstijden voor seksinrichtingen, dan wel het beperken en vaststellen vanandere sluitingstijden voor een of meer seksinrichtingen of voor categorieën van seksinrichtingen,bedoeld in artikel 3:12, eerste lid, respectievelijk tweede lid van de APV Rotterdam 2012, voorzover dit geen burgemeestersbevoegdheid betreft;

  • 15.

    [vervallen]

  • 16.

    [vervallen]

  • 17.

    het verlenen van toestemming voor het verstrekken van politiegegevens, bedoeld in de artikelen 19 en 20 van de Wet politiegegevens.

  • 18.

    het verlenen van ontheffing voor nachtverblijf buiten kampeerterreinen, bedoeld in artikel 4:18, derde lid, van de APV Rotterdam 2012, voor zover het evenementen betreft;

  • 19.

    het doen van een verzoek om justitiële gegevens, bedoeld in artikel 43, eerste lid, Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens, met dien verstande dat ondermandaat uitsluitend schriftelijk wordt verleend aan medewerkers van de gemeente Rotterdam.

Artikel 4.5 Veiligheid, collegemachtiging

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot:

  • 1.

    het vaststellen van huisregels voor het Stadhuiscomplex en het vaststellen van alle uitvoeringsregels behorende bij de beveiligings- en veiligheidsplannen voor het Stadhuiscomplex;

  • 2.

    het vragen van advies, bedoeld in artikel 9, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur bij het Bureau Bibob, met betrekking tot vergunningen waarop de Wet Bibob betrekking heeft.

Artikel 4.6 Veiligheid; burgemeestersmandaten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:

  • 1.

    het aanwijzen van risicocategorieën en risicogebieden, bedoeld in de Beleidslijn toepassing Bibob gemeente Rotterdam;

  • 2.

    het verlenen van een vergunning tot het aanwezig hebben van een speelautomaat, bedoeld in de artikelen 30b tot en met 30g van de Wet op de kansspelen;

  • 3.

    het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of vestigen van een speelautomatenhal, bedoeld in de artikel 2:39a van de APV Rotterdam 2012;

  • 4.

    het verlenen van een exploitatievergunning voor een openbare inrichting, inclusief de beslissing tot ingebruikneming van de openbare weg ten behoeve van een terras, bedoeld in de artikelen 2:28, 2:29, 2:30b, 2:30c en 2:30d van de APV Rotterdam 2012;

  • 5.

    het verlenen van een vergunning voor het uitoefenen van door de burgemeester aangewezen bedrijfsmatige activiteiten in door de burgemeester aangewezen gebouwen of gebieden, als bedoeld in artikel 2:36, derde lid, onderdelen a en b, van de APV Rotterdam 2012.

  • 6.

    [vervallen]

  • 7.

    het stellen van een termijn voor het verwijderen van een terras indien dit voor het uitvoeren van openbare werken of om enigerlei andere reden noodzakelijk is, bedoeld in artikel 2:30b, derde lid, van de APV Rotterdam 2012, indien het evenementen en horeca betreft;

  • 8.

    het verlenen van een vergunning voor eenseksbedrijf, bedoeld in de artikelen 3:3, 3:7, 3:9 en 3:11 van de APV Rotterdam 2012, voor zover dit geencollegebevoegdheid betreft;

  • 9.

    het afwijken van de sluitingstijden voor een seksinrichting, bedoeld in “artikel 3:12, eerste lid, van de APV Rotterdam 2012;

  • het beperken en vaststellen van andere sluitingstijden voor een of meer seksinrichtingen of voor categorieën van seksinrichtingen,bedoeld in artikel 3:12, tweede lid van de APV Rotterdam 2012;

  • 11.

    [vervallen]

  • 12.

    het verlenen van een evenementenvergunning voor een A-, B- of C-evenement, bedoeld in artikel 2:25, van de APV Rotterdam 2012 en het verlangen van het overleggen van aanvullende gegevens, bedoeld in artikel 2:25, tiende lid, van de APV Rotterdam 2012;

  • 13.

    het in ontvangst nemen van een kennisgeving voor een 0-evenement, het zenden van een ontvangstbevestiging of een tegenbericht voor een 0-evenement, bedoeld in artikel 2:25a, eerste en vierde lid van de APV Rotterdam 2012;

  • 13a.

    het, bij de vergunningverlening bedoeld in lid 12, verlenen van een ontheffing geluidhinder, bedoeld in artikel 4:6 APV Rotterdam 2012, indien het evenementen, horeca of manifestaties betreft en voor zover dit niet betreft het mechanisch reinigen van gevels;

  • 14.

    [vervallen];

  • 15.

    het verlenen van een ontheffing voor het verwekken van gerucht, bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Zondagswet en het houden van openbare vermakelijkheden, bedoeld in artikel 4, derde lid, van deze wet;

  • 16.

    het voeren van overleg met gedeputeerde staten over een aanvraag tot ontheffing, bedoeld in artikel 35, tweede lid, van de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen;

  • 17.

    [vervallen]

  • 18.

    het verlenen van een ontheffing tot het schenken van sterke drank, als bedoeld in artikel 2:34c van de APV Rotterdam 2012;

  • 19.

    het verlenen van vergunningen en ontheffingen op grond van de Drank- en Horecawet;

  • 20.

    het verlenen van een vergunning voor het ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk, dan wel het voor het ter beschikking stellen aanwezig houden, bedoeld in artikel 2:72 van de APV Rotterdam 2012;

  • 21.

    [vervallen]

  • 22.

    het in ontvangst nemen van een kennisgeving van een betoging, vergadering of samenkomst, bedoeld in artikel 2:3, eerste lid, van de APV Rotterdam 2012 juncto de Wet openbare manifestaties;

  • 23.

    het in ontvangst nemen van een kennisgeving van een betoging of vergadering, bedoeld in artikel 2:3, eerste lid, van de APV Rotterdam 2012 juncto de Wet openbare manifestaties;

  • 24.

    [vervallen]

  • 25.

    [vervallen]

  • 26.

    het ontzeggen van de toegang tot een ruimte, bedoeld in artikel 36 van de Drank- en Horecawet, indien het evenementen en horeca betreft.;

  • 27.

    het in ontvangst nemen van gegevens van de politie aan de burgemeester op grond van de artikelen 16, 18, 19 en 20 van de Wet politiegegevens;

  • 28.

    [vervallen]

  • 29.

    [vervallen]

  • 30.

    het verbieden van een bijeenkomst door een paracommerciële rechtspersoon, als bedoeld in artikel 2:34b, vijfde lid van de APV Rotterdam 2015;

  • 31.

    [vervallen];

  • 32.

    het uitvoeren van de bevoegdheden bedoeld in artikel 10b, eerste, vierde, zesde en zevende lid, van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek en het uitvoeren van de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 5, eerste lid, 6, 7, 11 en 13, tweede lid, van het Besluit verwerking persoonsgegevens bij selectieve woningtoewijzing ter beperking van overlastgevend en crimineel gedrag;

  • 33.

    het doen van een verzoek om justitiële gegevens, bedoeld in artikel 43, eerste lid, Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens, met dien verstande dat ondermandaat uitsluitend schriftelijk wordt verleend aan medewerkers van de gemeente Rotterdam.

Artikel 4.7 Veiligheid; burgemeestersvolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het indienen van klachten inzake taxatie- en hypotheekfraude bij het openbaar ministerie en het indienen van tuchtklachten bij de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie op grond van artikel 99 van de Wet op het notarisambt en bij de betreffende beroepsorganisaties van taxateurs of makelaars, een en ander in het kader van het uitvoeren van de integrale aanpak vastgoed- en hypotheekfraude.

Artikel 4.8 Veiligheid; burgemeestersmachtigingen

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester machtiging verleend tot het vragen van advies, bedoeld in artikel 9, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur bij het Bureau Bibob, met betrekking tot vergunningen waarop de Wet Bibob betrekking heeft, zulks met het jaarlijks in kennis stellen van de burgemeester van de op grond van dit artikel genomen besluiten.

Paragraaf 5 Algemeen directeur: maatschappelijke ontwikkeling

Artikel 5.1 Collegemandaten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

Artikel 5.2 Collegevolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:

  • 1.

    in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening:

    • a.

      het afgeven van verklaringen als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f, van de Faillissementswet;

    • b.

      het aangaan van overeenkomsten met burgers in het kader van de verlening van sociale kredieten;

    • c.

      het aangaan van overeenkomsten met burgers in het kader van de verlening van saneringskredieten tot een bedrag van € 30.000 per geval;

    • d.

      het vestigen van zakelijke zekerheden ten gunste van de gemeente ten behoeve van de onder b genoemde kredieten;

    • e.

      het kwijtschelden van nog niet verschenen termijnen van kredieten tot een bedrag van € 15.000 per debiteur;

    • f.

      het uitoefenen van taken en bevoegdheden, bedoeld in het Bankreglement Kredietbank Rotterdam;

    • g.

      het bepalen of een schuld, inclusief een fraudeschuld, die een belanghebbende heeft, wordt meegenomen in de schuldregeling.

  • 2.

    het uitvoeren van de artikelen 5:29 en 5:30 van de Algemene wet bestuursrecht tot het meevoeren en opslaan, respectievelijk verkopen van dieren bij de toepassing van bestuursdwang;

  • 3.

    het verlenen van bijdragen aan de Stichting Fonds Bijzondere Noden Rotterdam;

  • 4.

    het uitvoeren van het gemeentelijk beleid gericht op integratie, burgerschap, taal, armoede en participatie, waaronder begrepen de verlening van de Rotterdampas en het vaststellen van inkomensgrenzen voor korting op de aanschaf van de Rotterdampas;

  • 5.

    het uitvoeren van gemeentelijke plannen en beleid en het faciliteren van activiteiten en voorzieningen gericht op sport, recreatie, kunst en cultuur;

  • 6.

    het uitoefenen van de bevoegdheden genoemd in de artikelen 9.2, 10.1, 10.3, sub f, g, i en k, 14.8, 14.9, 19.6 en 21 van de statuten van de Stichting Bibliotheek Rotterdam;

  • 7.

    het invorderen, het in der minne schikken en het nemen van een procesbesluit met betrekking tot bestuursrechtelijke geldvorderingen tot een bedrag van € 50.000 per debiteur;

  • 8.

    het kwijtschelden van schulden van debiteuren op grond van redelijkheid en billijkheid tot een bedrag van ten hoogste € 50.000.

Artikel 5.3 Collegemachtigingen

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot:

  • 1.

    het vaststellen en wijzigen van roosters met betrekking tot het schoolzwemmen;

  • 2.

    met betrekking tot de uitvoering van de Jeugdwet:

    • a.

      het op basis van artikel 2.4 van de Jeugdwet doen van een verzoek tot onderzoek (VTO) bij de Raad voor de Kinderbescherming;

    • b.

      het ontvangen van de notificatie van intake van een onder a. bedoeld verzoek tot VTO via de collectieve opdracht routeer voorziening (CORV);

    • c.

      het op basis van artikel 7.4.1 van de Jeugdwet versturen van berichten en ontvangen van notificaties via de collectieve opdracht routeer voorziening (CORV);

    • d.

      het doorzenden aan de wijkteams en de gecertificeerde instellingen van, via de collectieve opdracht routeer voorziening (CORV) ontvangen, notificaties inzake kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclasseringsmaatregelen;

  • 3.

    met betrekking tot de uitvoering van artikel 4.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015:

    • a.

      het afhandelen van zorgmeldingen van de politie via de Collectieve opdrachtrouteervoorziening;

    • b.

      het afhandelen van zorgmeldingen over vermoedens van kindermishandeling via de Collectieve opdrachtrouteervoorziening.

  • 4.

    het aanvragen van autorisatie voor de Injus berichtenbox re-integratie ex-gedetineerden en het machtigen tot het gebruik maken van de autorisatie op grond van artikel 51c Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

  • 5.

    het aanvragen van autorisatie voor Suwinet Inkijk voor het Jongerenloket en het machtigen tot het gebruik maken van de autorisatie op grond van artikel 5.9, eerste lid, onder f, van het Besluit SUWI.

Artikel 5.4 Burgemeestersmandaten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester mandaat verleend tot het verhalen van de kosten verbonden aan de bezorging van lijken in het kader van de uitvoering van de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 5.5 Burgemeestersvolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot:

Artikel 5.6 Burgemeestersmachtigingen

gereserveerd

Paragraaf 6 Algemeen directeur: werk en inkomen

Artikel 6.1 Collegemandaten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

  • 1.

    het uitvoeren van de taken en het uitoefenen van de bevoegdheden die aan het college van burgemeester en wethouders zijn opgedragen in het kader van:

  • 2.

    het laten vervallen van het recht van pand of hypotheek, waarbij de gemeente Rotterdam pand- of hypotheekhouder is inzake een vordering in het kader van de Algemene Bijstandswet, zoals deze bestond tot 1 januari 1996, de Algemene bijstandswet zoals deze bestond tot 1 januari 2004, de Wet inkomensvoorziening kunstenaars, zoals deze bestond tot 1 januari 2005, de Wet werk en inkomen kunstenaars, zoals deze bestond tot 1 januari 2012, de Wet werk en bijstand zoals deze bestond tot 1 januari 2015 of de Participatiewet;

  • 3.

    het in der minne schikken en het nemen van een procesbesluit, alsmede het verrichten van handelingen ter voorbereiding hierop, ten aanzien van geldvorderingen:

    • a.

      op grond van wet- en regelgeving waartoe de directeur op grond van dit besluit is gemandateerd;

    • b.

      die door de directeur van cluster Maatschappelijke Ontwikkeling zijn overdragen in verband met:

  • 4.

    het beslissen op een verzoek om schadevergoeding in het kader van de besluitvorming over de in dit hoofdstuk genoemde wet- en regelgeving, voor zover de schadeclaim een bedrag van € 5.000,-- per geval niet overschrijdt.

Artikel 6.2 Collegevolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:

  • 1.

    het nemen van alle conservatoire maatregelen en het doen van al wat mogelijk is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit van de gemeente Rotterdam in verband met de artikel 6.1 genoemde geldvorderingen;

  • 2.

    het beslissen op een verzoek om schadevergoeding in het kader van de besluitvorming over de in dit hoofdstuk genoemde wet- en regelgeving, voor zover de schadeclaim een bedrag van € 5.000,-- per geval niet overschrijdt;

  • 3.

    het doorhalen van het recht van pand of hypotheek, bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, van dit besluit.

Artikel 6.3 Collegemachtigingen

gereserveerd

Artikel 6.4 Burgemeestersmandaten

gereserveerd

Artikel 6.5 Burgemeestersvolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het vertegenwoordigen van de gemeente Rotterdam bij het verlijden van de notariële akte van hypotheekstelling en verpanding die betrekking heeft op een door het college van burgemeester en wethouders verstrekte uitkering in de vorm van een geldlening in het kader van de Participatiewet, tot 1 januari de Wet werk en bijstand.

Artikel 6.6 Burgemeestersmachtigingen

gereserveerd

Paragraaf 7 Algemeen directeur: stadsontwikkeling

Artikel 7.1 Collegemandaten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

  • 38.

    [vervallen]

  • 39.

    het nemen van besluiten bij of krachtens de Wet milieubeheer;

  • 40.

    het adviseren aan andere bestuursorganen inzake vergunningaanvragen en daarop betrekking hebbende ontwerpbesluiten in het kader van de milieuwetgeving, inclusief een daaraan voorafgaande Milieueffectrapportage;

  • 41.

    het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in artikel 88 van de Wet bodembescherming;

  • 42.

    het op grond van het Besluit bodemkwaliteit:

    • 1º.

      beoordelen van de ontvangen meldingen;

    • 2º.

      uitoefenen van controle op werken en toepassingen van grond of baggerspecie;

  • 43.

    het op grond van het Besluit verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinen:

    • 1º.

      aanschrijven van de bedrijven die niet aan de BSB-actie meedoen, waardoor de termijn gaat lopen waarbinnen het verkennend bodemonderzoek moet zijn verricht;

    • 2º.

      handhaven van dit besluit door bestuursrechtelijke sancties;

  • 53.

    het accorderen van declaraties van de Stichting Nationaal Restauratiefonds in het kader van het Besluit rijkssubsidiering restauratie monumenten en overige op dit terrein van toepassing zijnde rijkssubsidieregelingen;

  • 54.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Verordening woninggebonden subsidies 1995 en de op deze verordening gebaseerde handleidingen voor de categorieën Nieuwbouw en Reno Sociaal 1992, met uitzondering van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 8, 10, 12, 14, 15, 19, eerste lid, 40, derde lid, 79, eerste lid, onder a, 80, eerste en tweede lid, 111, derde lid, 112, tweede lid, 122 van genoemde verordening;

  • 55.

    het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in artikel 1.5 van de Subsidieverordening Stadsvernieuwing 1998 en van de hoofdstukken 2,3, 4 en 6 van de Subsidieverordening Stadsvernieuwing 1998, met uitzondering van de bevoegdheden, bedoeld in artikelen 3.1.4, eerste en vijfde lid, 3.1.5, derde lid, 3.1.8, eerste lid en 3.2.7, eerste lid;

  • 56.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Subsidieverordening Particuliere woningverbetering 2000, met uitzondering van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 1.5, 1.6, 2.1.8, eerste lid, 2.3.1, 2.3a.1 en 2.2.10, derde lid;

  • 57.

    het verlenen van een subsidie op grond van de Regionale verordening woninggebonden subsidies en het behandelen van gereedmeldingen op grond van deze verordening tot en met het voorleggen van deze aanvragen en het doen van gereed meldingen bij de Stadsregio Rotterdam, zulks met uitzondering van de artikelen 24, vierde lid, 76, eerste en tweede lid, 77, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 81,82, tweede lid, onder a en derde lid 103, vijfde lid en 107 van deze verordening;

  • 58.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Nadere regels subsidie herstel historisch waardevolle gevels van woningen;

  • 59.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Nadere regels subsidie en lening particuliere woningverbetering Rotterdam 2012 en de Nadere regels subsidie en lening particuliere woningverbetering Rotterdam 2015;

  • 60.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Nadere regels subsidie onderhoud van gemeentelijke kerkelijke monumenten;

  • 61.

    [vervallen]

  • 62

    [vervallen]

  • 63

    [vervallen]

  • 64

    [vervallen]

  • 65

    het verlenen van een standplaatsvergunning, bedoeld in de artikelen 5:18, eerste lid en 5:21d, eerste lid, van de APV Rotterdam 2012;

  • 66

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Crisis- en Herstelwet;

  • 67

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Winkeltijdenwet en de Verordening winkeltijden Rotterdam 2018;

  • 68

    het verlenen van een vergunning voor het openstellen van een tunnel voor het verkeer, bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels (Warvw) alsmede het uitvoeren van overige taken en bevoegdheden die het college toekomen in het kader van de Warvw, met uitzondering van de taken en bevoegdheden met betrekking tot de Maastunnel.

  • 69

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Maasvlakteverordening Rotterdam 2014, met uitzondering van artikel 6 inhoudende het stellen van nadere regels.

  • 70

    het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 5:21a, tweede en derde lid, van de APV Rotterdam 2012;

  • 71

    het verlenen van ontheffing van de verkooptijd van oliebollen, kerstbomen of haring als bedoeld in artikel 5:21c, tweede lid, APV Rotterdam 2012;

  • 72

    het verlenen van vergunning voor het innemen van een standplaats voor grote voertuigen als bedoeld in artikel 5:21d, eerste lid, APV Rotterdam 2012;

  • 73

    het uitvoeren van de Taxiverordening Rotterdam 2013;

  • 74

    het vaststellen van een programma als bedoeld in artikel 89 van de Wet geluidhinder alsmede het verrichten van voorbereidingshandelingen daarvoor en het voorleggen van dat programma aan de minister, bedoeld in artikel 90 van de Wet geluidhinder;

  • 75

    het verlenen van toestemming een aanplakbiljet aan te plakken, bedoeld in artikel 2:42, tweede lid APV Rotterdam 2012;

  • 76

    het aanwijzen van aanplakborden voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, bedoeld in artikel 2:42, vierde lid APV Rotterdam 2012;

  • 77

    het verlenen van ontheffing voor nachtverblijf buiten kampeerterreinen als bedoeld in artikel 4:18, derde lid, van de APV Rotterdam 2012, voor zover deze bevoegdheid geen betrekking heeft op nachtverblijf buiten kampeerterreinen in het kader van evenementen;

  • 78

    [vervallen]

  • 79

    het verlenen van een vergunning voor het houden van een inzameling van geld of daartoe een intekenlijst aan te bieden, bedoeld in artikel 5:13 van de APV Rotterdam 2012;

  • 80.

    het beslissen op aanvragen van privatiseren van openbaar groen;

  • 81.

    het verlenen van een deelmobiliteitsvergunning, bedoeld in artikel 5:12a van de APV Rotterdam 2012;

  • 82.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Verordening Architect aan zet en de Nadere Regels architect aan zet;

  • 83.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in afdeling 6.1 Wet ruimtelijk ordening, het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Planschadeverordening, en het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in afdeling 6.1 van het Besluit ruimtelijk ordening, met dien verstande dat het mandaat is beperkt tot ten hoogste € 50.000 voor het vergoeden van planschade en tot ten hoogste € 10.000 voor het toekennen van een voorschot;

  • 84.

    het beslissen op een verzoek tot nadeelcompensatie;

  • 85.

    het aanwijzen van gebouwen, woningen en verhuurders, bedoeld in artikel 2:80, eerste lid, van de APV Rotterdam 2012;

  • 86.

    het verlenen van een verhuurdervergunning, bedoeld in artikel 2:80, eerste lid, van de APV, Rotterdam 2012;

  • 87.

    het verlengen van de beslistermijn, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Erfgoedverordening Rotterdam 2020;

  • 88.

    het uitoefenen van de bevoegdheden uit de Verordening Starterslening Rotterdam;

  • 89.

    het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 4, 7 en 8, eerste lid, van de Doelgroepenverordening woningbouw Rotterdam 2021.

Artikel 7.2 College volmachten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:

  • 1.

    [vervallen];

  • 2.

    het besluiten tot het aangaan, wijzigingen en beëindigen van garantiestellingen ten behoeve van leningen in het kader van particuliere woningverbetering alsmede het vaststellen van uitvoeringsbepalingen, bedoeld in artikel 6 van Paragraaf 1 van de door de gemeente Rotterdam op 1 november 2004 gesloten samenwerkingsovereenkomst met de Stichting Nationaal Restauratiefonds, zoals nadien gewijzigd, inzake de subsidiëring en financieringsmethodiek in de particuliere woningverbeteringsector;

  • 3.

    het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, en het in dit kader verstrekken van garanties of borgtochten, zulks ter uitvoering van een college- of raadsbesluit dat ziet op de verstrekking van de garantie of borgtocht;

  • 4.

    uitgifte en verwerving van onroerende zaken en appartementsrechten, en het uitgeven in erfpacht daarvan, alsmede het vestigen en verwerven van beperkt zakelijke rechten, met uitzondering van overeenkomsten betreffende garantiestellingen en borgtochten;

  • 5.

    vastgoedbeheer en -ontwikkeling, waaronder in ieder geval het aangaan van overeenkomsten;

  • 6.

    het besluiten tot het aangaan, van huur- en verhuurovereenkomsten inzake onderwijsruimten;

  • 7.

    het besluiten tot het aangaan van huurovereenkomsten inzake kantoorhuisvesting van onderdelen van de gemeente;

  • 8.

    het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten inzake het ter beschikking stellen van parkeergelegenheid in parkeergarages van de gemeente;

  • 9.

    het als hypotheeknemer verlenen van toestemming voor het vestigen van een erfdienstbaarheid en het besluiten tot het aangaan van een gebruiksovereenkomst voor het plaatsen van antennes in het kader van het aanleggen van mobiele telefoonnetten;

  • 10.

    het verstrekken van huurgarantie als onderdeel van het huurcontract Hart van Zuid;

  • 11.

    het executeren van ontruimingsvonnissen ‘, tenzij het te ontruimen object is gelegen in het havengebied;

  • 12.

    [vervallen];

  • 13.

    [vervallen];

  • 14.

    [vervallen];

  • 15.

    het kwijtschelden van schulden van debiteuren op grond van redelijkheid en billijkheid tot een bedrag van ten hoogste € 50.000,-- per debiteur, exclusief BTW, met betrekking tot huurovereenkomsten inzake het Recreatieoord Hoek van Holland;

  • 16.

    het bedingen van zekerheden in het kader van het treffen van een betalingsregeling met betrekking tot verschuldigde bedragen op grond van (on)rechtmatige daad;

  • 17.

    [vervallen]

  • 18.

    het invorderen, waaronder het nemen van een procesbesluit, en in der minne regelen van geldvorderingen op debiteuren tot een bedrag van € 50.000,-- exclusief BTW per debiteur, met betrekking tot huurovereenkomsten inzake het Recreatieoord Hoek van Holland;

  • 19.

    [vervallen];

  • 20.

    het besluiten tot het aangaan van anterieure overeenkomsten, bedoeld in artikel 6.17 en 6.24 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • 21.

    het besluiten tot het aangaan van planschadeverhaalsovereenkomsten bedoeld in artikel 6.4a van de Wet ruimtelijke ordening;

  • 22.

    het verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van gemeente-eigendommen;

  • 23.

    het afgeven van een EG-verklaring van overeenstemming als bedoeld in de EG-machinerichtlijn;

  • 24.

    het aangaan van overeenkomsten als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Uitvoeringsregeling Startersleningen Rotterdam;

  • 25.

    het uitvoeren van de artikelen 78 en 79 van de Onteigeningswet;

  • 26.

    het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten als bedoeld in de Verordening Starterslening Rotterdam.

Artikel 7.3 Collegemachtigingen

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot het afgeven en ondertekenen van een EG-verklaring van overeenstemming, bedoeld in de EG-machinerichtlijn.

Artikel 7.4 Burgemeestersmandaten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:

  • 1.

    het stellen van een termijn met betrekking tot het verwijderen van terrassen indien dit voor het uitvoeren van openbare werken of om enigerlei andere reden noodzakelijk is, bedoeld in artikel 2:30b van de APV Rotterdam 2012, voor zover deze bevoegdheid niet (in ondermandaat) is opgedragen aan de directeur Veiligheid;

  • 2.

    [vervallen]

  • 3.

    verkeersbrigadiers, bedoeld in artikel 56, vierde lid van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, juncto artikel 82, derde lid van het RVV 1990;

  • 4.

    het verlenen van een ontheffing voor het verwekken van gerucht, bedoeld in artikel 3, derde lid van de Zondagswet;

  • 5.

    het ontzeggen van de toegang tot een ruimte, bedoeld in artikel 36 van de Drank en Horecawet, voor zover deze bevoegdheid niet is opgedragen aan de directeur Veiligheid;

  • 6.

    het verlenen van vrijstelling of ontheffing voor het optreden als straatartiest als bedoeld in artikel 2:9, derde lid, van de APV Rotterdam 2012.

Artikel 7.5 Burgemeestersvolmachten

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 1.4, tweede lid, van dit besluit wordt aan de algemeen directeur door de burgemeester volmacht verleend tot het vertegenwoordigen van de gemeente bij het passeren van notariële akten.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 1.4, tweede lid, van dit besluit, verleent de burgemeester aan de algemeen directeur tevens de bevoegdheid om ondervolmacht te verlenen aan de medewerkers verbonden aan het notariskantoor dat verantwoordelijk is voor het passeren van de notariële akten, zowel aan hen tezamen als aan een ieder van hen afzonderlijk.

  • 3. Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het doen van een verzoek aan de kantonrechter om een machtiging tot:

  • 4. Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het ondertekenen van een EG-verklaring van overeenstemming als bedoeld in de EG-machinerichtlijn.

Artikel 7.6 College en burgemeester: mandaten, volmachten en machtigingen

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders en door de burgemeester mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het uitoefenen van de bevoegdheden zoals geformuleerd in Hoofdovereenkomst Gebiedsontwikkeling Hart van Zuid (hierna te noemen HOK) van de publiek-private samenwerking met Contractspartij Coeur du Sud B.V., waartoe in elk geval behoort:

  • het vaststellen en betaalbaar stellen van vergoedingen en betalingen uit hoofde van hoofdstukIII van de HOK ('betalingen en financiële rekening'), waaronder het periodiek vaststellen van de periodieke prestatievergoeding;

  • het deelnemen in de stuurgroep van de publiek-private samenwerking, als bedoeld in artikel 14 en volgende van de HOK;

  • het uitoefenen van de in artikel 26 van de HOK genoemde systematiek van gemeentelijke zekerheden, waaronder het verzoeken van een aanvullende bankgarantie jegens Coeur du Sud B.V., bedoeld in artikel 26, tweede lid van de HOK.

Paragraaf 8 Algemeen directeur: stadsbeheer

Artikel 8.1 Collegemandaten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

Artikel 8.2 Collegevolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:

  • 1.

    [vervallen];

  • 2.

    het besluiten tot het aangaan van obligatoire overeenkomsten met uitzondering van garantiestellingen en borgtochtovereenkomsten, ten behoeve van het laten zoeken en ruimen van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog, met uitzondering van ontwikkelingsprojecten;

  • 3.

    het goedkeuren van documenten opgesteld in het kader van de Beoordelingsrichtlijn Opsporen Conventionele Explosieven;

  • 4.

    [vervallen]

  • 5.

    het verhuren van het genot van de jacht, bedoeld in artikel 3.23 van de Wet Natuurbescherming;

  • 6.

    het verlenen van een schriftelijke toestemming voor de binnenvisserij om te vissen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c en artikel 21 van de Visserijwet 1963;

  • 7.

    [vervallen]

  • 8.

    [vervallen]

  • 9.

    het aanwijzen van een installatieverantwoordelijke voor laag- of hoogspanningsinstallaties, als bedoeld in NEN 3140 onderscheidenlijk NEN 3840.

Artikel 8.3 Collegemachtigingen

gereserveerd

Artikel 8.4 Burgemeestersmandaten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:

  • 1.

    het maken en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen, het opleggen van een last onder dwangsom, bedoeld in artikel 5:32 en het geven van een beschikking omtrent de invordering van een dwangsom, bedoeld in artikel 5:37 van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot situaties en overtredingen van de verboden als bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 8, van de APV Rotterdam 2012 juncto het handhavingsarrangement bij de horecanota, alsmede het maken en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen met betrekking tot het overtreden van de verbodsbepalingen in de Drank- en Horecawet conform het handhavingsarrangement bij de Drank- en Horecawet;

  • 2.

    het opleggen van een bestuurlijke boete bij een overtreding van artikel 20, eerste en tweede lid en artikel 25, juncto artikel 44a, van de Drank- en Horecawet;

  • 3.

    het verlenen van een vergunning tot het opgraven van een lijk op een gemeentelijke begraafplaats, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Wet op de lijkbezorging;

  • 4.

    het maken en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen in het kader van de handhaving van evenementen, bedoeld in de artikelen 2:25 en 2:25a van de APV Rotterdam 2012;

  • 5.

    het opleggen van een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod, bedoeld in artikel 2:59 van de APV Rotterdam 2012;

  • 6.

    het opstellen en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen bedoeld in artikel 2:35 APV Rotterdam 2012 juncto de beleidslijn heling voor handelaren in ongeregelde en gebruikte goederen;

  • 7.

    het uitoefenen van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, inclusief het op kosten van de overtreder doen wegnemen, beletten, verrichten of in de vorige toestand herstellen van hetgeen in strijd met de in bijlage 2 genoemde wetten en verordeningen is gedaan of nagelaten;

  • 8.

    het aanstellen van verkeersregelaars, bedoeld in artikel 56, eerste lid, onder b, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

Artikel 8.5 Burgemeestersvolmachten

gereserveerd

Artikel 8.6 Burgemeester: machtiging

gereserveerd

Paragraaf 9 Algemeen directeur: dienstverlening

Artikel 9.1 Collegemandaten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

Artikel 9.1a College: ondermandaat namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

[vervallen].

Artikel 9.2 Collegevolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot:

  • 1.

    het ondertekenen van de opgave van de gemeente tot het verkrijgen van een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds, bedoeld in artikel 2 van de Wet op het BTW-compensatiefonds;

  • 2.

    [vervallen];

  • 3.

    het aanvaarden van schenkingen, legaten en erfstellingen tot een bedrag van € 11.500,- per keer.

  • 4.

    het invorderen, het in der minne schikken en het nemen van een procesbesluit met betrekking tot civielrechtelijke geldvorderingen van

    door de concerndirecteur Stadsbeheer in ondervolmacht geheven parkeergelden;

  • 5.

    het vertegenwoordigen van het college van burgemeester en wethouders in en buiten rechte in belastingzaken.

Artikel 9.3 Collegemachtigingen

gereserveerd

Artikel 9.4 Burgemeestersmandaten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:

Artikel 9.5 Burgemeestersvolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot

  • 1.

    het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot bewaring van gevonden zaken, als bedoeld in de artikelen 5:5 tot en met 5:10 van het Burgerlijk Wetboek;

  • 2.

    het vertegenwoordigen van de gemeente Rotterdam in de algemene ledenvergaderingen van de Coöperatieve vereniging “DIMPACT”.

Artikel 9.6 Burgemeestersmachtigingen

Gereserveerd.

Artikel 9.7 Gebieden: burgemeestersmandaten

[vervallen]

Artikel 9.8 gebieden: burgemeestersvolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het ondertekenen van obligatoire overeenkomsten met betrekking tot participatie, representatie en subsidiëring van bewonersinitiatieven, waarvan het besluiten tot het aangaan daarvan in punt 2.08 van Bijlage 1 bij de Verordening op de Gebiedscommissies 2014 is gedelegeerd aan de gebiedscommissies, voorzover het hiertoe verleende budget toereikend is.

Paragraaf 10 Algemeen directeur: Bestuurs- en Concernaangelegenheden: juridische aangelegenheden; inkoop en aanbesteding diensten

Artikel 10.1 Juridische aangelegenheden; collegemandaten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

Artikel 10.2 Juridische aangelegenheden; collegevolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot het besluiten tot:

  • 1.

    het voeren van rechtsgedingen, zowel eisend als verwerend, of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder e, van de Gemeentewet, tenzij deze bevoegdheden zijn (onder)gevolmacht aan de concerndirecteur Stadsontwikkeling;

  • 2.

    het nemen van alle conservatoire maatregelen en het doen van al wat mogelijk is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit van de gemeente Rotterdam, tenzij het betreft belastingzaken;

  • 3.

    het beslissen op verzoeken om schadevergoeding verschuldigd uit onrechtmatige daad of uit eentoerekenbare tekortkoming jegens derden en de uitbetaling van schadevergoeding, voor zoverdeze bevoegdheid niet in ondermandaat is opgedragen aan de concerndirecteur Werk en Inkomen;

  • 4.

    het besluiten tot het aangaan, beheren, wijzigen en beëindigen van verzekeringsovereenkomsten;

  • 5.

    het regelen en uitbetalen van schade, met inachtneming van de daarbij behorende eigen risico’sen met uitzondering van planschade.

Artikel 10.3 Juridische aangelegenheden; collegemachtigingen

gereserveerd

Artikel 10.4 Juridische aangelegenheden; burgemeestersmandaten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester, in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, mandaat verleend tot:

  • 1.

    het besluiten namens de burgemeester rechtsgedingen te voeren in bestuursrechtelijke procedures te voeren;

  • 2.

    het beslissen op verzoeken in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter, bedoeld in artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 10.5

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het besluiten om namens de burgemeester in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan civielrechtelijke rechtsgedingen te voeren, zowel eisend als verwerend, of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten.

Artikel 10.6 Centraal bestuur; burgemeestersvolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het ondertekenen van inschrijfformulieren voor de inschrijving van de gemeente Rotterdam en haar vestigingen en de formulieren voor het doorgeven van wijzigingen aan de Kamer van Koophandel.

Artikel 10.6a Juridische aangelegenheden; burgemeestersmachtigingen

gereserveerd

Artikel 10.7 Inkoop en aanbesteding diensten; collegemandaten

gereserveerd

Artikel 10.8 Inkoop en aanbesteding diensten; collegevolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:

  • 1.

    het verlenen van goedkeuring aan de concerndirecteuren, de directeur Veiligheid en de gebiedsdirecteur, voorafgaande aan het besluiten tot het aangaan van clusteroverstijgende overeenkomsten met betrekking tot de centrale inkoop van werken, leveringen en diensten in het kader van de interne bedrijfsvoering, bedoeld in artikel 3.4, tweede lid;

  • 2.

    het bekendmaken van aanbestedingen met betrekking tot werken, leveringen en diensten;

  • 3.

    het bekendmaken en verzenden van stukken met betrekking tot aanbestedingen met betrekking tot werken, leveringen en diensten;

  • 4.

    het bekendmaken van voorgenomen gunningsbeslissingen in het kader van aanbestedingen met betrekking tot werken, leveringen en diensten.

Artikel 10.9 Inkoop en aanbesteding diensten; collegemachtigingen

gereserveerd

Artikel 10.10 Inkoop en aanbesteding diensten; burgemeestersmandaten

gereserveerd

Artikel 10.11 Inkoop en aanbesteding diensten; burgemeester namens college: volmachten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester, namens het college op grond van artikel 171 van de Gemeentewet, volmacht verleend tot het ondertekenen van en het verrichten van rechtshandelingen ter uitvoering van overeenkomsten genoemd in artikel 10.8, eerste lid van dit besluit.

Artikel 10.12 Bestuurlijke aangelegenheden; collegemandaten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

  • 1.

    het vaststellen van het register, bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 2.

    het, met betrekking tot nog niet aan de archiefbewaarplaats overgedragen archieven van de voormalige deelgemeenten, toepassing geven aan de artikelen 5, 7, 8 eerste lid, sub b, 12, 13 en 15, eerste lid, en 15a, eerste en derde lid, van de Archiefwet 1995, met inachtneming van het Archiefbesluit 1995.

Artikel 10.13 Bestuurlijke aangelegenheden; collegevolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:

  • 1.

    Het beslissen op aanvragen voor de toekenning en registratie van domeinnamen en aliassen en het bijhouden hiervan in een register als bedoeld in de Beleidsregels inzake de toekenning en registratie van domeinnamen, onder het aan de gemeente Rotterdam toegekende domein “rotterdam.nl”.

  • 2.

    Het verlenen van toestemming aan derden voor het gebruik van het stadswapen van de gemeente Rotterdam.

Artikel 10.13a Financiën en Inkoop: collegemandaten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot':

  • 1.

    het bij dwangbevel invorderen van bestuursrechtelijke geldschulden, bedoeld in artikel 4:114 van de Algemene wet bestuursrecht, het in der minne schikken en het nemen van een procesbesluit met betrekking tot bestuursrechtelijke geldschulden met betrekking tot:

    • a.

      door de concerndirecteur Stadsontwikkeling in ondermandaat opgelegde lasten onder dwangsom op grond van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      door de concerndirecteur Stadsontwikkeling in ondermandaat gevorderde bedragen die volgen uit opgelegde lasten onder bestuursdwang op grond van de Algemene wet bestuursrecht;

    • c.

      door de concerndirecteur Stadsontwikkeling in ondermandaat gevorderde bedragen tot verhaal van kosten in verband met de ontruiming van een hennepkwekerij;

    • d.

      teruggevorderde subsidies;

    • e.

      bestuurlijke boetes;

    • f.

      door de concerndirecteur Maatschappelijke Ontwikkeling in ondermandaat opgelegde lasten onder dwangsom, lasten onder bestuursdwang en bestuurlijke boetes inzake kinderopvangcentra, gastouderbureaus en gastouders.

  • 2.

    het besluiten tot het aangaan, ondertekenen, wijzigen en beëindigen van overeenkomsten met betrekking tot rekening-courantstelsels en het hieraan gekoppelde betalingsverkeer;

  • 3.

    het besluiten tot het openen, wijzigen en sluiten van bankrekeningen;

  • 4.

    het besluiten tot het aangaan, ondertekenen, wijzigen en beëindigen van overeenkomsten met betrekking tot transport van contante gelden en waardepapieren;

  • 5.

    het besluiten tot het aanvragen en toekennen van betaalkaarten als bedoeld in artikel 13 van het Treasurystatuut Rotterdam 2021;

  • 6.

    het besluiten over het gebruik van nieuwe digitale betaaldiensten als bedoeld in artikel 14 van het Treasurystatuut Rotterdam 2021.

Artikel 10.14 Bestuurlijke aangelegenheden; collegemachtigingen

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot het besluiten op verzoeken tot toestemming aan medewerkers en studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam tot gebruik en toegang van de gemeentelijke databanken, waarbij aan dit gebruik en de toegang voorwaarden kunnen worden verbonden. Tot het beschikbaar stellen van data wordt alleen overgegaan na het raadplegen van het gemeentelijk organisatieonderdeel waarop de informatie betrekking heeft.

Artikel 10.14a Financiën en Inkoop: collegevolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht verleend tot:

  • 1.

    het invorderen, het in der minne schikken, het kwijtschelden en het nemen van een procesbesluit met betrekking tot civielrechtelijke geldvorderingen, voor zover deze bevoegdheid niet in ondervolmacht is opgedragen aan de concerndirecteur Dienstverlening en de concerndirecteur Stadsontwikkeling;

  • 2.

    het optreden als exclusieve vertegenwoordiger namens de gemeente in contacten met de Rijksbelastingdienst.

Artikel 10.15 Bestuurlijke aangelegenheden burgemeestersmachtigingen

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeestersmachtiging verleend tot:

  • 1.

    het beheer op de aanvraag, uitgifte en inname/intrekking van e-Herkenningsmiddelen;

  • 2.

    het vertegenwoordigen van de gemeente Rotterdam bij de aanschaf, registratie en intrekking,tijdelijke opschorting en uitbreiding van e-Herkenningsmiddelen voor de betrouwbaarheidsniveaus1 t/m 4 als bedoeld in de handreiking ‘Betrouwbaarheidsniveaus voor elektronische overheids-diensten’ van het Forum Standaardisatie.

Artikel 10.16 Bestuurlijke aangelegenheden burgemeestersvolmachten

Aan de algemeen directeur wordt door de burgemeester volmacht verleend tot:

Het vertegenwoordigen van de gemeente Rotterdam als lid van de Coöperatie BIRGIT U.A., waaronder wordt begrepen het bijwonen van de algemene vergaderingen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen.

Paragraaf 11 Bevoegdheden buiten het concern

Artikel 11.1 Politiechef van de regionale eenheid Rotterdam; college: mandaat

Aan de politiechef van de regionale eenheid Rotterdam wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

Artikel 11.2 Politiechef van de regionale eenheid Rotterdam: burgemeestersmandaten

Aan de politiechef van de regionale eenheid Rotterdam wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:

Artikel 11.3 Hulpofficier van justitie; burgemeestersmandaten

Aan de hulpofficier van justitie wordt door de burgemeester mandaat verleend tot het uitvoeren van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, eerste, derde, zevende en achtste lid en artikel 5, eerste lid, van de Wet tijdelijk huisverbod.

Artikel 11.3a Hulpofficier van justitie: burgemeestersvolmacht

Aan de hulpofficier van justitie wordt door de burgemeester volmacht verleend tot het zich doen vertegenwoordigen bij de opening van de deuren en van het huisraad, bedoeld in artikel 444, tweede lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Artikel 11.4 Algemeen directeur Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond; collegemandaten

Aan de Algemeen directeur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

  • 1.

    het beoordelen of een situatieschets en plattegrondtekeningen noodzakelijk zijn om aannemelijk te maken dat het gebruik voldoet aan de bij of krachtens de wet gegeven voorschriften, bedoeld in artikel 1.19, zesde lid, van het Bouwbesluit 2012;

  • 2.

    het toezenden of uitreiken van een bewijs van ontvangst van een gebruiksmelding, bedoeld in artikel 1.20 van het Bouwbesluit 2012;

  • 3.

    het opleggen van nadere voorwaarden na een gebruiksmelding, bedoeld in artikel 1.21 van het Bouwbesluit 2012;

  • 4.

    het wijzigen van de nadere voorwaarden, bedoeld in artikel 1.21 op grond van artikel 1.22 van het Bouwbesluit 2012;

  • 5.

    het behandelen van een melding, bedoeld in artikel 2.4 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen;

  • 6.

    het stellen van nadere voorwaarden en het wijzigen van die nadere voorwaarden, bedoeld in artikel 2.4, derde lid en 2.5 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen;

  • 7.

    het bepalen of op grond van artikel 6.40 van het Bouwbesluit 2012 een installatie voor mobiele radiocommunicatie tussen hulpverleningsdiensten binnen en buiten dat bouwwerk noodzakelijk is, alsmede de daaraan te stellen eisen;

  • 8.

    het zorgdragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens de Brandbeveiligingsverordening 2013, de hoofdstukken I tot en met III en artikel 92 van de Woningwet en het Bouwbesluit 2012, met het oog op het voorkomen en beperken van brand en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand in bouwwerken en gebouwen;

  • 9.

    het aanwijzen van toezichthouders, bedoeld in artikel 5.11 van de Algemene wet bestuursrecht, juncto artikel 5.10, derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunningen en artikel 61, derde lid van de Wet veiligheidsregio’s, die zullen zijn belast met het toezicht op de naleving van:

Artikel 11.5 Algemeen directeur Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond; collegemachtigingen

Aan de algemeen directeur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot het aanwijzen van toezichthouders, bedoeld in artikel 5.10, derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 11.6 Officier van dienst Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond; burgemeesters mandaten

Aan de officier van dienst van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en alle boven hem geplaatste operationeel leidinggevenden van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, wordt door de burgemeester mandaat verleend tot het inwerkingstellen van het waarschuwingssysteem teneinde de burgers te waarschuwen voor acuut gevaar bij een ramp of zwaar ongeval, bedoeld in artikel 11a, eerste lid, van de Wet rampen en zware ongevallen.

Artikel 11.7 Havenmeester Rotterdam; collegemandaten

  • Aan de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

    • a.

      het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5, eerste lid, 6, eerste lid, 7, eerste lid, en 8 van de Scheepvaartverkeerswet;

    • b.

      het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Wrakkenwet;

    • c.

      het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Waterstaatswet 1900;

    • d.

      het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.9, 3.1, 3.2, 3.3, 3.5, 3.7, 3.10, 3.11, 3.12, 4.2, 4.3, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9, 4.10, 4.11, 4.13, 5.1, 8.1, 8.2, 8.3, 8.4, 8.5, 8.6, 8.7, 8.8, 11.1.3, 11.2.1, 11.2.3, 11.3.2, 11.4.2 en 13.2 van de Havenverordening Rotterdam 2020;

Artikel 11.8 Havenmeester Rotterdam; burgemeester: mandaat

Aan de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., in zijn hoedanigheid als Havenveiligheidsfunctionaris (Port Security Officer), wordt door de burgemeester mandaat, volmacht of machtiging verleend tot:

Artikel 11.8a Havenmeester van Rotterdam: burgemeester: ondermandaat namens de Minister van Infrastructuur en Milieu

  • 1. Aan de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., in zijn hoedanigheid als Havenveiligheidsfunctionaris (Port Security Officer), wordt door de burgemeester, namens de Minister van Infrastructuur en Milieu, ondermandaat verleend ten aanzien van het uitoefenen van de bevoegdheden van de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 18 van de Regeling havenstaatcontrole 2011.

  • 2. De havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., voert bij de hem toegekende bevoegdheid een ordentelijke en voor de burgemeester inzichtelijke administratie.

Artikel 11.9 Directeur DCMR; collegemandaten

Aan de directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

Artikel 11.9a Directeur DCMR: collegemachtigingen

Aan de directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond wordt door het college machtiging verleend tot:

  • 1.

    het inzien, verkrijgen en gebruiken van informatie die door inrichtingen is verstrekt aan de rijksdienst voor Ondernemend Nederland in het kader van artikel 2.15, tweede lid, Activiteitenbesluit milieubeheer;

  • 2.

    het uitvoeren van een eigen onderzoek en het daartoe opvragen van gegevens en bescheiden bedoeld in artikel 30 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, voor zover het onderzoek betrekking heeft op een omgevingsvergunning milieu.

Artikel 11.10 Directeur DCMR; burgemeestersmandaten

Aan de directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:

  • 1.

    het maken en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen bij nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat door openbare inrichtingen, bedoeld in artikel 2:28, zesde lid van de APV Rotterdam 2012 en zoals in het bij de horecanota behorende handhavingsarrangement omtrent overschrijding van de geluidsnormen is bepaald;

  • 2.

    het maken en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen bij nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat bij incidentele festiviteiten als bedoeld in artikel 4:3 van de APV Rotterdam 2012, in samenhang met hetgeen hierover in het bij de horecanota behorende handhavingsarrangement omtrent overschrijding van de geluidsnormen is bepaald;

  • 3.

    het aanwijzen van ambtenaren, bedoeld in artikel 6:2, eerste lid van de APV Rotterdam 2016, die belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde omtrent het ter beschikking stellen en houden van consumentenvuurwerk bij of krachtens artikel 2:72 van de APV Rotterdam 2012;

  • 4.

    het maken en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen en, zulks in afwijking van het bepaalde in artikel 1.4, vierde lid juncto artikel 1.3, vijfde lid, van dit Besluit, het opleggen van een last onder bestuursdwang, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet en het opleggen van een last onder dwangsom bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet juncto artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht, met betrekking tot het bepaalde omtrent het ter beschikking stellen en houden van consumentenvuurwerk, bij of krachtens artikel 2:72 van de APV Rotterdam 2012;

  • 5.

    het overeenkomstig artikel 2:35 APV sluiten van gebouwen van waaruit consumentenvuurwerk ter beschikking wordt gesteld en gehouden, wanneer dit is vereist in het belang van de openbare orde, ter voorkoming of beperking van overlast of ter voorkoming van nadelige beïnvloeding van het woon- of leefklimaat;

  • 6.

    het aanwijzen van ambtenaren, bedoeld in artikel 6:2, eerste lid van de APV Rotterdam 2016, die zijn belast met het toezicht op de naleving van de aan een evenementenvergunning verbonden geluidsvoorschriften, bedoeld in artikel 2:25, eerste en zevende lid, van de APV Rotterdam 2012;

  • 7.

    het maken en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen en het opleggen van een last onder bestuursdwang, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet met betrekking tot de naleving van de aan een evenementenvergunning bedoelde geluidsvoorschriften, bedoeld in artikel 2:25, eerste en zevende lid, van de APV Rotterdam 2012.

Artikel 11.10a Directeur DCMR: burgemeestersmachtiging

Aan de directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond wordt door de burgemeester machtiging verleend tot het, in het kader van de verlening van een vergunning voor de verkoop van vuurwerk, uitvoeren van een eigen onderzoek en het daartoe opvragen van gegevens en bescheiden bedoeld in artikel 30 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 11.11 Directeur RET N.V.; collegemandaten

Aan de directeur RET N.V. wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot het beslissen op aanvragen om nadeelcompensatie in het kader van de Nadeelcompensatieverordening Randstadrail Rotterdam en Rotterdam Centraal, voor zover en met dien verstande dat:

  • 1.

    de aanvraag betrekking heeft op nadeel als gevolg van de werkzaamheden van Randstadrail;

  • 2.

    een bedrag van twee miljoen euro niet te boven gaat;

  • 3.

    voor aanvragen die tevens Rotterdam Centraal betreffen, de instemming van de gemandateerde ter zake van Rotterdam Centraal is vereist;

  • 4.

    de directeur RET N.V. verplicht is zich door middel van het jaarverslag van RET N.V. te verantwoorden over het gebruik van de gemandateerde bevoegdheden in het jaar waarop het verslag ziet.

Artikel 11.12 Woningcorporaties; collegemandaten

  • 1. Aan de directeur-bestuurders van de woningcorporaties die in Rotterdam zelfstandige woonruimte onder de huurprijsgrens verhuren wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot:

Artikel 11.13 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

  • 1. Aan de algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland wordt mandaat verleend tot het verlenen van ontheffingen van een geslotenverklaring op grond van verkeersbord C22a, bedoeld in artikel 3.1 van de Beleidsregels en ontheffingenbesluit ontheffingen Milieuzone Rotterdam 2016, 2e wijziging (Beleidsregels).

  • 2. Bij het verlenen van een ontheffing handelt de algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland overeenkomstig artikel 3.1 van de Beleidsregels en ontheffingenbesluit ontheffingen Milieuzone Rotterdam 2016, 2e wijziging (Beleidsregels).

Artikel 11.14 ANWB; burgemeestersmandaten

Aan de hoofddirecteur van de ANWB wordt door de burgemeester mandaat verleend tot het afgeven van internationale rijbewijzen aan ingezetenen van de gemeente Rotterdam, bedoeld in artikel 117 van de Wegenverkeerswet.

Artikel 11.15 Directeur Centrum Beeldende Kunst; collegemandaten

Aan de directeur Centrum Beeldende Kunst wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot het uitvoeren van de Regeling Ontwikkeling- en Onderzoekssubsidies voor Rotterdamse Kunstenaars.

Artikel 11.16 directeur publieke gezondheid GGD Rotterdam-Rijnmond; collegemandaten, - volmachten en –machtigingen

Aan de directeur publieke gezondheid GGD Rotterdam-Rijnmond wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat, volmacht en machtiging verleend tot:

  • 1.

    het uitoefenen van de bevoegdheden in verband met het uitvoeren van de basistaken door de gemeente Rotterdam, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Rotterdam-Rijnmond;

  • 2.

    [vervallen]

  • 3.

    het houden van toezicht en het uitvoeren van taken, bedoeld in artikel 1.61 van de Wet kinderopvang;

  • 4.

    het houden van toezicht, bedoeld in artikel 7 van de Wet op de jeugdverblijven.

Artikel 11.17 Exploitant van Rotterdam The Hague Airport; burgemeestersmandaten

Aan de exploitant van Rotterdam The Hague Airport wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:

  • 1.

    het aan de gezagvoerder van een luchtvaartuig dat een internationale

  • reis maakt, bij aankomst in de burgerluchthaven, verzoeken om een gezondheidsverklaring, bedoeld in artikel 51, eerste lid en om aanvullende gegevens over de gezondheidstoestand aan boord, bedoeld in artikel 51, derde lid, van de Wet publieke gezondheid;

  • 2.

    in geval van een melding als bedoeld in artikel 50 van de Wet publieke gezondheid of indien anderszins blijkt van omstandigheden aan boord van een luchtvaartuig dat een internationale reis maakt, die een ernstig gevaar voor de volksgezondheid kunnen meebrengen, bepalen van maatregelen met betrekking tot de toelating tot of de onttrekking aan het vrije verkeer van het luchtvaartuig in de burgerluchthaven, voor zover het betreft het afzonderen van het luchtvaartuig op het luchtvaartterrein, bedoeld in artikel 53, eerste lid en het verzoeken aan de gezagvoerder om een overzicht van gegevens van passagiers, bedoeld in artikel 53, derde lid, sub b, van deze wet.

Artikel 11.18 Voorzitter van het Jeugdbeschermingsplein

Aan de voorzitter van het Jeugdbeschermingsplein wordt door het college van burgemeester en wethouders machtiging verleend tot het volgende:

  • a.

    het op basis van artikel 2.4 van de Jeugdwet doen van een verzoek tot onderzoek (VTO) bij de Raad voor de Kinderbescherming;

  • b.

    het ontvangen van de notificatie van intake van een onder a. bedoeld verzoek tot VTO via de collectieve opdracht routeer voorziening (CORV);

  • c.

    het op basis van artikel 7.4.1 van de Jeugdwet versturen van berichten en ontvangen van notificaties via de collectieve opdracht routeer voorziening (CORV);

  • d.

    het doorzenden aan de wijkteams en de gecertificeerde instellingen van, via de collectieve opdracht routeer voorziening (CORV) ontvangen, notificaties inzake kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclasseringsmaatregelen.

Artikel 11.19 Bestuur Stichting Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond; collegemandaat en -machtigingen

Aan het bestuur van Stichting Veilig Thuis Rotterdam-Rijmmond wordt door het college van burgemeester en wethouders:

  • 1.

    mandaat verleend tot het vaststellen van het recht op crisisopvang huiselijk geweld, bedoeld in artikel 2.3.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • 2.

    machtiging verleend tot de uitvoering van de volgende in artikel 4.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 genoemde taken:

    • a.

      het afhandelen van zorgmeldingen van de politie via de Collectieve opdrachtrouteervoorziening;

    • b.

      het afhandelen van zorgmeldingen over vermoedens van kindermishandeling via de Collectieve opdrachtrouteervoorziening.

Artikel 11.20 Manager Crisis Interventie Team (CIT) en (gebieds)managers Gecertificeerde Instelling

Aan de Manager Crisis Interventie Team en de managers en gebiedsmanagers van de Gecertificeerde Instelling wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat, volmacht en machtiging verleend tot:

Artikel 11.20 Manager Crisis Interventie Team (CIT) en (gebieds)managers Gecertificeerde Instelling

Aan de Manager Crisis Interventie Team en de (gebieds)managers van de Gecertificeerde Instelling, wordt door het college van burgemeester en wethouders volmacht dan wel machtiging verleend tot het indienen van een verzoek bij de kinderrechter, bedoeld in artikel 6.1.8, eerste lid, juncto de artikelen 6.1.2, eerste lid, 6.1.3, eerste lid, en 6.1.4, eerste lid, van de Jeugdwet, tot het verzoeken van een machtiging, een spoedmachtiging en een voorwaardelijke machtiging om een jeugdige in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven.

Artikel 11.21 Commandant Koninklijke Marechaussee: collegemandaat

Aan de Commandant Koninklijke Marechaussee wordt door het college van burgemeester en wethouders mandaat verleend tot het toepassen van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 170, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

Artikel 11.22 Centrum voor Dienstverlening; burgemeestersmachtiging

Aan het bestuur van het Centrum voor Dienstverlening wordt door de burgemeester machtiging verleend om betrokkene te horen als bedoeld in artikel 7:1, derde lid, onder b, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.

Paragraaf 12 Slotbepalingen

Artikel 12.1 Intrekking oude regeling

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012 wordt ingetrokken.

Artikel 12.2 Overgangsbepaling

Ondermandaten, ondervolmachten en ondermachtigingen die zijn verleend op grond van het MVMR 2012 worden geacht te zijn verleend op grond van het MVMR 2016 en vervallen op de eerste dag van de negende maand na de dag van inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 12.3 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016.

Artikel 12.4 Citeerartikel

Dit besluit wordt aangehaald als:

  • 1.

    Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016;

  • 2.

    MVMR 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van

15 december 2015.

De secretaris,
Ph. F. M.Raets
De burgemeester,
A.Aboutaleb

Aldus vastgesteld in de vergadering van 15 december 2015.

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Bijlage 2 behorende bij MVMR 2016

Lijst van wetten en verordeningen, genoemd in artikel 8.1, vierde lid, MVMR 2012: Het uitoefenen van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, inclusief het op kosten van de overtreder van de navolgende regelgeving doen wegnemen, beletten, verrichten of in de vorige toestand herstellen van hetgeen in strijd met na te noemen bepalingen is gedaan of nagelaten: Geldend vanaf 1 januari 2013.

1. APV Rotterdam 2012:

Artikel 2:6 Beperking verspreiden van voorwerpen voor Handelsreclamedoeleinden;

Artikel 2:10 plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg;

Artikel 2:11 aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg;

Artikel 2:12 maken en veranderen van een uitweg;

Artikel 2:14 winkelwagentjes;

Artikel 2:15 hinderlijke beplanting of voorwerp;

Artikel 2:16 openen straatkolken e.d.;

Artikel 2:18 rookverbod in bossen en natuurgebieden;

Artikel 2:19 gevaarlijk of hinderlijk voorwerp;

Artikel 2:23 veiligheid op het ijs;

Artikel 2:23a (slaap)verblijf op de weg, in voertuigen en kampeermiddelen;

Artikel 2:42 plakken en kladden;

Artikel 2:43 vervoer plakgereedschap;

Artikel 2:45 bescherming groenvoorzieningen;

Artikel 2:47 hinderlijk gedrag op openbare plaatsen;

Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d.;

Artikel 2:57 loslopende honden;

Artikel 2:58 verontreiniging door honden;

Artikel 2:59 gevaarlijke honden;

Artikel 2:60 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren;

Artikel 2:73 Gebruik van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling;

Artikel 4:7 Straatvegen;

Artikel 4:8 natuurlijke behoefte doen;

Artikel 4:9 toestand sloten en putten;

Artikel 4:9b Verbod oplaten ballonen;

Artikel 4:11 omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden;

Artikel 4:11c afstand van de erfgrenslijn;

Artikel 4:11g herplant- en instandhoudingsplicht;

Artikel 4:11k voorwerpen aan en in houtopstand;

Artikel 4:13 opslag voer- en vaartuigen, caravans, mest, etc.

Artikel 4:15 verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame;

Artikel 4:18 Nachtverblijf buiten kampeerterreinen;

Artikel 4:19 Aanwijzing kampeerplaatsen;

Artikel 5:2 parkeren autobedrijven;

Artikel 5:3 te koop aanbieden van voertuigen;

Artikel 5:4 defecte voertuigen;

Artikel 5:5 voertuigwrakken;

Artikel 5:6 caravans, aanhangwagens, e.d.;

Artikel 5:7 parkeren reclamevoertuigen;

Artikel 5:8 parkeren grote voertuigen;

Artikel 5:10 overlastgevend parkeren van voertuigen;

Artikel 5:11 aantasting groenvoorziening door voertuigen;

Artikel 5:12 overlastgevend stallen en hinderlijk parkeren van (brom)fietsen en fietswrakken;

Artikel 5:12a deelmobiliteitsvergunningen;

Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen;

Artikel 5:15 ventverbod;

Artikel 5:18

standplaatsen

gebruik van openbaar water;

Artikel 5:21a standplaatsvrije gebieden;

Artikel 5:21c inneming en ontruiming standplaats;

Artikel 5:21d standplaatsen en grote voertuigen;

Artikel 5:25 ligplaats vaartuigen;

Artikel 5:30 Veiligheid op het water;

Artikel 5:30a Zwemmen en baden elders dan in zee;

Artikel 5:31 vaarverbod;

Artikel 5:31a Vaarverbod;

Artikel 5:31b Verzamelen van visvoer;

Artikel 5:32 motorvoertuigen, (brom)fietsen op het strand en in duinterreinen;

Artikel 5:33 Rij- en trekdieren op het strand;

Artikel 5:33a Vaartuigen op en bij het strand;

Artikel 5:34 verbod afvalstoffen verbranden;

2.Marktverordening Rotterdam 2008:

Artikel 4 vereisten innemen staanplaats op markt Artikel 13 verwijderen van markt

3.Marktreglement Rotterdam 2008:

Artikel 4 tijdstip innemen staanplaats; aan- en afvoer goederen

Artikel 7 innemen staanplaats conform staanplaatsenplan

Artikel 15 voorschriften met betrekking tot standwerkersplaatsen

Artikel 21 obstakels en welstand

Artikel 22 schoonhouden en opleveren standplaatsen

4.Telecommunicatiewet:

Artikel 5.4, eerste lid, sub b kabels in openbare grond ten behoeve van openbare elektronische communicatienetwerken.

5. Taxiverordening Rotterdam 2013.

6. Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009.

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 31 december 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)