Regeling vervallen per 01-01-2023

Controleverordening Rotterdam 2017

Geldend van 30-12-2017 t/m 31-12-2022

Intitulé

Controleverordening Rotterdam 2017

De Raad van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2017 (raadsvoorstel nr. 17bb8789); raadsstuk 17bb10761;

gelet op artikel 213 van de Gemeentewet;

overwegende, dat het controlebeleid mede steunt op het Besluit accountantscontrole decentrale overheden en de Verordening financiën Rotterdam 2013, zodat een heldere en evenwichtige verhouding tussen de regelgeving gewenst is;

besluit vast te stellen:

Controleverordening Rotterdam 2017

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    accountant: door de raad benoemde organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken, belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening;

  • b.

    accountantscontrole: de controle van de in artikel 197 van de Gemeentewet bedoelde jaarrekening van de gemeente Rotterdam, uitgevoerd door de door de raad benoemde accountant van:

    • 1.

      het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de activa en passiva;

    • 2.

      het in overeenstemming zijn van de opgestelde jaarrekening met het krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

    • 3.

      het in overeenstemming zijn van de door het college opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet;

    • 4.

      de verenigbaarheid van het jaarverslag met de jaarrekening;

    • 5.

      de inrichting van het financiële beheer en de financiële organisatie, gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;

    • 6.

      rechtmatigheid in het kader van accountantscontrole: het overeenstemmen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de begroting en de relevante wet- en regelgeving, zoals omschreven in het Besluit accountantscontrole decentrale overheden.

  • c.

    Jaarstukken: bevat de jaarrekening en het jaarverslag van de gemeente Rotterdam, zoals bedoeld in artikel 197 van de Gemeentewet. Het college van Burgemeester en Wethouders (hierna: College) is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening van de gemeente conform de geldende externe en interne wet- en regelgeving;

  • d.

    Verslag van bevindingen: Rapport van de accountant bij de jaarstukken op grond van artikel 213 Gemeentewet en bevat in ieder geval bevindingen over:

    • 1.

      de vraag of de inrichting van het financiële beheer en van de financiële organisatie een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken en

    • 2.

      onrechtmatigheden in de jaarrekening.

  • e.

    Kadernota accountantscontrole: Het toetsingskader voor de accountantscontrole, zoals deze door de raad is vastgesteld.

  • f.

    Boardletter: samenvatting ten behoeve van de raad van de relevante aanbevelingen uit de accountantscontrole.

  • g.

    Afdeling Financial Audit: de interne auditafdeling van gemeente Rotterdam die als hoofdtaak heeft om controlewerkzaamheden te verrichten op de aspecten getrouwheid en rechtmatigheid.

  • h.

    Startnotitie: de schriftelijke vastlegging van de planning, werkafspraken, begrippen en toetsingskaders ten aanzien van de accountantscontrole tussen de ambtelijke organisatie, de afdeling Financial Audit en externe accountant. Daarnaast geven de afdeling Financial Audit en de externe accountant de controle-aanpak aan.

Artikel 2 Opdracht

  • 1. De raad stelt in geval van aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast.

  • 2. In geval van Europese aanbesteding van de accountantscontrole stelt de raad vooraf de selectiecriteria vast en per selectiecriterium de bijbehorende weging.

  • 3. De raad neemt in de opdracht de volgende aspecten op:

    • a.

      de toe te passen goedkeuringstoleranties bij de controle van de jaarrekening;

    • b.

      de apart te controleren overige opdrachten en de eventueel daarbij toe te passen goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringtoleranties);

    • c.

      de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;

    • d.

      de eventueel aanvullende uit te voeren tussentijdse controles;

    • e.

      de frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering; en voor ieder afzonderlijk te controleren begrotingsjaar;

    • f.

      de mogelijkheid om specifieke posten van de jaarrekening en overige opdrachten met bijbehorende afwijkende rapporteringtoleranties aan te wijzen, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht moet besteden en

    • g.

      de mogelijkheid om gemeentelijke functies en of organisatieonderdelen met bijbehorende afwijkende rapporteringstoleranties aan te wijzen, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht moet besteden.

  • 4. De accountant maakt bij de uitvoering van zijn opdracht gebruik van de door de afdeling Financial Audit uitgevoerde werkzaamheden, voor zover relevant voor de uitvoering van zijn opdracht.

  • 5. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

Artikel 3 Informatieverstrekking door het college

  • 1. Het college is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne en externe wet- en regelgeving, zoals vastgelegd in de kadernota accountantscontrole, en overlegt deze aan de accountant voor controle.

  • 2. Het college draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota's, collegebesluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.

  • 3. Bij de jaarrekening bevestigt het college schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.

  • 4. Het college overlegt de gecontroleerde jaarrekening samen met de controleverklaring en het verslag van bevindingen uiterlijk 1 mei voor aan de raad.

  • 5. Alle informatie die na afgifte van de controleverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in de raad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het college aan de raad en de accountant gemeld.

Artikel 4 Inrichting accountantscontrole

  • 1. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

Artikel 5 Toegang tot informatie

  • 1. De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren en collegeleden mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht nodig acht. Het college draagt er zorg voor, dat collegeleden en de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.

  • 2. Het college draagt er zorg voor dat alle clusters en organisatie-onderdelen de accountant alle informatie te verstrekken, opdat deze zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid en volledigheid van de daarover verstrekte informatie.

  • 3. Alle informatie die na het opmaken van de rekening en voorbehandeling van de rekening in de raad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de rekening geeft, wordt terstond door het college aan de raad en de accountant gemeld.

Artikel 6 Rapportage

  • 1. De accountant legt de boardletter(s) aan het college voor.

  • 2. De accountant bespreekt de in het eerste lid genoemde stukken met het college.

  • 3. Het college reageert binnen twee weken schriftelijk op de in het eerste lid genoemde stukken.

  • 4. De accountant bespreekt de boardletter voorzien van de schriftelijke reactie van het college met de Commissie tot onderzoek van de Rekening.

  • 5. De accountant verstrekt aan het college een brief met de stand van zaken over de voorlopige bevindingen en de voorlopige strekking van de controleverklaring, als daartoe vanuit de stand van zaken van de controle en/of de aard van de controlebevindingen aanleiding is.

  • 6. Binnen twee weken na afronding van de controle legt de accountant het conceptverslag van bevindingen, de controleverklaring voor aan het college.

  • 7. De accountant bespreekt de in het zesde lid genoemde stukken met het college.

  • 8. Het college voorziet in een schriftelijke reactie op het conceptverslag van bevindingen en de concept-controleverklaring binnen twee weken na ontvangst.

  • 9. De accountant bespreekt de controleverklaring en het verslag van bevindingen, voorzien van de schriftelijke reactie van het college, met de Commissie tot onderzoek van de Rekening.

  • 10. In de startnotitie wordt vastgelegd op welke wijze en met welke frequentie de leden van de Concerndirectie (en hun management) worden geïnformeerd over de bevindingen van de eindejaarscontrole.

  • 11. De accountant bespreekt overige rapportages met het college voorafgaand aan het ter beschikking stellen van de rapportage aan de raad.

  • 12. De accountant draagt er zorg voor dat mondelinge mededelingen aan de raad van feiten inzake bedrijfsvoeringgerelateerde zaken voorafgaand aan het college worden gemeld.

Artikel 7 Overige opdrachten

  • 1. Het college kan de door de raad benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het college informeert de raad vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten, binnen vijf dagen vindt goedkeuring plaats door de raad bij opdrachten > € 15.000.

  • 2. Het college draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifieke uitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de ministeries.

Artikel 8 Afdeling Financial Audit

  • 1. De accountant maakt bij de uitvoering van zijn opdracht gebruik van de door de afdeling Financial Audit uitgevoerde werkzaamheden.

  • 2. Het hoofd van de afdeling Financial Audit kan bij eventuele verschillen van inzicht met de direct leidinggevende gezien zijn onafhankelijke rol opschalen naar de concerndirectie en/of het Audit en Risk Committee.

  • 3. Het hoofd van de afdeling Financial Audit kan bij eventuele verschillen van inzicht met het Audit en Risk Committee en/of de concerndirectie gezien zijn onafhankelijke rol opschalen naar het college.

  • 4. Het college draagt er zorg voor dat de afdeling Financial Audit voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde en onverwijlde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, archieven, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.

  • 5. De afdeling Financial Audit is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht nodig acht. Het college draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.

  • 6. De afdeling Financial Audit is bevoegd de bij de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden verkregen controle-informatie (vertrouwelijk) aan de accountant te verstrekken ter uitvoering van lid 1 van dit artikel.

Artikel 9 Intrekking oude regeling

De Controleverordening Rotterdam 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Controleverordening Rotterdam 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2017.

griffier

J.M. vanMidden

voorzitter

A.Aboutaleb

Toelichting

Algemeen

Deze verordening volgt uit artikel 213 van de Gemeentewet. In dit artikel is de verplichting opgenomen voor de raad om bij verordening regels vast te stellen voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst.

Bij het opstellen van deze verordening zijn de bepalingen in hogere regelgeving, voor zover in dit kader relevant, als uitgangspunt genomen. Hierbij moet met name worden gedacht aan het Besluit accountantscontrole decentrale overheden. Daarnaast zijn geen regels opgenomen inzake de beroepsuitoefening van de accountant, omdat dit in andere regelgeving geregeld is. De accountant die de raad aanwijst moet voldoen aan de vereisten genoemd in artikel 393, eerste lid, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek. Op deze accountant is de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) en het Besluit toezicht accountantsorganisaties (Bta) van toepassing. Dit betekent dat de organisatie van de accountant een vergunning moet hebben verkregen van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Door de AFM wordt toezicht uitgeoefend op naleving van de Wta door vergunninghoudende accountantsorganisaties. Via de beroepsorganisatie NBA is de Verordening gedrags- en beroepscode accountants (Vgba) op de accountant van toepassing. Hierin zijn de integriteit, objectiviteit, deskundigheid en zorgvuldigheid, de geheimhouding en het professionele gedrag geregeld. Regels met betrekking tot de inhoud van de controle zijn opgenomen in de nadere voorschriften controle en overige standaarden (NV COS).

Artikel 2

Artikel 2 regelt de opdrachtverlening van de accountantscontrole van de jaarrekening. De raad wijst de accountant aan en bepaalt de eisen waaraan de accountant en zijn controle moeten voldoen. Op de accountantscontrole van de gemeente is het Besluit accountantscontrole decentrale overheden van toepassing. Hierin heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nadere regels gesteld met betrekking tot de reikwijdte van en de verslaggeving omtrent de accountantscontrole. Voor de reikwijdte zijn de hierin genoemde omvangsbasis en goedkeuringstoleranties voor de controleverklaring van belang. De omvangsbasis wordt in principe gevormd door de som van het totaal van de jaarlijkse begrotingsuitgaven en toevoeging aan bestemmingsreserves. De rapporteringstoleranties voor het verslag van bevindingen zijn de norm voor de verslaggeving. De raad stelt de hoogte van deze toleranties vast in de kadernota accountantscontrole. Deze toleranties zijn ook onderdeel van het programma van eisen bij de aanbesteding. Een aanscherping van de toleranties zal leiden tot een hogere prijsstelling door de accountant.

Artikel 3

Dit artikel regelt de verantwoordelijkheid van informatieverstrekking door het college. In het tijdpad van opstellen en vaststellen van de jaarrekening moeten gunstige en ongunstige gebeurtenissen, die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum, altijd in de rekening worden verwerkt als deze onontbeerlijk zijn voor het inzicht van de gemeenteraad bij de vaststelling van de rekening. Het gaat dan om gebeurtenissen met materiële bedragen ten opzichte van het totaal van baten en/of lasten. Deze informatie kan leiden tot een andere verklaring van de accountant bij de rekening. Het vijfde lid van het artikel regelt dat het college alle informatie die van invloed is op het beeld van de jaarrekening en pas na de afgifte van de controleverklaring, maar voor de vaststelling van de jaarrekening door de raad aan het college bekend is geworden, terstond aan de raad en de accountant ter beschikking stelt.

Artikel 4

Dit artikel regelt de onafhankelijkheid van de accountant in het bepalen van de wijze waarop hij zijn controle inricht.

Artikel 5

Dit artikel geeft de accountant de bevoegdheid om onbelemmerd zijn onderzoek te kunnen doen. Dit natuurlijk binnen de opdracht die verstrekt is door de raad.

Artikel 6

Het derde en vierde lid van artikel 213 Gemeentewet regelen de rapporteringen en de inhoud daarvan van de accountant aan de raad en het college. In het programma van eisen bij de aanbesteding kan de raad hieraan aanvullende eisen stellen.

Dit artikel regelt tevens de procedure van hoor en wederhoor. De rapportage van de accountant wordt eerst besproken met het college. Na de schriftelijke reactie van het college wordt de rapportage ter beschikking gesteld van de raad. In het vierde en het negende lid is opgenomen dat de accountant zijn verslag van bevindingen en de strekking van de controleverklaring bespreekt met de Commissie tot Onderzoek van de Rekening. De Verordening Commissie tot Onderzoek van Rekening regelt de samenstelling en werkwijze van deze raadscommissie.

Artikel 7

Naast de controle van de jaarrekening geeft de accountant ook verklaringen af. Deze specifieke verklaringen bestaan momenteel uit de onderstaande werkzaamheden:

  • het verzorgen van een bijzondere verklaring inzake fractiegelden;

  • het verzorgen van overige verklaringen in opdracht van het college.

Het aantal specifieke certificeringsopdrachten van de verantwoordingen over specifieke regelingen kan jaarlijks fluctueren. Door veranderende regelgeving kunnen onderzoeken van verantwoordingen over specifieke regelingen komen te vervallen, dan wel controles over verantwoordingen over specifieke regelingen worden toegevoegd.

Artikel 8

In dit artikel is geregeld dat de accountant waar mogelijk gebruik maakt van de werkzaamheden die door de afdeling Financial Audit worden verricht. Daarnaast wordt met de leden twee en drie de onafhankelijke positie van deze afdeling geborgd ten opzichte van de organisatie. Het hoofd van de afdeling Financial Audit kan op grond van deze artikelleden opschalen naar een ander niveau dan de direct leidinggevende. Daarnaast wordt in dit artikel geregeld dat de afdeling Financial Audit onverwijld toegang krijgt tot alle bij de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden benodigde controle-informatie.

Dit gemeenteblad 2017, nummer 213, is uitgegeven op 21 december 2017 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)