Handhavingsarrangement vergunningplicht artikel 2:36 APV

Geldend van 25-12-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 24-12-2018

Intitulé

Handhavingsarrangement vergunningplicht artikel 2:36 APV

De burgemeester van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de directeur Veiligheid datum 12 november 2018 inzake handhavingsarrangement APV vergunningplicht (artikel 2:36);

Overwegende dat de burgemeester op grond van artikel 174 Gemeentewet belast is met het toezicht en de uitoefening van het toezicht op de vergunningverlening voor publiek openstaande gebouwen in het kader van de openbare orde en veiligheid;

Gelet op het bepaalde in artikel 174 Gemeentewet en de artikelen 1.8 en 2.36 van de APV Rotterdam 2012;

besluit vast te stellen:

Het handhavingsarrangement vergunningplicht artikel 2:36 APV

Exploitatie zonder (geldige) vergunning

Met de vergunningplicht op een pand, branche of gebied worden bepaalde bedrijfsmatige activiteiten vergunningplichtig. Deze activiteiten mogen niet plaatsvinden zolang er geen exploitatievergunning is verleend.

De burgemeester maakt in dergelijke gevallen gebruik van zijn bevoegdheid om het pand waar de bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden te sluiten. Er is in ieder geval sprake van illegale exploitatie als:

  • wordt geëxploiteerd (bijvoorbeeld bij een overname) terwijl nog geen vergunning is verleend;

  • wordt geëxploiteerd terwijl de vergunning is ingetrokken of geweigerd;

  • wordt geëxploiteerd zonder geldige inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

  • wordt geëxploiteerd nadat de exploitatievergunning is vervallen.

Bij de aanwijzing van een bepaalde branche/gebied als vergunningplichtig worden de ondernemers geïnformeerd over de invoering van de vergunningplicht en krijgen zij een termijn om de vergunning aan te vragen. Indien deze termijn is verlopen en ondernemers geen aanvraag hebben ingediend maar de bedrijfsmatige activiteiten wel voortzetten dan kan de burgemeester besluiten de 1e stap in het handhavingsarrangement over te slaan en direct over te gaan tot sluiting van het bedrijf voor onbepaalde tijd.

Exploitatie zonder vergunning

Toezichthouder

Burgemeester

1e constatering

Toezichthouder:

Exploitant dient de exploitatie onmiddellijk te staken en waarschuwing

(zie toezichthouder)

2e constatering

Proces-verbaal en dossier naar burgemeester

Sluiting voor onbepaalde tijd

Strafbare feiten in of vanuit het pand

Een pand, branche of gebied wordt onder meer aangewezen indien de openbare orde dit vereist. Er is dan veelal sprake van herhaaldelijk strafbare feiten en/of openbare orde problematiek in of vanuit het pand dan wel ernstig structurele openbare orde problematiek in een branche of gebied. De gemeente Rotterdam tolereert dan ook niet dat deze panden/branches waarop uiteindelijk deze vergunningplicht geldt (wederom) het toneel zijn van strafbare handelingen of een uitvalsbasis vormen voor criminelen. Daarom treedt de burgemeester hier streng tegen op. Van ondernemers wordt verwacht dat zij ervoor zorgen dat in hun bedrijf geen strafbare feiten plaatsvinden.

Onder strafbare feiten worden in elk geval (niet uitsluitend) de volgende feiten verstaan:

  • heling;

  • illegale kansspelen;

  • underground banking;

  • aanwezigheid (vuur)wapen;

  • aanwezigheid handelshoeveelheid drugs; drugsgebruik en –handel: zoals de aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs of versnijdingsmiddelen;

  • mensenhandel;

  • tewerkstellen van illegalen (werknemers zonder geldige titel voor het verrichten van arbeid).

De burgemeester kan ook conform dit stappenplan optreden indien blijkt dat een bedrijf een faciliterende rol heeft bij de verhuur van auto’s met ingebouwde ruimtes of bij het inbouwen van verborgen ruimten in voertuigen dan wel ruimten bedoeld voor goederen dan wel middelen te onttrekken aan het ambtelijk toezicht.

Gelet op het ondermijnende en/of georganiseerde karakter van dergelijke strafbare feiten en de impact die dit heeft op de openbare orde en veiligheid en de leefbaarheid, wordt in beginsel uitgegaan van een sluiting van 3 maanden.

Strafbare feiten

Toezichthouder

Burgemeester

1e constatering

Proces-verbaal en dossier naar burgemeester

Sluiten 3 maanden

2e constatering

Proces-verbaal en dossier naar burgemeester

Sluiten 6 maanden en intrekken exploitatievergunning

Slecht levensgedrag

Van een exploitant wordt verwacht dat deze niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is. Ook verwacht de gemeente dat de exploitant personeel aanstelt en de leiding over zijn bedrijf in handen geeft van personen aan wie deze leiding kan worden toevertrouwd. Wanneer wordt geconstateerd dat de exploitant of zijn beheerders in enig opzicht van slecht levensgedrag is, bijvoorbeeld op basis van betrokkenheid bij ondermijnende en georganiseerde criminaliteit, is dit reden om de exploitatievergunning in te trekken dan wel te wijzigen door de beheerder hiervan te verwijderen.

Indien herhaaldelijk beheerders worden bijgeschreven die van slecht levensgedrag zijn, kan dit ertoe leiden dat de burgemeester zijn vertrouwen verliest in de exploitant en maatregelen treft (zie stappenplan ‘Geen vertrouwen in ondernemer’). Tevens kunnen er omstandigheden zijn waarin de gemeente aanleiding ziet om een Bibob-onderzoek te doen naar de onderneming.

Slecht levensgedrag

Toezichthouder

Burgemeester

1e constatering

Proces-verbaal en dossier naar burgemeester

Indien exploitant:

Intrekken exploitatie-vergunning

Indien beheerder:

Beheerder verwijderen van exploitatie-vergunning

Schijnbeheer

Er is sprake van schijnbeheer als blijkt dat niet de exploitant/beheerder feitelijk zeggenschap heeft over (en leiding geeft aan) het bedrijf, maar een persoon die niet als zodanig op de vergunning staat vermeld. Een reden kan bijvoorbeeld zijn dat een persoon vanwege zijn/haar strafrechtelijke verleden geen vergunning kan krijgen en daarom een ander de vergunning laat aanvragen. Onder schijnbeheer worden die situaties verstaan waarbij de feitelijke eigenaar bewust op de achtergrond blijft en de feitelijke situatie niet overeen komt met het ‘papier’. Dit kan bijvoorbeeld zijn om een antecedentencheck te ontwijken. Op basis van het dossier zal de burgemeester beoordelen of voldoende aannemelijk is dat een schijnbeheerconstructie wordt gebruikt.

Schijnbeheer

Toezichthouder

Burgemeester

1e constatering

Proces-verbaal en dossier naar burgemeester

Intrekken exploitatie-vergunning

Exploiteren niet conform aan vergunning verbonden voorschriften

Aan de exploitatievergunning worden soms voorschriften verbonden. Dit kunnen algemene voorschriften zijn voor een branche of specifieke voorschriften die zijn bedoeld om de exploitant expliciet te dwingen om op de voorgeschreven manier te exploiteren. Ook kan de burgemeester aan de vergunning voorschriften verbinden op grond van de Wet Bibob of naar aanleiding van een Bibob-onderzoek.

Als wordt geconstateerd dat de exploitant zich niet aan de voorschriften houdt, wijst de burgemeester de exploitant er in principe altijd eerst op dat hij zich aan de voorschriften moet houden. Bij specifieke voorschriften kan de burgemeester bepalen dat hij de waarschuwingsstappen overslaat. Dat vermeldt de burgemeester dan bij de voorschriften. Dit zal altijd het geval zijn bij Bibob-voorschriften.

Exploitatie niet conform voorschriften

Toezichthouder

Burgemeester

1e constatering

Tenzij anders bepaald:

Waarschuwing

(zie toezichthouder)

2e constatering

Proces-verbaal en dossier naar burgemeester

Intrekken exploitatie-vergunning

Wijzigen exploitant zonder melding

De exploitant is te allen tijde verantwoordelijk voor de exploitatie van het bedrijf. De vergunning wordt dan ook verleend aan degene die hem aanvraagt (of aan degene namens wie een vergunning is aangevraagd). De exploitant is verplicht elke wijziging in de zeggenschap (bijvoorbeeld doordat een vennoot toetreedt tot de vennootschap of een eenmanszaak een BV wordt met aandeelhouders) door te geven en een nieuwe vergunning aan te vragen. Doet hij dit niet, dan kan de burgemeester een maatregel treffen. In beginsel wordt de exploitant gewaarschuwd dat hij een nieuwe vergunning moet aanvragen en wordt hem een termijn geboden om zijn aanvraag te doen. Doet hij dit niet dan kan dat reden voor de burgemeester zijn om de exploitatievergunning in te trekken. Als blijkt dat moedwillig is gekozen voor een constructie waarbij eigenlijk wordt geëxploiteerd door een andere persoon die niet op de vergunning staat en de verplichting dat deze persoon als exploitant wordt geregistreerd wordt ontweken, dan is sprake van schijnbeheer en worden dienovereenkomstig maatregelen genomen (zie stappenplan ‘Schijnbeheer‘).

Wijzigen exploitant zonder melding

Toezichthouder

Burgemeester

1e constatering

Waarschuwing en verplichting binnen twee weken nieuwe vergunning aan te vragen

(zie toezichthouder)

2e constatering

Proces-verbaal en dossier naar burgemeester

Intrekken exploitatie-vergunning

Leefbaarheid in omgeving van pand

Deze vergunningplicht wordt juist opgelegd op een pand, branche of gebied waar de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid reeds onder druk staat. Indien de bedrijfsvoering vervolgens (wederom) leidt tot een nadelige beïnvloeding van de leefbaarheid in de directe omgeving van het pand dan kan de burgemeester maatregelen treffen. De overlast moet een duidelijk effect hebben op de leefbaarheid en te herleiden zijn tot het pand.

Overlast

Toezichthouder

Burgemeester

1e constatering

Waarschuwing

(zie toezichthouder)

2e constatering

Proces-verbaal en dossier naar burgemeester

Sluiten twee weken

3e constatering

Proces-verbaal en dossier naar burgemeester

Sluiten 1 maand

4e constatering

Proces-verbaal en dossier naar burgemeester

Sluiten 3 maanden

5e constatering

Proces-verbaal en dossier naar burgemeester

Sluiten onbepaalde tijd

Afwezigheid exploitant of beheerder

Als voorwaarde wordt gesteld dat een op de vergunning genoemde exploitant of beheerder aanwezig is wanneer het bedrijf wordt geëxploiteerd. Deze persoon is voorts verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. Bovendien wordt hij/zij geacht de openbare orde in en rondom het bedrijf te kunnen bewaken (gekwalificeerd toezicht).

Afwezigheid exploitant of leidinggevenden

Toezichthouder

Burgemeester

1e constatering

Waarschuwing

(zie toezichthouder)

2e constatering

Waarschuwing

(zie toezichthouder)

3e constatering

Proces-verbaal en dossier naar burgemeester

Tijdelijke intrekking exploitatievergunning 2 weken

4e constatering

Proces-verbaal en dossier naar burgemeester

Tijdelijke intrekking exploitatievergunning 1 maand

5e constatering

Proces-verbaal en dossier naar burgemeester

Intrekken exploitatievergunning

Geen vertrouwen in ondernemer

Wanneer de exploitatie van een ondernemer leidt tot al dan niet ernstige incidenten of wanneer de ondernemer of zijn personeel bij deze incidenten op een ontoelaatbare wijze betrokken zijn geweest of op enigerlei wijze verwijtbaar hebben gehandeld kan de burgemeester besluiten dat intrekking van de exploitatievergunning wenselijk is. De burgemeester meent dan dat de ondernemer met zijn exploitatie een gevaar vormt voor de openbare orde en/of de leefbaarheid en treft maatregelen om een verstoring daarvan in de toekomst tegen te gaan.

Dit geldt eveneens wanneer een ondernemer telkens bepalingen in de APV overtreedt en zich door de getroffen maatregelen er niet toe laat leiden zijn bedrijfsvoering dusdanig aan te passen dat hij overtredingen of incidenten in de toekomst voorkomt. De burgemeester kan dan oordelen dat hij zijn vertrouwen in de desbetreffende ondernemer is kwijtgeraakt.

Geweld – Ernstig geweld

Indien er ernstige geweldsincidenten of geweldsincidenten plaatsvinden in of vanuit het pand dan wordt aangesloten bij het handhavingsarrangement behorende bij de op dat moment geldende Horecanota (te raadplegen op www.rotterdam.nl/horeca).

Artikel I

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na publicatie daarvan in het gemeenteblad.

Artikel II

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit handhavingsarrangement vergunningplicht 2:36 APV.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 19 december 2018.

De burgemeester,

Ing. A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad 2018, nummer 171, is uitgegeven op 20 december 2018 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)