Regeling vervallen per 30-09-2020

Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging cluster Maatschappelijke Ontwikkeling 2019

Geldend van 14-05-2019 t/m 29-09-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging cluster Maatschappelijke Ontwikkeling 2019

De concerndirecteur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling,

gelet op:

  • -

    afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    de paragrafen 1, 3 en 5 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016 (MVMR 2016);

  • -

    artikel 11.16 van het MVMR 2016;

  • -

    het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de algemeen directeur 2016 (BOOO AD 2016);

  • -

    de bevoegdheden die hem verder zijn verleend bij aparte besluiten van de raad of het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, de concerndirecteur van een ander cluster of een andere gemeente;

overwegende, dat het om redenen van doelmatigheid wenselijk is de aan hem in het BOOO AD 2016 opgedragen en daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden te ondermandateren, ondervolmachten en ondermachtigen aan ondergeschikte ambtenaren en anderen;

besluit vast te stellen:

Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging cluster Maatschappelijke Ontwikkeling 2019 (BOOO MO 2019)

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    • -

      individuele voorziening: de individuele voorziening, bedoeld in de Jeugdwet;

    • -

      maatwerkvoorziening: de maatwerkvoorziening, genoemd in de Wmo 2015;

    • -

      overeenkomst: de publiekrechtelijke overeenkomst, bedoeld in artikel 3.3, tweede lid, van het MVMR 2016 en de obligatoire overeenkomst, bedoeld in artikel 3.4, derde lid, van het MVMR 2016;

    • -

      Wmo 2015: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

    • -

      SVR 2014: Subsidieverordening Rotterdam 2014.

  • 2. In dit besluit wordt mede verstaan onder:

    • -

      aangaan van een overeenkomst: besluiten tot het aangaan van een overeenkomst als bedoeld in artikel 1.2, vijfde lid van het MVMR 2016, tevens omvattende uitvoering, wijziging of beëindiging van de overeenkomst;

    • -

      ondertekenen van een overeenkomst: ondertekening van een overeenkomst als bedoeld in artikel 1.2, zesde lid, van het MVMR 2016, tevens omvattende alle rechtshandelingen en feitelijke handelingen ter voorbereiding of uitvoering ervan.

Artikel 1.2 Managementlagen

De managementlagen van het cluster zijn onderverdeeld in:

  • a.

    1e laag: de concerndirecteur Maatschappelijke Ontwikkeling;

  • b.

    2e laag: de directeuren die hiërarchisch onder de concerndirecteur vallen; tot de 2e laag behoren tevens programmadirecteuren;

  • c.

    3e laag: de afdelingshoofden die hiërarchisch onder een directeur vallen, het hoofd Clusterbureau, het hoofd Programma- en projectmanagementbureau en het hoofd van het Bureau Frontlijn; tot de 3e laag behoren tevens programmamanagers;

  • d.

    4e laag: de teammanagers die hiërarchisch onder een afdelingshoofd vallen; tot de 4e laag behoren tevens projectmanagers of projectleiders;

  • e.

    5e laag: de managers die hiërarchisch onder een teammanager vallen.

Artikel 1.3 Reikwijdte

  • 1. De ondergemandateerde, ondergevolmachtigde of ondergemachtigde functionaris is in het kader van de uitoefening van de aan hem verleende ondervolmachten, ondermachtigingen en ondermandaten bevoegd om die feitelijke handelingen en rechtshandelingen te verrichten die voor de uitoefening van deze bevoegdheden noodzakelijk zijn en die passen binnen het functieprofiel en het aanstellingsbesluit dat op hem van toepassing is.

  • 2. De ondergemandateerde, ondergevolmachtigde of ondergemachtigde functionaris is bevoegd gebruik te maken van de hem ter beschikking gestelde automatiseringssystemen, voor zover dat noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn taak en past binnen het functieprofiel en aanstellingsbesluit dat op hem van toepassing is.

  • 3. De aan een functionaris verleende bevoegdheden mogen, tenzij anders vermeld, door de ondergemandateerde, ondergevolmachtigde of ondergemachtigde niet verder worden ondergemandateerd, ondergevolmacht of ondergemachtigd.

  • 4. De in dit besluit ondergemandateerde, ondergevolmachte en ondergemachtigde bevoegdheden komen tevens toe aan de hiërarchisch bovengeschikte van de ondergemandateerde, ondergevolmachtigde of ondergemachtigde functionaris.

Artikel 1.4 Plaatsvervanging

  • 1. De in dit besluit genoemde ondermandaten, ondervolmachten en ondermachtigingen zijn bij afwezigheid van de functiehouder verleend aan diens plaatsvervanger, waarbij beide partijen nadere afspraken kunnen maken over de invulling van de vervanging.

  • 2. Plaatsvervanging van de leidinggevenden geschiedt met de financiële begrenzing, bedoeld in artikel 1.5, die van toepassing is op degene die hij vervangt.

  • 3. De wijze van plaatsvervanging van de directeuren is geregeld in de Vervangingsregeling directie cluster Maatschappelijke Ontwikkeling 2016.

  • 4. De wijze van plaatsvervanging van managers van de 3e tot en met de 5e laag blijkt per directie uit de handtekeningenlijst.

Artikel 1.5 Financiële begrenzingen bevoegdheden

De bevoegdheden van de ondergemandateerden en ondergevolmachtigden, zoals in dit besluit zijn genoemd, zijn gemaximeerd tot de volgende bedragen, tenzij de bevoegdheden in dit besluit tot een lager bedrag zijn beperkt:

  • a.

    tot € 250.000 voor het 3e laags management;

  • b.

    tot € 50.000 voor het 4e laags management;

  • c.

    tot € 15.000 voor het 5e laags management.

Artikel 1.6 Overige begrenzingen bevoegdheden

  • 1. De bevoegdheden van de ondergemandateerden en ondergevolmachtigden strekken zich, tenzij in dit besluit anders is bepaald, niet uit tot:

    • a.

      het opstellen, wijzigen of intrekken van beleidsregels;

    • b.

      het indienen van een bezwaar- of beroepschrift;

    • c.

      het aanvragen van subsidies of andere financieringsbronnen;

    • d.

      het besluiten tot het afzien van terugvordering van een ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende subsidie, als het gaat om een bedrag van € 5.000 of meer.

  • 2. De bevoegdheden beperken zich tot het werkveld van de directie, de afdeling of het team waaraan de bevoegde functionaris leidinggeeft, of waarin de functionaris werkzaam is.

  • 3. De ondergemandateerde, ondergevolmachtigde of ondergemachtigde functionaris is bij de gebruikmaking van zijn bevoegdheid verplicht de aanwijzingen in acht te nemen die hem worden gegeven door de functionaris aan wie hij verantwoording verschuldigd is en, als dit een ander is, aan de directeur onder wiens verantwoordelijkheid hij valt.

Artikel 1.7 Algemene bevoegdheden 3e laags manager

Tenzij in dit besluit anders is bepaald, is een 3e laags manager binnen het beleidsterrein waarvoor hij verantwoordelijk is, bevoegd tot:

  • a.

    het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst in het kader van de interne bedrijfsvoering en in het kader van de opgedragen bevoegdheden en het ondertekenen ervan, het verrichten van rechtshandelingen ter uitvoering ervan en het vertegenwoordigen van de gemeente in en buiten rechte met betrekking tot genoemde overeenkomsten;

  • b.

    het nemen van besluiten met betrekking tot bestuursrechtelijke geldschulden;

  • c.

    het invorderen, het in der minne schikken en het nemen van een procesbesluit met betrekking tot bestuursrechtelijke geldvorderingen tot een bedrag van € 15.000 per debiteur;

  • d.

    het kwijtschelden van schulden van debiteuren op grond van redelijkheid en billijkheid tot een bedrag van ten hoogste € 5.000;

  • e.

    het uitoefenen van de bevoegdheden in het kader van de bestuurs- en dwangsomregeling, bedoeld in de afdelingen 5.3.1 en 5.3.2 alsmede de artikelen 4:17, 4:18 en 4:20 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • f.

    het geven van een bestuurlijke waarschuwing;

  • g.

    het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers ten behoeve van de door hen uit te voeren taken;

  • h.

    het vaststellen van formulieren ten behoeve van de uitvoering van de taken, genoemd in dit besluit, op zijn afdeling;

  • i.

    het besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

Artikel 1.8 Algemene bevoegdheden 4e laags manager

  • 1. Voor zover elders in dit besluit is geregeld dat de 3e laags manager bevoegd is tot het verstrekken van een subsidie op grond van de SVR 2014, komt deze bevoegdheid tevens toe aan de 4e laags manager, voor zover dit tot het beleidsterrein behoort waarvoor hij verantwoordelijk is.

  • 2. De bevoegdheden, bedoeld in artikel 1.7, onder b tot en met f, en i, komen eveneens toe aan de 4e laags manager.

Artikel 1.9 Vertegenwoordiging bij bezwaarschriftenprocedures

  • 1. De functionaris die belast is geweest met de voorbereiding van een besluit waartegen bezwaar is aangetekend, kan het college vertegenwoordigen bij ambtelijk horen of tijdens de behandeling van het bezwaarschrift in de Algemene Bezwaarschriftencommissie.

  • 2. De kwaliteitsmedewerker, stafadviseur, wijkteammedewerker of wijkteamleider binnen de directie waar een besluit is genomen waartegen bezwaar is aangetekend kan het college vertegenwoordigen bij ambtelijk horen of tijdens de behandeling van het bezwaarschrift in de Algemene Bezwaarschriftencommissie.

  • 3. De bevoegdheden, bedoeld in de vorige leden, komen tevens toe aan de beleidsadviseur binnen het cluster die belast is met de beleidsadvisering over de grondslag van het besluit, alsmede de juridisch adviseur die werkzaam is ten behoeve van het cluster, of een andere, daartoe door de 3e laags manager aangewezen persoon.

Hoofdstuk 2 Overeenkomsten

Artikel 2.1 Overeenkomsten met financiële waarde

  • 1. Bevoegd tot het aangaan en ondertekenen van een overeenkomst met een waarde van:

    • a.

      tot € 250.000: de manager die budgetverantwoordelijk is voor de inkoop van het product of de dienst, alsmede de manager van de 3e laag, voor zover dit tot het beleidsterrein behoort waarvoor hij verantwoordelijk is;

    • b.

      tot € 50.000: de manager van de 4e laag, voor zover dit tot het beleidsterrein behoort waarvoor hij verantwoordelijk is;

    • c.

      tot € 15.000: de manager van de 5e laag, voor zover dit tot het beleidsterrein behoort waarvoor hij verantwoordelijk is.

  • 2. Bevoegd tot het aangaan en ondertekenen van een overeenkomst met een waarde van € 250.000 of meer:

    • 1°.

      een directeur samen met een 3e laags manager van de directie onder wiens verantwoordelijkheid de overeenkomst valt;

    • 2°.

      de concerndirecteur samen met een directeur die verantwoordelijk is voor het beleidsterrein waaronder de overeenkomst valt;

    • 3°.

      de concerndirecteur samen met een plaatsvervanger.

Artikel 2.2 Overeenkomsten zonder financiële waarde

  • 1. Een manager tot en met de 3e laag is ten aanzien van beleidsterreinen die onder zijn verantwoordelijkheid vallen bevoegd overeenkomsten zonder financiële verplichtingen voor de gemeente aan te gaan en te ondertekenen, zoals overeenkomsten die betrekking hebben op:

    • a.

      de uitvoering van taken van andere bestuursorganen;

    • b.

      de uitvoering van taken van andere clusters, organisaties of gebieden van de gemeente Rotterdam; of

    • c.

      de uitvoering van taken in samenwerking met partners in en buiten de gemeente Rotterdam.

  • 2. Onder financiële verplichtingen als bedoeld in het eerste lid vallen niet de inzet van personeel of faciliteiten door het cluster.

  • 3. De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, komen tevens toe aan het hoofd Rotterdampas.

Hoofdstuk 3 Directie en clusterbureau

Artikel 3.1 Directieleden

  • 1. De bevoegdheden van de concerndirecteur Maatschappelijke Ontwikkeling komen tevens toe aan de directeuren van de directies binnen het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling, tenzij het gaat om de bevoegdheden die in dit besluit zijn voorbehouden aan de concerndirecteur Maatschappelijke Ontwikkeling.

  • 2. Artikel 1.6, eerste lid, is niet van toepassing op de ondermandatering, de ondervolmachtiging en de ondermachtiging aan directieleden.

  • 3. Directeur Welzijn, Zorg en Jeugdhulp en directeur Publieke Gezondheid van de directie Publieke Gezondheid, Welzijn en Zorg, oefenen hun bevoegdheden uit ten aanzien van de beleidsterreinen waarvoor zij verantwoordelijk zijn.

  • 4. Directeur Jeugd en Onderwijs oefent de bevoegdheden uit ten aanzien van de beleidsterreinen binnen zijn directie, voor zover deze geen betrekking hebben op jeugdhulp.

  • 5. Directeur Welzijn, Zorg en Jeugdhulp oefent binnen de directie Jeugd en Onderwijs de bevoegdheden uit met betrekking tot het beleidsterrein jeugdhulp.

  • 6. De directeur Maatschappelijke Ondersteuning in de Wijk is bevoegd tot uitoefening van bevoegdheden binnen de directie Maatschappelijke Ondersteuning in de Wijk en daarnaast ook binnen de directie Publieke Gezondheid, Welzijn en Zorg met betrekking tot het beleid op het gebied van armoedebestrijding, schuldenaanpak en informele zorg, welk beleid binnen die directie onder de aandacht valt van de afdeling Beleid & Opdrachtgeverschap.

  • 7. Directeur Sport en Cultuur is bevoegd tot:

    • a.

      het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten met betrekking tot het verhuren of anderszins in gebruik geven van onroerende en roerende zaken alsmede het beheren en exploiteren daarvan, voor zover deze behoren tot de beleidsterreinen binnen de directie Sport en Cultuur;

    • b.

      het kwijtschelden van schulden van debiteuren op grond van redelijkheid en billijkheid tot een bedrag van ten hoogste € 50.000 per debiteur, met betrekking tot huurovereenkomsten inzake het Recreatieoord Hoek van Holland;

    • c.

      het invorderen, waaronder het nemen van een procesbesluit, en in der minne regelen van geldvorderingen op debiteuren tot een bedrag van € 50.000 per debiteur, met betrekking tot huurovereenkomsten inzake het Recreatieoord Hoek van Holland.

Artikel 3.2 Clusterbureau

Het hoofd van het Clusterbureau is bevoegd om ten behoeve van de clusters Maatschappelijke Ontwikkeling en Werk en Inkomen en het gemeentebestuur:

  • a.

    Europese subsidies aan te vragen, waaronder subsidies in het kader van het Europees Sociaal Fonds;

  • b.

    een besluit te nemen over de verlening van de onder a genoemde Europese subsidies;

  • c.

    een besluit te nemen over cofinanciering van een Europese subsidieaanvraag.

Artikel 3.3 Hoofd Programma- en projectmanagementbureau, programmamanagers

Het hoofd van het Programma- en projectmanagementbureau en de programmanagers zijn bevoegd tot:

  • a.

    het verstrekken van een subsidie op grond van de SVR 2014 en daarop gebaseerde regelgeving;

  • b.

    het uitoefenen van taken en bevoegdheden die aan een andere 3e laags manager toekomen, voor zover die expliciet zijn opgenomen in het vastgestelde programma- of projectvoorstel en in het kader van het programma of het project dat wordt uitgevoerd noodzakelijk is.

Artikel 3.4 Hoofd Rotterdampas

Hoofd Rotterdampas is als 4e laags manager, vallende onder het hoofd Clusterbureau bevoegd tot het verrichten van die rechtshandelingen die noodzakelijk zijn voor het verstrekken van de Rotterdampas.

Hoofdstuk 4 Directie Sport en Cultuur

Artikel 4.1 Afdelingshoofd Beleid Sport, Natuur en Recreatie

Het hoofd van de afdeling Beleid Sport, Natuur en Recreatie is bevoegd tot:

  • a.

    het verstrekken van een subsidie op grond van de SVR 2014 en daarop gebaseerde regelgeving;

  • b.

    het aanvragen, in ontvangst nemen, beheren, besteden en verantwoorden van:

    • 1°.

      subsidies, met uitzondering van Europese subsidies,

    • 2°.

      financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen;

  • c.

    het aanvragen bij bestuursorganen van de gemeente Rotterdam of van andere publiekrechtelijke rechtspersonen van een vergunning, toestemming of ontheffing alsmede het aanvaarden van een vergunning, toestemming of ontheffing.

Artikel 4.2 Afdelingshoofd Beleid Cultuur

Het hoofd van de afdeling Beleid Cultuur is bevoegd tot:

  • a.

    het verstrekken van een subsidie op grond van de SVR 2014 en daarop gebaseerde regelgeving;

  • b.

    het aanvragen, in ontvangst nemen, beheren, besteden en verantwoorden van:

    • 1°.

      subsidies, met uitzondering van Europese subsidies;

    • 2°.

      financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen;

  • c.

    het aanvragen bij bestuursorganen van de gemeente Rotterdam of van andere publiekrechtelijke rechtspersonen van een vergunning, toestemming, ontheffing alsmede het aanvaarden van een vergunning, toestemming of ontheffing.

Artikel 4.3 Aanvullingen en financiële begrenzing

  • 1. In afwijking van en aanvulling op hoofdstuk 2 zijn ten aanzien van het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten de projectmanagers of projectleiders bevoegd tot het bedrag waarvoor het 5e laags management bevoegd is.

  • 2. In afwijking van en aanvulling op hoofdstuk 2 zijn ten aanzien van het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten met betrekking tot het verhuren of anderszins in gebruik geven van onroerende en roerende zaken alsmede het beheren en exploiteren daarvan, voor zover deze behoren tot het beleidsterrein Sport en Cultuur, de volgende functionarissen bevoegd:

    • a.

      afdelingshoofd Uitvoering Recreatie tot het bedrag waarvoor het 3e laags management bevoegd is;

    • b.

      teammanager van Recreatieoord en Camping van Hoek van Holland tot het bedrag waarvoor het 4e laags management bevoegd is.

  • 3. De bevoegdheden, genoemd in artikel 3.1, zevende lid, onder b en c, komen tevens toe aan het afdelingshoofd Uitvoering Recreatie en de teammanager Recreatieoord en Camping Hoek van Holland.

Hoofdstuk 5 Directie Jeugd en Onderwijs

Artikel 5.1 Algemene bevoegdheden

De afdelingshoofden binnen de directie Jeugd en Onderwijs zijn bevoegd tot het verstrekken van subsidie op grond van de SVR 2014 en daarop gebaseerde regelgeving.

Artikel 5.2 Afdelingshoofd Onderwijs

Het hoofd van de afdeling Onderwijs is bevoegd tot:

  • a.

    het aanvragen bij bestuursorganen van de gemeente Rotterdam of van andere publiekrechtelijke rechtspersonen van een vergunning, toestemming of ontheffing, alsmede het aanvaarden van een vergunning, toestemming of ontheffing;

  • b.

    het uitoefenen van taken en bevoegdheden als bedoeld in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Rotterdam 2015;

  • c.

    het vertegenwoordigen van het college, bedoeld in artikel 4, vijfde lid van de Procedure Overleg lokaal onderwijsbeleid van de gemeente Rotterdam.

Artikel 5.3 Teammanager afdeling Onderwijs

De teammanager van de afdeling Onderwijs is bevoegd tot:

  • a.

    het vaststellen en wijzigen van roosters met betrekking tot het schoolzwemmen en het organiseren van het vervoer met betrekking tot schoolzwemmen;

  • b.

    het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten inzake het vervoer voor schoolzwemmen en het gebruik van zwemaccommodaties;

  • c.

    het uitoefenen van taken en bevoegdheden als bedoeld in de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Rotterdam 2015, genoemd in artikel 5.1, eerste lid, onder b, van het MVMR 2016.

Artikel 5.4 Afdelingshoofd Jongerenloket

Het hoofd van het Jongerenloket is, voor zover het tot zijn beleidsterrein behoort, bevoegd tot:

  • a.

    het uitoefenen van taken en bevoegdheden als bedoeld in de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Rotterdam 2018;

  • b.

    het uitoefenen van taken en bevoegdheden als bedoeld in de Participatiewet.

Artikel 5.5 Afdelingshoofd Jeugd

Het hoofd van de afdeling Jeugd is bevoegd tot:

  • a.

    het uitoefenen van taken en bevoegdheden in het kader van de Jeugdwet;

  • b.

    het verstrekken van tegemoetkomingen voor kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie als bedoeld in de Verordening Tegemoetkoming Kosten SMI-Kinderopvang Rotterdam 2018;

  • c.

    het uitoefenen van de taken en bevoegdheden, zoals vastgelegd in de namens het college van burgemeester en wethouders gesloten overeenkomst met het bestuur van het openbaar lichaam Jeugdhulp Rijnmond in verband met de taakuitoefening als uitvoerende gemeente in het kader van artikel 1 van de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond.

Artikel 5.6 Afdelingshoofd Toezicht en Handhaving

Het hoofd van de afdeling Toezicht en Handhaving is bevoegd tot:

  • a.

    het uitvoeren van de Wet kinderopvang, voor zover betrekking hebbend op:

    • 1°.

      het in ontvangst nemen en afhandelen van aanvragen van kindercentra en gastouderbureaus als bedoeld in Hoofdstuk 1, Afdeling 3, Paragraaf 1, van die wet;

    • 2°.

      het bijhouden van het register kinderopvang, bedoeld in artikel 1.47a van die wet;

  • b.

    het uitoefenen van taken en bevoegdheden als bedoeld in de Verordening inburgering Rotterdam 2011;

  • c.

    het uitoefenen van taken en bevoegdheden als bedoeld in de Leerplichtwet 1969.

Hoofdstuk 6 Directie Publieke Gezondheid, Welzijn en Zorg

Artikel 6.1 Afdelingshoofd Publieke Gezondheid

Het hoofd van de afdeling Publieke Gezondheid is bevoegd tot:

  • a.

    het verstrekken van subsidie op grond van de SVR 2014 en daarop gebaseerde regelgeving;

  • b.

    het uitoefenen van taken en bevoegdheden als bedoeld in de Wet publieke gezondheid.

Artikel 6.2 Afdelingshoofd Beleid en Opdrachtgeverschap

Het hoofd van de afdeling Beleid en Opdrachtgeverschap is bevoegd tot:

  • a.

    het verstrekken van subsidie op grond van de SVR 2014 en daarop gebaseerde regelgeving;

  • b.

    het uitoefenen van taken en bevoegdheden ter voorbereiding van besluitvorming in het kader van de Wet tijdelijk huisverbod.

Artikel 6.3 Afdelingshoofd Participatie en Stedelijke Zorg

  • 1. Het hoofd afdeling Participatie en Stedelijke Zorg is bevoegd tot:

    • a.

      het uitoefenen van taken en bevoegdheden als bedoeld in de Participatiewet en de Wmo 2015;

    • b.

      het uitoefenen van taken en bevoegdheden als bedoeld in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • c.

      het uitoefenen van taken en bevoegdheden als bedoeld in de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Rotterdam 2018;

    • d.

      het uitoefenen van de gemeentelijke taken en bevoegdheden als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging;

    • e.

      het uitoefenen van de coördinatie in verband met re-integratie van (ex-)gedetineerden;

    • f.

      het uitoefenen van de gemeentelijke liaison-functie in het Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond;

    • g.

      het uitoefenen van taken en bevoegdheden als bedoeld in de Wet inburgering;

    • h.

      het uitoefenen van taken en bevoegdheden in verband met de maatschappelijke opvang voor vreemdelingen zonder recht op verblijf of rijksopvang, of de maatschappelijke opvang voor niet-rechthebbende EU-arbeidsmigranten;

    • i.

      het organiseren van beheer en verhuur van woningen voor voormalige dak- en thuislozen en gezinnen waarvan een of meer leden geen verblijfstitel hebben;

    • j.

      het uitoefenen van de taken die nodig zijn ter voorbereiding van besluitvorming in het kader van de Wet tijdelijk huisverbod.

  • 2. In het kader van de bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst Beschermd Wonen is het hoofd Participatie en Stedelijke Zorg tevens bevoegd tot het uitoefenen van de in het eerste lid genoemde taken voor regiogemeenten, voor wat betreft de uitvoering van de functie beschermd wonen als bedoeld in de Wmo 2015.

Artikel 6.4 Teammanager Participatie en Stedelijke Zorg

De bevoegdheden, genoemd in artikel 6.3, komen tevens toe aan de teammanagers binnen de afdeling Participatie en Stedelijke Zorg.

Artikel 6.5 Medewerker Wet op de lijkbezorging

De medewerker Wet op de lijkbezorging is bevoegd tot de uitvoering van de gemeentelijke taken en bevoegdheden, genoemd in artikel 6.3, eerste lid, onder d.

Hoofdstuk 7 Directie Maatschappelijke Ondersteuning in de Wijk

Artikel 7.1. Afdelingshoofd Administratie, Bedrijfsvoering en Vakontwikkeling

Het hoofd van de afdeling Administratie, Bedrijfsvoering en Vakontwikkeling is bevoegd:

  • a.

    tot afdoening van klachten die betrekking hebben op het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling, met uitzondering van de klachten over de GGD-taakuitoefening in het kader van de Wet publieke gezondheid;

  • b.

    het vaststellen van wijzigingen in het indicatieprotocol op grond van de uitvoering van de Wmo 2015;

  • c.

    het verstrekken van een AOW- of jeugdtegoed op basis van de daarvoor vastgestelde gemeentelijke verordening.

Artikel 7.2 Teammanager Unit Advies en Implementatie

De manager van de Unit Advies en Implementatie is als 4e laags manager bevoegd tot het vaststellen van wijzigingen in het indicatieprotocol op grond van de uitvoering van de Wmo 2015.

Artikel 7.3 Teammanager Unit bedrijfsvoering

De manager van de Unit bedrijfsvoering is als 4e laags manager bevoegd tot afdoening van klachten als bedoeld in artikel 7.1.

Artikel 7.4 Teammanager armoedevoorziening

De manager van het team armoedevoorziening is bevoegd tot het verstrekken van een AOW- of jeugdtegoed op basis van de daarvoor vastgestelde gemeentelijke verordening.

Artikel 7.5 Coördinator cliëntenreacties

De bevoegdheid, bedoeld in het vorige artikel, komt tevens toe aan de coördinator cliëntenreacties.

Artikel 7.6 Medewerkers klachten

De medewerkers klachten hebben in de informele fase van de klachtbehandeling, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Verordening klachtbehandeling Rotterdam 2013, de bevoegdheid om klachten af te doen en hiervoor afdoeningsbrieven te ondertekenen.

Artikel 7.7 Hoofd Kredietbank Rotterdam

Het hoofd Kredietbank Rotterdam is als 3e laags manager bevoegd om in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening een besluit te nemen over schulddienstverlening, en in het kader hiervan:

  • a.

    verklaringen af te geven als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f, van de Faillissementswet;

  • b.

    overeenkomsten aan te gaan met burgers in het kader van de verlening van sociale kredieten;

  • c.

    overeenkomsten aan te gaan met burgers in het kader van de verlening van saneringskredieten tot een bedrag van € 30.000 per geval;

  • d.

    zakelijke zekerheid te vestigen ten gunste van de gemeente ten behoeve van de onder b genoemde kredieten;

  • e.

    nog niet verschenen termijnen van kredieten kwijt te schelden tot een bedrag van € 15.000 per debiteur;

  • f.

    taken en bevoegdheden uit te oefenen als bedoeld in het Bankreglement Kredietbank Rotterdam;

  • g.

    te bepalen of een schuld, inclusief een fraudeschuld, die een belanghebbende heeft, wordt meegenomen in de schuldregeling.

Artikel 7.8 Hoofd Bedrijfsvoering Kredietbank Rotterdam

De bevoegdheid en bijbehorende taken, genoemd in artikel 7.7, komen tevens toe aan het hoofd Bedrijfsvoering Kredietbank Rotterdam.

Artikel 7.9 Bewindvoering

De medewerkers, aangesteld ten behoeve van de uitvoering van bewindvoeringstaken bij de Kredietbank Rotterdam, zijn gemachtigd tot aanvaarding van de benoeming tot bewindvoerder ter bescherming van meerderjarigen, bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek, door de Rechtbank Rotterdam.

Artikel 7.10 Schuldbemiddelaars

De schuldbemiddelaars bij de Kredietbank Rotterdam zijn bevoegd om in het kader van de uitoefening van de taken genoemd in artikel 2 van het Bankreglement Kredietbank Rotterdam:

  • -

    verklaringen af te geven als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f, van de Faillisementswet;

  • -

    tot het opstellen van een verzoek om een dwangakkoord als bedoeld in artikel 287a van de Faillissementswet;

  • -

    tot het opstellen en indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 287b van de Faillissementswet;

  • -

    tot het indienen van een verzoek om een moratorium als bedoeld in artikel 5 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • -

    tot het opstellen en indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 287, vierde lid, van de Faillissementswet.

Artikel 7.11 Rayonmanagers

De rayonmanager is als 3e laags manager bevoegd:

  • a.

    tot het bieden van basishulp en kortdurende zorg en ondersteuning in het kader van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Rotterdam 2018;

  • b.

    tot schuldhulpverlening als bedoeld in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, waaronder in ieder geval het toeleiden naar de Kredietbank Rotterdam voor de uitvoering van schuldhulpververlening;

  • c.

    te besluiten over een verstrekking uit het budget dat het wijkteam ter beschikking heeft voor acute situaties;

  • d.

    tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening;

  • e.

    tot het verstrekken van een individuele voorziening;

  • f.

    tot het aangaan en ondertekenen van een bruikleenovereenkomst met een gebruiker van een maatwerkvoorziening;

  • g.

    tot het geven van de opdracht tot het bestellen of huren van een maatwerkvoorziening bij een leverancier waarmee de gemeente voor dit doel een raamovereenkomst heeft afgesloten;

  • h.

    tot het bieden van schulddienstverlening;

  • i.

    tot het toeleiden naar informele wijknetwerken, algemene voorzieningen als bedoeld in de Wmo 2015, overige voorzieningen in het kader van de Jeugdwet, vrijwilligersprojecten en burgerinitiatieven;

  • j.

    tot het bieden van informatie en advies;

  • k.

    de samenwerking met partijen uit het (wijk)netwerk te bevorderen.

Artikel 7.12 4e en 5e laags managers

  • 1. De bevoegdheden, bedoeld in artikel 7.11, onder a tot en met k, alsmede de bevoegdheid in artikel 1.7, onder i, komen tevens toe aan de teammanagers van vraagwijzers en wijkteams, de teammanager van Children’s Zone, alsmede de 5e laags teamleiders van de wijkteams.

    Voor de bevoegdheid genoemd in artikel 7.11, onder f, geldt dat de 4e en 5e laags managers deze bevoegdheid toekomt in afwijking van en in aanvulling op het bepaalde in artikel 2.2.

  • 2. De teammanager van de afdeling V&P Sociaal Medische Advisering oefent de taken en bevoegdheden uit, bedoeld in de Verordening leerlingenvervoer, voor zover betrekking hebbend op:

    • a.

      het besluiten op een aanvraag in het kader van de verordening;

    • b.

      het besluiten tot terugvordering van ten onrechte verstrekte vervoersvoorzieningen;

    • c.

      het vaststellen van formulieren met betrekking tot de uitvoering van de verordening.

Artikel 7.13 Medewerkers wijkteams

  • 1. De medewerkers van het wijkteam zijn bevoegd:

    • a.

      tot het bieden van basishulp en kortdurende zorg en ondersteuning in het kader van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Rotterdam 2018;

    • b.

      tot het verlenen van casusregie bij complexe ondersteuning in het kader van de Jeugdwet of Wmo 2015;

    • c.

      tot het vaststellen van het ondersteuningsplan of het goedkeuren van het pgb-plan en het (mede) ondertekenen van het ondersteuningsverslag in het kader van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Rotterdam 2018;

    • d.

      tot het monitoren van geboden ondersteuning in het kader van de Wmo 2015 of Jeugdwet;

    • e.

      tot schulddienstverlening en het bieden van kortdurende ondersteuning in de vorm van budgetbegeleiding, coaching, voorlichting en preventie om de zelfredzaamheid van de burger te vergroten.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheden komen tevens toe aan de medewerkers die niet in dienst zijn van de gemeente maar wel onder feitelijk toezicht en onder aansturing van de gemeente werkzaam zijn binnen de wijkteams.

Artikel 7.14 Medewerkers Vraagwijzer

De medewerkers van Vraagwijzer zijn bevoegd:

  • a.

    tot het bieden van basishulp en kortdurende zorg en ondersteuning in het kader van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Rotterdam 2018;

  • b.

    tot het vaststellen van het ondersteuningsplan of het goedkeuren van het pgb-plan in het kader van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Rotterdam 2018;

  • c.

    tot het stellen van een indicatie voor een maatwerkvoorziening, voor zover de professional daartoe is gebrevetteerd;

  • d.

    tot schuldhulpverlening en kortdurende ondersteuning in de vorm van budgetbegeleiding, coaching, voorlichting en preventie om de zelfredzaamheid van de burger te vergroten.

Artikel 7.15 Afdeling Taskforce tegenprestatie

  • 1. Het hoofd van afdeling Taskforce tegenprestatie is bevoegd te beslissen in het kader van de Verordening tegenprestatie Participatiewet Rotterdam 2015.

  • 2. De bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, komt tevens toe aan de 4e laags teammanagers van zijn afdeling.

Artikel 7.16 Sociaal Raadslieden

Sociaal Raadslieden zijn bevoegd om juridische ondersteuning te verlenen in het kader van de doelen van de Wmo 2015, de Jeugdwet, de Participatiewet en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 8.1 Intrekking besluit

Het Besluit Ondermandaat, Ondervolmacht en Ondermachtiging cluster Maatschappelijke Ontwikkeling 2016 wordt ingetrokken.

Artikel 8.2 Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2. Dit besluit werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 8.3 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: BOOO MO 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 7 mei 2019.

W.A.J.J. Houtman

Concerndirecteur cluster Maatschappelijke Ontwikkeling

Dit gemeenteblad 2019, nummer 54 is uitgegeven op 8 mei 2019 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)