Nadere regels subsidie collectieve woningaanpassingen Rotterdam 2017

Geldend van 01-06-2017 t/m heden

Intitulé

Nadere regels subsidie collectieve woningaanpassingen Rotterdam 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de directeur Publieke Gezondheid, Welzijn en Zorg van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 30 mei 2017; kenmerk 17MO02885;

gelet op:

overwegende, dat het

  • -

    college van burgemeester en wethouders er op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 verantwoordelijk voor is om voorzieningen te treffen waardoor ingezetenen langer thuis kunnen blijven wonen;

  • -

    voor veel ouderen en mensen met een (lichamelijke) beperking noodzakelijk is om gemeenschappelijke ruimten in wooncomplexen beter toe-, door- en uitgankelijk te maken;

  • -

    met het oog daarop wenselijk is om een subsidie beschikbaar te kunnen stellen om voorgaande mogelijk te maken;

besluit vast te stellen:

Nadere regels subsidie collectieve woningaanpassingen Rotterdam 2017

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    aanpassingskosten: kosten die de eigenaar van een wooncomplex naar het oordeel van het college noodzakelijk moet maken voor het realiseren van collectieve woningaanpassingen;

  • b.

    collectieve woningaanpassingen: in gemeenschappelijke ruimten van bestaande wooncomplexen aangebrachte collectieve voorzieningen, die ervoor zorgen dat bewoners van die wooncomplexen, die aangewezen zijn op het gebruik van een rollator of scootmobiel, door een met het oog daarop verbeterde toe-, door- en uitgankelijkheid van een wooncomplex de eigen woonruimte kunnen betreden, waar dat vóór het aanbrengen van die voorzieningen niet goed mogelijk was;

  • c.

    gemeenschappelijke ruimte:gedeelte van een wooncomplex, niet behorend tot de eigen woonruimte van de bewoner, bestemd en noodzakelijk om die woonruimte vanaf de toegang tot het wooncomplex te bereiken met inbegrip van binnenruimten, bedoeld voor voetgangers en gemeenschappelijk recreatief gebruik;

  • d.

    instelling:

    • 1°.

      instelling in de zin van de Wet toelating zorginstellingen;

    • 2°.

      wooncomplex waar intramurale ondersteuning wordt geboden in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • e.

    inwoner: ingezetene van de gemeente Rotterdam volgens de Basisregistratie Personen;

  • f.

    ouderen: inwoners van 55 jaar of ouder;

  • g.

    wooncomplex: een complex met wooneenheden die geschikt zijn of geschikt zijn te maken voor bewoning door ouderen en mensen met een (lichamelijke) beperking;

  • h.

    SVR 2014: Subsidieverordening Rotterdam 2014.

Artikel 2 Reikwijdte

Deze nadere regels zijn van toepassing op het verstrekken van subsidies voor het vóór 31 december 2018 realiseren van collectieve woningaanpassingen ten behoeve van ouderen en mensen met een lichamelijke (functie)beperking, die woonachtig zijn in een woning, die deel uitmaakt van een wooncomplex in Rotterdam.

Artikel 3 Doel van de subsidie

De subsidie heeft ten doel om in een wooncomplex woningaanpassingen te realiseren in gemeenschappelijke ruimten, die voor ouderen en mensen met een lichamelijke beperking resulteren in de verbetering van de toe-, door- en uitgankelijkheid van het wooncomplex naar de eigen woonruimte, waardoor zij langer in hun woning kunnen blijven wonen.

Artikel 4 Aanvrager

Op grond van deze nadere regels kan een subsidie worden aangevraagd door een daartoe bevoegd persoon namens:

  • a.

    de eigenaar van een wooncomplex;

  • b.

    een vereniging van eigenaren.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1. De aanvraag voor een subsidie wordt via www.rotterdam.nl/subsidies ingediend door middel van een daarvoor ter beschikking gesteld digitaal aanvraagformulier.

  • 2. Een plan van aanpak maakt onderdeel uit van de aanvraag en wordt opgesteld volgens de instructies die zijn opgenomen in de Instructies Plan van Aanpak die als bijlage 1 onderdeel uitmaken van deze nadere regels.

  • 3. De aanvraag moet zijn ingediend vóór 3 oktober 2017.

Artikel 6 Subsidiabele voorzieningen

De aanvrager kan ten behoeve van de in artikel 3 genoemde doelstelling subsidie aanvragen voor een of meer van de volgende collectieve woningaanpassingen:

  • a.

    het verbreden van toegangsdeuren;

  • b.

    het aanbrengen van elektrische deuropeners;

  • c.

    het nivelleren van niveauverschillen, zoals bijvoorbeeld door het aanleggen van een hellingbaan;

  • d.

    het verwijderen van drempels;

  • e.

    het aanbrengen van een extra trapleuning bij portiekwoningen;

  • f.

    het aanleggen van een opstelplaats voor een of meer rolstoelen en/of scootmobielen bij een wooncomplex;

  • g.

    een andere aanpassing, voor zover deze naar het oordeel van het college in overeenstemming is met het doel van deze nadere regels.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Er bestaat, onverlet hetgeen is bepaald in de Algemene wet bestuursrecht, de SVR 2014 of elders in deze nadere regels, geen recht op een subsidie:

  • a.

    voor zover voor de aanpassingskosten uit andere bronnen een vergoeding kan worden verkregen;

  • b.

    indien een collectieve woningaanpassing leidt tot een tijdelijke verhuizing van bewoners;

  • c.

    indien de realisatie van de woningaanpassing leidt tot een verhoging van de huur- en/of servicekosten voor bewoners;

  • d.

    indien het wooncomplex is gebouwd in 2012 of later;

  • e.

    indien het wooncomplex niet tot ten minste 2032 als zodanig zal worden gebruikt;

  • f.

    indien de woningen in het wooncomplex niet geschikt zijn of geschikt zijn te maken voor bewoning door inwoners die binnen de eigen woning zijn aangewezen op het gebruik van een rollator of buiten de eigen woning zijn aangewezen op het gebruik van een scootmobiel;

  • g.

    voor zover de aanvraag is ingediend ten behoeve van

    • 1°.

      wooncomplexen of instellingen met onzelfstandige woonruimten; of

    • 2°.

      wooncomplexen die door de verhuurder/eigenaar zijn aangemerkt als rolstoel- en/of rolstoelgeschikt voor zover de aanvraag betrekking heeft op de basisuitrusting van het betreffende wooncomplex;

    • 3°.

      een instelling.

  • h.

    voor aanpassingen waarmee voor de aanvraagdatum reeds een aanvang is gemaakt;

  • i.

    indien de aanpassingskosten minder dan € 500,- bedragen;

  • j.

    indien blijkens de ingediende begroting de aanvrager geen deel van de aanpassingskosten voor eigen rekening neemt;

Artikel 8 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor deze nadere regels is vastgesteld op € 500.000.

Artikel 9 Verdeelregels in verband met subsidieplafond

  • 1. Na afloop van de indieningstermijn, bedoeld in artikel 5, derde lid, worden de aanvragen gezamenlijk beoordeeld, ongeacht de volgorde van binnenkomst.

  • 2. De beoordeling geschiedt aan de hand van het beoordelingsformulier, dat als bijlage 2 bij deze nadere regels is gevoegd.

  • 3. Op basis van de score die wordt behaald, wordt een rangorde bepaald, die bepalend is voor de volgorde van toekenning, waarbij geldt dat de aanvraag met de hoogste score als eerste wordt gehonoreerd.

Artikel 10 Beoordeling aanvragen

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de SVR 2014, wordt de aanvraag waarop niet de weigeringsgronden, bedoeld in artikel 7, van toepassing zijn, per onderdeel, zoals vermeld in de Instructies Plan van Aanpak beoordeeld op basis van de volgende criteria:

    • a.

      kwaliteit;

    • b.

      volledigheid; en

    • c.

      doelmatigheid.

  • 2. Voor elk onderdeel kunnen 0 tot maximaal 4 punten worden behaald.

  • 3. Als een onderdeel met minder dan 2 punten wordt beoordeeld, wordt de aanvraag afgewezen.

Artikel 11 Subsidieverstrekking

Subsidie op grond van deze nadere regels wordt verleend op basis van de daartoe ingediende begroting en definitief vastgesteld op basis van een daartoe ingediende afrekening.

Artikel 12 Subsidieverplichtingen

Het college verbindt aan de subsidieverlening de verplichting dat de collectieve woningaanpassingen worden gerealiseerd met inachtneming van de geldende wettelijke eisen.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze nadere regels, als toepassing daarvan naar het oordeel van het college leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de dag na de bekendmaking van het Gemeenteblad waarin zij worden geplaatst en vervallen op 1 januari 2020.

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere regels subsidie collectieve woonaanpassingen Rotterdam 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 30 mei 2017.
De secretaris,
Ph. F. M. Raets
De burgemeester,
A.Aboutaleb

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk ervoor zorg te dragen dat ouderen en mensen met een lichamelijke (functie)beperking zolang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Velen van hen willen ook graag zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen. Om langer zelfstandig te kunnen wonen zijn soms aanpassingen nodig. Met deze nadere regels wil de gemeente Rotterdam collectieve aanpassingen in wooncomplexen stimuleren. Deze nadere regels zijn gebaseerd op de Subsidieverordening Rotterdam 2014 (SVR 2014).

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 Reikwijdte

De bevoegdheid van het college om nadere regels vast te stellen is opgenomen in artikel 3, derde lid, van de SVR 2014.

Artikel 3 Doel van de subsidie

De subsidie wordt beschikbaar gesteld voor collectieve woningaanpassingen in wooncomplexen gericht op de verbetering van de toe-, door- en uitgankelijkheid van het wooncomplex naar de eigen woonruimte van ouderen en mensen met een (lichamelijke) beperking. Het stimuleren van het creëren van levensloopbestendige wooncomplexen past bij de beweging om mensen zo lang mogelijk in zelfstandigheid te laten wonen. Woningaanpassingen die in het collectief kunnen worden geregeld zorgen ervoor dat in een later stadium maatwerkvoorzieningen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 niet nodig zijn.

Artikel 4 Aanvrager

Aanvragen kunnen worden ingediend door zowel sociale als particuliere verhuurders in de hoedanigheid van eigenaar van een wooncomplex. Uit een daartoe over te leggen kopie van een notariële akte moet blijken dat de aanvrager daadwerkelijk eigenaar is van het wooncomplex.

Ook een Vereniging van Eigenaren (VVE) kan een aanvraag indienen. Uit een daartoe over te leggen kopie van de statuten alsmede van het daartoe strekkende besluit van de VVE moet blijken of de aanvraag rechtsgeldig is ingediend.

Artikel 5 Aanvraag

Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend via de subsidieportal van de gemeente.

De aanvraag wordt ingediend door een daartoe bevoegd persoon. De aanvrager is tevens contactpersoon voor de gemeente. Dit moet blijken uit de verklaring of inschrijving bij de Kamer van Koophandel. Tevens dient de aanvrager de aanvragen in (verlening en vaststelling) en ontvangt hij de betreffende beschikkingen. De aanvrager is verantwoordelijk voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de beschikking. Hij ontvangt het subsidiebedrag. Ook een eventuele lagere vaststelling en/of terugvordering zullen aan hem zijn gericht. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot de aanvraag en subsidieverstrekking vloeien, op grond van de Algemene wet bestuursrecht, voort uit zijn hoedanigheid als aanvrager.

Een plan van aanpak maakt onderdeel uit van de aanvraag. Om een zo gelijkwaardig mogelijk speelveld voor aanvragers te creëren, dient het plan van aanpak door de aanvragers op een voorgeschreven wijze te worden opgesteld. In bijlage 1 van de nadere regels zijn de instructies te vinden voor het opstellen van het plan van aanpak.

In bijlage 2 is het Beoordelingsformulier opgenomen, dat door het college wordt gehanteerd bij de beoordeling van de aanvragen. Hierin is aangegeven langs welke meetlat de aanvragen worden gelegd, welke scores hierbij kunnen worden behaald en wat de weging is van de verschillende onderdelen. Het plan van aanpak moet als bijlage bij de aanvraag worden gevoegd.

Artikel 6 Subsidiabele voorzieningen

De aanpassingen waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, moeten passen binnen het doel van deze nadere regels, zoals verwoord in artikel 3. De opsomming in artikel 6 is niet limitatief. Het betreft woningaanpassingen die ten goede komen aan meerdere bewoners die te maken hebben met een verminderde toe-, door- en uitgankelijkheid van en in het wooncomplex.

Dit kan te maken hebben met bijvoorbeeld het niet kunnen openen van deuren in de gemeenschappelijke ruimte, het moeten passeren van hoge drempels, en bijvoorbeeld het niet kunnen vluchten bij brand.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Een subsidie kan allereerst worden geweigerd als niet wordt voldaan aan de basisvoorwaarden, zoals opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht en de SVR 2014.

Daarnaast is er een aantal algemene weigeringsgronden opgenomen in dit artikel.

Onder lid a wordt vermeld dat voor zover er sprake is van financiering van de collectieve woningaanpassingen vanuit een andere bron een beroep op subsidie op grond van de nadere regels niet mogelijk is. Subsidieverstrekking is uitsluitend mogelijk voor het deel dat niet door middel van bekostiging door derden wordt gedekt.

Onder lid b, respectievelijk lid c wordt vermeld dat de aanpassing niet mag leiden tot een tijdelijke verhuizing, dan wel een verhoging van de huur- en/of servicekosten van bewoners.

De leden d en e geven criteria voor de leeftijd van het gebouw en de verwachte gebruiksduur van het gebouw.

Lid g, sub 1o. ziet toe op bijvoorbeeld complexen voor studentenhuisvesting.

Lid g, sub 2o, vermeldt dat aanvragen die betrekking hebben op wooncomplexen die door de verhuurder/eigenaar aangemerkt zijn als rolstoel- en/of rolstoelgeschikt, voor zover de aanvraag betrekking heeft op de basisuitrusting van het betreffende wooncomplex, niet voor subsidiëring in aanmerking komen. Indien een wooncomplex door de verhuurder/eigenaar is aangemerkt als geschikt voor rollator- en/of rolstoelgebruik mag worden verwacht dat de basisuitrusting van deze wooncomplexen ten minste rollatorgeschikt en/of rolstoelgeschikt is. Hieronder wordt verstaan:

Rollatorgeschikt:

  • ·

    gelijkvloerse woning of alle dagelijkse gebruiksfuncties (wonen, koken, slapen, wassen) op één verdieping en toegankelijk (niveauverschillen niet meer dan 20 mm);

  • ·

    woning op begane grond of bereikbaar met lift;

  • ·

    toegangspad tot wooncomplex en woning min. 1200 mm breed met een maximale helling van 1:12;

  • ·

    deuren eenvoudig te openen (zonder dranger of automatisch te openen).

Rolstoelgeschikt:

  • ·

    gelijkvloerse woning of alle dagelijkse gebruiksfuncties (wonen, koken, slapen, wassen) op één verdieping en toegankelijk (niveauverschillen niet meer dan 20 mm);

  • ·

    woning op begane grond of bereikbaar met lift;

  • ·

    toegangspad tot wooncomplex en woning minimaal 1200 mm breed met een maximale helling van 1:12;

  • ·

    deuren eenvoudig te openen (geen dranger, of automatisch);

  • ·

    alle deuren van de woning hebben een minimale vrije doorgang van 850 mm;

  • ·

    voldoende manoeuvreerruimte voor een rolstoel, zowel in de algemene ruimte als in de keuken, toilet, natte cel en slaapkamer;

  • ·

    vlakke douchevloer aanwezig (evt. naast bad);

  • ·

    bedieningselementen (zoals lichtknoppen) bereikbaar vanuit rolstoel.

Aanpassingen die betrekking hebben op de basisuitrusting van deze rollator- en/of rolstoelgeschikte wooncomplexen komen niet in aanmerking voor een subsidie.

Artikel 9 Verdeelregels in verband met subsidieplafond

In artikel 8 is een subsidieplafond opgenomen. In artikel 9 is opgenomen hoe met dit subsidieplafond wordt omgegaan.

Na sluiting van de termijn voor de indiening van de aanvragen, worden alle aanvragen naast elkaar gelegd en tegelijkertijd beoordeeld. Dit gebeurt aan de hand van het Beoordelingsformulier dat als bijlage 2 bij de nadere regels is gevoegd. De beoordeling leidt tot de toekenning van punten per onderdeel (0 tot 4 punten). Sommige onderdelen wegen zwaarder dan anderen. Ook deze weging wordt vermeld op het Beoordelingsformulier. De aanvraag die de hoogste totaalscore heeft (na toekenning punten en weging) wordt als eerste gehonoreerd. Daarna volgt de aanvraag met de op een na hoogste score enzovoort. Hierbij wordt het knock-outcriterium gehanteerd dat op geen enkel onderdeel lager dan 2 punten gescoord mag worden, los van de weging (zie ook de toelichting op artikel 10). Een score van minder dan 2 punten voor één onderdeel leidt tot een afwijzing van de aanvraag.

Artikel 10 Beoordeling aanvragen

De aanvragen worden beoordeeld aan de hand van het Beoordelingsformulier. Voor elk onderdeel kan een score variërend van 0-4 punten worden behaald.

In het derde lid is geregeld dat als op basis van het Beoordelingsformulier wordt bepaald dat een onderdeel van de aanvraag minder dan 2 punten scoort, de gehele aanvraag wordt afgewezen.

Artikel 11 Subsidieverstrekking

Subsidies kunnen worden verstrekt op basis van prestaties en subsidiabele lasten of op basis van beide. Voor deze nadere regels is er voor gekozen om de subsidies te verstrekken op basis van te realiseren prestaties in de vorm van de aangebrachte collectieve woningaanpassing(en).

Artikel 12 Subsidieverplichtingen

In dit artikel wordt vermeld dat voldaan moet worden aan de geldende wet- en regelgeving die van toepassing is op dergelijke woningaanpassingen in wooncomplexen. Met name is hierbij het Bouwbesluit 2012 van belang.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Geen nadere toelichting

Artikel 14 Inwerkingtreding

Het gaat om een tijdelijke subsidieregeling. Deze nadere regels vervallen op 1 januari 2020.

Bijlage 1 Instructies Plan van Aanpak

Periode uitvoering activiteiten: in het kalenderjaar 2018

Omvang Plan van Aanpak: maximaal 5 A4 lettertype Arial 10 (incl. eventuele bijlagen en voorblad)

Inhoud Plan van Aanpak: door het beantwoorden van onderstaande vragen in het formulier stelt u uw plan van aanpak op

Kader: het Plan van Aanpak dient te worden opgesteld aan de hand van de Nadere regels collectieve woningaanpassingen Rotterdam 2017

Stel uw Plan van Aanpak op aan de hand van de onderstaande indeling en instructies.

1. Wooncomplex & collectieve woningaanpassing

  • -

    Geef hier aan voor wat voor woningaanpassing u een subsidie aanvraagt, de wijze waarop u de woningaanpassing gaat realiseren en de termijn waarbinnen de realisatie daarvan dient te zijn afgerond;

  • -

    Geef een beknopte technische onderbouwing van de woningaanpassing;

  • -

    Geef een beschrijving van het wooncomplex. Geef daarbij ten minste aan:

  • -

    het bouwjaar van het wooncomplex;

  • -

    de ligging van het wooncomplex (wijk, gebied, nabijheid openbaar

vervoer, nabijheid winkelgebied, nabijheid van wijkfuncties zoals het

huis van de wijk etc.).

2. Huidige & gewenste situatie

  • -

    Geef een onderbouwing van de bestaande vraag van huidige bewoners;

  • -

    Geef een kwalitatieve en kwantitatieve analyse met betrekking tot de in het wooncomplex woonachtige ouderen en mensen met een (lichamelijke) beperking (o.a. het % bewoners van het desbetreffende wooncomplex, die behoren tot de groep ouderen dan wel mensen met een (lichamelijke) beperking);

  • -

    Geef een onderbouwing van de gewenste situatie;

  • -

    Visualiseer de huidige situatie en gewenste situatie.

3. Begroting

Geef een financiële onderbouwing van de aanvraag, inclusief een begroting van de collectieve woningaanpassing(en), die tevens een specificatie bevat van de totale kosten, de kosten voor rekening van de eigenaar van het wooncomplex en de kosten, waarvoor de gemeente om subsidie wordt gevraagd.

Bijlage 2

Beoordelingsformulier

Inhoud Plan van aanpak

Punten

Wegings-

factor

Score

Motivering

1. Wooncomplex & collectieve woningaanpassing

-beschrijving van het wooncomplex (samenstelling bewoners, mate geschiktheid bewoning door ouderen/mensen met (functie)beperking);

-ligging van het wooncomplex (wijk, gebied, nabijheid openbaar vervoer, nabijheid winkelgebied, nabijheid wijkvoorzieningen en bewoningsgraad/vraag naar woningen in het complex);

-aard van de woningaanpassing;

-de termijn waarbinnen de realisatie gerealiseerd kan worden;

-technische onderbouwing van de woningaanpassing.

Ten aanzien van de beoordelingscriteria in het beoordelingsformulier wordt onder andere meegenomen in de waardering:

-ouderenwoningen scoren in gebieden met relatief veel ouderen en relatief weinig ouderenwoningen hoger dan in gebieden waar de schaarste verhoudingen minder ongunstig zijn;

-een wooncomplex dat zich binnen een straal van 500 meter van een winkelgebied, een instelling met een wijkfunctie of huis van de wijk bevindt scoort hoger dan een wooncomplex, dat een grotere afstand heeft

25

2. Huidige & gewenste situatie

-onderbouwing van de bestaande vraag van huidige bewoners;

-mate waarin uit de kwalitatieve en kwantitatieve analyse met betrekking tot de in het wooncomplex woonachtige ouderen en mensen met een (lichamelijke) beperking blijkt dat de collectieve woningaanpassingen doelmatig zijn;

-onderbouwing van de gewenste situatie;

-beschrijving van de huidige situatie en de gewenste situatie.

Ten aanzien van de beoordelingscriteria in het beoordelingsformulier wordt onder andere meegenomen in de waardering:

-er geldt een hogere score naarmate de bezettingsgraad van ouderen en mensen met een (lichamelijke) beperking hoger is.

50

3. Begroting

-financiële onderbouwing van de aanvraag;

-begroting van de collectieve woningaanpassing(en;

-eigen financieel aandeel aanvrager

25

Richtlijn toekenning punten

Aantal punten

Uitmuntend: uit de door de aanvrager verstrekte informatie blijkt dat volledig aan het doel en de criteria van de nadere regels wordt voldaan. De inhoud is duidelijk, concreet en goed onderbouwd met bewijsstukken en praktijkvoorbeelden.

4

Goed: uit de door de aanvrager verstrekte informatie blijkt grotendeels aan het doel en de criteria van de nadere regels wordt beantwoord. De inhoud is duidelijk, concreet en goed onderbouwd.

3

Voldoende: uit de door de aanvrager verstrekte informatie blijkt dat in voldoende mate aan het doel en de criteria van de nadere regels wordt beantwoord. De inhoud is duidelijk en concreet.

2

Onvoldoende: uit de door de aanvrager verstrekte informatie blijkt dat in onvoldoende mate aan het doel en de criteria van de nadere regels wordt beantwoord. De inhoud is niet volledig duidelijk en concreet en/of irrelevant.

1

Slecht: uit de door de aanvrager verstrekte informatie blijkt dat niet of nauwelijks aan het doel en de criteria van de nadere regels wordt beantwoord. De inhoud is in belangrijke mate onvolledig en onduidelijk en/of niet concreet.

0

Dit gemeenteblad 2017, nummer 69, is uitgegeven op 31 mei 2017 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)