Nadere regels eenmalige regeling subsidies inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen op gemeentelijke veldsportcomplexen

Geldend van 30-11-2017 t/m heden

Intitulé

Nadere regels eenmalige regeling subsidies inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen op gemeentelijke veldsportcomplexen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de wethouder Financiën, Organisatie, Haven, Binnenstad en Sport van 28 maart 2017 (kenmerk 17MO01409);

overwegende dat:

  • er in opdracht van de gemeente in 2015, 2016 en 2017 een schouw is uitgevoerd naar de staat van onderhoud van de accommodaties van veldsportverenigingen op de gemeentelijke veldsportcomplexen;

  • uit deze schouw blijkt dat er bij veel clubgebouwen sprake is van achterstallig onderhoud;

  • het conform de afdoening van de motie ‘financiering vervanging sportaccommodaties’ wenselijk is dat de veldsportverenigingen op de gemeentelijke veldsportcomplexen hun clubgebouwen met gemeentelijke middelen op het onderhoudsniveau ‘sober en doelmatig’ kunnen brengen;

  • het daartoe verstrekken van een subsidie - in plaats van uitvoering door de gemeente - aansluit op de eigen verantwoordelijkheid van de betrokken veldsportverenigingen voor het onderhoud van hun clubgebouwen;

  • het gewenst is nadere regels te stellen aan de verstrekking van deze subsidies;

  • de veldsportverenigingen op de gemeentelijke veldsportcomplexen zelf verantwoordelijk zijn en blijven voor het onderhoud van hun clubgebouwen en deze uitvoeringsregels voor de verstrekking van subsidies ten behoeve van het inlopen van het achterstallig onderhoud daarom nadrukkelijk een eenmalig karakter hebben; gelet op artikel 3, derde lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 (SVR 2014);

besluit vast te stellen:

Nadere regels eenmalige regeling subsidies inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen op gemeentelijke veldsportcomplexen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    beheerstichting :

    stichting zonder winstoogmerk, die onder andere tot doel heeft een clubgebouw te beheren en dit beschikbaar te stellen aan een of meerdere aan deze beheerstichting gelieerde veldsportverenigingen;

  • b.

    clubgebouw :

    onroerend goed in de vorm van een gebouw of een gedeelte daarvan, waarvan de veldsportvereniging of beheerstichting de economisch of juridisch eigenaar is;

  • c.

    college :

    college van burgemeester en wethouders van Rotterdam;

  • d.

    economisch eigenaar :

    veldsportvereniging of beheerstichting, die een clubgebouw in economisch eigendom heeft op een perceel grond waarvan de gemeente Rotterdam het juridisch eigendom bezit en waarbij:

    • de veldsportvereniging of beheerstichting de verantwoordelijkheid heeft voor het onderhoud van dat clubgebouw en dit onderhoud zelf verricht of laat verrichten, én

    • waarbij de veldsportvereniging of beheerstichting de kosten van beheer en onderhoud van dat clubgebouw voor eigen rekening moeten nemen;

  • e.

    onderhoudsbedrijf :

    in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel ingeschreven bedrijf met specifieke deskundigheid op het gebied van het onderhoud van vastgoed, die beschikt over het in de betreffende branche gebruikelijke keurmerk;

  • f.

    rapport :

    schriftelijke weergave van de resultaten per veldsportvereniging of per beheerstichting van de door Multical uitgevoerde schouw;

  • g.

    schouw :

    in 2015, 2016 en 2017 in opdracht van de gemeente door bureau Multical uitgevoerde onderzoek naar de staat van onderhoud van de clubgebouwen van veldsportverenigingen op de gemeentelijke veldsportcomplexen;

  • h.

    veldsportvereniging :

    vereniging,

    • die heeft meegedaan aan het in 2015, 2016 en 2017 in opdracht van de gemeente door bureau Multical uitgevoerde onderzoek naar de staat van onderhoud van de clubgebouwen van veldsportverenigingen op de gemeentelijke veldsportcomplexen, waarbij de resultaten daarvan zijn opgenomen in een rapport van Multical, en

    • die is opgenomen in het overzicht van genoemde rapporten in Bijlage 1 ‘Lijst verenigingen en bijbehorende kosten achterstallig onderhoud’, behorende bij deze nadere regels.

Artikel 2 Doel van de regeling

Het doel van deze regeling is eenmalig te stimuleren dat Rotterdamse veldsportverenigingen of de hieraan gelieerde beheerstichtingen hun clubgebouwen op het onderhoudsniveau ‘sober en doelmatig’ kunnen brengen en daarmee hun clubgebouwen op een aanvaardbaar kwaliteitsniveau te brengen.

Artikel 3 Kring van aanvraaggerechtigden

  • a. alleen de veldsportverenigingen, die vermeld staan in bijlage 1 ‘Lijst verenigingen en bijbehorende kosten achterstallig onderhoud’, kunnen een subsidieaanvraag op grond van deze regeling indienen;

  • b. de te verlenen subsidie is maximaal het bedrag, dat voor de aanvragende veldsportvereniging is opgenomen in bijlage 1 ‘Lijst verenigingen en bijbehorende kosten achterstallig onderhoud’.

Artikel 4 De subsidiabele kosten en maximaal subsidiebedrag

Voor subsidie kunnen in aanmerking komen:

  • a.

    de noodzakelijke kosten van de onderhoudswerkzaamheden voor het uitvoeren van de inhaalslag achterstallig onderhoud van de clubgebouwen van veldsportverenigingen of de hieraan gelieerde beheerstichtingen, zoals opgenomen in het rapport tot ten hoogste het bedrag aan onderhoudskosten, dat voor de betreffende veldsportvereniging of de hieraan gelieerde beheerstichting is berekend in het rapport en zoals dat is aangegeven in bijlage 1 ‘Lijst verenigingen en bijbehorende kosten achterstallig onderhoud’;

  • b.

    de kosten van overige renovatiewerkzaamheden van de clubgebouwen van veldsportverenigingen of de hieraan gelieerde beheerstichtingen tot maximaal het bedrag, dat voor de betreffende veldsportvereniging of hieraan gelieerde beheerstichting is berekend in het rapport en zoals dat is aangegeven in bijlage 1 ‘Lijst verenigingen en bijbehorende kosten achterstallig onderhoud’, echter alleen indien naar het oordeel van het college de subsidie effectiever voor deze overige renovatiewerkzaamheden ingezet kan worden dan voor de werkzaamheden volgens het rapport;

  • c.

    in het geval in het rapport geen onderhoudswerkzaamheden maar algehele sloop van het clubgebouw wordt geadviseerd, dan kan de betreffende vereniging in aanmerking komen voor een subsidie van maximaal € 40.000,– ten behoeve van de eenmalige kosten van inwoning bij een andere veldsportvereniging of fusie met een andere veldsportvereniging op basis van een door het college goed te keuren inwonings– of fusievoorstel dat de instemming heeft van alle betrokken veldsportverenigingen. Deze fusie of inwoning bij een andere vereniging moet uiterlijk 31 december 2019 gerealiseerd zijn.

Artikel 5 Niet-subsidiabele kosten

Voor subsidie komen in ieder geval niet in aanmerking:

  • a.

    de kosten van sloop van het clubgebouw en vervolgens eventuele vervangende nieuwbouw, ook niet indien in het rapport sloop wordt aanbevolen;

  • b.

    de kosten van eventuele extra aanpassingen of werkzaamheden die niet zijn opgenomen in het rapport;

  • c.

    de kosten van zelfwerkzaamheden;

  • d.

    de kosten, waarvoor reeds een andere subsidie is verleend.

Artikel 6 Subsidievereisten

De subsidie kan alleen worden verleend indien aan de volgende vereisten is voldaan:

  • a.

    de subsidieaanvrager is een veldsportvereniging of beheerstichting;

  • b.

    de onderhoudswerkzaamheden, waarvoor subsidie wordt aangevraagd, zijn opgenomen in het rapport;

  • c.

    de hoogte van de subsidieaanvraag is gebaseerd op een of meer offertes van een of meer onderhoudsbedrijven;

  • d.

    de uitvoering van de werkzaamheden vóór 31 december 2019 zal zijn afgerond;

  • e.

    de subsidieaanvrager bij de aanvraag schriftelijk meedeelt een blijvende monitoring door de gemeente van de kwaliteit van het onderhoud van zijn opstallen te accepteren door:

    • mee te werken aan een periodieke schouw van deze opstallen door de gemeente of in opdracht van de gemeente én

    • jaarlijks vóór 1 juli de jaarrekeningcijfers van het voorafgaande sportseizoen aan de gemeente beschikbaar te stellen; deze jaarrekeningcijfers moeten zijn goedgekeurd door de betreffende Algemene Ledenvergadering van de veldsportvereniging óf zijn goedgekeurd door het bestuur van de beheerstichting én de Algemene Ledenvergaderingen van de daaraan gelieerde veldsportverenigingen.

Artikel 7 Indieningstermijn aanvraag

Subsidieaanvragen kunnen vanaf 3 april 2017 tot uiterlijk 31 december 2018 worden ingediend.

Artikel 8 Indieningsvereisten

  • 1. De subsidieaanvraag wordt bij het college online ingediend via www.rotterdam.nl/subsidies (met e-herkenning), waarbij alle daarbij gevraagde gegevens door de aanvrager worden verstrekt.

  • 2. De aanvraag bevat daarnaast de volgende bescheiden:

    • a.

      een of meer offertes van een of meer onderhoudsbedrijven voor het uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden, waarvoor subsidie wordt aangevraagd; de offerte is op naam gesteld van de subsidieaanvrager, biedt gespecificeerd inzicht in de aangeboden werkzaamheden, de hoeveelheden, de kwaliteit en de materiaaltoepassing met daarbij een planning en realisatiedatum van de uitvoering;

    • b.

      een ondertekend exemplaar van bijlage 2 behorende bij deze nadere regels, waarin de veldsportvereniging, of de beheerstichting en de hieraan gelieerde veldsportverenigingen, verklaren mee te zullen werken aan een blijvende monitoring door de gemeente van de kwaliteit van het onderhoud van hun opstallen als bedoeld in artikel 6, onder e;

    • c.

      de in het vorige onderdeel bedoelde bijlage moet zijn ondertekend door de voorzitter en secretaris van het bestuur van de veldsportvereniging, of door alle voorzitters en secretarissen van het bestuur van de beheerstichting én de hieraan gelieerde veldsportverenigingen, die de subsidie aanvraagt of aanvragen.

Artikel 9 Weigeringsgronden

De subsidie kan op grond van deze regeling worden geweigerd indien:

  • a.

    de aanvraag niet voldoet aan het gestelde in de SVR 2014, de Algemene Wet Bestuursrecht, of

  • b.

    de aanvraag niet voldoet aan het gestelde in deze nadere regels.

Artikel 10 Algemene subsidieverplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht:

    • a.

      zich bij de werkzaamheden tot uitvoering van het achterstallig onderhoud van het clubgebouw, waarvoor de subsidie is verleend, te houden aan alle van toepassing zijnde geldende wet- en regelgeving;

    • b.

      tijdig te beschikken over de eventuele voor de uitvoering van de werkzaamheden, waarvoor de subsidie wordt verleend, vereiste vergunningen;

    • c.

      onverwijld schriftelijk melding te doen bij het college:

      • van alle belangrijke wijzigingen of afwijkingen van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend;

      • zodra aannemelijk is dat de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; en

      • van andere feiten en omstandigheden die tot intrekking of wijziging van de subsidie kunnen leiden, dan wel zodra de subsidieontvanger wetenschap of een redelijk vermoeden heeft dat zich een dergelijk feit of omstandigheid op korte termijn zou kunnen voordoen.

  • 2. Het college kan de subsidieontvanger bij de verleningsbeschikking ook andere verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie of die betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit of activiteiten wordt of worden verricht.

Artikel 11 Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1. Alle op grond van deze regeling verleende subsidies worden vastgesteld nadat daartoe de aanvraag tot vaststelling is ingediend.

  • 2. De aanvraag tot subsidievaststelling wordt uiterlijk twaalf weken na het afronden van de werkzaamheden, waarvoor de subsidie is verleend, bij het college online ingediend via www.rotterdam.nl/subsidies (met e-herkenning) waarbij alle daarbij gevraagde gegevens door de aanvrager worden verstrekt.

  • 3. In aanvulling op de artikelen 13 en 14 van de SVR 2014 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling:

    • a.

      een door het bestuur van de aanvrager gewaarmerkte rekening van inkomsten en uitgaven betreffende de gesubsidieerde werkzaamheden afgezet tegen de bij de subsidieaanvraag ingeleverde begroting;

    • b.

      kopieën van bewijsstukken van betaling;

    • c.

      een kopie van het proces-verbaal van oplevering (een prestatieverklaring) van het geleverde werk;

    • d.

      daarnaast, in het geval van subsidieverleningen tot € 50.000,–, foto’s van de gerealiseerde werkzaamheden.

  • 4. Het college kan ten behoeve van de vaststelling van de subsidie een inspectie naar de gesubsidieerde werkzaamheden uit (laten) voeren en het resultaat daarvan mee laten wegen bij de bepaling van de vaststelling van de subsidie.

Artikel 12 Instandhoudingsverplichting

  • 1. De subsidieontvanger zal het clubgebouw, waarvoor de subsidie is verleend, niet binnen vijf jaar na de datum van de subsidievaststelling:

    • a.

      een zodanig gewijzigde gebruiksbestemming geven dat deze niet langer hoofdzakelijk gebruikt kan worden ter ondersteuning van de verenigingsactiviteiten van de veldsportvereniging;

    • b.

      (laten) slopen.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing voor die gevallen, waarin de subsidieontvanger door de gemeente tot wijziging van de gebruiksbestemming of tot sloop van het clubgebouw, waarvoor de subsidie is verleend, wordt gedwongen of indien daarover afspraken tot stand komen tussen gemeente en subsidieontvanger.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op 1 april 2017.

Artikel 14 Geldigheidsduur

Deze nadere regels vervallen op 31 december 2024.

Artikel 15 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Eenmalige subsidieregeling inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van

28 maart 2017.

De secretaris,
Ph.F.M. Raets
De burgemeester,
B.J. Eerdmans, l.b.

Bijlage 1: Lijst verenigingen en bijbehorende kosten achterstallig onderhoud

Behorend bij de Eenmalige subsidieregeling inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2

Behorend bij de Eenmalige subsidieregeling inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen

Bereidverklaring

Hierbij verklaren ondergetekenden mee te zullen werken aan een blijvende monitoring door de gemeente van de kwaliteit van het onderhoud van hun clubgebouw(en), zoals kantines en kleedkamers, door:

  • a.

    mee te werken aan een periodieke schouw van deze opstallen door de gemeente of in opdracht van de gemeente én

  • b.

    jaarlijks vóór 1 juli de goedgekeurde jaarrekeningcijfers van het voorafgaande sportseizoen aan de gemeente beschikbaar te stellen.

In de gebruikers- of huurovereenkomst voor het veldsportcomplex zullen hierover door de gemeente bepalingen worden opgenomen.

I. Ondertekening in het geval de subsidieaanvrager een beheerstichting is:

  • 1.

    Het bestuur van de beheerstichting;

    • de voorzitter, naam: ………………….

    • de secretaris, naam: ………………….

    • datum: …………..

  • 2.

    Het bestuur van de eerste aan de beheerstichting gelieerde veldsportvereniging:

    • de voorzitter, naam: ………………….

    • de secretaris, naam: ………………….

    • datum: …………..

  • 3.

    Het bestuur van de tweede (indien van toepassing) aan de beheerstichting gelieerde veldsportvereniging:

    • de voorzitter, naam: ………………….

    • de secretaris, naam: ………………….

    • datum: …………..

  • 4.

    Het bestuur van de derde (indien van toepassing) aan de beheerstichting gelieerde veldsportvereniging:

    • de voorzitter, naam: ………………….

    • de secretaris, naam: ………………….

    • datum: …………..

II. Ondertekening in het geval de subsidieaanvrager een veldsportvereniging is:

Het bestuur van de veldsportvereniging:

  • de voorzitter, naam: ……………………..

  • de secretaris, naam: …………………….

  • datum: …………….

Toelichting bij de Eenmalige subsidieregeling inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen.

Algemeen

Op 9 juli 2015 heeft de gemeenteraad de motie ‘financiering vervanging sportaccommodaties’ (griffienummer 15bb6228) aangenomen, waarin wordt verzocht om op basis van een onderzoek naar de onderhoudssituatie van de clubgebouwen van veldsportverenigingen een financieringsvoorstel op te nemen voor de vervanging of modernisering van veldsportaccommodaties, passend bij de bestaande eigendomsverhoudingen. De veldsportcomplexen zijn vrijwel alle in volledig eigendom van de gemeente, de clubgebouwen hierop zijn doorgaans in economisch eigendom van de veldsportverenigingen. Het gevraagde onderzoek (de schouw) is in 2015, 2016 en 2017 uitgevoerd. De gemeenteraad heeft vervolgens besloten in de jaren 2017 en 2018 extra middelen beschikbaar te stellen voor het op basis van de schouw uitvoeren van het achterstallig onderhoud bij de clubgebouwen van de veldsportverenigingen.

De beschikbare middelen worden met een subsidie verstrekt aan de betrokken veldsportverengingen of de daaraan gelieerde beheerstichtingen. Er is dus niet gekozen voor uitvoering van het achterstallig onderhoud door de gemeente zelf of in opdracht van de gemeente. Een subsidie houdt immers in dat de veldsportvereniging zelf het onderhoud moet laten uitvoeren. Dit sluit beter aan op de eigen verantwoordelijkheid van de betrokken veldsportverenigingen voor het onderhoud van hun clubgebouwen. In deze regeling zijn ter uitvoering van deze subsidiëring nadere regels bepaald.

Deze regeling heeft nadrukkelijk een eenmalig karakter. De veldsportverenigingen op de gemeentelijke veldsportcomplexen zijn en blijven zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van hun clubgebouwen.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

In artikel 1 worden de relevante begrippen in de regeling omschreven. Enkele van deze begrippen worden hieronder nader toegelicht.

b. Clubgebouw:

Een clubgebouw is bijvoorbeeld een kantine of kleedkamer. Kenmerkend is dat het clubgebouw ten dienste staat van de verenigingsactiviteiten van de veldsportvereniging.

d. economisch eigenaar:

De clubgebouwen van de veldsportverenigingen die onder deze regeling vallen staan veelal op grond waarvan de gemeente juridisch eigenaar is. De gemeente stelt die grond ten behoeve van sportbeoefening beschikbaar aan de breedtesportverenigingen of hun beheerstichtingen. Omdat de gemeente juridisch eigenaar is van de grond, is de gemeente door natrekking ook de juridisch eigenaar van de clubgebouwen van de verenigingen. Deze clubgebouwen zijn echter in het verleden doorgaans in opdracht van de veldsportverenigingen zelf of hun beheerstichtingen gebouwd of aangekocht. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud en beheer van het clubgebouw ligt daarom bij de veldsportvereniging of beheerstichting. Om dit duidelijk te maken is deze positie hier gedefinieerd als economisch eigendom. In de enkele gevallen dat de veldsportvereniging of beheerstichting ook de juridisch eigenaar is van het clubgebouw, hebben deze vanzelfsprekend eveneens de verantwoordelijkheid voor het onderhoud en beheer van hun clubgebouw.

e. onderhoudsbedrijf:

Het doel van deze subsidieregeling is om het achterstallig onderhoud van de clubgebouwen in te lopen en deze clubgebouwen daarmee op een voldoende kwaliteitsniveau te brengen. Vanwege deze kwaliteitsdoelstelling is zelfwerkzaamheid uitgesloten van subsidiëring. De te subsidiëren werkzaamheden moeten door erkende bedrijven uitgevoerd worden, bijvoorbeeld schilders-, loodgieters- of aannemingsbedrijven. Dit betekent dat de arbeidskosten of de overhead van werknemers van de veldsportvereniging of beheerstichting niet in aanmerking komen voor subsidie. Dat geldt eveneens voor de kosten van vrijwilligers.

h. veldsportvereniging:

Dit begrip is zodanig geformuleerd dat hieronder alleen die veldsportverenigingen worden begrepen, die hebben meegedaan aan het in 2015, 2016 en 2017 in opdracht van de gemeente door bureau Multical uitgevoerde onderzoek naar de staat van onderhoud van de clubgebouwen van veldsportverenigingen op de gemeentelijke veldsportcomplexen (de schouw). De betrokken veldsportverenigingen zijn opgenomen in het overzicht in Bijlage 1 van de regeling. Alleen verenigingen of de hieraan gelieerde beheerstichtingen, die op de lijst in Bijlage 1 staan, komen in aanmerking voor een subsidie op grond van deze regeling.

Artikel 3 Kring van aanvraaggerechtigden

In dit artikel staat vermeld dat de subsidies op basis van deze regeling alleen aangevraagd kunnen worden door de veldsportverenigingen die vermeld staan op de lijst in bijlage 1 bij deze regeling. Andere verenigingen komen dus niet voor een subsidie in aanmerking.

De maximale subsidie voor een bepaalde veldsportvereniging is het bedrag, zoals vermeld in bijlage 1 bij deze regeling. Eventueel hogere kosten voor de uit te voeren werkzaamheden komen niet in aanmerking voor subsidie.

Artikel 4 De subsidiabele kosten en maximaal subsidiebedrag

In dit artikel is bepaald dat alleen de werkzaamheden die in het betreffende rapport van Multical (zie artikel 1, onder f en g) weergegeven voor subsidiëring in aanmerking komen. De subsidie is maximaal het bedrag dat in het rapport voor deze werkzaamheden is berekend. Indien in de subsidieaanvraag niet alle in het rapport opgenomen werkzaamheden zijn verwerkt, dan zal een navenant lagere subsidie worden verleend. Indien de offerte van een erkend bedrijf op een hoger bedrag uitkomt dan opgenomen in het rapport, dan zal dit hogere bedrag niet voor subsidie in aanmerking komen.

Onderdeel b van artikel 4 gaat over de soms voorkomende gevallen dat het effectiever is om de beschikbare middelen niet te investeren in het uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden volgens het rapport, maar deze te gebruiken voor een renovatie van het betreffende (deel) van het clubgebouw. Dit artikel maakt dit mogelijk. Bijvoorbeeld indien een kleedkamer in een zodanig slechte staat verkeert, dat een algehele renovatie effectiever is dan het achterstallig onderhoud uit laten voeren. Een andere mogelijkheid is dat de veldsportvereniging verplaatst wordt naar een ander veldsportcomplex.

Het is in deze gevallen louter aan het oordeel van het college om te bepalen of de middelen inderdaad effectiever ingezet kunnen worden voor andere dan in het rapport opgenomen werkzaamheden. Eventuele meerkosten van deze renovatie - meer dan het maximale bedrag dat in het rapport is opgenomen - komen niet voor subsidie op basis van deze regeling in aanmerking.

Indien de subsidieaanvrager voor een extra - en als afzonderlijk te kenmerken – investering een beroep doet op de ‘Regeling investeringssubsidies breedtesportverenigingen’, de zogenoemde 1/3-regeling, dan telt de subsidie op basis van de ‘Eenmalige subsidieregeling inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen’ niet mee als onderdeel van de vereiste 1/3 eigen middelen.

Onderdeel c van artikel 4 betreft de gevallen waarbij in het rapport van Multical geen onderhoudswerkzaamheden worden aanbevolen, maar daarentegen - gelet op de slechte staat van het clubgebouw – tot algehele sloop van het clubgebouw wordt geadviseerd. In die gevallen komen de kosten van sloop en vervangende nieuwbouw niet in aanmerking voor subsidie (zie artikel 5, onder a). De regeling is immers bedoeld voor het inlopen van achterstallig onderhoud, niet voor de – doorgaans veel hogere – kosten van nieuwbouw.

Het is mogelijk dat de betreffende veldsportvereniging in dat geval kan en wil inwonen bij een andere veldsportvereniging of met die andere veldsportvereniging kan en wil fuseren. In dat geval kan de veldsportvereniging op basis van een inwonings- of fusievoorstel in aanmerking komen voor een subsidie van maximaal € 40.000,–. Deze subsidie is bedoeld om de eenmalige kosten te dekken van de aanpassing van het clubgebouw van de veldsportvereniging, waarbij wordt ingetrokken of waarmee wordt gefuseerd.

Artikel 5 Niet-subsidiabele kosten

In dit artikel is bepaald dat de kosten van werkzaamheden, die niet in het rapport van de schouw staan, niet in aanmerking komen voor een subsidie op grond van deze regeling. De kosten van sloop en eventueel vervangende nieuwbouw komen ook niet in aanmerking voor subsidie.

Het staat de subsidieaanvrager uiteraard vrij om het onderhoudsbedrijf te verzoeken om, samen met de werkzaamheden uit het rapport, ook een offerte uit brengen voor mogelijke extra werkzaamheden. Wel blijft als indieningsvereiste staan (zie artikel 8, lid 2 onder a) dat deze offerte voor de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd, gespecificeerd inzicht biedt in de aangeboden werkzaamheden, de hoeveelheden, de kwaliteit en de materiaaltoepassing met daarbij een planning en realisatiedatum van de uitvoering.

In artikel 5, onder c, staat dat de kosten van zelfwerkzaamheden niet subsidiabel zijn. In de toelichting op artikel 1, onder e, staan de redenen daarvoor al beschreven.

Artikel 6 Subsidievereisten

In dit artikel is bepaald aan welke eisen in ieder geval voldaan moet zijn om voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking te kunnen komen.

In artikel 6, onder d, is bepaald dat de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend vóór 31 december 2018 moeten zijn afgerond. Deze einddatum is nodig om te voorkomen dat het achterstallig onderhoud verder oploopt.

In artikel 6, onder e, is bepaald dat de subsidieaanvrager bij de subsidieaanvraag moet verklaren mee te zullen werken aan een blijvende monitoring door de gemeente van de kwaliteit van het onderhoud van het clubgebouw van de veldsportvereniging of beheerstichting. Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat er in de toekomst opnieuw achterstallig onderhoud ontstaat. Bij de indieningsvereisten staat dat deze verklaring met een bij de regeling horend format (Bijlage 2) aangeleverd moet worden. In de verleningsbeschikking zal naar deze verklaring worden verwezen. Vervolgens zal dit worden verwerkt in de gebruikers- of huurovereenkomst voor het veldsportcomplex van de betreffende veldsportvereniging of beheerstichting met de gemeente.

Artikel 8 Indieningsvereisten

In dit artikel staat aan welke indieningseisen een subsidieaanvraag in ieder geval moet voldoen. De subsidieaanvraag moet digitaal worden aangevraagd via www.rotterdam.nl/subsidies (met e-herkenning).

Artikel 11 Verantwoording en vaststelling subsidie

In de artikelen 13 en 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014, de SVR 2014 (te vinden op de website van de gemeente Rotterdam), is opgenomen waar de aanvraag tot vaststelling van een subsidie aan moet voldoen en welke gegevens in ieder geval moeten worden verstrekt bij de aanvraag. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen subsidies tot € 25.000,–, subsidies tussen de € 25.000,– en € 50.000,– en subsidies van € 50.000,– of meer.

In lid 1 van artikel 11 van de ‘Eenmalige subsidieregeling inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen’ is bepaald dat alle op grond van deze regeling verleende subsidies achteraf worden vastgesteld. Elke veldsportvereniging of beheerstichting, aan wie een subsidie is verleend, moet dus achteraf een aanvraag indienen tot vaststelling van de subsidie. Ook de subsidieverleningen kleiner of gelijk aan € 25.000,–. Deze regeling maakt dus geen gebruik van de mogelijkheid in de SVR 2014, artikel 13, lid 1, om bij dergelijke subsidiebedragen de subsidie bij verlening gelijk vast te stellen.

De aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet net als de aanvraag van een subsidie (zie artikel 8) digitaal worden ingediend via www.rotterdam.nl/subsidies (met e-herkenning).

In lid 3 van artikel 11 van de ‘Eenmalige subsidieregeling inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen’ is bepaald welke gegevens bij de aanvraag tot vaststelling geleverd moeten worden.

Dit is in aanvulling op de artikelen 13 en 14 van de SVR 2014. Er moet dus ook worden voldaan aan de eisen in de SVR 2014. Nadrukkelijk wordt hierbij gewezen op de vereiste van bepaalde accountantsproducten bij subsidieverleningen van € 50.000,– of meer (zie SVR 2014, artikel 14, lid 2). De kosten van deze accountantsproducten zijn niet subsidiabel en komen dus voor rekening van de veldsportvereniging of beheerstichting zelf.

Bij subsidies tot € 50.000,– moeten tevens foto’s van de gerealiseerde werkzaamheden bij de aanvraag ingediend worden.

In lid 4 van artikel 11 van de ‘Eenmalige subsidieregeling inhaalslag achterstallig onderhoud clubgebouwen’ is bepaald dat het college ten behoeve van de vaststelling van de subsidie een inspectie naar de gesubsidieerde werkzaamheden uit kan (laten) voeren en het resultaat daarvan mee kan laten wegen bij de bepaling van de vaststelling van de subsidie. Dit houdt in dat de gemeente bijvoorbeeld opdracht kan verlenen aan een bedrijf om na te gaan welke werkzaamheden zijn uitgevoerd en of dit conform de kwaliteitseisen in het rapport is gebeurd. De vaststelling kan niet leiden tot een hoger bedrag dan aan subsidie is verleend. Wel kan de vaststelling tot een lager bedrag leiden, onder andere indien de gesubsidieerde werkzaamheden gedeeltelijk niet zijn uitgevoerd, tegen een lager dan begroot bedrag zijn uitgevoerd of later dan 31 december 2018 zijn afgerond. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de aannemer voor afronding van de werkzaamheden failliet gaat. Dan zal een deel van het werk niet uitgevoerd kunnen worden. Het risico daarvan ligt bij de veldsportvereniging of beheerstichting.

Artikel 12 Instandhoudingsverplichting

In lid 1 van dit artikel is bepaald dat de subsidieontvanger het clubgebouw, waarvoor de subsidie is verleend, minimaal vijf jaar in stand zal houden. Dat wil zeggen de subsidieontvanger het clubgebouw in deze periode geen wezenlijk andere bestemming zal geven of zal (laten) slopen. Gebeurt dit wel, dan kan dat een reden zijn om (een deel van) de verleende subsidie in te trekken en terug te vorderen.

In lid 2 van dit artikel is bepaald dat de instandhoudingsverplichting niet geldt, indien de veldsportvereniging of beheerstichting hiertoe wordt gedwongen door beslissingen van de gemeente zelf.

In het geval van een subsidieverlening op basis van deze regeling, zal in de betreffende jaarlijkse huurof gebruikersovereenkomst voor de huur van het veldsportcomplex bepaald worden dat de waardevermeerdering van het clubgebouw dankzij de subsidie op basis van deze regeling bij een eventuele vergoeding door de gemeente bij een mogelijke opzegging van de huur van het veldsportcomplex, niet zal worden meegerekend. Dat houdt in dat gedurende een periode van vijf jaar de getaxeerde waarde van het clubgebouw verlaagd zal worden met het subsidiebedrag. Dit bedrag zal daarbij gefaseerd over deze vijf jaar worden verminderd tot € 0,–. Het eerste jaar wordt dus het volledige subsidiebedrag in mindering gebracht, daarna een steeds lager bedrag.

Artikel 14 Geldigheidsduur

In dit artikel is bepaald dat deze subsidieregeling op 31 december 2023 vervalt. Dit sluit aan bij het eenmalige karakter van deze regeling.

Dit gemeenteblad i2017, nummer 34, is uitgegeven op 29 maart 2017 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)