Regeling vervallen per 01-03-2019

Verordening AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2018

Geldend van 23-11-2018 t/m 28-02-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-03-2018

Intitulé

Verordening AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2018

De Raad van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari 2018; (raadsvoorstel nr. 18bb941); raadsstuk 18bb1724;

gelet op de artikelen 108, 149 en 156 van de Gemeentewet;

overwegende dat:

  • -

    het sinds 1 januari 2015 niet meer mogelijk is om aan groepen AOW-gerechtigden met een laag inkomen en kinderen van ouders die een laag inkomen hebben, een categoriale inkomenstoeslag te verstrekken op grond van de Participatiewet;

  • -

    de raad van de gemeente Rotterdam deze doelgroepen wil blijven stimuleren om te participeren in de maatschappij;

  • -

    deze doelgroepen vaak financieel beperkt zijn in hun mogelijkheden tot maatschappelijke participatie;

  • -

    de raad deze doelgroepen wil faciliteren om noodzakelijke participatie te kunnen realiseren;

  • -

    de Verordening AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2017 geldt tot 1 maart 2018;

besluit vast te stellen:

Verordening AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2018

Artikel 1 Definities

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. aanvrager

:

AOW-gerechtigde die tot de doelgroep behoort of de ouder van een kind dat tot de doelgroep behoort;

b. AOW-gerechtigde

:

persoon die op de peildatum de leeftijd heeft waarop hij aanspraak kan maken op een uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet en een woonadres heeft in Rotterdam;

c. doelgroep

:

AOW-gerechtigden met een laag inkomen en kinderen die ouders hebben met een laag inkomen;

d. huishouden

:

gezamenlijke huishouding als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Participatiewet;

e. kind:

:

kind dat op de peildatum vier jaar of ouder is, maar op de peildatum nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en een woonadres heeft in Rotterdam;

f. laag inkomen

:

inkomen van ten hoogste 110% van het wettelijk sociaal minimum;

g. peildatum

:

1 maart 2018;

h. Rotterdampas

:

stadspas, uitgegeven door de gemeente Rotterdam, die een persoon in Rotterdam kan aanvragen en die de mogelijkheid biedt om met reductie deel te nemen aan participatie-bevorderende activiteiten;

i. tegoed

:

AOW- of jeugdtegoed dat op grond van deze verordening kan worden verstrekt aan personen die tot de doelgroep behoren;

j. woonadres

:

woonadres waar een persoon staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen.

Artikel 2 Reikwijdte en doelstelling verordening

  • 1. Deze verordening heeft betrekking op de verstrekking van een tegoed ten behoeve van personen die tot de doelgroep behoren.

  • 2. Het tegoed is bestemd voor de bevordering van noodzakelijke maatschappelijke participatie van de doelgroep.

Artikel 3 Bevoegdheden college

  • 1. Het college besluit op de aanvraag voor een tegoed.

  • 2. Ten behoeve van de uitvoering van de verordening kan het college nadere regels en beleidsregels vaststellen ten aanzien van in ieder geval:

    • a.

      de doelgroep;

    • b.

      de uiterste aanvraagdatum;

    • c.

      de door de aanvrager te overleggen gegevens;

    • d.

      de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een tegoed;

    • e.

      de berekening van het inkomen;

    • f.

      de toekenning van het tegoed; en

    • g.

      het wijzigen of intrekken van het besluit op de aanvraag;

    • h.

      de besteding van het tegoed.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. De aanvraag voor een tegoed wordt ingediend op een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan het college een tegoed ook ambtshalve verstrekken.

Artikel 5 Wijze van verstrekken tegoed

Het tegoed wordt beschikbaar gesteld door middel van een storting op de Rotterdampas.

Artikel 6 Hoogte tegoed

  • 1. Het AOW-tegoed bedraagt € 450,-- per huishouden.

  • 2. Het jeugdtegoed bedraagt:

    • a.

      € 275,-- voor een kind dat dat op de peildatum 4 jaar of ouder is, maar op de peildatum nog niet de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt;

    • b.

      € 400,-- voor een kind dat op de peildatum 12 jaar of ouder is, maar op de peildatum nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.

Artikel 7 Bestedingsduur tegoed

  • 1. Het tegoed kan uitsluitend worden besteed gedurende de geldigheidsduur van de Rotterdampas waarop het tegoed is gestort.

  • 2. Een eventueel saldo van een tegoed op de Rotterdampas vervalt met ingang van de dag waarop de in het eerste lid genoemde periode is verstreken.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de AOW-gerechtigde of het kind afwijken van de bepalingen van deze verordening als toepassing van deze verordening naar het oordeel van het college tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 9 Inwerkingtreding en duur

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgend op de maand van bekendmaking in het Gemeenteblad en werkt, voor zover deze dag ligt na 1 maart 2018, terug tot en met 1 maart 2018.

  • 2. Deze verordening vervalt op 1 maart 2019.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering op 22 februari 2018.

De griffier,
J.M. vanMidden
De voorzitter,
A.Aboutaleb

Toelichting op de verordening AOW- en Jeugdtegoed 2018

Algemene toelichting

Met de inwerkingtreding van de Participatiewet op 1 januari 2015 zijn de categoriale regelingen bijzondere bijstand voor AOW-gerechtigden en kinderen van ouders met een minimuminkomen komen te vervallen. De wetgever heeft zich op het standpunt gesteld dat het generieke inkomensbeleid voorbehouden dient te zijn aan het rijk. De Participatiewet richt zich alleen op de participatie van personen vanaf 18 jaar tot de AOW-gerechtigde leeftijd, waarbij participatie gekoppeld is aan werkaanvaarding en sociale activering. De participatie van AOW-gerechtigden en kinderen is geen doel binnen de Participatiewet.

De Gemeente Rotterdam is van mening dat juist voor de doelgroepen AOW-gerechtigden met een laag inkomen en kinderen van ouders die een laag inkomen hebben, maatschappelijke participatie van groot belang is. Daarom is in 2015 voor deze doelgroepen een nieuwe regeling opgezet: het AOW- en Jeugdtegoed. De regeling houdt in dat een financieel tegoed wordt gekoppeld aan de Rotterdampas van Rotterdammers die tot de doelgroep behoren.

Omdat deze regeling niet uitgevoerd kan worden op basis van de Participatiewet, zoals hierboven toegelicht, is deze verordening gebaseerd op artikel 108, eerste lid en 149 van de Gemeentewet. In artikel 108, eerste lid Gemeentewet is de autonome verordenende bevoegdheid van het gemeentebestuur geregeld. In artikel 149 van de Gemeentewet is bepaald dat de raad de verordeningen maakt die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt. In de verordening wordt een aantal bevoegdheden met betrekking tot de verstrekking van het AOW- en jeugdtegoed door de raad ter nadere regeling gedelegeerd aan het college. Deze bevoegdheden van het college worden uitgewerkt in de door het college vast te stellen nadere regels en beleidsregels.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Definities

In dit artikel zijn enkele begrippen omschreven die in deze verordening voorkomen. Ten aanzien van enkele begrippen zoals ‘laag inkomen’ en ‘huishouden’, is aangesloten bij de definities uit de Participatiewet.

Doelgroep

Sinds 1 januari 2015 is het niet meer mogelijk om op basis van de Participatiewet een categoriale regeling bijzondere bijstand te treffen ten behoeve van AOW’ers en kinderen. Op grond van de autonome verordenende bevoegdheid van de raad is het wel mogelijk om deze doelgroepen door middel van het verstrekken van een tegoed, te stimuleren om te participeren in de samenleving.

Laag inkomen

Voor de inkomensgrenzen is aansluitinggezocht bij de inkomensgrenzen die gelden voor de bijzondere bijstand (Participatiewet). Om voor een tegoed in aanmerking te kunnen komen, mag het inkomen op de peildatum niet hoger zijn dan 110% van het toepasselijk wettelijk sociaal minimum en is daarmee aan de bovenkant begrensd. In nadere regels en beleidsregels is deze inkomensgrens nader uitgewerkt.

Peildatum

De datum van aanvraag is van belang om te beoordelen op welk moment moet worden voldaan aan de criteria ten aanzien van onder meer de doelgroep, de indieningsdatum van de aanvraag en het inkomen. Als peildatum wordt 1 maart 2018 gehanteerd. Dit is de datum waarop de nieuwe Rotterdampassen worden verstrekt. Vanaf deze datum kunnen tegoeden op deze pas worden gestort.

Tegoed

Het tegoed wordt beschikbaar gesteld op de Rotterdampas van de belanghebbende (de AOW-gerechtigde en het kind). Als de belanghebbende geen Rotterdampas heeft, moet deze pas eerst worden aangevraagd. Zonder Rotterdampas is het niet mogelijk om het recht te effectueren.

Woonadres

De regeling is alleen beschikbaar voor burgers van Rotterdam. Daarvoor is het noodzakelijk dat de personen uit de doelgroep op de peildatum in de Basisregistratie Personen (BRP) zijn ingeschreven op een woonadres binnen de gemeente Rotterdam.

Artikel 2 Reikwijdte en doelstellingverordening

De verordening heeft tot doel AOW-gerechtigden met een laag inkomen en kinderen die ouders hebben met een laag inkomen, zo volwaardig mogelijk te kunnen laten participeren.

Vanwege de smalle beurs lopen de AOW-gerechtigden en kinderen die behoren tot de doelgroep het risico dat zij niet of onvoldoende participeren omdat de financiële middelen ontbreken. Kinderen die opgroeien in gezinnen met een laag inkomen hebben vaak geen middelen om deel te kunnen nemen aan activiteiten op het gebied van school, sport en cultuur. Zij kunnen daardoor aansluiting missen en een achterstand oplopen in hun ontwikkeling. AOW-gerechtigden lopen het risico om te vereenzamen en in een isolement te geraken. Onder participatiebevordering wordt in elk geval begrepen het kunnen deelnemen aan sportieve, culturele en educatieve activiteiten. Door middel van een tegoed op de Rotterdampas is het mogelijk om bepaalde producten aan te schaffen die noodzakelijk zijn om mee te kunnen doen aan deze activiteiten. Het gaat hier om een aantal productgroepen die passen bij de doelstelling, zoals sportartikelen, schoolspullen en hobbyartikelen. Over de besteding van het tegoed aan de producten uit de betreffende productgroepen, zijn afspraken gemaakt met winkels. De productgroepen zijn opgenomen in beleidsregels.

Artikel 3 Bevoegdheden college

In deze bepaling delegeert de raad bevoegdheden aan het college. Op basis van dit artikel komt het college de bevoegdheid toe om nadere regels en beleid vast te stellen ter uitvoering van de verordening. In het tweede lid is aangegeven waartoe deze bevoegdheid in elk geval strekt.

Artikel 4 Aanvraag

In dit artikel is vermeld dat de aanvraag dient te worden gedaan op een door het college vastgesteld aanvraagformulier. Het college kan op grond van het tweede lid ook besluiten om een tegoed ook ambtshalve te verstrekken, dat wil zeggen zonder dat een aanvraag is gedaan.

Artikel 5 Wijze van verstrekken tegoed

Als een belanghebbende aan de criteria voldoet wordt het tegoed beschikbaar gesteld op de Rotterdampas van de belanghebbende. Onder belanghebbende worden de AOW-gerechtigden en de kinderen verstaan die in aanmerking komen voor een tegoed. Om de toekenning van het tegoed te kunnen effectueren, is het bezit van een Rotterdampas dan ook noodzakelijk. Heeft de belanghebbende nog geen Rotterdampas dan moet hij deze eerst aanvragen. Rotterdammers met een laag inkomen betalen een relatief laag bedrag voor een Rotterdampas. De algemene voorwaarden van de Rotterdampas zijn van toepassing.

De Rotterdampas fungeert als betaalpas. Met de pas kunnen in geselecteerde winkels bepaalde producten worden aangeschaft die bijdragen aan de doelstelling van de regeling. Rotterdampas heeft met de geselecteerde winkels overeenkomsten afgesloten, waarin afspraken zijn vastgelegd over de voorwaarden, productgroepen en verantwoording. Er kunnen bijvoorbeeld schoolspullen en sportspullen worden aangeschaft.

Artikel 6 Hoogte tegoed

Kinderen van 12 tot en met 17 jaar ontvangen een hoger tegoed dan kinderen van vier tot en met 11 jaar. De reden is dat er redelijkerwijs van uit wordt gegaan dat kinderen van 12 tot en met 17 jaar in het algemeen gesproken meer financiële middelen nodig hebben voor de noodzakelijke participatie dan kinderen van vier tot en met 11 jaar. Een kind moet op de peildatum, te weten 1 maart 2018, voldoen aan de gestelde leeftijdscriteria.

Artikel 7 Bestedingsduur tegoed

Het tegoed dat op de pas wordt gestort kan alleen worden besteed tijdens de bestedingsperiode die het college vastlegt in de nadere regels. Het saldo dat na deze periode op de pas overblijft, vloeit terug naar de gemeente. Het tegoed kan niet in geld worden omgezet.

Artikel 8 Hardheidclausule

In deze verordening is een hardheidsclausule opgenomen om, in gevallen waarin toepassing van de regeling - gegeven de doelstelling en de strekking van die regeling - een ‘onbillijkheid van overwegende aard zou opleveren’, een onderdeel van die regeling buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken. Met andere woorden: de hardheidsclausule ziet toe op situaties die niet voorzien zijn bij het vaststellen van de verordening en waarin het niet redelijk zou zijn om geen tegoed te verstrekken, ook al wordt niet geheel voldaan aan het bepaalde in de verordening.

Artikel 9 Inwerkingtreding en duur

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2018 en vervalt met ingang van 1 maart 2019. Vanaf 1 maart van elk jaar worden ook de voor het betreffende jaar geldende Rotterdampassen verstrekt.

Dit gemeenteblad 2018, nummer 32, is uitgegeven op 28 februari 2018 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)